Je waan en schoonheid an de Hollandse Stijl rjïï inT'-iLi Mooi mecgcn Ia •5" CeitLe Gomcmt Antieke koektrommeltjes n Speelgoed- n Blikmuseum UNST LEIDSE COURANT WOENSDAG 18 AUGUSTUS 1982 PAGINA 7 ïï/ali klaagt over \rvalsing KPIGNAN De Spaanse schilder Sai lor Dali heeft in Frankrijk een aan- cht ingediend wegens vervalsing van i werk en zijn handtekening. Hij ont- it dat 80 schilderijen die met zijn naam ondertekend en in een Dali-expositie 'erpignan te bezichtigen zijn, door hem vervaardigd. enaar Peter Moore, voormalig secreta- van Dali, beklemtoonde dat hij de be dien stukken van prive-verzamelaars [t gekocht. Hij zei te betreuren dat de der wordende Dali een deel van zijn rk verloochent." Postume eer STRATFORD-ON-AVON Voor een Poolse pianist gaat de wensdroom om ooit eens een rol te spelen in een stuk van Sha kespeare postuum in vervulling. In een toekomstige produktie van „Hamlet" zal de Royal Shakespeare Company zijn sche del gebruiken. De pianist, André Tchaikowsky, overleed on langs op 46-jarige leeftijd in Engeland. In ziin testament stelde hij zijn schedel ter beschik king aan het beroemde Engelse toneelgezel schap in Shakespeares geboorteplaats Strat- ford-on-Avon. Na bij het ministerie van binnenlandse zakei) geinformeerd te hebben of het niet alledaagse aanbod in overeenstemming is met de wet, overweegt het gezelschap de schedel te ge bruiken in de grafscène. Willem Duys stapt over naar internationale tv HILVERSUM Willen Duys heeft de AVRO laten weten, dat hij stopt met zijn radiowerk voor deze omroep. Zoals be kend was het de bedoeling, dat Duys ook in het komende winterseizoen het pro gramma „Muziekmozaïek", dat hij al meer dan twintig jaar heeft gepresen teerd, zou gaan leiden. Dit programma is door de uitbreiding van de zendtijd van Veronica verhuisd van de zon dagochtend op Hilversum 3 naar de zaterdag ochtend op Hilversum 4. Duys ziet er nu ech ter van af, omdat hij gaat werken voor een internationale televisiemaatschappij. Hij blijft wel zijn televisiewerk voor de AVRO doen: het programma „Babbelonië", drie shows in het begin van 1983 rond de verkeersveilig heid en tenniscommentaar. Beeldhouwers gebonden en vrij in Kunstkring DEN HAAG Paul van Vliet, buurtmeester van de Buurtschap Centrum 2005, opent woensdag 25 augustus om 13.00 uur de beeldhouwtentoonstelling „Gebonden en vrij" die van 25 augus tus t/m 11 september wordt gehouden in het gebouw van de Haagse Kunstkring aan de Denneweg. Twintig beweldhouwers van de HKK laten iets zien van hun gebonden werk, dat wil zeggen: werk gemaakt in opdracht. Bij een opdracht is de beeld houwer gebonden aan praktische eisen zoals onderwerp, aanpas sing bij omgeving of ruimte, grootte, wijze van uitvoering, het te gebruiken materiaal en het beschikbare bedrag. De tentoonstel ling toont dit aan met plastieken, modellen, maquettes, schetsen en foto's. Bovendien wordt vrij werk geëxposeerd, vandaar de titel „Gebonden en vrij" van deze expositie. De openingstijden zijn van 10 tot 16 uur op dinsdag t/m zaterdag en op maandag van 13 tot 16 uur. Ollie B. Bommelfilm volgend jaar in bios NEDERHORST DEN BERG - De eerste avondvullende Nederlandse animatiefilm "Bumble and Co" beleeft op 6 februari '83 zijn première. De hoofdrollen zijn voor Ollie B. Bommel en Tom Poes, striphelden van Marten Toonder. Veel meer kan er nog niet over worden mee gedeeld, aldus producent Rob Houwer van de Verenig de Nederlandse Film-Compagnie, die drie jaar geleden met het idee kwam voor de film die thans voor Toon der Studio's in Nederhorst Den Berg wordt geprodu ceerd. Marten Toonder (70), die in Ierland woont en werkt, tekent en schrijft de strips. Tom Poes kreeg al voor de tweede wereldoorlog vorm en stem. Deze hoofdfiguur werd in de loop der jaren overschaduwd door Ollie B. Bommel. De letterkundige kwaliteiten van Toonder zijn erkend, o.m. door zijn lidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. it 4 oktober is in t Stedelijk Mu- iim in Amster- m en het Mu- jm Kröller-Mtil- in Otterlo een Dte overzichtten- mstelling gewijd n De Stijl de ige collectieve en tevens invloed rijkste Nederland se bijdrage aan de internationale kunstavant-garde. Gelijktijdig met de tentoonstelling verscheen bij wijze van catalogus een lijvig boekwerk over De Stijl, een uitgave van de bei de musea en uitge verij Meulenhoff- Landshoff, waarin uiteenlopende as pecten van De Stijl-beweging diepgaand worden belicht. In onder staand artikel wordt ingegaan op de belangrijkste vormprincipes van De Stijl en op de voor- en tegens van een leidend collectiefbeginsel in de westerse kunst. }t TERLO De belangrijkste r lerlandse bijdrage aan de lf rnationale kunstavant-gar- ussen de beide wereldoor- in is ongetwijfeld geleverd r de beweging van De Stijl - 7-1931). Onder deze strak- benaming liet oprichter en l redacteur Theo van Does- :g een tijdschrift verschij- i, waarin de theorieën en rop gebaseerde schilderijen ontwerpen werden afge- -T ikt en krachtig gepropa- rd. Dat De Stijl, vijftig jaar haar officiële overlijden, i; i worden beschouwd als U samenhangende kunststro- ng, danken we voorname- aan de bladzijden van het ijknamige tijdschrift. De istenaarsgroep, voor korte- s of langere tijd werkzaam ier het verstilde vaandel I De Stijl, bleek immers en breukgevoelig en schis- aiisch als de Nederlandse ^provincie zelf. In het ge- htloze, streng geordende -universum van primair leurde rechthoeken en ho- ntale en verticale lijnen de geringste trilling vol- nde om een ruimetewande- van De Stijl voorgoed van UT moederschip te verwijde- Aan de oorspronkelijke izontaal en verticaal ge- ictureerde kosmos van De kwam ideëel dan ook in 5 al een einde, toen Theo Doesburg er zijn diagonale sem door heen joeg. de oprichting van De Stijl n oktober 1917 werd een 7 ngroep gevormd door de ilders Bart van der Leek en t Mondriaan, de in ver- Tillende disciplines werkza- - kunstenaars Theo van isburg en de naar ons land migreerde Hongaar Vilmos szar, en de architecten Ja- us Johannes Pieter Oud en Wils. Mondriaan en Van TT. Leek, op dat moment bei- in Laren wonend, onder- lden al hechte vriendschap- ijke betrekkingen. In Lei- waarheen hij in 1915 was huisd, ontmoettte Van sburg de architecten Oud Wils, alsmede de veelzijdige tar. De kiemen voor de ïdig ontluikende Stijl-be- [ing waren door Van Does burg al gelegd in 1912, in het tijdschrift De Eenheid, waar aan hij als kunstcriticus was verbonden en waarin hij on dermeer enthousiaste beschou wingen had gewijd aan Mon- driaans recente schilderijense rie „Pier en oceaan". Het was Mondriaans laatste interpreta tie van de natuur het rit misch bewegen van golven te gen pier en kustlijn en te vens eerste toepassing van korte horizontale en verticale lijnen. Met name die horizon talen en verticalen hadden Van Doesburgs bewondering gewekt. Het werk van Van der Leek had Van Doesburg leren kennen op een expositie in Den Haag in 1916. Van Doesburg tot dan toe zelf nog schilder in een weinig in drukwekkend kubistisch idi oom was verrukt geraakt over de primaire rode, blau we en gele kleurvlakken in het werk van Van der Leek en de daarin voorkomende geab straheerde figuraties: scherp gestileerde, aan de werkelijk heid ontleende vormen, waar onder menselijke gestalten. Bij Mondriaan zowel als bij Van der Leek herkende Van Does burg zijn eigen streven naar een nieuwe abstracte werke lijkheid. Theosfie Mondriaan werkte in die da gen al geheel zelfstandig aan de ontwikkeling van zijn „ne- oplasticisme", zijn „Nieuwe Beelding". Daarmee beoogde hij de creatie van een vol maakt abstracte deeltaal, die geen enkele relatie meer zou onderhouden met de Waar neembare werkelijkheid. Hij werd in dat streven sterk be ïnvloed door twee opstellen van de theosoof dr. M. H. J. Schoenmaekers: „Het Nieuwe Wereldbeeld (ge publiceerd in 1916) en Begin selen der Beeldende Wiskunde (1915). Schoenmaekers nam uit de theosofie het denkbeeld over. dat het wezen van de realiteit kan worden uitge drukt als een reeks tegenge stelde krachten, en hij bena drukte daarbij het belang van de polariteit van horizontale en verticale lijnen en van pri maire kleuren. Verder meende Schoenmaekers dat Het Nieu we Wereldbeeld met hoofdletters! „een contro leerbare precisie, een bewust doordringen van de werkelijk heid en een nauwkeurige schoonheid" bood. Van Does burg, die geruime tijd met de gedachte aan een nieuw tijd schrift had rondgelopen, wist Mondriaan, Van der Leek, Oud en anderen voor zijn pro ject te winnen, zij het met de nodige reserves. Aangemoedigd door Van Doesburg begon Mondriaan zijn denkbeelden over het neo- plasticisme op te schrijven. Ze verschenen in een artikelen reeks in De Stijl onder de titel „De Nieuwe Beelding in de schilderkunst". In navolging van Schoenmaekers en andere theosofen Mondriaans moe der was een toegewijde theoso- fe, zijn vader een streng calvi nist omschrijft Mondriaan het neoplasticisme als „de ver zoening van tegengestelde krachten, die ten grondslag liggen aan de opbouw van het universum. Door de oplossing van deze tegenstelling bereikt het neoplasticistische kunst werk een volmaakte harmonie en vormt het de directe uit drukking van het absolute, het universele. De uitdrukking van absolute harmonie wordt bereikt door middel van de opbouw, gebaseerd op even wichtige verhoudingen, de positie, afmeting en waarde van de rechte lijn en het rechthoekige (kleur)vlak". In voorgaande definitie van de „Nieuwe Beelding" zijn de be langrijkste formele eisen van De Stijl samengevat en be vroeden we tevens speculatie ve heilsverwachting van een totalitaire harmonie, waarin leven en kunst zijn versmolten tot een onveranderlijke, stati sche grootheid. Hoewel Mon driaan zijn ideeën uitwerkte met het oog op zijn eigen schil derkunstige ontwikkeling, bleek het concept van de „Nieuwe Beelding" uitermate geschikt om op alle voorko mende kunstuitingen te wor den toegepast. Werd Mondri aan de belangrijkste theoreti cus en dogmaticus van De Stijl, Theo van Doesburg zou zich opwerpen als de ijver igste pleitbezorger voor de in tegratie van schilderkunst, ar chitectuur, muziek, literatuur en toegepaste kunsten. Met name de integratie van schil derkunst en architectuur gaf direct aanleiding tot onenig heid tussen de architecten Oud en Wils en de schilders Van der Leek en Mondriaan. Van der Leek voelde in het geheel niets voor de ruimtelijke ver taling van De Stijl-beginselen in de architectuur, terwijl Mondriaans strenge voorwaar den een uitsluitend op het gebruik van horizontalen en verticalen gebaseerde verhou dingskunst hem het ge bruik van de diagonale lijn verbood, waardoor Van der Leek het dynamische element in zijn werk zou moeten opge ven. Van der Leek weigerde daarom het eerste Stijl-mani fest, gepubliceerd in het eerste nummer van de tweede jaar gang van De Stijl, te onderte kenen. Mondriaan daarentegen zag wel degelijk mogelijkheden om zijn principes in de archi- „De kaartspelers" van Theo schrift De Stijl. tectuur tot uitdrukking te brengen, maar dan wel strikt volgens zijn schilderkunstige opvattingen, dus met vero nachtzaming van de functio nele eisen die de architectuur stelt. Oud wilde door een vin dingrijke toepassing van mas- saproduktie (deuren, ramen, bakstenen, geprefabriceerd in een zeer beperkt aantal stan daardtypen en gecombineerd met een stijl van gevarieerde groeperingen van massa's) een nieuwe vorm van stadsarchi tectuur scheppen, die paste bij het huidige industriële tijd perk. Zijn toevoeging dat de architectuur in tegenstelling tot de schilderkunst een com promis moest zijn tussen prak tische noodzaak en creativiteit, wees op zijn vroegtijdige onwil de doelstellingen van een „zui vere verhoudingskunst" zon der meer te aanvaarden voor de architectuur. De meest vol maakte architectonische reali sering van De Stijl-beginselen vinden we dan ook niet in het oeuvre van Oud, maar in dat van Doesburg, oprichter en enige redacteur van het tijd- Omslag van het maandblad De Stijl uit 1817. van Gerrit Rietveld, die zich eerst later bij De Stijl zou aan sluiten. Terecht betrekt H. L. C. Jaf- fé in zijn inleiding in de prachtig verzorgde en met tal van interessante thematische opstellen uitgeruste tentoon stellingscatalogus het beperk te, strenge vocabulair van De Stijl op de puriteinse en calvi nistische traditie in Nederland, met zijn reducerende vermo gen het maximale uit het mi nimale te puren. Jaffé is daar nog al enthousiast over. Het feit, dat diezelfde levenshou ding in de geschiedenis tal van schraalhansen tot keuken meester heeft bevorderd en recentelijk nog is ontaard in een verbeten rivaliteitsslag met vrijwel alles wat dit pro blematische bestaan nog enige kleur en verlichting schenkt (denk maar aan de cultus van het eerlijke, onbespoten inte rieur), deert hem kennelijk niet. Maar een afdoende ver klaring voor houding en doel stellingen van De Stijl-groep biedt het calvinisme zeker niet. Daarvoor zijn de over eenkomsten met de internatio nale kunstavant-garde, het ge zamenlijk optreden van groe pen op grond van veelal uto pistische waanideeën, te sterk. De Stijl bewoog zich, hoewel niet expliciet, wel degelijk in de socialistische heilsstroom naar een nieuwe mens, levend in nieuwe harmonische ver houdingen waarin de burger lijk-kapitalistische tegenstel lingen zouden zijn opgeheven. De Stijl keerde zich met haar abstracte, meetkundige vor men en primaire kleuren te gen het beeld van een tragi sche, vitale mens, die vergeefs vecht tegen zijn tekortkomin gen, en tegen de indrukwek kende individuele uitbuitingen daarvan in de moderne kunst. Aan de psychische en emotio nele grootheden van de men selijke soort hadden De Stijl leden evenals hun geest verwanten van het Russisch constructivisme of het Ita liaanse futurisme geen boodschap. Een tweede, veel betekenende voedingsbodem voor het radicalisme van De Stijl-opvattingen kan worden gezocht in de Eerste Wereld oorlog, als uitdrukking van een mensheid, die tot weinig anders dan tot chaos, vernieti ging en wanhoop in staat was, inclusief de kunsten die het tot dan toe had voortgebracht. Dat in haar uiterste conse quenties De Stijl-creatie van een universele harmonie tot een weliswaar minder pijnlijk, maar zeker niet minder on aantrekkelijk wereldbeeld zou leiden, kwam bij geen van de leden en sympathisanten op. De tentoonstelling, de grootste sinds 30 jaar aan stijl gewijd, is chronologisch verdeeld in twee perioden en biedt de be zoeker een unieke gelegenheid om de belangrijkste voort brengselen van de beweging voor het eerst in een grote sa menhang te bekijken. De pe riode 1917-1922, te zien in het Stedelijk Museum in Amster dam is geconcentreerd rond de picturale uitingen van De Stijl (schilderijen en glas-in-loodra- men en ontwerpen). De ruim telijke ontwerpen (architec tuur en meubels) krijgen in het museum Kröller-Müller de volle aandacht. Laatstgenoem de expositie beslaat de periode 1923-1931, het tijdvak waarin de meest representatieve Stijl creaties tot stand kwamen. In de schilderijen vallen direct de onderlinge verschillen van De Stijl-leden van het eerste uur op. Het wordt in de zalen van het Stedelijk duidelijk, dat de kinderlijk-figuratieve uit gangspunten in het werk van Bart van der Leek uiteindelijk onverenigbaar waren met de streng-geometrische, maar niettemin lichtwegende con stellaties van Mondriaan, als ook hoe beide elementen door Van Doesburg worden nage volgd, soms met een onmis kenbaar persoonlijke kracht, vaak ook op het klakkeloze af. Ergens daar tussenin verhou den zich de doeken van Vil mos Huszar, met hun typisch Slavisch-folkloristische voor liefde voor de mechanische dynamiek van het marionet ten- en poppentheater. Maar de volmaakte uitdruk kingen van het Stijl-principe vinden we ongetwijfeld in de ruimtelijke ontwerpen in het Kröller-Müljer. Daaruit blijkt de geringe bruikbaarheid van De Stijl als leidend beginsel voor een geïntegreerde kunst. Want hoewel Rietvelds be roemde Schröder-huis in Utrecht (1924) de praktische vertaalbaarheid van het in diezelfde tijd verschenen ar chitectuur-manifest lijkt te de monstreren, gaat het hier om een onherhaalbaar incident, waarin de geniale intuïtie van de ambachtsman Rietveld de architectuur in een wonderlijk elegant lijnenspel heeft bevrijd van de zwaartekracht. Zijn woning is, evenals zijn fameu ze stoel, een zwevende sculp tuur geworden, even licht als de maquètte die hij daarvoor ontwierp (zijn meubels zijn heel toepasselijk in witte zwe vende bakken geplaatst). Maar tegelijkertijd toont zijn Schrö der-huis de onmogelijkheid aan, dergelijke ontwerpen in serie uit te voeren: ze bestaan bij de soevereine gratie van het eenmalige. Om een soortgelijke reden kunnen we de ontwerpen van het duo Van Doesburg-Van Eesteren bewonderen, met als hoogtepunt het (uitgevoerde) ontwerp voor het interieur van Café Aubette in Straats burg, waarin Van Doesburg de diagonale lijn en daarmee het formele einde van De Stijl in troduceerde, hun magnifieke ontwerp voor de universiteits hal en hun modellen voor het Maison Particulière en het Maison d'Artiste. De huidige belangstelling voor de beweging van De Stijl heb ik in diverse publikaties al in verband zien gebracht met het einde van de avant-garde in de kunst, zoals maar half wordt aangetoond, en, meer nog, geprofeteerd in een arti kelenreeks in het weekblad Haagse Post. Nu heeft de Duit se publicist Hans Magnus En- zensberger in zijn bundel „Einzelheiten" al overtuigend aangetoond, dat zoiets als een naoorlogse avant-garde in feite niet bestaat. Los daarvan be speur je in het bewenen van een verloren avant- garde vooral een hunkering naar een leidend kunstbeginsel, waar aan in een zekere tijdsperiode alle kunsten zouden moeten voldoen en worden getoetst. Het ontbreken van een derge lijk beginsel zou de oorzaak van de huidige cultuurcrisis zijn. Mij lijkt het ontbreken van zo'n beginsel niet zo zeer een oorzaak, als wel het be langrijke feit dat we leidende beginselen definitief hebben leren wantrouwen. Want veel heil en zegen hebben ze de mensheid tot op heden niet ge schonken. Ellende daarente gen des te meer. Wie bereid is de beweging van De Stijl tot in haar uiterste consequenties te beschouwen, die staan in het Stedelijk en het Kröller-Mül ler verhelderende tentoonstel lingen ten dienste. GODERT VAN COLMJON Weersvooruitzichten voor de vakantielanden: Benelux, Noord-Frankrijk en Noord-Duitsland: wisselend bewolkt en nu en dan buien. Middagtemperatuur ongeveer 19 graden. éelgoed- en Blikmuseum, heet het nieuwste, vorige land geopende, museum in venter. Het is gevestigd in ie monumentale panden en dt de bezoeker een impo- ite collectie mechanisch en der speelgoed. Daarnaast is een verzameling „museale kverpakkingen" te zien, i is beschikbaar gesteld or de blikfabriek Thomas- en Drijver-Verblifa. Ie kijkt niet verliefd als hij, de etalage van een antiek- iuriosawinkel, een hoogbe- 'd koektrommeltje of krui- liersblik uit de vorige w ontwaart? Thomassen Drijver-Verblifa heeft in collectie een nagenoeg volledig overzicht van alles wat sinds het begin van de vorige eeuw met blik als ver pakkingsmateriaal is gedaan. En inderdaad: ook oma's koektrommeltje en dat cacao blikje van vroeger zijn hier te bewonderen. In „Deventer museumkrin gen" is men ingenomen met het „huwelijk" dat de ge meente in het nieuwe mu seum heeft gesloten met blik- gigant Thomassen en Drijver- Verblifa. Met hulp van TDV is het namelijk mogelijk de huur van het nieuwe pand op te brengen, maar los van die financiële noodzaak, is de blikcollectie schitterend mate riaal, die prima aansluit bij de speelgoedcollecties. ...geen droge opstelling van spulletjes achter glas Dat zelfs nu nog een deel van de collectie op zolders en in kelders opgeborgen blijft, komt eenvoudig door de grote hoeveelheid kostbaarheden en kostelijkheden die het mu- van de collectie, zal het tot seum in bezit heeft. omstreeks Pasen volgend jaar Vanwege de grootte van het duren voordat het Speelgoed- Midden-Frankrijk, Zuid- Duitsland, Alpenlanden: wis selend bewolkt, middagtem peratuur ongeveer 23 graden. Spanje, Portugal: zonnig met middagtemperatuur van 24 graden in het noorden tot 35 graden in het binnenland. In Spanje enkele onweersbuien. Italië, Balkanlanden: zonnig met middagtemperatuur van 30 tot 35 graden. In de middag mogelijk een onweersbui. en Blikmuseum zijn definitie ve inrichting heeft. Niettemin is het museum ook nu al te bezoeken. Omdat het tenslotte om een speelgoedmuseum gaat, is de directie tegen een droge op stelling van spulletjes achter glas. Men wil de bezoeker met zoveel mogelijk onderdelen van de collecties in contact brengen. Een goed voorbeeld daarvan is de zogeheten trei- nentafel, die het vroegere Speelgoedmuseum al in bezit had en die internationale ver maardheid geniet. Die trei- nentafel komt binnen enkele maanden weer in volle glorie terug in het nieuwe museum. Het Speelgoed- en Blikmu seum is gevestigd aan de Brink 47 in Deventer. De ope ningstijden zijn: zondag: 14.00 uur tot 17.00 nieuwe pand en de omvang uur; overige dagen: 10.00 uur tot 12.30 uur en 14.00 tot 17.00; maandag gesloten. De kleine moeite van het opgeven van een nieuwe abonnee wordt graag beloond met deze 24 karaats vergulde miniatuur balpen, die gehangen is aan een sierlijk kettinkje, van de Leidse Courant _als nieuwe abonnee Adres_ Postcode/Plaats Betaald wordt per maand (met automatische afschrijving) per kwartaal Stuur een miniatuur balpen naar: Naam Adres Plaats/Postcode_ Telefoon Stuur deze bon in open envelop - geen postzegel plakken - naar: Leidse Courant, Antwoordnummer 10070, 2300 VB Leiden. J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 7