Was tor Bertus Hoogervorst
'zet in Warmond jn zielzorg
piet nieuwe impulsen voort
ft
ERUG NAAR DE BASIS VANSTUDIE EN PRIESTERSCHAP
IONDER WAPPERENDE TOGEN
[et arme dier
1 [as doodsbang"
Minister Gardeniers
opent Beestenspul
Pijpenkabinet met 7500
kleipi jpen naar Leiden
3ag.
GIO
LEIDSE COURANT
DINSDAG21 SEPTEMBER 1982 PAGINA 5
aj
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen; Ik ben bereikbaar via 071
- 12-22 44 op toestel 10.
gelij
i 50.
We|
ziet Engelbertus Cornelis
jigervorst zijn voort te zet-
[leven, na overgeplant te
I naar Warmond: een
uw begin, nieuwe impul
nieuwe activiteiten. Pas-
i Bertus Hoogervorst: „Nu
oorsi het nog, als je 54 bent.
igav een oudere leeftijd wordt
kels. moeilijker verkassen'
is toor van de Matthias i
irmond. Ofschoon ze een
enbi^e terug in Leiden, waar
ster Petrusparochie reilt en
aai nog tegen hem zeiden:
ug nmoet blijven man, je bent
nifét op je plaats. „Maar ja,
ng a week of wat later stond
'n /iji de benoemingsadviseur
voen het bisdom bij mij op de
3n lip. Ergens moest een gat
angkden opgevuld; de pries-
danipoeling wordt dun. Zelf
de\ ik toen maar Warmond
jrgesteld. Ik heb ja gezegd,
éindelijk. In Warmond
l ik al fijn ontvangen,
ir het parochiebestuur en
psen die er het parochiele-
I dragen. Ik zal daar goed
rk kunnen doen in een
J>chie die bijna de helft
jner is dan „de Petrus":
r zie^en lef»en 4700. Ik ga
Jiiet op mijn lauweren rus-
i het zal, integendeel, aan-
tken worden. Maar daar
fik niet tegenop. Ik stel me
fr, dat Warmond mensen
^jat die elkaar kennen, die
hechte gemeenschap vor-
Ih". Op 1 oktober gaat de
1 oeming van herder Hoog-
in; op 9 oktober
■Bdt hij geïnstalleerd door
SBen Schoonebeek van de
Jenstreek.
ihgoten
pastorie aan de Lorent-
jde telt 16 kamers. Het
C is zo stijl, zo helemaal
■opholler, dat er moeilijk
den, zijn met de afvoer van
hemelwater: er deugt
ïnig van de dakgoten,
.^gjstel moet wachten, want
je 4 kosten zijn schrikbarend
Devfg. Het interieur, dat roy-
2 a3aandoet, is inmiddels effi-
'ekM verdeeld onder de be
tiers: drie priesters, de
drie ingetrok-
meisjesstudenten en er
ook ruimte overblijven
vergaderen en gesprek-
Er is onderling wat ge-
^ad^" wat eens Bertus Hoog-
orsts slaapkamer was is
z'n „study" en werkver-
en hij slaapt waar hij
z'n boeken las en preken
•bereidde. „Jaja, het is me
pastor gaat me, bijna zin
voor naar boven. Ik
de theemuts, waaronder
pot met koffie, hij met
dienblad en kopjes, sui-
itje en roomkannetje,
loekjestrommel, waarvan
leksel geheel gescheiden
worden als je het blik te
ig wilt openen, staat al
op tafel: zandmoppen en an
der spritserigs uit voorraad
leverbaar. De priester laat
deze verleiding aan zich
voorbijgaan.
Helse vertelsels
Vrij man en een man van
boeken: goed voor de Latijn
se woordspeling „Homo liber
et homo librorum". De verza
meling banden en bandjes op
de schappen verraadt de be
langstelling van Bertus Hoog
ervorst: literaire wetenschap,
liturgie en andere geloofsza
ken en zijn hobby van „rei
zen en mooie dingen zien";
kerkelijke architectuur en
vooral de Engelse kathedra
len (ik zie schitterende platen
van Lincoln, Bath, York,
Canterbury, Ely, Salisbury,
in een Normandische concep
tie die nooit geëvenaard is
geworden hooguit in Nor-
mandiè zelf) die voor hem
een curieus hooglied zingen.
„De hedendaagse geschiede
nis, vanaf de Franse revolu
tie, boeit mij ook bovenma
te". Maar autoboeken verve
len de pastor evenmin. En
wat zie ik daar; naast „Hoe
behelp ik me op reis met
Zweeds"? Zowaar Helse ver
telsels, deeltje 1, met een wat
gehavend pocketruggetje. En
„Kaal met een kuifje", in het
gezelschap van Fabricius'
„Eiland der dromen" en „Het
gevleugelde hobbelpaard".
Schuin daarboven, vlak on
der wat Liturgische Betrach
tingen, „De strijd om het
Ruhrgebied". Al deze ingre
diënten van een bonte lec
tuur moeten straks in de kis
ten en dozen. Inpakken. Na
het afscheid van Leiden en
de Petrus, op 25 en 26 sep
tember. „Pfff, ik moet er nog
niet aan denken". En 's pas
tors zakdoek gaat naar zijn
voorhoofd.
Engelbertus Cornelis is van
huis uit een Hillegommer.
Kostschool in de jaren '30.
Toen het Colijn-beleid wat
minder scherpe kantjes ging
krijgen, verhuisden de Hoog-
ervorsts naar een groter huis
in Bennebroek. „We hadden
thuis een kerkelijk gezin. Va
der liep niet zo te koop met
z'n gevoelens, maar plicht
was plicht. Mijn aspiraties
voor het priesterschap vond
ik al op kostschool, bij de zus
ters in Achthuizen, op Flak-
kee: elke dag misvieren, de
eredienst, de liturgie, ze
vormden mijn invalshoek
naar dat priesterschap. Litur
gie was mooi, vond ik; het al
taar versieren, de kaarsen, de
zang. Dat is, min of meer,
nog steeds een hobby van
me. Ik help nog mee bloemen
te schikken, zorg dat het zil
ver er goed uitziet: „de ijver
voor Gods huis zal mij verte
ren..."
Door de mangel
Eenmaal priester voelde En
gelbertus Hoogervorst zich
bestand tegen de eisen van
„stand en staat". „Al heb ook
ik mijn down-periodes ge
kend, toen ik door de mangel
van het Philosoficum ging.
Ik wist niettemin wat me als
priester boven het hoofd
hing. Maar de priesterlijke
staat is „menselijker" gewor
den; je staat tussen de niet-
gewijde gelovigen en rand
gelovigen en half-gelovigen
in. Ik kan nog weieens als
stug overkomen. Dat weet ik
wel. Maar dan zeggen, ze het
je ook. En ze hebben dan ge
woon gelijk. Helemaal goed
doen kan je 't natuurlijk
nooit. Je hebt ook mensen
met vreselijk lange tenen.
Dan moet je voorzichtig we
zen en op je woorden passen.
Zo gevoelig ligt dat nog".
Het liep een beetje vreemd
met de carrière van priester
Hoogervorst. Hij was, in het
begin, twee jaar (van '54 tot
'56) kapelaan in Reeuwijk.
„Toen kwam dat nieuwe
klein-seminarie Leeuwen
horst in Noordwijkerhout. De
bisschop, mgr. Jansen, vroeg
me door te gaan studeren,
omdat ze op Leeuwenhorst
dringend leerkrachten nodig
hadden. Nederlands moest
het worden. Ik geloof, dat ik
't liefst geschiedenis had ge
daan. Ik deed wat de bis
schop wilde en verdween
heel wat jaartjes uit de direc
te zielzorg. Lesgeven van '61
tot '73, precies in de tijd dat
de veranderingen in geloofs
beleving en kerkelijk insti
tuut op gang kwamen.
Nederlands zat hoog bij me;
een hele levensverrijking. Ik
had leermeesters als Anton
van Duinkerken, Asselbergs
dus, Michels en Rogier. In
Nijmegen deed ik in '67 m'n
doctoraal. Al ben ik docto
randus, ik zal die verworven
heid niet etaleren. Een enke
le keer misschien, in een
brief of zo".
Bijgespijkerd
Maar goed, in '70 was het
zo'n beetje gedaan met Leeu
wenhorst. Pastor Bertus ging
toen anderhalf jaar assisteren
in Hillegom. „Daar werd
mijn oude liefde voor de di
recte zielzorg weer levendig.
Ik gaf nog steeds les op Leeu
wenhorst, maar ik voelde dat
ik daar weg moest. Het ging
niet meer van harte. Laat dat
lesgeven maar aan leken
over, zei ik bij mezelf. Toen
ik in '73 naar Leiden kwam,
arriveerde ik daar met mijn
bagage van '56: de hele bin
nenkerkelijke ontwikkeling
was langs m'n kouwe kleren
gegaan. Ik heb moeite, veel
moeite gehad met het uitpak
ken van die bagage. Volgde
Pastor Hoogervorst: „Een nieuw begin. Nu Kan het nog, als je 54 bent".
een voortgezette pastorale
training: hoe ik met mensen
om moest gaan, om wat „clo
ser" in je onderhoud met ze
te kunnen komen. Ik ben in
de Petrus „bijgespijkerd"
hoor. Waarbij ik veel steun
ondervond van collega Jan
Jansen, die er al een jaartje
zat en nu pastoor is in Schip
luiden. Jan Jansen, de „late
roeping" en man van z'n tijd.
En dan was ik al 20 jaar
priester. Nota bene. Ik werd
de opvolger van pastoor Piet
de Lange, die op allerlei ma
nier z'n medewerkers in de
zielzorg verloor, door vertrek
en ambtsverlating".
Daar kwam Bertus Hooger
vorst dan. Geestelijk leids
man, met een gebrek aan
„informatie". Negen jaar la
ter vroeg men hem: joh, blijf
nou hier; je doet het best in
de Petrus. Ik denk nu even
aan die wereldse titels tussen
de boeken van Bertus Hoog
ervorst. Ook een pastor, een
pastoor, een priester met dat
eeuwig merkteken in zijn ziel
blijft een mens met z'n gewil
lige geest en zwakke vlees,
met z'n onrustige bloed.
Vroeger dachten we met ons
op geestelijke leiding afge
stemde lekenverstand: juist
daarin kan een priester groot
zijn. Vandaag verwachten we
van hem niet minder, dat hij
groot en een mens is. Anders
laten we hem maar wat aan
modderen.
Neerlandicus wat een op
geblazenheid Hoogervorst
werd in Leiden, in 1973 op 1
augustus, weer helemaal
priester voor zijn gevoel. Hij
had dat gewild. „Ik denk, dat
dit de eerste vrije beslissing
in mijn leven geweest is.
Priesters werden, nog twin
tig, dertig jaar geleden, ge
stuurd, uitgezonden en weg-\
gehaald. Je moest in het sy
steem passen. Je werd ge
kneed in een vorm, dienst
baar aan het gelovige volk.
Je zei dan: jawel monseig
neur, jazeker pastoor. Een
overplaatsing als kapelaan
was binnen een week gefikst,
's Maandags las je in je (La
tijnse) post, dat je de komen
de vrijdag op je
trekking aanwezig moest
zijn. In '73 nam ik zelf het
heft in handen. Met goedkeu
ring van de bisschop, uiter
aard. Een paar jaar geleden
nog werd ik gevraagd voor
Sassenheim, bij het vertrek
van pastoor Van Bockxmeer.
Ik heb dat maar niet gedaan.
Vandaag is er in het bisdom
inspraak; je kunt zelfs nee
zeggen als je geestelijk in de
knoei zou komen te zitten".
De bisschop en z'n adviseurs
zijn geen gegradueerde boe
mannen meer en de diocese
pontifex zit zelf achter het
stuur van z'n autootje".
Vroeger ja...
Bertus Hoogervorst ik
moet er niet aan denken, dat
ik zelf eind '49, als misdie
naar, thuis aan het Hof van
Joannes Petrus Huibers en
zijn purperen vicaris Am-
merlaan, onze Haarlemse de
ken Van der Wiel „ijdele Jos-
je" had durven noemen
maar Hoogervorst, Bertus,
vindt dat helemaal niet on
eerbiedig meer en hij ver
trekt naar elders. „Vroeger,
ja vroeger... Die afstand, die
volkomen afhankelijkheid
van je overheden, had en
heeft nog te maken met onze
kerkopvatting: je wordt ge
zonden, zoals Christus zijn
leerlingen zond. Maar soms
kreeg je de indruk, dat je ge
dropt werd. Maar je stelde je
beschikbaar en je ging".
Welnu dan: de Petruskerk
van Leiden, en, vooropge
steld, de Petrusparochie. Vol
gens Hoogervorst en andere
zinnig denkende lieden is die
kerk een centraal punt,
waarin het parochiële leven
herkend kan worden: „Een
uitdrukking van wat dieper
in ons leeft. Dat moet die ste
nen kerk zijn. Je vangt er
een gemeenschappelijke ex
pressie in op. Ik heb gepro
beerd dat te verwerkelijken,
op een zo breed mogelijk
grondvlak. Samen Kerk zijn
ik weet het: je wordt er
mee om je oren geslagen is
een uit te werken gedachte
die me erg aanspreekt. En
daarmee trap ik ook al in
middels open deuren in. Het
gaat niet alleen om de hoog
kerkelijke vieringen (het
lijkt wel alsof ik ben aange
stoken door de esthetische
pracht en traditie van de
Anglicaanse kerk), maar niet
minder om het met elkaar
praten: de gezinskatechese,
de vormselkatechese, de
voorbereidingen van een
doopviering niet meer pri
vé weggedrukt tot half vier 's
middags, want de hele ge
meenschap heeft met een
nieuw leven in Christus te
maken. En Christus leeft nog
steeds; daar durf ik m'n han
den voor in het vuur te ste
ken".
Al zingen we niet meer
Christus vincit, regnat et im-
perat. En ook Christus Ko
ning is weggedrukt, sinds de
volksrepublieken allerwegen
opgang maken, denk ik maar
weer. Maar Bertus Hooger
vorst kan me nog iets leren
over Godsvertrouwen en
menselijke verantwoordelijk
heden: „Zo is de Kerk van
Jezus Christus opgebouwd.
Het is samen opbouwen. Ook
in Leiden. Ik heb moeite om
me van Leiden los te maken.
Er is zoveel tot stand ge
bracht en losgekomen. Maar
ook grotere groepen drijven
langzaam weg. In de week
einden hebben we in de Pe
trus vieringen met in totaal
900 tot 1000 mensen; met
Kerstmis 3500. Daarnaast zijn
er zo'n 1200 die het hebben
laten afweten. Ik vind dat
zeer verontrustend: per jaar
ongeveer 100 kerkgangers
minder. Ik denk daar vaak
over na; kerkbezoek is toch
een soort maatstaf van Kerk
zijn, betrokkenheid".
Pastor Hoogervorst is er niet
de priester naar die het
steeds heeft over „ik". Hij
zegt ie heeft het over
„wij": „Dat is wezenlijk voor
de zielzorg van deze tijd.
Maar ook individueel moeten
mensen aan hun trekken
kunnen komen: met huisbe
zoeken, spreekkamerge-
sprekken, persoonlijke con
tacten. Waar je weieens te
weinig aan toe komt. Als je
nog tijd over hebt, ga je op
huisbezoek...., hoor je nogal
eens. Er zijn nu nog mensen
in de parochie die ik niet
ken, waar ik niet „aan toege
komen" ben. Je zou meer sa-,
men moeten komen, gewoon"
met een groep ergens bij ie
mand thuis: het „groot-huis
bezoek", groepsbijeenkom
sten bij mensen. Uit nood ge
boren".
Getuigenis van een zielzorger
die „verpot" gaat worden:
„Pausen, bisschoppen, pasto
res, godgeleerden, wie ook. ze
mogen soms de plank miss
laan, ik zal er niet om uit
stappen, want ik kan van
deze Kerk houden".
Niettemin afscheid; zaterdag
avond en zondag 25 en 26
september aanstaande. Zater
dag met het jongerenkoor,
zondagmorgen een gezinsmis
met kinderkoor en om 11.00
uur plechtige hoogmis met
een bijdrage van het ge
mengd koor. Pastor Hooger
vorst preekt en spreekt als de
gaande man. Zondagmiddag
is er nog een receptie. „Daar
na wordt het inpakken en
wegwezen. In oktober ben ik
weer op mijn basis terug: de
Bollenstreek en in Warmond,
waar ik ooit studeerde. Maar
nu zonder de wapperende to
gen in het dorpsbeeld. Die
zijn verdwenen, en dat is
goed. Maar de grondpatronen
zijn gelijk gebleven".
btienjarige alphenaar vangt
Illy de kangoeroe:
IEN AAN DEN RIJN
ig hem plotseling rond-
>en toen ik rustig langs de
laan fietste". De zestien-
Alphenaar Marcel Cor-
vertelt met smaak het
tuur over de vangst van
3tlVallabiekangoeroe, die een
id geleden uit het vogel-
Avifauna ontsnapte. De
in wist na een achtervol-
op de fiets het dier uit
'sloot te vissen en over te
aan de Alphense poli-
>r lphenaar merkte het bui-
er op toen hij zaterdag
en langs de sloot van de
tlaan reed. „Ik had van de
Jiapping gelezen toen ik in
ziekenhuis lag voor een
seusoperatie aan mijn
Toen ik hem zag, ben ik
j n ook gelijk op mijn fiets
iraan gegaan".
Marcel was niet de enige
p dat moment in de buurt
Een paar junior-spelers
ARC stonden verstard
het hele gebeuren te kij-
JZij reageerden niet toen
e el riep het dier tegen te
en. „De jongens schrok-
fenorm toen Wally de kan-
oe met een hoge snelheid
Chipte" Marcel vervolgde
Achtervolging totdat het
dier van schrik de sloot in
sprong. Marcel aarzelde geen
moment en sprong Wally ach
terna, pakte hem en stond tien
minuten later met zijn
„vangst" stevig in de armen
geklemd tot aan zijn middel in
het water, te wachten op de
politie. „Zo'n kangoeroe is ont
zettend sterk. Maar ik wist het
doodsbange dier gelukkig in
bedwang te houden en toen de
politie arriveerde, hebben we
zijn sterke staart en achterpo
ten vastgebonden".
Wim Verkade. de dierenver
zorger van Avifauna, heeft
Wally, die overigens in bla
kende gezondheid verkeerde,
meegenomen naar het vogel
park. „Wally is zeker niet on
dervoed, vertelt Wim. „Lo
gisch, de gras en takken eten
de kangoeroe leefde daar als
in een paradijs met al de strui
ken en bomen. In Avifauna
zal hij het weer met zijn dage
lijkse eetrantsoen moeten
Pijnlijke knie
Wally is inmiddels op de
„overcompleetlijst" van het
vogelpark gezet, die vorige
week naar alle dierenparken
Wally is terug. Hier wordt hij gevoerd door verzorger Verkade.
in binnen -en buitenland is ge
stuurd. „Hij zal binnenkort dus
wel worden overgebracht naar
een ander dierenpark", vertelt
Wim. „We kunnen Wally niet
hier houden. Hij wordt door de
leider van de kangoeroege
meenschap, een mannetjes
kangoeroe, niet geaccepteerd".
Op 15 augustus wist deze man
netjeskangoeroe Wally. het
tweede mannetje onder de
kangoeroes, uit de ren te ver
jagen omdat Wally het leider
schap wilde overnemen. „We
zullen er voor zorgen dat hij
een goed tehuis krijgt", aldus
Wim Verkade.
Wally's redder, Marcel Cornet,
heeft overigens wel een pijnlij
ke knie aan het avontuur
overgehouden. Bij de sprong
in de sloot heeft de herstellen
de knie een aardige klap te
verwerken gekregen. Marcel:
„Ik mag natuurlijk nog hele
maal niet van die gekke din
gen doen, zo vlak na een me
niscusoperatie. Ik was juist
weer eens gaan fietsen om de
knie rustig te laten wennen
aan een kleine inspanning.
Maar dat liep iets uit de hand".
Een meevaller was er nog wel
voor Marcel. Ondanks het nat
te pak reed hij zaterdagmiddag
met een geldbeloning, gekre
gen van het vogelpark Avifau
na weer naar huis.
LEIDEN Minster T.
Gardeniers opent zater
dagmiddag 25 september
om half twee „Beesten
spul". Deze tentoonstel
ling van dieren wordt ge
houden in de Leidse
Groenoordhal. Twee da
gen lang wordt zeer uit
voerig aandacht besteed
aan de meest uiteenlopen
de soorten dieren.
Het doel van Beestenspul is
om de mensen dichter bij de
dieren te brengen. Tijdens de
'show wordt veel aandacht be
steed aan- het Leids dierena
siel. Beestenspul is een goede
gelegenheid om dakloze dieren
aan een tehuis te helpen. Maar
niet alleen asiel-bewoners zijn
op de show te bewonderen.
Verschillende verenigingen
komen met hun mooiste bees
ten naar Leiden. Zo zijn er
fraaie raskatten te zien en is er
een ruimte waar diverse aqua
ria staan opgesteld.
•De variatie aan dieren is zeer
groot. Honderden ratten zullen
„Knaagstad" bevolken, zeldza
me melkschapen zijn aanwezig
en Avifauna komt met een
aantal fraaie vogels naar Lei
den.
De boxer Susan zal worden ge
huldigd als „Dier van het
jaar". Susan is blindegeleide-
hond van de heer Simons uit
Reien. De kind-hond show
wordt gepresenteerd door Joop
Doderer, Wieteke van Dor.
reikt de prijzen uit aan de
winnaars van de kattenshow
en mevrouw J. Fase-Dubbel
boer, Leids wethouder, zet de
winnaars van de vogelprijzen
in de bloemetjes.
LEIDEN 7500 kleipijpen
krijgen binnenkort een plaats
je in Leiden. Op 29 september
namelijk verhuist het Pijpen
kabinet, vooreen gevestigd in
Amsterdam, naar de regenten
kamer van het Hof Meermans
burg in Leiden.
Het pijpenkabinet is een parti
culier initiatief. Dè conserva
tor, de heer D Duco, wil met
zijn pijpententoonstelling laten
zien hoe de kleipijp zich ont
wikkeld heeft in West-Europa.
Daarnaast zijn er ook pijpen
uit andere werelddelen. De
kollektie van hel Pijpenkabi
net omvat 7500 pijpen, een
grote verzameling gereed
schappen die gebruikt werden
bij het vervaardigen van de
pijp en een uitgebreide biblio
theek. De kollektie wordt nog
regelmatig uitgebreid.
De pijpen verzameling is deels
in vitrines opgesteld. Daarbij is
getracht aan de hand van her
komst en tijd een indruk van
de ontwikkeling te geven.
Vele van deze pijpen zijn on
derwerp geweest van publica
ties. De conservator zelf hoopt
eind deze maand uit té komen
met een boekwerkje waarin de
ontwikkeling van de Goudse
pijp wordt behandeld. De
overhandiging van dit boek
aan de burgemeester van Gou
da. de heer K. Broekens.
maakt deel uit van de ope
ningshandeling van het kabi
net op 29 september.