Zuivere dialecten voor het nageslacht te boek gesteld „Voorwaar, het geval van Jezus is bij Allah hetzelfde als dat van Adam" Grote Islam- tentoonstelling in Rotterdam DEN HAAG ROTTERDAM Een aspect van de islam dat nogal tot de verbeelding spreekt van niet-moslims is de polygamie: de mogelijkheid van een huwelijk tus sen één man en meerdere vrou wen. Gebedsvoorganger Abdul Ha- kim Akmal H.A. Shd, hoofdmissio naris van de Ahmadiyya Moslim Missie in Nederland: ..Mensen die zijn grootgebracht in de joods-chris telijke traditie koesteren niet zel den de meest liederlijke voorstel lingen omtrent dit fenomeen. De werkelijkheid is dat polygamie in onze godsdienst alleen bij wijze van uitzondering is toegestaan. Bijvoor beeld wanneer de eerste echtgenote van een man invalide en onvrucht baar is geworden. Dan nog zijn er strikte regels die een harmonieuze omgang binnen het polygame hu welijk moeten bevorderen. Zo moet de man. als hij met een tweede vrouw wil trouwen, daarvoor eerst toestemming vragen aan zijn eerste echtgenote. En als het huwelijk eenmaal is gesloten, dienen de ver schillende vrouwen een gelijke be handeling te krijgen". Gebedsvoorganger of imam A. H. Akmal geeft maar een voorbeeld uit de volgens hem lange reeks van waandenkbeelden die er over de is lam bestaan. Vandaar dat hij be paald ingenomen is met het initia tief van het Museum voor Land- en Volkenkunde in Rotterdam om een heel jaar lang een grote tentoon stelling te wijden aan deze wereld godsdienst. Met foto's, geluid, film en allerhande voorwerpen wordt getoond waar het in de islam om draait en welke invloed de religie heeft op het dagelijks leven. Daar naast wordt bijzondere aandacht besteed aan het leven van de mos lims in Nederland. Hun aantal is inmiddels gegroeid tot rond de 280.000. De meesten van hen zijn van Turkse of Marokkaanse af komst. Maar ook veel Surinamers en Molukkers belijden de islam. Verder hebben zich de afgelopen jaren ruim 2.000 Nederlanders tot de boodschap van de heilige pro feet Mohammed bekeerd. Onder wie Abdul Hamid van der Velden. „Van jongsaf aan heb ik me tot de islam aangetrokken gevoeld", aldus deze 38-jarige Hagenaar. „Naar mijn overtuiging is het een verder ontwikkelde, een meer complete godsdienst dan bijvoorbeeld joden dom of christendom. De islam om vat als het ware alle andere gods diensten, integreert ze en tilt ze naar een hoger niveau. Wij erken nen dan ook alle grote profeten die God de wereld heeft gezonden. Confucius, Krishna, Boeddha even goed als Mozes of Jezus. In de heili ge koran staat: Wij geloven in Al lah en in hetgeen werd geopen baard aan Abraham. Ismaël, Izaak, Jacob en de stammen en hetgeen aan Mozes en Jezus en de profeten werd gegeven door hun Heer. Wij maken geen onderscheid tussen wie dan ook van hen. Aan Hem al leen onderwerpen wij ons". „Aan de andere kant ontkennen wii moslims dat deze profeten zelf ook goddelijk zijn, zoals meestal „Eèèooww hoor haar eens; een sloerie uit de sloppen, om zo in de gevangenis te stoppen; voor het meest opzienbarende schandaal: poging tot moord op de taal". Dat was Wim Sonne veld in de eerste en meest opzienbarende musicalproduktie die ons land ooit gekend heeft of ooit zal kennen: My fair lady. met Sonneveld in de rol van over het paard getilde taalgeleerde en tegenover zich Margriet de Groot als het plat pratende meisje uit de achterbuurt. George Bernard Shaw schreef in de vorige eeuw al zijn toneelstuk Pygmalion over de verschillen in taalgebruik tussen hogere en lagere klassen. In ons land werd de naar dit toneelstuk gemaakte musical My fair lady een nooit meer te evenaren succes. De verschillen in taalgebruik hebben een schrijver als Shaw en acteurs en actrices van naam kennelijk al geïnspireerd tot grote prestaties. Dialecten, streektalen en allerlei vormen van plat praten zijn regelmatig aanleiding tot discussies en studies. Al in 1878 is men in ons land begonnen met het inventariseren van dialecten. Zonder het dialect (streektaal) in diskrediet te willen brengen, kan worden vastgesteld dat de oude dialecten bezig zijn te verdwijnen. Voor die klassieke dialecten in de plaats komen allerlei tussentaal vormen. Variaties op de standaardtaal met regionaal verschillende accenten en gebaseerd op de aloude dialecten. Vooral de laatste tien jaren hebben zich doen kennen door een toename van overgangsvormen van het dialect naar de standaardtaal (algemeen beschaafd Nederlands - ABN). Allerlei sociale factoren spelen daarbij een rol. De Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde (NCDN) doet op verschillende plaatsen in ons land onderzoek naar het gebruik van de streektaal. Prof. dr. A. Hagen, hoogleraar in de dialectologie in Nijmegen is directeur van de NCDN. Prof. dr. Hagen: „Tolerantie ten opzichte van dialect en accént is een goede zaak". DANK ZIJ OUDERE STREEKBEWONERS NIJMEGEN „Het is volgens mij een slechte zaak dat er in ons land plaatsen zijn waar men hemel en aarde beweegt om officiële over heidsstukken tweetalig te produce ren. Ik ben er absoluut op tegen dat zoals dat in de Friese gemeente Tietjerksteradeel de komende vijf jaar gaat gebeuren gemeentelijke stukken, zowel intern als voor ge bruik naar de burger, in het Nede- lands en het Fries worden geschre ven. Voor dat soort gebruik hebben we het ABN, aldus prof. Hagen. Wie zou denken dat hij zich met die uitspraak tegen streektalen en dialecten keert, heeft het mis. Inte gendeel, hij onderkent het belang van de taal waarmee de mens als kind opgroeit. De studie van de dialecten is zijn vak. Uit die studie is hem met name de laatste tien jaar gebleken dat de echte oude en zuivere dialecten in ons land bezig zijn te verdwijnen. Een belangrijk deel van de werkzaamheden van zijn instituut bestaat dan ook uit het vastleggen van de honderden dialecten met hun variaties in dia lect-woordenboeken. De gegevens daarvoor verkrijgen prof. Hagen en zijn medewerkers uit talloze ge sprekken met voornamelijk oudere autochtone streekbewoners. Randstadsplat Er zijn mensen die beweren dat het dialect bezig is met een geweldige come-back. Die bewering denkt men te staven met de stelling dat grammofoonplaatjes met „dialect"- liedjes zoveel op de radio te horen zijn. Wat is die stelling waard? Prof. Hagen: „Ach, die liedjes in plat Amsterdams, plat Utrechts en noem maar op zijn er altijd al ge weest. Meestal is het geen zuiver dialect dat gezongen wordt. Het is een platendialect, een soort Alge meen Onbeschaafd of Randstads- plat; een kunstmatig voor zo'n grammofoonplaatje ontwikkeld taaltje dat op het een of andere stads- of streekdialect lijkt. Het is typetjesmakerij. Maar met wat er zich werkelijk op (streek)taalgebied afspeelt hebben die plaatjes niets te maken". Allerlei sociale factoren zijn van invloed op het spreken van dialec ten. Kinderen die opgroeien in een gezin waarvan beide ouders dialect spreken, zullen zelf ook weer dia lect spreken. Wanneer een van de ouders ABN spreekt zal de voertaal in zo'n gezin niet het zuivere dia lect zijn, maar een aanpassing. Kin deren zullen met hun vriendjes in de straat in min of meerdere mate dialect spreken, afhankelijk van wat in hun buurt gebruikelijk is. Op school doen zich soortgelijke si tuaties voor. Spreken leerkrachten dialect, ABN of iets daartussen. Is de leerkracht tegen of vóór streek taal? Ouders vrezen vaak dat wanneer zij hun kinderen opvoeden met een dialect, zij daar gedurende hun schoolperiode last van zullen krij gen. Is die vrees gegrond? Prof. Hagen meent van niet. Het spreken van dialect is een vorm van taalgebruik en met behulp van taal communiceren mensen met el kaar. Taal, dus ook streektaal, is een ontzettend belangrijk middel voor een mens om uit te drukken waar hij bij hoort of bij wil horen. De taal die een mens gebruikt staat altijd in relatie tot zijn sociaal ge drag. Experiment Hij vertelt: „In Kerkrade hebben we een interessant experiment ge daan met opstellen van schoolkin deren die voor een deel gewend waren zich in dialect uit te druk ken. De opstellen schreven ze ui teraard in het Nederlands, omdat ze die schrijftaal op school geleerd hadden. De opstellen hebben we la ten beoordelen door leraren die wél en leraren die niet van de dialect- achtergrond van sommige kinde ren op de hoogte waren. De leer krachten die wisten dat een kind uit een dialectmilieu kwam, beoor deelden zo'n opstel lager dan een leerkracht die daarvan geen weet had. Dat zou erop kunnen duiden dat ongeacht de kwaliteit van het geschrevene, er toch een lagere be oordeling volgt wanneer men weet dat een kind uit een dialectmilieu komt. Discriminatie op grond van taal dus". Kennelijk wordt het dialectmilieu lager aangeslagen dan het ANB-mi- lieu. Desondanks bestaat de indruk dat er in ons land een toenemende tolerantie ten opzichte van de dia lecten groeit. Een betrekkelijke verdraagzaamheid, want hij is mede het gevolg van de grotere toegankelijkheid van dialecten ten gevolge van de verwatering. Een Amerikaanse fonoloog (deel van de taalwetenschap dat zich met klankenleer bezig houdt) viel in ons land van de ene verbazing in de andere: „Hoe is het mogelijk dat in zo'n klein land zulke grote ver schillen in uitspraak naast elkaar voortbestaan?". Dr. Hagen kan zich 's mans verba zing wel voorstellen. „Het is eigen lijk zot dat al die verschillende dia lecten niet al lang verdwenen zijn". Hij wijst op het bestaan van taal stromen die door elkaar gebruikt worden,- afhankelijk van het taai domein waar een mens zich be vindt. Met taaidomeinen bedoelt hij de relaties tussen mensen die b len van welk taalgebruik men bedient: echtgenoten onder elk I kinderen thuis, op straat of school, volwassenen thuis of in werk, ouders en kinderen ondei kaar of ten overstaan van ande Al die verschillende sociale relf zijn mede bepalend voor de keuze die men op die momeil01 maakt. jnd Is een te grote verering voor streektaal zoals bijvoorbeeli Tietjerksteradeel niet een ui óiim van eng-nationalisme? besi hur i he Vervelend Prof. Hagen: „Tolerantie ten zichte van dialect en accent is goede zaak. Maar een weg t< ^e' naar „het" dialect zou heel ve 'j, lend zijn. Het is juist verheug e, dat ons land zich in het kader ei die verdraagzaamheid ontwik tl tot een vrijwillige en in de lijn eij de taalontwikkeling verlopee|Lv tweetaligheid. De scherpe verst jttg len tussen standaardtaal en dia ten zijn bezig te verdwijnen. T< lijkertijd zijn de dialecten zelf Ned op in ontwikkeling. Nederlar at en buitenlandse woorden nesti zich in de dialecten. Als tegenl ger van de grootschalige comming j catie via media als kranten, tvlre' radio, ontwikkelen zich locale lakg, regionale taaisubculturen. Uitir ,ocjj„ daarvan zijn misschien verschij ew|. len zoals de „bakkiescultuur" ei de (j groei van plaatselijke verenigin ;jn„e op gebieden van heemkunde en n va gionale geschiedenis en letterk ^y de. Alles in het kader van een )rujt{ ontwikkeling van de spreektaal Vcr] an h Honorair consul M. S. Rabani van Koeweit heeft gisteren, vrijdag 24 september, in het Museum voor Land- en Vol kenkunde in Rotterdam de of ficiële opening verricht van de tentoonstelling „Islam, een leefwijze". De tentoonstelling blijft een jaar lang te zien. Er aan gekoppeld is een tijdelijke expositie, die gehouden wordt tot en met 31 oktober en als motto heeft: „De sluiering te rug in Iran". Hierin staat de renaissance van het islami tisch fundamentalisme cen traal. Een van onze verslagge vers sprak met de Rotterdam se makers en met imam Ab dul Hakim Akmal, hoofdmis sionaris van de Ahmadiyya Moslim Missie in Nederland. Abdul Hamid van der Velden: „Naar mijn overtuiging is het een verder ontwikkelde, meer complete godsdienst dan bij voorbeeld jodendom of chris tendom". ZATERDAG 25 SEPTEMBER I wordt gesteld door hun respectie velijke volgelingen. Ook Jezus was niet God zelf. denken wij. De heili ge profeet Mohammed was het evenmin". Volgens Abdul van der Velden en zijn 600 miljoen mede-gelovigen in de wereld onderscheidt Moham med zich van alle andere profeten doordat God via hem zijn bood schap aan de mensheid heeft vol tooid. De koran zegt hierover: „Nu heb ik uw godsdienst voor u ver volmaakt. Mijn gunst aan u vol tooid en de islam voor u als gods dienst gekozen". Ontwikkeling Op de tentoonstelling in Rotterdam wordt een globaal overzicht gege ven van de ontwikkeling die de is lam heeft doorgemaakt sedert, om streeks het jaar 570 na Christus, Mohammed geboren werd in Mek ka in Arabië. De eerste goddelijke openbaring ontving de profeet toen hij 40 jaar oud was. In de 23 jaar daarna volgden de overige. Al deze openbaringen worden ervaren als letterlijke boodschappen van God, waaraan door Mohammed niets is toegevoegd of afgedaan. Hij heeft de openbaringen slechts gedicteerd De zwarte sluier of chador is in- het land van Khomeiny weer verplicht. Iman Akmal, geboren in Pakistan en inmiddels tot Nederlander genaturaliseerd, leidt sinds 1957 de gebedsdiensten in de Haagse moskee. aan zijn schrijvers. Het resultaat is de koran, ongeveer even groot als het Nieuwe Testament. De verbreiding van de hierin vast gelegde leer voltrok zich heel snel. Ook al dank zij de vele, al dan niet uitgelokte, oorlogen die de volge lingen van Mohammed voerden. Zo'n honderd jaar na zijn dood hadden ze een rijk gesticht dat aan de ene kant begrensd werd door de Pyreneeën en aan de andere kant door de Himalaya. Momenteel leven de meeste mos lims in Azië, namelijk zo'n 450 mil joen. Landen met een vrijwel volle dig islamitische bevolking zijn: Turkije, Syrië, Jordanië, Saoedi- Arabië, Irak, Jemen, de vorsten dommen rond de Perzische Golf, Iran. Afghanistan, Malakka, Indo nesië, Pakistan. Bangladesj. Om vangrijke islamitische minderhe den leven in India, Birma en de Fi lippijnen. Het aantal belijders van de islam in de Sovjet-Unie wordt geschat op 35 miljoen en in China op 24 miljoen. In Afrika wonen bij na 140 miljoen aanhangers; in Egypte, Libië, Tunesië, Algerije, Marokko en verder in zwart-Afri- ka. Zoals alle grote godsdiensten kent de islam verschillende vertakkin gen. De aanhangers van de twee bekendste takken worden respec tievelijk genoemd de Sji'iten en de Soennieten. Tot de Sji'iten behoort bijvoorbeeld de Iraanse ayatollah Khomeiny. Imam Abdul Akmal uit Den Haag is een Soenniet. De is- lam-opvatting die hij aanhangt is de geloofsovertuiging van de Ah madiyya Beweging, waarvan de hoofdzetel in Pakistan is gevestigd en die werd gesticht door de islami tische hervormer Hazrat Ahmad (1835 - 1908). Bijzonder omvang rijk is de beweging met zijn 11 mil joen leden niet te noemen, maar erg actief is ze wel. Hoofdmissiona ris Akmal: „Wij hebben geen beke ringsdrift in die zin dat wij ook maar de geringste druk zouden wil len uitoefenen om zieltjes te win nen. Het woord „islam" betekent: vrede sluiten met God en vrede sluiten met de medemens. Pressie uitoefenen om de islam te aanvaar den is dus een innerlijke tegenstrij digheid. Wat we wel willen is: de mensen kennis laten maken met de boodschap van de profeet Moham med. Zodat misverstanden kunnen worden opgeruimd. Zodat er we derzijds begrip ontstaat en de broe derschap onder de mensen kan toe nemen. Met dit oogmerk zijn we al voor de Tweede Wereldoorlog be gonnen met zendingswerk. Op tal van plaatsen in de wereld hebben we moskeeën gesticht. In de Vere nigde Staten bijvoorbeeld, in Cana da, Australië, Afrika en ook in Eu ropa. Twee weken geleden was ik nog aanwezig bij het in gebruik ne men van een nieuwe moskee bij Cordoba in Spanje. In Londen, Hamburg. Frankfurt, Kopenhagen, Göteborg en Oslo hebben we even eens gebedshuizen. In Frankrijk en Italië komen ze binnenkort". Haagse moskee De moskee in Den Haag, aan de Oostduinlaan, kwam tot stand in 1955 en is de oudste van Nederland. Imam Akmal, geboren in Pakistan en inmiddels tot Nederlander gena turaliseerd, leidt daar de gebeds diensten sinds 1957. De grote meer derheid van zijn geloofsgemeen schap bestaat eveneens uit Neder landers. Turkse en Marokkaanse moslims hebben eigen imams en moskeeën. Gevraagd naar de graai van zijn orthodoxie zegt hoofdmis sionaris Akmal: „Wij houden vast aan de leerstellingen zoals Moham med ons die heeft doorgegeven, maar we zijn niet blind orthodox. Als er in de koran staat: „De mahdi zal de zwijnen doden", dan nemen we dat niet letterlijk. Wij menen dat je dat zinnebeeldig moet opvat ten. Verder leggen we grote na druk op de vredelievende houding van de islam ten opzichte van an dere godsdiensten, in het bijzonder ten opzichte van jodendom en christendom. Al geloven wij, wat het christendom betreft, natuurlijk niet in de goddelijkheid van Jezus. Volgens de koran was Jezus een van de belangrijkste profeten en de laatste profeet van het Israëlitische volk. Zijn moeder, Maria, was een vrome vrouw en Jezus' maagdelij ke geboorte is een van de wonde ren van God. Jezus heeft met de hulp van God vele wonderen ver richt zoals ook andere profeten dit deden. De koran zegt over Jezus: „Voorwaar, het geval van Jezus is bij Allah hetzelfde als dat van Adam. Hij schiep hem uit stof en zei: „Wees" en hij werd". „Ook de kruisdood is volgens de koran een misvatting, De profeet Mohammed heeft hierover gezegd: „Maar zij doodden hem niet, noch kruisigden zij hem (ten dode), doch het werd hun verward. En zij die hierover van mening verschilden zijn zeker in twijfel. Zij hebben er geen kennis van, doch volgen slechts een vermoeden. En zij doodden hem gewis niet. Integen deel, Allah verhief hem tot zich". De islam-opvatting van de Ahma- diyya-beweging onderscheidt zich. van de meeste andere islam-stro- mingen doordat men zich niet met politiek bemoeit. Wel onderschrijft hoofdmissionaris Akmal dat de is lam het hele leven behoort te bepa len, maar van de eenheid van kerk en staat zoals die zich bijvoorbeeld in Iran manifesteert, neemt hij krachtig afstand. „Net als andere godsdiensten kent ook de islam zijn excessen", zegt hij. „Dat is de ver antwoordelijkheid van degenen die zich aan de excessen schuldig ma ken". In de door haar toonstelling „De sluiering Iran" belicht de aan het damse Museum voor Land- en kenkunde verbonden Annelie driks de positie van de vrou e a het land van Khomeiny. Aa01 hand van de zwarte sluier of llls' dor, waarvan de dracht onder bewind van de sjah krachtig i^ie ontmoedigd en die nu weer plicht is. „Met de islam als dienst heeft de chador niets te J[ ken", zegt zij. „Je moet het dingstuk zien als symbool vaiP oude Iraanse cultuur die ondei "aa bewind van de sjah in de verd zlJn king kwam. In de oude cu en werd het hoofdhaar van vroir als iets heel intiems ervaren, d®.™1 voor jezelf behoorde te houde^ niet aan anderen liet zien. D dustrialisatie en het westers tuurpatroon dat hiermee gep ging, riepen een tegenbewegin De sluier staat voor die tegenb ging, die nu zodanig is doorg gen dat de vrouwen vrijwel all breng in het leven, voorzover dit buitenshuis afspeelt, is on men. Ze zijn teruggedrongen het domein van kinderen en g Abortus en de pil zijn verbode WILLEM SCH Het Museum voor Land- en 'tji kenkunde in Rotterdam is ge tigd aan de Willemskade 25. openingstijden zijn: dinsdag t/m zaterdag 10.00 tot uur, zondag: 11.00 tot 17.00 maandag gesloten. "ke

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 18