Is RINUS ISRAEL weer het gezicht van PEC Zwolle I na Het gaat goed met de officials ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1982 Het Nederlands elftal werd vorige week op de trip naar IJsland bege leid door 14 (veertien!) officials. Zo als bekend speelden daar twee va derlandse ploegen - allebei kwa men ze niet verder dan een gelijk spel. Op het programma stond he laas naast alle ontvangsten en der gelijke festiviteiten geen wedstrijd tussen de begeleiders van Oranje en een club officials uit Reykjavik en omgeving. Wellicht dat dan de balans positief zou zijn geweest van dat reisje naar het eiland dat zo'n grote aantrekkingskracht uitoefen de op het voetbalblazerdom. Want het is toch nauwelijks voorstelbaar dat ook deze equipe het onderspit zou hebben gedolven. Ze mogen dan nü op IJsland een beetje rede lijk uit de voeten kunnen met een bal, dat was tien tot dertig jaar ge leden zeker niet het geval. En in deze leeftijdscategorie moeten die bondsfiguren toch worden ge plaatst. Er is over die trip van Oranjespe lers en blauwe blazers naar IJsland wat afgegniffeld. En begrijpelijk. Al die van zo'n gewichtige taak voorziene mannen die het zo nodig vonden ook in de door de KNVB gehuurde charter te gaan zitten voor een paar daagjes IJsland! Maar ja, daar was tenslotte nog lang niet iedereen geweest. En zo lang het kan moet je die kansjes niet laten liggen. Dat heeft ook Jaap van Praag gedacht. De bin nenkort afscheid nemende oud- voorzitter van Ajax kwam er zelfs rond voor uit. Hij had nog nooit Reykjavik bezocht. En een privé- vakantiereisje naar 'een plaats zo .dicht bij de poolcirkel boek je niet zo gauw. En zeker niet in dit jaar getijde. Dus, mee! Maar de heren keken toch wat op de neus. Want begin september was het koud op IJsland. Te koud. En IJsland mag dan een idyllisch land zijn. kou is toch maar niks. Alle warme hapjes en drankjes op de diverse recepties ten spijt Veertien begeleiders! Dat is ook niet niks. Maar het is waarschijn lijk nog géén record. Dus de uitge ver van het Guinnes recordboek behoeft niet te worden aangeschre ven. Maar een ploeg van veertien man in blazer afvaardigen kan wel worden aangemerkt als een top prestatie. En zo lang onze voetbal lers daar niet voor zorgen nemen de heren officials die taak voor hun rekening. Zonder enige moeite. En met verve. Het lijkt me sterk dat ze er straks in Rotterdam, bij Neder- land-Ierland. alle veertien bij zul len zijn. Maar ja, Rotterdam ken nen ze zo langzamerhand wel en hoewel er in die stad waarschijnlijk meer is te beleven dan op héél IJs land wordt dan waarschijnlijk door een aantal de voorkeur gegeven aan de huiselijke kring. Die tenslot te zijn eisen stelt aan de diverse tot het officialdom behorende huisva ders. En bovendien valt er tegen woordig aan dat Nederlands elftal ook weer niet zó veel te genieten. Als Nederland in de Kuip aan treedt zullen er wel een paar Feye- noorders méér in de ploeg staan. Die Kuip moet tenslotte een béétje vol. En misschien dat die domme Rotterdammers er in trappen als Rijvers naast Gullit en Wijnstekers ook Vermeulen en Valke in de op stelling opneemt. Van Hanegem kan nét niet meer. Hoewel, met Rijvers weet je het nooit. En de in vloed van officials reikt ver. Dat is ook vorige week gebleken in de hockeywereld. Bijna was de na tionale damesploeg ontploft Let terlijk en figuurlijk. Van woede zijn de dames overigens zeker geëxplodeerd, maar alle boosheid was vergeefs. Aanleiding voor de opwinding was de beslissing van officials om manager en oud-inter national Nel van Kollenburg aan de kant te zetten. Tegen de wens van de speelsters, dat staken de da mes niet onder stoelen of banken. Maar geheel in overeenstemming met de vorm van een hockeystick redeneerde het bestuur van de hoc key bond zo krom als maar moge lijk. Een van de tot de officials be horende juristen (en daar wemelt het zoals bekend van in de hockey wereld) vlooide de zaak even uit en kwam met een zeer eenvoudige op lossing: het was een zaak van het bestuur. Zo simpel was dat. En over zaken waarover het bestuur beslist kan niet worden gecorrespondeerd. Laat staan gepraat. Uitgepraat wa ren de hockeysters. En de officials lachten weer in het beschaafde vuistje. Dat hadden ze die brutale meiden toch maar weer even lek ker onder de neus gewreven. De blauwe blazers en scherp geper ste grijze-broekvouwen hadden weer een keurige overwinning be haald. Ach, zal er zijn gedacht, even wat vervelende publiciteit maar die ebt snel weg. En over een paar weken is iedereen het weer vergeten. Dan bestaat er geen pro bleem-Van Kollenburg meer. En dan zal er kort daarna iemand wor den benoemd die wél beantwoordt aan de normen van de overige offi cials. Iemand, die keurig gekleed en verzorgd ogend de belangen van de hockeybond behartigt. Want het is natuurlijk veel belangrijker dat die figuur een blazer met badge draagt, netjes met twee woorden spreekt en de écht gewichtige he ren van de bond prettig bejegent dan dat de persoon in kwestie toe vallig iets van dat beeld afwijkt Dat die laatste dan zijn of haar werk altijd naar behoren heeft ge daan en van de direct betrokkenen c.q. de speelsters alleen maar lof kreeg toegezwaaid telt dan niet mee. Nee, de blauw geblazerde ge lederen dienen gesloten te blijven. Dat is veel belangrijker. Of het er nu veertien zijn of vier. Dat maakt niets uit En of het nu in Reykjavik is of in Amstelveen ook niet. Het gaat goed met de officials. Ik houd u op de hoogte. TINUS L. BUYS •ope WOLLE Van Wim van anegem heeft hij nog een iar knaken te goed, een er- nis van een gewonnen par tje tennisvoetbal met con- nten als inzet. In de beginja- n zeventig, aan de voora- ind van de Europa-Cupfina- tussen het Schotse Celtic en enoord, torpedeerde hij in in wat al te speelse bui tij- ;ns de middagtraining één >r enkels van z'n ploegmaat gewezen troetelkind van natie, Coen Moulijn. „Hé, erman, kijk 'ns wat een ac- had hij vooraf de aan- pTilcht van NOS-verslaggever aarnüiphof op zich weten te ves- kljren. Coen Moulijn speelde de hl ïale, zij het met pijnstillende jecties in het gekraakte ge richt. Van die schop heeft inus Israel nog immer spijt, erhiin die nog nooit uitbetaalde ïaken allerminst („Van Ha- 'gem heeft dat geld tijdens wedstrijden van Feyenoord oribbel en dwars voor me te- ass gverdiend"). rin •inus David Israel, sinds 19 aart veertiger, voetbalt niet meer. Ijn laatste wedstrijd in de rijen r professionelen is op 15 mei in wile door scheidsrechter Bakker geblazen. Het einde van een tijd- rk, dat sinds half deze week een euw vervolg heeft gekregen. Hij m als coach van PEC Zwolle het er over van de vanuit het ama- irvoetbal naar de eredivisie ergestapte en voorlopig mislukte llega Bas Paauwe. Na de teleur- tllende resultaten van de Zwolse 'elrr ib, vier nederlagen op rij, werd >k ;elopen woensdag uitgerekend w or het eerst onder leiding van Is- DC el het eerste competitiepunt te- PS n FC Utrecht, behaald. Een ver- n sj enstelijke start derhalve van Is- el. Die nu weliswaar vooral wil oruitzien op wat hij met PEC waar hij actief was sinds hij rst Excelsior diende nadat hij J^yenoord verliet, moet gaan be- ■n iken. Maar Israel kijkt ook graag leze ig eens terug op zijn lange carriè- 10, eroepshalve 1962 schopte hij voor het eerst roepshalve tegen een bal, twintig ar later deed hij dat (in dienst van ■n vEC Zwolle) voor het laatst tegen eyenoord, de club, waarbij hij de its old] pom en vrijwel alles bereikte t ge at een beroepsvoetballer zich tzedaar kan wensen: Europa Cup, ten ereldbeker en 47 interlands. Ri ks Israel een instituut in de voet- Iwereld. „IJzeren Rinus" is hij •nh elvuldig genoemd, een robuuste rdediger, een man van ijzer en p al. Een broodvoetballer ook, die toe t ijzer smeedde, terwijl het heet a as. En het was lang heet. Posliet in de eerste plaats omdat zijn nh ng in al die jaren nimmer ijzer lar oeg, wat zo veel wil zeggen als: Is- 1" el heeft de drank altijd laten aan. Hij leefde voor de voetbal- it hport en hanteerde voor zichzelf ijzeren discipline. Pagina's zijn er )or de jaren heen over hem vol ^an schreven. De inhoud liet hem roe (orgaans stoïcijns. Geraakt toonde ies. j zich pas in de nadagen van zijn br< opbaan toen een journalist van Volkskrant opmerkte dat „IJze- i Rinus roestplekken ging verto- („Je kunt in dit land als oude voetballer niet één wedstrijd ojeeht spelen of je takelt af"). Maar tot boos werd Rinus toen in wtouw met behulp van PEC-colle- Chris Riemens werd geopperd, eerilat Israel niet alleen een romp, laar ook een hart van ijzer zou ebben („De woorden van Chris aren tamelijk verdraaid. Riemens eeft bij mij nog wél zijn excuses wifengeboden. Had hij dat niet ge ban, dan had ik 'm règelrecht e P»ver de tribune geschopt"). Het Bij bont nog eens aan dat Rinus Israel de nadagen van zijn carrière ikfl *n moment is verslapt en buiten- ege ewoon fanatiek („Vaak misschien tie el tè' het hoogst bereikbare is d lijven nastreven. Nu kaart hij nog keer na, met de gedachten bij et PEC Zwolle van nu, dat dit rel eekeinde uitgerekend op bezoek As loet bij Feyenoord en waar hij zijn ;n entree maakt in de Kuip, maar nu rzcfel als trainer-coach. Marinus Da- AI door tikt, daar kan ik absoluut niet tegen. Je weet wie het probeert, je stelt je er op in. Dan lukt het uitge rekend jongens, van wie je het nooit verwacht. Maar eh ook al is die bal al tussen mijn benen door, zo'n knaap is er nog niet langs. Gooi ik mijn schouder ervoor. Ik neem revanche". Absoluut onwaar „Er zijn trouwens ook dingen over me gezegd, die absoluut niet waar zijn. Zo zou ik ooit tegen Cruijff hebben gezegd: „Als jij je in ons strafschopgebied laat zien, kom je er niet levend weer uit". Ik kan het me niet herinneren. In Zwolle zou ik Petur Petursson aan zijn oor hebben getrokken. (Steekt plechtig twee vingers in de lucht.) Dat heb ik niet gedaan, ik zweer het. Die instelling van mij heeft, denk ik, te maken met het feit dat ik twintig jaar geleden maatschappelijk ge zien maar één kans had: betaald voetballer worden. Ik kon redelijk tegen een bal schoppen. Die gave heb ik voor de volle honderd pro cent uitgebuit. Ik zou niet weten hoe ik er meer had moeten uitha len. Wie van de huidige generatie voetballers kan dat ook zeggen? De instelling van de jeugd is niet altijd de mijne. Ik erger me wel eens, ja. Als trainer van PEC Zwolle zal ik het niet altijd even makkelijk heb ben. Ik kan redelijk met jeugd op schieten als ik wil kan ik met ie dereen opschieten maar het moet wel gaan zoals ik het wil. Van de jongens verwacht ik zonder meer een serieuze benadering van het vak. Ook als trainer verlies ik niet graag. Wie tegen me ingaat krijgt het moeilijk, dat kan ik je wel vertellen. Ik heb de spelers deze week na die wisseling van de wacht uitgelegd wat mijn bedoeling is. Wie mij wil volgen kan meegaan. Wie niet wil kan alsnog zijn contract inleveren. Iedereen kon zijn zegje doen. Ik heb niets gehoord en wil nu ook niets meer horen". Zelden druk „Over het geschrijf van journalis ten heb ik me zelden druk ge maakt. Wat dat betreft ben ik abso luut niet rancuneus. Wordt er ne gatief over me geschreven en lees ik het, dan heb ik even de pest in. Maar als de schrijver me de vol gende dag zou bellen, maakte ik er geen woord over vuil. Ik heb nog nooit gevraagd om een interview. Komen ze, is het goed, komen ze niet, ook goed. In de gloriedagen van Feyenoord cirkelden ze als bij en om me heen, later zagen ze me niet meer staan. Ik kan daar eerlijk gezegd niet warm of koud van wor den. Alleen dat verhaal met Rie mens in Trouw. Ik zou de boel hier bij PEC Zwolle tiranniseren. Dat heeft me enorm getroffen. Daar ben ik even goed ziek van ge weest". „Ik ben nu voor het zevende sei zoen in Zwolle werkzaam. Ik ben met plezier aan de slag gegaan. Toch was ik liever op een andere manier met de A-selectie begon nen. Vanaf het begin heb ik het merkwaardig gevonden dat Paau we me nooit bij de A-groep heeft betrokken. Dat heb ik ook niet on der stoelen of banken gestoken. De laatste drie weken voor mijn be noeming heb ik ook geen contact gehad met de spelers. En ik ben niet de persoon die dat contact dan zoekt. Dat deed ik als speler ook nooit. Als iemand een hekel aan me had liet ik hem gewoon links liggen. Daar had ik maling aan. Maar ik heb inmiddels een gesprek met Paauwe gehad en ik wil alsnog proberen met z'n tweeën de ver antwoordelijkheid te gaan dragen. Kijk, leuk vind ik het op deze ma nier niet. Tegen AZ '67 zaten we samen op de bank en riep iemand: Paauwe weg en Israel moet het overnemen. Dan geneer ik me dood. Voor Paauwe was het ook niet leuk. Die werd dagelijks in Zwolle met de situatie geconfron teerd. Ik woon in Amsterdam, dus kon ik er meer afstand van nemen. Nu ik ook de verantwoordelijkheid heb hoop ik meer uit het elftal te halen. Ik moet de selectie in de mentaliteitssfeer recht trekken. Het zelfvertrouwen moet terug. Dat moeten de spelers zelf doen. Ook een Michels, Happel of Ivic zijn niet in staat om spelers dat aan te praten". BERT DIJKSTRA Rinus Israel bij het coachen van zijn eerste wedstrijd afgelopen woensdag tegen FC Utrecht. Links zijn voorganger Bas Paauwe. vid Israel over hoe het was, hoe het is en hoe het wordt. Een monoloog van de man die weer het gezicht van PEC Zwolle is. „Ik heb altijd gezegd: ik voetbal tot het moment, dat ik niet meer één van de toonaangevende figuren op het veld ben. Als je het zelf niet meer bij kunt benen, kun je ande ren niet meer de les lezen. Eén van de elf, dat zou ik niet kunnen ac cepteren, nu niet meer. Vandaar dat die laatste fase van het seizoen voor mij ook zo moeilijk was. Na mijn hernia-operatie kwam ik te rug in Rotterdam, tegen Sparta. Noodgedwongen, het moest, maar ik was er in feite nog niet klaar voor. Kwam met aanzetten kracht te kort, vreselijk. Van mijn rug had ik geen last, maar er was een ze nuw geraakt en daardoor blokkeer de mijn grote teen. Ik ben voor de buitenwacht misschien niet afge gaan, nee, maar toen ik in de kleedkamer kwam heb ik gezegd: als het altijd zo moetIk kon niet eens een fatsoenlijke pass geven, ik liep driehonderd procent „op safe" te voetballen en dat gaf me bepaald geen voldoening. Ja, ik kan hard zijn voor mezelf. Geloof ook dat anderen veel te snel tevreden zijn met zichzelf. Toen ik eind vorig seizoen tegen NAC die blunder maakte, waardoor we met nul-een achterkwamen, kon ik wel door de grond gaan. Ik had het niet meer. Een week later zou ik weer worden opgesteld in Eindhoven tegen PSV. Gelukkig kreeg ik die week griep". Spanning groter „En toen die alles beslissende thuis wedstrijd tegen Feyenoord. We moesten winnen om degradatie te ontkomen. Klaas Drost geschorst, dus ik moest wel spelen. Wat ik die week heb doorgemaaktDe spanning was veel groter dan des tijds in Milaan voor de Europa- Cupfinale, heeft veel meer van me gevergd. Na ons tweede (en achter af beslissende) doelpunt was ik zo blij als een kind en dat is eerlijk ge zegd niets voor mij. Tijdens de Eu ropa-Cupfinale scoorde ik met de kop de gelijkmaker, maar dat doel punt heeft me nauwelijks voldoe ning gegeven. Althans niet meer dan een goede pass. Ik hoefde niet eens te springen, alleen te knikken. Na die overwinning op Celtic, die eerste Europa Cup voor Nederland, heb ik ook niet uitbundig feest ge vierd. We hebben nog wel even ge zellig nagepraat, onze vrouwen er bij, maar om twee uur had ik het wel bekeken. Ging ik plat". „Toen we later, op de Coolsingel in Rotterdam, door al die duizenden mensen werden toegejuicht, voelde ik alleen maar de drang om zo snel mogelijk weer een goede prestatie neer 'te zetten. Ik heb in al die ja ren geen moment van verflauwing gekend. In de voetbalwereld vat ik alles serieus op, daarbuiten eigen lijk ook wel. Theo Laseroms is an ders, gaat luchtiger door het leven, is niet zo huiselijk als ik. Maar op het veld vormden we een ideale combinatie. Theo kende z'n beper king, voetbalde nooit mee. Ik was er voor het overzicht en de goede trap, Laseroms wist dat. Nu vangt hij als trainer de nodige oliedollars in Bahrein. Jaloers? Geen moment, ik zou er voor geen prijs willen zit ten. Mijn vrouw en mijn dochter zou ik trouwens ook niet mee krij gen. We hebben een erg strakke fa milieband, dus blijft het Amster dam. Daar, in „Noord", ben ik ge boren, daar voel ik me prima. De consequentie, die ritjes naar Zwol le, zie ik niet als een probleem". Knieën „Mijn knieën zijn er destijds de oorzaak van geweest dat Feye noord zo makkelijk afstand van me heeft gedaan. Eerst de linker, toen de rechter onder het mes. Niemand geloofde toen dat het met mij nog wat zou worden. Ik was meer dan een seizoen uit de roulatie en Feye noord dacht: 't is afgelopen. Dat was dus iets te voorbarig. Ik heb sindsdien nog bijna tien jaar be taald voetbal gespeeld. Maar ik heb wel gemerkt: je blijft kwetsbaar na dergelijke operaties. Ik heb vaak met verdovingen gespeeld, heel vaak, en dat is niet prettig. De laat ste paar seizoenen kreeg ik ook last van spierverrekkingen en toen kwam er nog die hernia overheen. Dan weet je dat het einde in zicht is. In het ziekenhuis, na die hernia operatie, dacht ik trouwens nog niet aan stoppen. Als die zenuw niet was geraakt, waardoor de kracht uit mijn grote teen ver dween, had ik acht of negen weken na de operatie weer gespeeld. Na een maand liep ik in Amsterdam al duurloopjes. Dat fanatieke heb ik altijd al gehad. Vaak was het tè". „Van mij mag je ook geen objectie ve beschouwingen verwachten over scheidsrechters. Als het mij tegenzit veroordeel ik ze. Ik heb wel overtredingen gemaakt, waar van ik later dacht: jee, hoe kun je zo ver gaan. Ik heb tegenstanders op hun rug gestaan, vreselijk. Als het voor mij niet naar wens ver loopt ga ik door roeien en ruiten. Ga ik lichamelijk geweld gebrui ken (zuchtend), daar ben ik echt niet trots op. Straks op de trai ning een klein partijtje kan ik weer vreselijk fanatiek worden. Als ik onder de douche sta ver zucht ik wel eens: jongen, jongen, was dat nou nodig. Het zit in me, de wil om te winnen, in wat voor spelletje dan ook. Verliezen: vrese lijk. En vernederd worden, een speler die je de bal tussen de benen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 21