SENEGAL,
noliZATERDAG 11 SEPTEMBER 1982
kleurrijk en berooid,
laatje nooit meer los
EN REIS NAAR AFRIKA:
JUR EN AVONTUURLIJK
Welkom
Er is iets sierlijks in deze mensen.
In de sierlijkheid waarin ze hun ar
moede wikkelen (dezelfde als
•waarmee de vrouwen de kleurige
doek om het hoofd tooien) en bij
voorbeeld in de kalmte waarmee
men op het verkeersongeval rea
geert dat zich voor het ministerie
heeft voorgedaan. Er ligt een aan
gereden man op straat. Een paar
omstanders hebben zich rustig pra
tend over hem ontfermd, terwijl
anderen bedaard het verkeer om
buigen totdat de ambulance komt.
„Dat zou er bij ons wel anders aan
toe gaan", roept een verbouwereer
de groepsgenoot uit Italië.
De volgende dag staat de „brousse"
op het programma, de rimboe dus
of wat de Sahel daarvan heeft
overgelaten. Eerst zijn er nog de
krottenwijken, waar kinderen hun
behoefte doen op straat en waar de
schapen door de huizen springen.
Je ziet er opvallend veel apotheken
met drommen mensen voor de
deur. Ze zoeken verkwikking in de
massaprodukten van de westerse
geneesmiddelenindustrie, omdat
voldoende eigen artsen en zieken
huizen ontbreken.
Dan begint de uitgemergelde sa
vanne. Hier bestaan de dorpen uit
onvervalste hutten van leem en
stro en spits toegeknepen daken
van palmblad. In de verte hurken
de nederzettingen op de horizon als
groepjes kabouters met harige
puntmutsen. De hitte is niet zo ver
zengend als het land oogt. Senegal
is vlak en heeft een relatief koel
zeeklimaat, waarin Europeanen het
net kunnen uithouden.
Een enkele „rijke" boer, wiens
vrouwen veel aardnoten (het enige
landbouwprodukt van betekenis)
oogsten, is een stenen huis aan het
bouwen. De totstandkoming ervan
kan jaren vergen en geschiedt door
het optrekken van een muur rond
de hut van het gezinshoofd. Tel
kens als er weer wat geld is wor
den er wat stenen bijgekocht.
Hier en daar ligt ter grootte van
een zakdoek lijkt het wel in de
droge uitgestrektheid een vochtig
akkertje met groenten. De hele dag
door lopen kinderen het met water
uit de naburige put te begieten.
Tachtig procent van de bevolking
van Senegal is islamiet. Het over
grote deel daarvan leeft in poly
gaam gezinsverband. De dorpen
zijn ernaar ingedeeld. Er zijn
meestal groepen van zes hutten:
een voor vader, een voor ieder van
zijn vier vrouwen en een voor de
schare kinderen. Die laatste hut is
vaak te klein, maar gelukkig is
elke nacht een van de moederhut
ten vrij, zodat daar nog wat kroost
terecht kan.
Het binnengaan van zo'n onderko
men (men is altijd welkom) is trou
wens een belevenis. Je drinkt er
thee of palmwijn met de heer des
huizes, die vertelt over de droogte
en over zijn kinderen. Het is er
koel en gezellig. Op bed ligt niet
zelden een pasgeborene. Het zwarte
poppetje kan wennen aan de zon
dank zij een klein gaatje dat in het
dak is gemaakt en waardoor een
paar stralen precies het minuscule
schepsel bestrijken.
De polygamie beperkt zich niet tot
de muzelmannen. Oud-president
Senghor behoort tot de tien procent
rooms-katholieken, maar mono
gaam is hij nooit geweest
Ach, Senegal in cijfers, je hoeft er
maar een paar onder ogen te krij
gen om nooit meer ernstig over de
„economische crisis in Europa" te
kunnen spreken. Van de bijna zes
miljoen Senegalezen is er nog geen
half miljoen in dienst van een
werkgever (meestal de regering of
een buitenlands bedrijf in Dakar).
De rest is „zelfstandig", dat wil zeg
gen boer en analfabeet en dus bijna
altijd werkloos. Alleen voor werk
nemers is er een minimumloon.
Het bedraagt 250,- per maand
voor een gezin dat makkelijk twin
tig leden telt.
En toch is dit Frans sprekende land
een toonbeeld van politieke rust.
De diverse etnische groepen gaan
vreedzaam met elkaar om en er is
volop van vermenging sprake. Ie
dere Senegalees staat nog wel naar
stam geadministreerd, maar bijna
geen Wolof, Paul of Toucouleur is
nog zbiver op de graad. De laatste
is dat natuurlijk al nooit geweest.
We bereiken het meer van Retba,
40 kilometer boven Dakar. Het wa
ter is rood gekleurd en zouter dan
dat van de Dode Zee. Je kunt er
drijvende de krant lezen. Een Eu
ropees echtpaar organiseert hier sa
fari's per jeep. De tocht rond het
meer duurt twee en een half uur
en je komt langs rijen vrouwen die
in het water staan en zout van de
bodem schrapen. Zo gaat het hier
sinds mensenheugenis. „Waar zijn
de mannen?", vraagt iemand. „Die
rusten uit van het discussiëren van
gisteravond".
De weg naar de emancipatie lijkt
onafzienbaar. In de steden is het
vrouwenblad Anima te koop, dat
gehuwde vrouwen aanspoort hun
lot te verbeteren. „Mijn lieve be
wonderde hartje, natuurlijk heb je
met je vrienden heel belangrijke
zaken te bespreken, maar al
dus moet de Senegalese vrouw haar
teerbeminde man tot enige huise
lijke activiteit of bemoeienis met de
kinderen proberen te verleiden.
We rijden nederzettingen binnen
en worden telkens allerhartelijkst
door het dorpshoofd ontvangen.
Monsterachtige baobap-bomen heb
ben zo weinig groen op hun stron-
kige takken dat ze ondersteboven,
met hun wortels in de lucht, lijken
te staan. In de verdroogde struiken
„hangen" kolibries en vliegen
neushoornvogels en papegaaien op.
Op de ruggen van de zeboes zitten
de „pique-boeufs" insecten uit de
vacht te pikken.
Het „restaurant" is een plek waar
inlanders een viervoeter hebben
geroosterd en waar in de schaduw
van een pergola sappige tomaten,
brood en Marokkaanse wijn wor
den voorgezet. Dit is Afrika om al
tijd heimwee naar te houden.
De dag erna wordt die emotie al
leen nog maar erger als we veel
zuidelijker de monding van de
Saloum-rivier opvaren. Het water
spat langs je rug terwijl de stuur
man zich als een bronzen stand
beeld hoog op de achtersteven te
gen de tropenhemel aftekent en
naar de pelikanen, kraanvogels en
zilverreigers wijst. Ook hier wacht
weer de pique-nique-en-brousse,
voorafgegaan door een duik in de
lauwe rivier die op deze plek geen
krokodillen huisvest. De kinderen
zijn uit de rimboe komen aanhollen
Ze bedelen om muntjes en ball
points. Ze blijven je onweerstaan
baar aankijken en een vingertje al
maar op je arm leggen. Kansloos
ben je weer.
Dit groene watergebied is een voor
proefje van het rijkste natuurge
bied van Senegal, de Casamance,
helemaal in het zuiden, nog bene
den de voormalige Britse enclave
Gambia. De Casamance is een del
tagebied met eindeloze zandstran
den, heilige bossen vol tamtam en
inlandse dansen bij maanlicht. Er
gaan vanuit Dakar diverse meer
daagse reizen heen, per boot en per
vliegtuig.
Tranen
Wij blijven in de buurt van de
hoofdstad en varen naar het eiland
Goree. Dit oord is het aangrijpend
monument van de grootste misdaad
aller tijden: de slavernij. Hier wer
den in de achttiende en negentien
de eeuw nog niet erg lang gele
den dus de gevangen „wilden"
opgeslagen in afwachting van ver
scheping naar Noord- en Zuid-A-
merika.
De naam Goree klinkt akelig be
kend en is ook inderdaad door de
Nederlanders naar het Zeeuwse
eiland Goeree vernoemd. Portuge
zen, Hollanders (Michiel de Ruy-
ter), Engelsen en Fransen hebben
het achtereenvolgens in handen ge
had.
In het „Slavenhuis" vertelt de
zwarte gids op vriendelijke toon
aan zijn bedremmelde blanke ge
hoor hoe monsterlijk de mensenja
gers uit Europa te werk gingen.
Hoe de stammengemeenschappen
die sedert eeuwen in de wildernis
hun rituele leven in broze harmo
nie met de natuur hadden geleid,
even barbaars als stelselmatig uit
een werden gerukt. De mannen en
jongens geketend en als beesten in
de hokken gestouwd, de meisjes
systematisch verkracht. We zien
het gat dat in verbinding staat met
de oceaan 'en waardoor de slaven
naar de ruimen van de schepen
werden gedreven. „O eeuwig Afri
ka, de plantages van Amerika zijn
overstroomd met uw tranen", staat
op een van de muren.
En toch is ook op Goree de ont
vangst van de gasten weer over
weldigend van gratie en hartelijk
heid. Na het diner begeleidt het
hele dorp ons zingend en dansend
door de smalle zandstraatjes naar
het openluchttheater. In het schijn
sel van toortsen blikkeren hun la
chende ogen en tanden.
Dan volgt een overrompelend in
heems spektakel, waarvoor je als
boze geest warempel wel op de
vlucht zou slaan. Zodat je dus met
een gerust maar vol gemoed de te
rugtocht naar de boot kunt aan
vaarden. De eeuwige kinderen
hangen in trossen aan je hand. En
een juweel van een sieraadver
koopster smeert je toch weer meer
spullen aan dan er nog in je koffer
kunnen. Je dingt af als een volleer
de Senegalees, totdat haar smarte
lijke gelaat je zegt dat de onder
grens van het moreel aanvaardbare
is bereikt. Maar als je tenslotte het
overgebleven bedragje aanreikt
flonkert een fractie van een secon
de de triomf in haar ogen. Het is
haar weer gelukt om je vet! te veel
te laten betalen. Zoals he« heel
Afrika is gelukt je te pakken te ne
men en je nooit meer los te laten
Huisi
stn s
n v< d
m<$T
gen
7i eei
m dei
vakantiereis maken naar zwart Afrika is niet voor iedereen wegge-
Zeker niet naar een land met nog primitieve toeristische voorzienin-
zoals Senegal, aan de zuidwest-flank van de Sahel.
duur (niet het land, maar de reis) en het is avontuur. Maa>" wie
is er een „normale" vakantie voor over te slaan en door te sparen,
anneldan ook op een zeer realistische ontmoeting met dit werelddeel reke-
uiwe Een emotionele ontmoeting met een allerhartelijkste bevolking die
best ttere armoede leeft. En met een dramatisch uitgeteerd landschap, dat
-( r in de rivier-doortrokken gebieden alle overstelpende natuurrijk-
nen van Afrika biedt.
volop eigen initiatief nodig om zo'n reis van begin tot eind te organi-
i. De voorbereiding zal veelal lopen via de consulaten van Senegal in
kus tfaag of Brussel, correspondentie met het „dichtstbijzijnde" Senegale-
ewei isbureau in Parijs en via Brussel vanwaar Sabena een wekelijkse
fersn nding met Dakar onderhoudt. Eenmaal ter plekke zal men zich in
'rans moeten redden en kiezen tussen allerlei mogelijke binnenland-
ps. Echt moeilijk is het allemaal niet. Op de Place de 1'Indépendance
akar zitten alle reisbureaus bij elkaar en in de hotels (die van erg
>us tot heel eenvoudig gaan) kent men ook de mogelijkheden,
il is het om met vier of meer vrienden naar Senegal te gaan. Dat is
er «goedkoper, bijvoorbeeld bij het huren van een jeep met bestuurder
»e w e rimboe in te trekken of een prauw om de rivier op te gaan. Maar
rid n 7000,- all-in per persoon voor een veertiendaagse reis, inclusief toch-
el Vi ioor de interessantste „uithoeken" zoals de Casamance, komt men
orziëjflan toch al gauw.
sds
Tachtig procent van de Senegalezen is islamiet. Het ko
ran-onderricht begint ai vroeg.
luktt
>e AR Het is natuurlijk heel
be 'eg. maar toch hoef je er maar
ie er lurtjes (vanuit Brussel) voor in
jutte gemakkelijke vliegtuigstoel te
>e i. En dan sta je ineens midden
v^art Afrika, 's Ochtends hoor-
nog Corrie Konings op Hil-
im 3 en nu staan vier roet-
eluk te mannen met prachtig ge-
toe houwde, bijna blote lichamen
de ingang van de aankomst-
verwelkomen met een vir-
tamtamconcert. Het is een
exotisch als overdonderend
I, dat je hier op het beton van
chthaven reeds de huiver voor
mboe op het lijf jaagt. We zijn
negal.
t naar Dakar, de hoofdstad, is
een Westeuropese debutant in
en-Afrika een vreemde
i. Het is of je toevallig, door
verspreking, een toverwoord
uitgesproken en plotseling in
cht bent neergelaten in de te-
efilm over ontwikkelingshulp
e zat te bekijken. De bus
nmelt over de stoffige weg
heupwiegende vrouwen die
in bewegingloze hoofden grote
len of bakken dragen. Alles
precies met het televisie-
En toch klopt het ook niet.
,ns t roogte bijvoorbeeld is veel be-
igender dan media je ooit
eens en tonen. De grond lijkt een
1 de [sel van kurk, poeder en kar-
amb Zo Ver het oog reikt staan in
vuilbruine landschap de ver-
de kokospalmen te sterven,
zijn al dood en ontpluimd en
als fabriekspijpen naar de
Het is een adembenemende
va: rofe.
and behalve het mirakel dat hier
!P> iaupt nog leven mogelijk is,
1 dat je wel wist maar dat toch
ïtst. Dat je inderdaad niet een
bij naam kent omdat je in
ander werelddeel bent. Het
exemplaar langs de weg is
ild geen merel en die hoog in
ht cirkelende hap met die ge-
z staart voorwaar geen
vv. En als er al iets groen is,
s het je eigen kamerplant die
5 a' n reusachtige aflevering in de
u staat.
bovenal verbluft toch het
v+enspektakel van het mense-
k°|{even. Wie had kunnen denken
11e jongens en mannen in Se-
joggen of trimmen of hoe dit
ikaanse cholesterol-uitdrij-
erza ritueel ook moge heten. Bij
erden draven ze langs het as-
vaak met dikke trainingspak
en wolle mutsen gewapend te-
de tropenzon. De Senegalese
zaë ;ns zijn lang, slank maar niet
'e °l!r, mooi en heel elastisch in
ik e intwijken van vrouwelijke me-
elke rgers die traag hun zware last
stad vervoeren.
ide
ïcht
ie m
raaf
adrjs
alfh
erde is avond als Dakar zich aan-
met gitzwarte kinderen in
liejen van zand tussen de met wat
n, hout en golfplaat ineenge-
te huizen. Dichter bij het cen-
zijn er ook degelijke wonin-
koloniaal van bouw, met rond-
pdoi en galerij op de eerste verdie-
en steeds overbevolkt door
families. De vroegere Franse
krijgjheersers wonen er niet meer.
blanke is trouwens toch een
le s aamheid in het straatbeeld
i dl Dakar.
voe|iiet in het luxueuze Novotel,
is gereedgekomen en een
de toeristische voorzieningen
»n d aarmee de regering van presi-
Abdou Diouf (de legendari-
Leopold Senghor heeft zich
aar ïrhalf jaar geleden teruggetrok-
wat broodnodige westerse va-
het land hoopt binnen te ha-
zit je dan als broodnodige
2sla| ard aan het diner. De over-
dige gangen worden telkens
ware invasies van parelend la
de bedienden binnengedragen,
verljn klotst in de vallende nacht
a hi Atlantische Oceaan tegen dit
;t in st westelijke en daarom niet al
letri oedhete puntje van Afrika. Het
kan niet veel aangenamer
'olgende dag dringt de volko-
armoede van dit paradijs pas
'He omvang tot je door. De stad
m( n grote markt, wemelend van
en !Ven weelderige als berooide
r- Mwen. Ze zitten achter een
edai ije waarop hun koopwaar ligt
Jk sstald. Meestal niet meer dan
:htb#inang0's en een paar tomaten,
uilen er de hele dag blijven zit-
opgewekt pratend met ieder-
en in de niet merkbare hoop
k, n enkele vrucht te verkopen.
ijn ook „officiële" markten in
von ar, waar behalve hoogwaardi-
voedsel (vooral vis) ook kle-
- schoeisel en kunstvoorwerpen
lden rijgen zijn. Wie zich als toerist
kvoto'n uitheemse kluwen van
RelSsen, dieren, geuren, kleuren en
'al begeeft, weet zich ogenblik-
AN i k hevig beschermd door een
Joggen, afdingen en vrouwenarbeid
in een adembenemende droogte
Gracieuze
vrouwen van de
Wolof-stam
voeren een dans
uit onder een
baobap-boom.
omvangrijke lijfwacht van Senega
lese jongens. Door natuurlijke se
lectie die zich voordoet als een
oorverdovend gekrakeel om je
heen wordt een van de knapen
al gauw de hoofdman, die jou tot
persoonlijke vriend heeft uitverko
ren, die je gratis een gouden bijou
aanbiedt en die je de hele markt zal
tonen.
Kippevel
Niets in dit land heeft een vastge
stelde priis. Voor elk gewild of on
gewild object begint de verkoper
met je het dubbele of drievoudige
te vragen van waarvoor je het ten
slotte zult kunnen krijgen. Maar
een Europeaan mist het ware af-
dingtalent en hij mist vooral, of
denkt dat althans, de tijd. Een uur
tje pingelen, met tussendoor quasi
afhakend een blokje omlopen, ten
einde een dubbeltje van een kale
bas af te krijgen, is heel gewoon.
En dus loop je als blanke sul alras
met allerlei veel te duur betaalde
magische kettingen en armbanden
omhangen, gezwicht als je bent
voor je eigen haast en voor de niet
aflatende aandrang van je begelei
ders om tot aankopen over te gaan.
Plus dat je uiteindelijk ook nog een
biljetje moet overhandigen voor dat
gratis juweel. Wie voldoende ka
rakter of gewoon stugheid heeft om
dat allemaal te weigeren, zaait
slechts droefenis maar wordt geen
haar gekrenkt. Talloos zijn de Afri
kaanse handen op je akelig witte
armen, maar er is geen spoor van
agressie en alles in zak of tas is vei
lig.
Een heel bijzonder marktje is de
Cour des Maures (Morenhof), waar
nazaten van Libanese nomaden die
in de tiende eeuw naar westelijk
Afrika trokken, schitterend zilver
werk verkopen. Ze hebben zich
verzameld op een kleine binnen
plaats, die je nooit zou vinden,
werd ze je niet gewezen. Hun ge
zichten zijn middenoosters. Ge
hurkt zitten ze op hun eigen toon
banken, zodat je toch nog oog in
oog staat. In de kleine werkplaat
sen achter hun rug zijn de zilver
smeden hun buigzame metaal in
kunstzinnige maar sobere vormen
aan het kloppen. Voor twintig gul
den heb je zo'n sieraad, dat je le
venslang niet zal vervelen
Het binnengaan
van zo'n hut
men is er altijd
welkom is
een belevenis.
Die avond is er voor dit speciale
gezelschap uit Westeuropa een ont
vangst door de staatssecretaris voor
toerisme op het dito ministerie. Je
hebt weer over heel wat man
go-aanbiedende vrouwen moeten
stappen alvorens je in de smaakvol
le tuin van deze rijksvilla van de
socialistische republiek Senegal aan
de champagne kunt gaan. Als het
regeringslid in een engelachtig
blauw gewaad is gearriveerd, be
gint op het gazon een uitvoering
van het nationaal ballet. Daar komt
geen spagaat en geen pirouet aan te
pas. Nee, de tamtams ratelen, de lij
ven schudden en springen, de ver
vaarlijke maskers slaken bloedstol
lende kreten en het repeterende
meisjeskoor zingt je het kippevel.
Intussen worden tussen dansers en
publiek geroosterde schapen aan
grote spitten gehangen. Je kijkt er
begerig naar, je beseft tegelijk dat
pal hiernaast een ravijn van ziekte
en gebrek gaapt en je verdenkt je
minzame gastheer ervan dat hij je
met dit hele tafereel de spiegel van
ie banaliteit voorhoudt. Wie zijn
nier aan een formidabele culturele
manifestatie bezig en wie wordt
hier afgeleid door oerdampen van
een aangebrand kadaver?