Dn verklaarbare pijn niet
altijd zaak voor specialist
Migraine: een op de
tien lij'dt eraan
Tfiid®
Nekpijn, buikpijn, rugpijn
W. W. Oosterhuis
ZATERDAG 2 OKTOBER 1982
Ni
p het wat nauwe halletje
jan het huis op de grens
Overveen en
riem bots ik bijna
intaal tegen een heer,
e met een boekje in zijn
den het huis verlaat.
jWeet je wie dat was?",
rraagt mijn gastheer aan
|ijn vrouw die me net
jeeft binnengelaten,
ee", zegt ze, „hij zei
alleen maar: „Ik ben
Jan", en noemde geen
achternaam". Mijn
gastheer: „Dat was nota
bene de professor in de
psychofysiologie. Hij
kwam een boekje halen".
Dat boekje is het
proefschrift van huisarts
W. W. Oosterhuis. Het
handelt over nekpijn,
buikpijn en rugpijn. Vlak
voor zijn promotie aan de
Universiteit van
Amsterdam is het
uitgekomen en in een
paar dagen tijd
ontzettend populair
geworden. Op de
universiteit is geen
exemplaar meer te
krijgen. De twee
exemplaren die de
afdeling voorlichting had
achtergehouden
verdwenen op niet te
verklaren wijze uit de
kast en de uitgeverij
Bunge heeft zowaar een
geringe herdruk van het
boekje uitgebracht.
Reden genoeg om eens
met dokter Oosterhuis te
praten over de
achtergronden van zijn
onderzoek.
IUISARTS BEWIJST SAMENHANG VAN PIJN EN EMOTIE
AARLEM „Ik begrijp die grote
jlangstelling wel", zegt dokter
osterhuis. „Rugklachten, pijn in je
;k en buikpijn zijn dingen, die
eel dicht bij de mensen staan. Ie-
jreen heeft er wel eens last van of
ent iemand die er vaak last van
eeft. Soms is er niet eens een me-
ische oorzaak aan te wijzen voor
ie pijn. Ook niet na langdurig spe-
alistisch onderzoek. En dan komt
plotseling een huisarts die we-
tnschappelijk bewijst dat veel van
ie pijn verband houdt met gevoe-
:ns die je niet wilt of kunt uiten,
iij stelt bovendien dat het niet no-
is zo'n patiënt te verwijzen naar
specialist. Dan is de belangstel-
ng natuurlijk gewekt",
iokter Oosterhuis is huisarts in
art en nieren. Al 22 jaar zit hij da-
elijks rn zijn Haarlemse spreekka-
ler en hij kent de mensen in zijn
raktijk erg goed. Niet alleen de li-
üamêlijke mankementen komen
èm ter ore. Heeft iemand proble-
ïen met zijn werk, dan hoort hij
et ook. Zijn er moeilijkheden in
iet gezin dan weet de dokter er-
ll 'an. „En hoor ik het niet", zegt hij,
&dan vertelt iemand het wel aan
nijn vrouw. Alleen met die erva-
'ng heb ik dit proefschrift kunnen
hrijven. Mijn huisartsenpraktijk,
ijn patiënten, mijn ervaringen;
et zijn de wortels van mijn den-
oorspróng voor het proefschrift
dan ook in zijn eigen praktijk te
nden. Er deden zich gevallen
.or waardoor dokter Oosterhuis
:t verband ging leggen tussen
luikpijn en angst, tussen lage-rug-
•lachten en verdriet en tussen nek-
ijn en het niet uiten van kwaad-
eid of agressie.
'okter Oosterhuis haalt een voor
bid aan dat hij ook in zijn boek
ieschrijft. „In 1968 had ik een pa-
iënt die leed aan rugpijnen die niet
«4oed te verklaren waren. De ene
i: x.[eer was de pijn sterker dan de an-
jere keer, maar twee jaar lang had
e man last van zijn rug. Daarop
rolgde een periode van hevige
lekpijn. De nekpijn verdween
paar de rugpijn kwam terug om
jpnieuw over te gaan in nekpijn.
Sr waren onvoldoende medische
anwijzingen omtrent de herkomst
ran de pijn. Er waren wel emotio-
lele redenen".
[De man was op zijn werk het
[achtoffer geworden van een over-
;4 fal. Na dertig jaar vlekkeloze ar-
leid werd hij uit zijn verantwoor-
lelijke functie gezet, omdat hij de
jienstvoorschriften niet voldoende
i dn acht genomen zou hebben. Hij
[reeg saai routinewerk te doen.
Een periode die met rugpijn (ver-
ntree^riet) gepaard ging. Hij beriep zich
Jp een scheidsgerecht. In die tijd
iakvoiwam nekpijn (kwaadheid) op.
werkl'j verloor het geding en kreeg zijn
en)ude functie niet terug, maar bleef
de saaie routine van zijn nieuwe
an. Opnieuw rugpijn. Hij werd
irikkelbaar, hield het op de nieu-,
ye afdeling niet meer uit en er
iwamen ruzies. Een nieuwe perio-
e met nekpijn. Pas nadat de man.
'as afgekeurd en hem een uitke-
ing was toegezegd, verdwenen alle
ijnen".
wetenschappelijk opgezet onder
zoek. In samenwerking met het
Huisartsen Instituut van de Uni
versiteit van Amsterdam, waaraan
hij part-time verbonden is als we
tenschappelijk hoofdmedewerker,
stelde hij een model op waardoor
patiënten met onverklaarbare pij
nen konden aangeven wat hen tij
dens de pijnperiode emotioneel be
roerd had. Vijftien artsen werkten
aan het onderzoek mee ën het re
sultaat was verbluffend. De samen
hang angstbuikpijn, agressie
nekpijn en verdrietlage-rugpijn
kon overduidelijk worden aange
toond.
„Toch heb ik het gevoel dat ik al
leen maar heb bewezen wat allang
bekend was", zegt dokter Ooster
huis. „Kijk maar eens naar de om
slag van mijn proefschrift".
Op de omslag staat een ge
van een schilderij van Pieter
Brueghel de Jongere. Het stelt de
kindermoord in Betlehem voor.
„Kijk maar eens hoe verdriet en
angst daarin worden afgebeeld.
Een vrouw met verdriet is op de
grond gaan zitten, de rug gekromd.
Een kind dat haar broertje heeft
zien ombrengen en bang is dat haar
hetzelfde zal gebeuren staat met in
getrokken buik. Een man die ver
zet wil plegen, maar het niet kan
omdat zijn handen gebonden zijn
houdt zijn nek stijf. Dat schilderij
stamt uit de zestiende eeuw".
Veel van de door dokter Oosterhuis
aangegeven relaties tussen pijn en
emotie komen ook terug in ons
spraakgebruik. In zijn- proefschrift
haalt hij een aantal voorbeelden
aan. Koppig zijn, hardnekkig zijn,
zich iets op de nek halen, geven de
relatie tussen nekpijn en niet te ui
ten boosheid duidelijk aan. Ook
voor angst en "buikpijn gebruiken
we uitdrukkingen als: iets zwaar op
de maag voelen liggen, iets niet
kunnen verteren, ergens buikpijn
van hebben. De relatie tussen ver
driet en rugpijn is op te maken uit
gezegden als: bij de pakken neerzit
ten, geknakt zijn, gebroken zijn, er
gens onder gebukt gaan. Er zijn
nog veel meer van die uitdrukkin
gen. Ook in vreemde talen. Dokter
Oosterhuis vond dergelijke uit
drukkingen in het Frans, Duits en
Engels, maar ook in het Japans,
Grieks, Russisch en Swahili.
Aan dat taalgebruik hecht hij een
grote waarde. Vooral in de praktijk
tijdens zijn spreekuur. „Als ik een
pijn bij iemand niet goed kan plaat
sen, vraag ik naar emotionele ach
tergronden. Maar doe je dat direct
op de man af, dan zal er een
schrikreactie ontstaan en de patiënt
ontkent dat er problemen zijn. Je
mag immers niet zwak zijn en je
mag dat zeker niet tonen. De tra
nen mogen er niet uit. Maar als ik
zeg: heb je de laatste tijd ergens
zwaar aan getild, dan kan de pa
tiënt dat op beide manieren uitleg
gen. Soms zegt iemand inderdaad
dat hij met zware dingen heeft lo
pen sjouwen, maar soms vat hij het
anders op en krijg ik de problemen
te horen waarmee hij de laatste tijd
rondloopt".
„Dan kun je proberen zo iemand te
helpen. Beter dan hem door te stu
ren naar een specialist die waar-,
schijnlijk toch niets zal vinden. Je
bespaart iemand dat uitgebreide
specialistische onderzoek. En geloof
me, het ondergaan van zo'n onder
zoek is geen pretje. Lichamelijk
niet, maar ook geestelijk moet ie
mand tijdens zo'n onderzoek héél
wat doormaken. Vooral als er niets
gevonden wordt en hij opnieuw en
opnieuw voor andere onderzoeken
terug moet komen". Daarmee komt
dokter Oosterhuis aan het prakti
sche nut van zijn onderzoek. Hij
geeft de huisarts, die het wil lezen,
inzicht in de pijn-emotie-relatie.
Hij geeft de huisarts aan dat onze
kerheid omtrent de herkomst van
de pijn verminderd kan worden
door deze samenhang op te sporen
en daarmee een meer doeltreffende
hulpverlening te geven. Dat zal be
ter en sneller gaan als de arts het
bestaan van deze samenhang ac
cepteert.
Geen simpele oplossing
„Nou moet je niet denken dat ik
hier een simpele oplossing voor alle
rug-, nek- en buikpijnproblemen
heb gegeven", zegt Oosterhuis.
„Dat is niet zo. Het zorgvuldige me
dische onderzoek naar alle mogelij
ke oorzaken blijft voorop staan.
Maar als je niets kunt vinden en
wel die emotionele problemen aan
treft, dan kun je je verlaten op mijn
onderzoek".
Een bijdrage aan de wetenschap
van huisartsen. Maar waarom doet
een huisarts naast zijn drukke
praktijk ook nog wetenschappelijk
onderzoek dat hem tijd en geld
kost?
„Tijd en geld", zegt dokter Ooster
huis, „dat heeft het zeker gekost.
Enkele jaren lang zestien uur per
dag werken en zo'n promotie kost
ook niet niks. Maar daarom gaat
het natuurlijk niet. Je geeft een bij
drage aan de huisartsenweten
schap. En dat is de eerste lijn van
onze gezondheidszorg die het
dichtst bij de mensen staat. En bo
vendien de goedkoopste is. De huis
arts lost het meeste op en kost het
minste".
„Geld voor wetenschappelijk on
derzoek in juist die huisartsensector
is er niet. Je moet voor elke cent
knokken. De grote stroom van het
geld gaat naar allerlei technische
onderzoeken. Ik vind dat veel
meer huisartsen aan dergelijk on
derzoek zouden moeten doen. Maar
de belemmeringen zijn legio. Het
vooronderzoek kan of mag meestal
niet in eigen praktijk. Het onder
zoek moet gebeuren naast het ge
wone praktijkwerk en ook de mi-
delen om een onderzoek te onder
steunen ontbreken".
„En dan spreken de heren politici
over het versterken van de zoge
naamde eerste-lijn-gezondheids-
zorg. Dat zijn wij dus. huisartsen.
Ik schrijf ook in mijn stellingen dat
ik ze niet geloof. Pas als politici
openlijk de verantwoording nemen
voor de financiële gevolgen van de
versterking van de eerste lijn in de
gezondheidszorg, moet je ze gelo
ven. Maar ik ben erg sceptisch over
hun drijfveren".
Dokter Oosterhuis is eigenlijk nog
lang niet klaar met zijn betoog. Zijn
gedrevenheid om als huisarts zo
veel mogelijk leed te voorkomen
en te helpen oplossen, drukt hij ook
uit in zijn werk om de positie van
de huisarts te onderbouwen. Dat er
nu dr. voor zijn naam staat zal al
leen nog maar stimuleren tot meer
onderzoek.
„Ik heb allang weer onderwerpen
die ik zou willen aanpakken, maar
wat ik het liefste zou willen is, dat
de huisartsengeneeskunde de we
tenschappelijke status krijgt die ze
verdient".
KOOS BLOEMSMA
iuikpijnen
t is maar één voorbeeld. Dokter
J)osterhuis somt er verschillende
uit zijn praktijk. Ze bewijzen al-
ëmaal hetzelfde. Pijnen staan niet
s van emoties en de plaats waar
pijn zich voordoet heeft te ma
ten met de soort emotie,
toals in het voorbeeld het verdriet
per het verlies van de baan zich
lit door rugpijn en het verzet erte-
^n door nekpijn, zo hebben buik
pijnen te maken met angst.
"Kinderen die hier binnenkomen
i een prik moeten krijgen, waar-
ze bang zijn", aldus Ooster-
„lopen allemaal met hun
fendje vooruit en hun buik inge-
lökken".
Al die dingen die ik zo opmerkte
•aren natuurlijk nog lang geen bc-
ijs, dat het ook werkelijk zo was.
t kunt het zien als een soort voor-
jnderzoek, maar strenge weten-
bhappers vinden ook dat aan-"
fechtbaar. Er zijn regels waaraan
[en onderzoek moet voldoen en ik
ted natuurlijk in mijn eigen prak--
Jjk de patiënten en voorbeelden
r het uitzoeken en bovendien
ik de gevallen op mijn eigen
lier interpreteren".
(Verbluffend
Fokter Oosterhuis deed wat nodig
Ras. Hij haalde collega-huisartsen
*er om mee te werken aan een,
Migraine is iets verschrikkelijks
(tekening: Peter Meyboom)
DEN HAAG Waarschijnlijk
heeft iedereen in zijn familie
of kennissenkring wel één of
meer mensen die aan migrai
ne lijden. Hoeveel patiënten
er in ons land precies aan de
aandoening lijden is niet be
kend, maar Engelse onderzoe
kers gaan uit van tien procent
van de bevolking! Voor Ne
derland zou dat dus neerko
men op 1,4 miljoen mensen.
Kinderen en volwassenen,
mannen en vrouwen die soms
of geregeld ernstige tot bij
kans onduldbare hoofdpijn
hebben.
De Nederlandse Migraine Stichting
en de onlangs opgerichte Neder
landse Vereniging van Migrainepa-
tiënten proberen wat te doen voor
de lijders aan deze volkskwaal die
ontzaglijk veel leed veroorzaakt en
waardoor jaarlijks ontelbare werk
uren verloren gaan. Stichting en
vereniging pleiten voor een groot
scheepse aanpak van deze aandoe
ning waarover nog steeds veel»mis
verstand heerst.
Vroeger werd migraine vaak afge
daan als een zeurderig elite-kwaal
tje, of het lijden aan migraine werd
beschouwd als een teken van intel
ligentie of super-gevoeligheid. On
derzoek heeft echter aangetoond
dat migraine voorkomt op alle leef
tijden, in alle lagen van de bevol
king, ongeacht geloof of ras. We
spreken van migraine als een aan
doening die wordt gekenmerkt
door een hoofdpijn die optreedt in
intervallen, waarbij de tussenlig
gende periodes geheel hoofdpijnvrij
zijn. De hoofdpijn-aanval, die zeer
hevig kan zijn, duurt meestal een
aantal uren en gaat vergezeld van
maag-darm-klachten en/of klach
ten over het gezichtsvermogen.
Verminderde eetlust, misselijkheid,
overgeven, diarree; lichtflitsen die
er niet zijn, moeite om scherp te
zien, scherp licht wordt niet ver
dragen: migraine.
Voortekenen van een migraine-
aanval zijn vaak vaag en kunnen
zich op vele manieren presenteren.
Soms treden ze enkele dagen van
tevoren al op, soms ook pas een
paar uur voor een aanval. Een paar
van die klachten die kunnen wij
zen op het naderen van een migrai-
ne-aanval: tintelingen in de vingers
of van een mondhoek; overgevoe
ligheid voor lawaai en licht; een
depressief gevoel; prikkelbaarheid
of juist abnormale opgewektheid;
een ongewoon sterk verlangen
naar snacks; geeuwen; een neiging
veel te praten; ongewone bleek
heid, vooral bij kinderen; vaker of
meer moeten urineren.
Nu hoeft natuurlijk niet iedere
niet-migrainelijder ongerust te
worden als hij of zij een of meer
van deze klachten heeft. Voor de
migraine-patiënt daarentegen is het
nuttig te letten op deze waarschu
wingstekenen, om op die manier zo
vroeg mogelijk in het verloop van
de migraine-aanval met de behan
deling te beginnen.
Een aanval van migraine kan wor
den uitgelokt door de meest uiteen
lopende zaken: angst, zorgen, op
winding, shock, te grote inspan
ning, uitslapen, reizen, verandering
van weer, fel zonlicht of TL-ver-
lichting, langdurig TV-kijken of
een lange bioscoopfilm, het nemen
van een heet bad, bepaalde etens
waren, slaaptabletten, alcohol,
voedseltekort bij vasten of afslan
ken, onregelmatig eten, de men
struatie en de pre-menstruele pe
riode, hoge bloeddruk, de pil, kies
pijn of andere pijn in het gebied
van het hoofd of de nek, sterke
geuren of een doordringende lucht.
Onaanspreekbaar
IÏ^iylwwiïïmiitip
U ziet, genoeg aanleidingen om mi-
graine-lijders met gillende pijn in
het hoofd urenlang onaanspreek
baar te maken, om alle radio's en
tv's in huis te verbannen, om lich
ten uit te doen, om schreeuwende
baby's de mond te snoeren. Migrai
ne is echt geen aanstellerij, en de
Migraine Stichting en de Vereni
ging van Migrainepatiënten vinden
dat dat nu maar eens duidelijk
moet zijn.
Voorzitter drs. H. G. Snijders van
de patiëntenvereniging verwacht
dat de vereniging binnen afzienba
re tijd enige tienduizenden leden
zal tellen. Er wordt gewerkt aan
een eigen tijdschrift en regelmatig
worden vergaderingen gehouden
over de gang van zaken. Een paar
actiepunten van de vereniging:
„We zullen aandringen op tijdelijke
behandeling van migrainepatiënten
in ziekenhuizen, waarvoor in vele
ziekenhuizen enkele bedden be
schikbaar zullen moeten worden
gesteld. Ideaal zou zijn de vestiging
van een paar speciale migraine-.kli-
nieken, waar een patiënt met een
aanval terecht kan. Voorts moet
ook bij werkgevers, en, in het geval
van kinderen, bij de leraren op
school meer begrip worden ge
kweekt voor de migrainepatiënt.
Er wordt door onze leden vaak ge
zegd: „Als je bij een sollicitatie ver
telt dat je migraine hebt word je
vaak niet aangenomen, en als je het
verzwijgt heb je kans later een uit
kering te verspelen".
„Ook het merendeel van de huis
artsen, en zelfs tal van specialisten,
weten te weinig van migraine. Er
zijn veel klachten over een over
maat aan voorgeschreven medicij
nen en over gebrek aan interesse
van de behandelende arts. Ik krijg
wel eens de indruk dat het verstan
dig is een arts te zoeken die zelf
migraine heeft", aldus drs. Snijders.
Goede medicijnen
Er zijn tegenwoordig wel vrij goede
medicijnen tegen migraine. Mo
menteel zijn er zelfs al medicijnen
beschikbaar die het ontstaan van
een aanval kunnen voorkomen,
maar die mogen alleen gebruikt
worden door patiënten die één of
meer aanvallen per week hebben.
Een specifiek voor migraine ge
schikt middel is ergotamine, dat in
tabletvorm, als zetpil of als injectie
vloeistof gebruikt kan worden. De
maximaal te gebruiken hoeveel
heid per aanval is 6 milligram, de
hoeveelheid die men per week ge
bruikt mag de 10 milligram echter
beslist niet overschrijden.
Voor kinderen kan een eenvoudige
pijnstiller een goede behandeling
zijn. Meestal gebruikt men hiervoor
aspirine of paracetamol. Volgens de
Migraine Stichting hebben kinde
ren zeer zelden andere medicijnen
nodig bij een aanval.
Als acute zelf-hulp bij een aanval
wordt patiënten aangeraden ten
eerste natuurlijk altijd een voor
raadje van hun medicijnen bij de
hand te hebben. Door ze zo snel
mogelijk in te nemen bij het voelen
naderen van een aanval is het vaak
mogelijk de duur van een aanval te
bekorten. Wanneer men met mi
graine wakker wordt is het volgens
de stichting het beste om dirèct me
dicijnen in te nemen en in bed te
blijven. Autorijders die onderweg
een aanval voelen aankomen doen
er goed aan de vluchtstrook of een
parkeerplaats op te zoeken, omdat
zoals gezegd het gezichtsvermogen
sterk kan verminderen. In de
praktijk zal iedere migraine-patiënt
voor zichzelf al gauw hebben uitge
vonden wat bij hem of haar de pijn
doet verminderen. Sommige men
sen hebben behoefte aan iets
warms op het hoofd, anderen vin
den baat bij een koude douche of
een zak met ijs.
Wie zich door de Nederlandse Ver
eniging van Migraine-patiënten
aangesproken voelt, en wie geen
hoofdpijn krijgt van de contributie
van 25 gulden per jaar, kan zich
opgeven via Postbus 688, 9200 AR
Drachten.
RONALD HOOYENGA