Modieuze
maniertjes
bederven
kinderboek
fceidózQowumt
1
Ben even weg
KINDER
pEKENWEEK
AANSLAG OP DE NATUURLIJKE
ONBEVANGENHEID VAN HET KIND
KINDER
BOEKENWEEK
ZATERDAG 16 OKTOBER 1982
Reizen als thema voor de
Kinderboekenweek 1982.
„Omdat", zeggen ze bij de
Collectieve Propaganda
van het Nederlandse
Boek (CPNB), die elk jaar
het creatieve karwei moet
klaren om de zakelijke
oogmerken van uitgeve
rijen en boekhandelaren
met een ideologietje te
bemaskeren, „omdat boe
ken die je mee uit reizen
nemen, over de landen
gaan waar vreemde kin
deren vandaan komen, of
over hun leven hier, in
een voor hen ver land.
Turkse meisje in je klas, of de Surinaamse jon-
in het buurthuis. Heel dichtbij en toch ver weg.
je zulke boeken leest, zul je begrijpen dat hun
ld ook jouw wereld is en andersom en dat
igenlijk niet eerlijk verdeeld is in onze wereld".
lELBURG Het kinderboek
troffel, waarmee onze multi-
samenleving van morgen in
gemetseld kan worden. Het
Irboek als de mortel die, te be-
n aan de basis, de maatschap-
Coie bouwstenen van meerder-
i u iii en minderheden moet bin-
tk d >t een hecht, harmonieus huis.
hoge greep. „Pretentieus",
Jxe b Rien Haak zelfs, deskundige
:.v. v tstek op het gebied van de
et-: rliteratuur. „Het riekt naar
doucl iogal modieus maniertje om
jq k e knopen bij het verschijnsel
e culturele minderheden. Dan
8. Gt je snel terecht in het pro-
i. 3ugebied, waar schrijvers boe-
e,gali Jieveren op recept in plaats
™a]iat ze gewoon levensboeken
3ikonven. Ze gaan indoctrineren,
clusie >u zeg ik het nog vriendelijk,
nwat onvriendelijker zou wil-
rorjn, zou ik zeggen: ik waardeer
n iviteiten van de CPNB, die de
•en 2 ^boekenweek organiseert in
iet e mate, maar laten we elkaar
9-Bi mietje noemen. Het blijft een
servi(lercië,e instelling en ze weten
maarr gegarandeerd vele scholen
X).- k diegen, wanneer ze zo'n the-
itroductie: Rien Haak is direc
teur van de Christelijke Pedagogi
sche Academie „Zeeland" te Mid
delburg. Daarnaast echter blijft hij
trouw aan zijn oorspronkelijke stiel
van neerlandicus, gespecialiseerd
in het onderwijs aan toekomstige
kleuterleidsters. Uit dien hoofde
weet hij ongeveer alles wat er van
kinderlróeken te weten valt en kan
hij erover oordelen. Zijn uitspraken
tellen.
Deze bijvoorbeeld: „Op alle kleu
terscholen kun je constateren, dat
kinderen die niet lastig gevallen
zijn met allerlei moralisaties, hele
maal nergens moeite mee hebben.
Het zijn de volwassenen die de pro
blemen maken. Onder kinderen is
het absoluut geen punt om met
blank en bruin door elkaar te spe
len. Het doet er zelfs niet toe, wan
neer zo'n vreemd kind alleen maar
een andere taal spreekt. Welnee.
Dan praten ze met handen en voe
ten. Dat is ook een taal. Kinderen
kennen van nature geen verschil
len. In hun ogen ziet de wereld er
toch al bont uit. Daar kan best een
bloemetje bij. Maar wat doen vol
wassenen? Die zitten nog altijd zo
in elkaar, dat ze leven in een we
reldje van eigen vanzelfsprekend
heden en benadrukken vanuit dat
wereldje juist het bestaan van ver
schillen. Ze plegen aldus een aan
slag op de natuurlijke onbevangen
heid van kinderen, de innerlijke
vrijheid van het kind, op ziin inge
schapen verdraagzaamheid'
Onbevangen
In de leefwereld van het kind is
wederzijds respect iets doodge
woons. Rien Haak kan er ontroerd
van raken. „Kijk maar hoe ze zelfs
op voet van gelijkheid met dieren
praten. Hoe ze het vanzelfsprekend
vinden, dat de hoofdpersoon van
een verhaal vriendschap sluit met
een boom. Je hoeft er bij kinderen
niets dik op te leggen. Je moet al
leen de onbevangenheid zien vast
te houden, die ze van nature al
hebben. Je moet hun innerlijke
vrijheid intact laten. Dat is de kern
van een goed kinderboek. Een
prachtig voorbeeld vind ik het
prentenboek „Frederik" van Leo
Liomie. Het gaat over een muizen
familie, die in de herfst druk bezig
is met het aanslepen van een voed
selvoorraad voor de winter. Maar
buitenbeentje Frederik doet niet
mee. Die wil alleen kleuren en zon
nestralen verzamelen, zegt hij.
Kinderboeken hebben
op de lange termijn een
grote invloed.
Wanneer dan tegen het einde van
de winter de voedselvoorraad op is,
wordt het koud en droevig in het
holletje. Kun jij nou niet wat doen?,
vragen de bibberende muizen aan
Frederik. En Frederik maakt met
zijn verhalen over kleuren en zon
nestralen het holletje weer warm".
„Je zou kunnen zeggen dat Frede
rik in dit prentenboek het positieve
vertegenwoordigt van de andere,
de vreemde, die met zijn afwijken
de gedrag toch voor iets heel moois
en waardevols zorgt. Maar dat hoef
je de kinderen er echt niet bij te
vertellen. Ben je gek? Die kinderen
hebben het zelf verrekte goed door.
Daar zit het fundamentele verschil.
Wij volwassenen hebben niet meer
door, dat er andere dan de geijkte
manieren bestaan om gelukkig te
zijn, om ons leven fijn in te richten.
Kinderen hebben dat van nature
wel door. Wie zijn wij dan om ze in
een bepaalde richting te willen
dwingen?"
Nogal haaks op deze opvatting staat
de praktijk van beïnvloeding, mo
ralisering, indoctrinatie, die door
heel de kinderliteratuur heen aan
wijsbaar is. Rien Haak volgt met
lichte gruwel het spoor terug.
„Kinderboeken hebben inderdaad
op de lange termijn een grote in
vloed. Niet ten tijde van het lezen
zelf, dan nemen kinderen het ver
haal sec tot zich. Maar later, na
tien, twintig jaar, keren de beelden
weer en spelen ze een rol bij de
manier waarop iemand in het le
ven staat. Dat kun je in de geschie
denis aantonen. Denk aan de vori
ge eeuw met zijn moralistische in
stelling, die het gezag van de rijken
predikte en armoede als iets lof
waardigs afschilderde. Daar wer
den de volksschoolkindertjes mee
opgevoed. Nu moet je brullen van
de lach om boeken over de brave
Hendrik en de brave Maria om
de slaafsheid ervan maar toen
beleefden ze zeventig herdrukken,
zoveel weerklank vond de bood
schap".
Heldendom
Een ander voorbeeld, dichterbij,
gevoeliger. „Ik kom nu op een
moeilijk terrein, maar het is een
feit dat er na de Tweede Wereld
oorlog bij de jongensboeken een
hausse ontstond in titels, waar
werd ingespeeld op heldendom, op
nationale trots. De boeken van een
Norel („Engelandvaarders"), of een
Ooms („Met paarden door de
nacht"). Ze beschreven de oorlog
als louter iets spannends, waarbij
Hollandse jongens bijna altijd in
het verzet terecht kwamen en ie
dereen de Duitsers te slim af
waseen schitterende tijd ei
genlijk vol nobele avonturen. Ik
heb ze zelf in mijn jeugd gelezen en
ik weet nog hoe ik dacht: ik wou
dat ik in de oorlog groot was ge
weest. Ongetwijfeld werkt de in
vloed van dergelijke boeken door
op de houding van mijn generatie,
die nu veertig, vijftig jaar oud is.
Het besef van Nederlander te zijn,
de hang misschien naar een mili
tair apparaat, het aanvaarden van
het koude-oorlogklimaat als een
normaal verschijnsel. Of laat ik bij
mijn eigen zuil blijven. Het zon
dagsschoolboekje, dat we met
Kerstmis kregen uitgereikt. De be
nadering daarin van de religieuze
beleving; het normbesef dat een ge
zin er zo en zo uit moet zien, of dat
het gebed die en die kracht heeft.
Pas de laatste jaren is er een geluid
van: ho ho, wacht eens even, dit
slaat niet meer op het leven en be
leven van de mens in deze tijd.
Maar het gaat langzaam. Zelfs bij
meisjes die nu op onze academie in
opleiding komen, merk ik de in
vloed van het zondagsschoolboekje
nog".
Volgens recept
In één adem echter de ironie van
het tegendeel. De potsierlijke be
weging van de slinger, die even
wild doorslaat naar de andere kant.
Triomfantelijk lachje bij Rien
Haak. „Ik wil de verwijten, die met
name aan het adres van christelijke
en katholieke jeugdboeken zijn ge
richt, niet tegenspreken. Maar wat
zie ik? Degenen die de verwijten
hebben geuit, zijn in precies het
zelfde vaarwater terechtgekomen.
Ze hebben gesignaleerd wat er aan
schortte, ze hebben geroepen: Daar
moeten we iets aan doen, en zo zijn
ze tal van boeken gaan produceren
die er dus iets aan deden. Vooral
aankomende schrijvers, die de
markt nog moesten veroveren,
hebben dat gedaan. Boeken volgens
recept. Heel sterk uit de marxisti
sche hoek. Feministisch. Het is na
tuurlijk prima, dat het allemaal aan
de orde komt, maar in de praktijk
levert het kinderboeken op, die zo
zeer in hun vooropgezet schema
van kommer en kwel gewrongen
zijn, dat ze als verhaal bitter weinig
voorstellen".
Een aardig voorbeeld van wat hij
bedoelt te zeggen, vindt Rien Haak
het boek „Pas op, daar komt Ma-
nuela", van Frederika de Cesco.
„In de eerste twintig bladzijden heb
ik geturfd: een pleidooi voor vege
tarisch eten, een moeder die ge
scheiden is en samenleeft met een
Rien Haak:
„In de leefwereld
van het kind is
wederzijds respect
iets doodgewoons".
iar bureau legde ze een briefje
„Ben even weg, kom zo te-
Elke ochtend van tien tot
f hetzelfde ritueel. Niemand
t grote belastingkantoor aan
'i della Conciliazione in Rome
'ts in de gaten, of liever wilde
i de gaten hebben overeen-
de Italiaanse gewoonte
'ooral niet met andermans za
te bemoeien als onraad ver
wordt. Haar superieuren
?n nu nog vol, dat ze er toch
was, als zij haar nodig had-
}f „misschien was ze wel eens
teer koffiedrinken of zo".
Italiaanse ambtenaren (dit heeft
onderzoek aangetoond) verlaten
elke ochtend vijf tot tien keer hun
bureau om in de bar in het gebouw
zelf of om de hoek koffie te gaan
drinken. Een zeer oud gebruik en
alom gerespecteerd.
Anna Maria de Julia (37), belasting
ambtenares, was haar collega's te
slim af en verspilde aan deze koffie
weinig tijd. 's Ochtends om acht
uur meldde ze zich punctueel op
kantoor. Nam twee uur om op haar
bureau enige sporen van zelfwerk
zaamheid aan te brengen en ver
dween tegen tienen weer.
Thuis wachtte op haar de eerste
klant. Als „massaggiatrice" of mas
seuse (zoals overigens ook de Ro
meinse prostituées zich laten noe
men) had ze een aardige praktijk
opgebouwd, die haar elke ochtend
van tien tot twaalf van heel wat
en aanspraak voorzag.
„Voor 30.000 lire, vooruit te beta
len". Hoeveel klanten ze in die
twee uur masseerde, laat zich met
enige kennis van zaken makkelijk
raden. In elk geval weerhield dit
haar er niet van tegen twaalven
met frisse moed haar normale dag
taak als ambtenares van de directe
belastingen te hervatten. Voor nog
eens twee uur, want Italiaanse
ambtenaren kunnen nu eenmaal
niet doorwerken na twee uur
's middags.
Dit geval van massage in werktijd
is het aardigste voorbeeld van
werkverzuim, dat de laatste maan
den in Rome aan het licht is geko
men. De reactie van het publiek is
niet verontwaardiging, maar eerder
bewondering voor zoveel vernuft
en koelbloedigheid, en ongeloof en
teleurstelling, dat het toch is misge
gaan.
Het wordt de Romeinse ambtena
ren de laatste tijd wel erg moeilijk
gemaakt, want een speciale poli-
tie-eenheid (onder leiding van een
commissaris die luistert naar de
toepasselijke naam Carnevalè) is
geformeerd om het werkverzuim
onder ambtenaren op te sporen.
Onaangekondigd worden departe
menten „genomen" en voor elk
leeg bureau moet dan rekening en
verantwoording worden afgelegd.
Bekeuringen, boetes en disciplinai
re maatregelen worden met gul
heid uitgedeeld.
De masseuse in kwestie had de
pech, dat de politie haar kantoor
binnenstormde, terwijl ze net even
twee uur afwezig was. Ze moet nu
terechtstaan wegens bedrog en op
lichting van de staat, samen met
haar superieuren, die haar overi
gens nooit misten.
Carnevale heeft al ambtenaren ge
pakt, die in werktijd snel van kos
tuum en stropdas verwisselden om
plaats te nemen achter een markt
kraam, ambtenaren die in werktijd
maitresses of andere kennissen el
ders in de stad met een bezoek ver
Onder kinderen is het
absoluut geen punt om
met blank en bruin door
elkaar te spelen.
vriend, het afschuwelijke lot van
dieren in dierentuinen, een vader
die kookt omdat moeder een baan
heeft, Manuela die geen stewardess
wil worden, maar wel piloot, Ma
nuela die op judoles gaat om zich
aanranders van het lijf te kunnen
houden, en nog zo wat. Kijk, dat is
te veel van het goede. Dat kan een
schrijver allemaal niet behoorlijk
uitwerken. Dat wordt te schema
tisch. Zo'n schrijver gooit zijn eigen
ruiten in. Hij bederft wat kinderen
aan zijn verhaal zouden kunnen
beleven. Hij is ten prooi gevallen
aan de modieuze neiging, om alle
ellende op één hoop te gooien. Dat-
moet wel hap-snap-werk blijven".
Waarmee dit interview is terugbe-
land bij een sleutelwoord aan het
begin. Modieus. Schrijven op re
cept. Nu weer over culturele min
derheden. Het zoveelste gemorali
seer. Rien Haak daarentegen: „In
een goed kinderboek mag je niet
verder gaan dan te laten zien, hoe
de omringende wereld door de ver
haalfiguur wordt beleefd en erva
ren. Alleen een kinderliteratuur,
die duidelijk maakt dat er eigenlijk
weinig vaststaat, dat er verschillen
de manieren zijn om tegen de wer
kelijkheid aan te kijken, dat je aan
andere keuzemogelijkheden kunt
denken dan de gebruikelijke, die
van vader en moeder, voedt op tot
echte vrijheid. Of liever: respec
teert, behoedt en koestert de vrij
heid, de onbevangenheid, wars van
elk vooroordeel, waarmee het kind
uit de aard van zijn natuur de we
reld zelf wel tegemoet treedt".
PIET SNOEREN
eerden, ambtenaren die na acht
uur 's ochtends snel naar huis te
rugreden om hun levensmiddelen-
of schoenenzaak voor het publiek
te openen, of ambtenaren die hun
thuiswerk gewoon mee naar kan
toor namen.
De jacht van de politie op al die
hardwerkende ambtenaren gaat
door. Zolang als het duurt, want
ook politie-agenten zijn ambtena
ren en moeten dus niet overdrij
ven.
CEES MANDERS