Je waan en schoonheid
an de Hollandse Stijl
rjïï inT'-iLi
Mooi
mecgcn
Ia
•5" CeitLe Gomcmt
Antieke
koektrommeltjes
n Speelgoed-
n Blikmuseum
UNST
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 18 AUGUSTUS 1982 PAGINA 7
ïï/ali klaagt over
\rvalsing
KPIGNAN De Spaanse schilder Sai
lor Dali heeft in Frankrijk een aan-
cht ingediend wegens vervalsing van
i werk en zijn handtekening. Hij ont-
it dat 80 schilderijen die met zijn naam
ondertekend en in een Dali-expositie
'erpignan te bezichtigen zijn, door hem
vervaardigd.
enaar Peter Moore, voormalig secreta-
van Dali, beklemtoonde dat hij de be
dien stukken van prive-verzamelaars
[t gekocht. Hij zei te betreuren dat de
der wordende Dali een deel van zijn
rk verloochent."
Postume eer
STRATFORD-ON-AVON Voor een
Poolse pianist gaat de wensdroom om ooit
eens een rol te spelen in een stuk van Sha
kespeare postuum in vervulling. In een
toekomstige produktie van „Hamlet" zal
de Royal Shakespeare Company zijn sche
del gebruiken.
De pianist, André Tchaikowsky, overleed on
langs op 46-jarige leeftijd in Engeland. In ziin
testament stelde hij zijn schedel ter beschik
king aan het beroemde Engelse toneelgezel
schap in Shakespeares geboorteplaats Strat-
ford-on-Avon.
Na bij het ministerie van binnenlandse zakei)
geinformeerd te hebben of het niet alledaagse
aanbod in overeenstemming is met de wet,
overweegt het gezelschap de schedel te ge
bruiken in de grafscène.
Willem Duys stapt over naar
internationale tv
HILVERSUM Willen Duys heeft de
AVRO laten weten, dat hij stopt met zijn
radiowerk voor deze omroep. Zoals be
kend was het de bedoeling, dat Duys ook
in het komende winterseizoen het pro
gramma „Muziekmozaïek", dat hij al
meer dan twintig jaar heeft gepresen
teerd, zou gaan leiden.
Dit programma is door de uitbreiding van de
zendtijd van Veronica verhuisd van de zon
dagochtend op Hilversum 3 naar de zaterdag
ochtend op Hilversum 4. Duys ziet er nu ech
ter van af, omdat hij gaat werken voor een
internationale televisiemaatschappij. Hij blijft
wel zijn televisiewerk voor de AVRO doen:
het programma „Babbelonië", drie shows in
het begin van 1983 rond de verkeersveilig
heid en tenniscommentaar.
Beeldhouwers gebonden
en vrij in Kunstkring
DEN HAAG Paul van Vliet, buurtmeester van de Buurtschap
Centrum 2005, opent woensdag 25 augustus om 13.00 uur de
beeldhouwtentoonstelling „Gebonden en vrij" die van 25 augus
tus t/m 11 september wordt gehouden in het gebouw van de
Haagse Kunstkring aan de Denneweg. Twintig beweldhouwers
van de HKK laten iets zien van hun gebonden werk, dat wil
zeggen: werk gemaakt in opdracht. Bij een opdracht is de beeld
houwer gebonden aan praktische eisen zoals onderwerp, aanpas
sing bij omgeving of ruimte, grootte, wijze van uitvoering, het te
gebruiken materiaal en het beschikbare bedrag. De tentoonstel
ling toont dit aan met plastieken, modellen, maquettes, schetsen
en foto's. Bovendien wordt vrij werk geëxposeerd, vandaar de
titel „Gebonden en vrij" van deze expositie. De openingstijden
zijn van 10 tot 16 uur op dinsdag t/m zaterdag en op maandag
van 13 tot 16 uur.
Ollie B. Bommelfilm
volgend jaar in bios
NEDERHORST DEN BERG - De eerste avondvullende
Nederlandse animatiefilm "Bumble and Co" beleeft op
6 februari '83 zijn première. De hoofdrollen zijn voor
Ollie B. Bommel en Tom Poes, striphelden van Marten
Toonder. Veel meer kan er nog niet over worden mee
gedeeld, aldus producent Rob Houwer van de Verenig
de Nederlandse Film-Compagnie, die drie jaar geleden
met het idee kwam voor de film die thans voor Toon
der Studio's in Nederhorst Den Berg wordt geprodu
ceerd. Marten Toonder (70), die in Ierland woont en
werkt, tekent en schrijft de strips. Tom Poes kreeg al
voor de tweede wereldoorlog vorm en stem. Deze
hoofdfiguur werd in de loop der jaren overschaduwd
door Ollie B. Bommel. De letterkundige kwaliteiten
van Toonder zijn erkend, o.m. door zijn lidmaatschap
van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
it 4 oktober is in
t Stedelijk Mu-
iim in Amster-
m en het Mu-
jm Kröller-Mtil-
in Otterlo een
Dte overzichtten-
mstelling gewijd
n De Stijl de
ige collectieve
en tevens invloed
rijkste Nederland
se bijdrage aan de
internationale
kunstavant-garde.
Gelijktijdig met de
tentoonstelling
verscheen bij wijze
van catalogus een
lijvig boekwerk
over De Stijl, een
uitgave van de bei
de musea en uitge
verij Meulenhoff-
Landshoff, waarin
uiteenlopende as
pecten van De
Stijl-beweging
diepgaand worden
belicht. In onder
staand artikel
wordt ingegaan op
de belangrijkste
vormprincipes van
De Stijl en op de
voor- en tegens
van een leidend
collectiefbeginsel
in de westerse
kunst.
}t TERLO De belangrijkste
r lerlandse bijdrage aan de
lf rnationale kunstavant-gar-
ussen de beide wereldoor-
in is ongetwijfeld geleverd
r de beweging van De Stijl
- 7-1931). Onder deze strak-
benaming liet oprichter en
l redacteur Theo van Does-
:g een tijdschrift verschij-
i, waarin de theorieën en
rop gebaseerde schilderijen
ontwerpen werden afge-
-T ikt en krachtig gepropa-
rd. Dat De Stijl, vijftig jaar
haar officiële overlijden,
i; i worden beschouwd als
U samenhangende kunststro-
ng, danken we voorname-
aan de bladzijden van het
ijknamige tijdschrift. De
istenaarsgroep, voor korte-
s of langere tijd werkzaam
ier het verstilde vaandel
I De Stijl, bleek immers
en breukgevoelig en schis-
aiisch als de Nederlandse
^provincie zelf. In het ge-
htloze, streng geordende
-universum van primair
leurde rechthoeken en ho-
ntale en verticale lijnen
de geringste trilling vol-
nde om een ruimetewande-
van De Stijl voorgoed van
UT moederschip te verwijde-
Aan de oorspronkelijke
izontaal en verticaal ge-
ictureerde kosmos van De
kwam ideëel dan ook in
5 al een einde, toen Theo
Doesburg er zijn diagonale
sem door heen joeg.
de oprichting van De Stijl
n oktober 1917 werd een
7 ngroep gevormd door de
ilders Bart van der Leek en
t Mondriaan, de in ver-
Tillende disciplines werkza-
- kunstenaars Theo van
isburg en de naar ons land
migreerde Hongaar Vilmos
szar, en de architecten Ja-
us Johannes Pieter Oud en
Wils. Mondriaan en Van
TT. Leek, op dat moment bei-
in Laren wonend, onder-
lden al hechte vriendschap-
ijke betrekkingen. In Lei-
waarheen hij in 1915 was
huisd, ontmoettte Van
sburg de architecten Oud
Wils, alsmede de veelzijdige
tar. De kiemen voor de
ïdig ontluikende Stijl-be-
[ing waren door Van Does
burg al gelegd in 1912, in het
tijdschrift De Eenheid, waar
aan hij als kunstcriticus was
verbonden en waarin hij on
dermeer enthousiaste beschou
wingen had gewijd aan Mon-
driaans recente schilderijense
rie „Pier en oceaan". Het was
Mondriaans laatste interpreta
tie van de natuur het rit
misch bewegen van golven te
gen pier en kustlijn en te
vens eerste toepassing van
korte horizontale en verticale
lijnen. Met name die horizon
talen en verticalen hadden
Van Doesburgs bewondering
gewekt. Het werk van Van
der Leek had Van Doesburg
leren kennen op een expositie
in Den Haag in 1916. Van
Doesburg tot dan toe zelf
nog schilder in een weinig in
drukwekkend kubistisch idi
oom was verrukt geraakt
over de primaire rode, blau
we en gele kleurvlakken in
het werk van Van der Leek en
de daarin voorkomende geab
straheerde figuraties: scherp
gestileerde, aan de werkelijk
heid ontleende vormen, waar
onder menselijke gestalten. Bij
Mondriaan zowel als bij Van
der Leek herkende Van Does
burg zijn eigen streven naar
een nieuwe abstracte werke
lijkheid.
Theosfie
Mondriaan werkte in die da
gen al geheel zelfstandig aan
de ontwikkeling van zijn „ne-
oplasticisme", zijn „Nieuwe
Beelding". Daarmee beoogde
hij de creatie van een vol
maakt abstracte deeltaal, die
geen enkele relatie meer zou
onderhouden met de Waar
neembare werkelijkheid. Hij
werd in dat streven sterk be
ïnvloed door twee opstellen
van de theosoof dr.
M. H. J. Schoenmaekers:
„Het Nieuwe Wereldbeeld (ge
publiceerd in 1916) en Begin
selen der Beeldende Wiskunde
(1915). Schoenmaekers nam uit
de theosofie het denkbeeld
over. dat het wezen van de
realiteit kan worden uitge
drukt als een reeks tegenge
stelde krachten, en hij bena
drukte daarbij het belang van
de polariteit van horizontale
en verticale lijnen en van pri
maire kleuren. Verder meende
Schoenmaekers dat Het Nieu
we Wereldbeeld met
hoofdletters! „een contro
leerbare precisie, een bewust
doordringen van de werkelijk
heid en een nauwkeurige
schoonheid" bood. Van Does
burg, die geruime tijd met de
gedachte aan een nieuw tijd
schrift had rondgelopen, wist
Mondriaan, Van der Leek,
Oud en anderen voor zijn pro
ject te winnen, zij het met de
nodige reserves.
Aangemoedigd door Van
Doesburg begon Mondriaan
zijn denkbeelden over het neo-
plasticisme op te schrijven. Ze
verschenen in een artikelen
reeks in De Stijl onder de titel
„De Nieuwe Beelding in de
schilderkunst". In navolging
van Schoenmaekers en andere
theosofen Mondriaans moe
der was een toegewijde theoso-
fe, zijn vader een streng calvi
nist omschrijft Mondriaan
het neoplasticisme als „de ver
zoening van tegengestelde
krachten, die ten grondslag
liggen aan de opbouw van het
universum. Door de oplossing
van deze tegenstelling bereikt
het neoplasticistische kunst
werk een volmaakte harmonie
en vormt het de directe uit
drukking van het absolute, het
universele. De uitdrukking
van absolute harmonie wordt
bereikt door middel van de
opbouw, gebaseerd op even
wichtige verhoudingen, de
positie, afmeting en waarde
van de rechte lijn en het
rechthoekige (kleur)vlak".
In voorgaande definitie van de
„Nieuwe Beelding" zijn de be
langrijkste formele eisen van
De Stijl samengevat en be
vroeden we tevens speculatie
ve heilsverwachting van een
totalitaire harmonie, waarin
leven en kunst zijn versmolten
tot een onveranderlijke, stati
sche grootheid. Hoewel Mon
driaan zijn ideeën uitwerkte
met het oog op zijn eigen schil
derkunstige ontwikkeling,
bleek het concept van de
„Nieuwe Beelding" uitermate
geschikt om op alle voorko
mende kunstuitingen te wor
den toegepast. Werd Mondri
aan de belangrijkste theoreti
cus en dogmaticus van
De Stijl, Theo van Doesburg
zou zich opwerpen als de ijver
igste pleitbezorger voor de in
tegratie van schilderkunst, ar
chitectuur, muziek, literatuur
en toegepaste kunsten. Met
name de integratie van schil
derkunst en architectuur gaf
direct aanleiding tot onenig
heid tussen de architecten Oud
en Wils en de schilders Van
der Leek en Mondriaan. Van
der Leek voelde in het geheel
niets voor de ruimtelijke ver
taling van De Stijl-beginselen
in de architectuur, terwijl
Mondriaans strenge voorwaar
den een uitsluitend op het
gebruik van horizontalen en
verticalen gebaseerde verhou
dingskunst hem het ge
bruik van de diagonale lijn
verbood, waardoor Van der
Leek het dynamische element
in zijn werk zou moeten opge
ven. Van der Leek weigerde
daarom het eerste Stijl-mani
fest, gepubliceerd in het eerste
nummer van de tweede jaar
gang van De Stijl, te onderte
kenen.
Mondriaan daarentegen zag
wel degelijk mogelijkheden
om zijn principes in de archi-
„De kaartspelers" van Theo
schrift De Stijl.
tectuur tot uitdrukking te
brengen, maar dan wel strikt
volgens zijn schilderkunstige
opvattingen, dus met vero
nachtzaming van de functio
nele eisen die de architectuur
stelt. Oud wilde door een vin
dingrijke toepassing van mas-
saproduktie (deuren, ramen,
bakstenen, geprefabriceerd in
een zeer beperkt aantal stan
daardtypen en gecombineerd
met een stijl van gevarieerde
groeperingen van massa's) een
nieuwe vorm van stadsarchi
tectuur scheppen, die paste bij
het huidige industriële tijd
perk. Zijn toevoeging dat de
architectuur in tegenstelling
tot de schilderkunst een com
promis moest zijn tussen prak
tische noodzaak en creativiteit,
wees op zijn vroegtijdige onwil
de doelstellingen van een „zui
vere verhoudingskunst" zon
der meer te aanvaarden voor
de architectuur. De meest vol
maakte architectonische reali
sering van De Stijl-beginselen
vinden we dan ook niet in het
oeuvre van Oud, maar in dat
van Doesburg, oprichter en enige redacteur van het tijd-
Omslag van het maandblad De Stijl uit 1817.
van Gerrit Rietveld, die zich
eerst later bij De Stijl zou aan
sluiten.
Terecht betrekt H. L. C. Jaf-
fé in zijn inleiding in de
prachtig verzorgde en met tal
van interessante thematische
opstellen uitgeruste tentoon
stellingscatalogus het beperk
te, strenge vocabulair van De
Stijl op de puriteinse en calvi
nistische traditie in Nederland,
met zijn reducerende vermo
gen het maximale uit het mi
nimale te puren. Jaffé is daar
nog al enthousiast over. Het
feit, dat diezelfde levenshou
ding in de geschiedenis tal van
schraalhansen tot keuken
meester heeft bevorderd en
recentelijk nog is ontaard in
een verbeten rivaliteitsslag
met vrijwel alles wat dit pro
blematische bestaan nog enige
kleur en verlichting schenkt
(denk maar aan de cultus van
het eerlijke, onbespoten inte
rieur), deert hem kennelijk
niet. Maar een afdoende ver
klaring voor houding en doel
stellingen van De Stijl-groep
biedt het calvinisme zeker
niet. Daarvoor zijn de over
eenkomsten met de internatio
nale kunstavant-garde, het ge
zamenlijk optreden van groe
pen op grond van veelal uto
pistische waanideeën, te sterk.
De Stijl bewoog zich, hoewel
niet expliciet, wel degelijk in
de socialistische heilsstroom
naar een nieuwe mens, levend
in nieuwe harmonische ver
houdingen waarin de burger
lijk-kapitalistische tegenstel
lingen zouden zijn opgeheven.
De Stijl keerde zich met haar
abstracte, meetkundige vor
men en primaire kleuren te
gen het beeld van een tragi
sche, vitale mens, die vergeefs
vecht tegen zijn tekortkomin
gen, en tegen de indrukwek
kende individuele uitbuitingen
daarvan in de moderne kunst.
Aan de psychische en emotio
nele grootheden van de men
selijke soort hadden De Stijl
leden evenals hun geest
verwanten van het Russisch
constructivisme of het Ita
liaanse futurisme geen
boodschap. Een tweede, veel
betekenende voedingsbodem
voor het radicalisme van De
Stijl-opvattingen kan worden
gezocht in de Eerste Wereld
oorlog, als uitdrukking van
een mensheid, die tot weinig
anders dan tot chaos, vernieti
ging en wanhoop in staat was,
inclusief de kunsten die het tot
dan toe had voortgebracht.
Dat in haar uiterste conse
quenties De Stijl-creatie van
een universele harmonie tot
een weliswaar minder pijnlijk,
maar zeker niet minder on
aantrekkelijk wereldbeeld zou
leiden, kwam bij geen van de
leden en sympathisanten op.
De tentoonstelling, de grootste
sinds 30 jaar aan stijl gewijd, is
chronologisch verdeeld in
twee perioden en biedt de be
zoeker een unieke gelegenheid
om de belangrijkste voort
brengselen van de beweging
voor het eerst in een grote sa
menhang te bekijken. De pe
riode 1917-1922, te zien in het
Stedelijk Museum in Amster
dam is geconcentreerd rond de
picturale uitingen van De Stijl
(schilderijen en glas-in-loodra-
men en ontwerpen). De ruim
telijke ontwerpen (architec
tuur en meubels) krijgen in
het museum Kröller-Müller de
volle aandacht. Laatstgenoem
de expositie beslaat de periode
1923-1931, het tijdvak waarin
de meest representatieve Stijl
creaties tot stand kwamen. In
de schilderijen vallen direct de
onderlinge verschillen van De
Stijl-leden van het eerste uur
op. Het wordt in de zalen van
het Stedelijk duidelijk, dat de
kinderlijk-figuratieve uit
gangspunten in het werk van
Bart van der Leek uiteindelijk
onverenigbaar waren met de
streng-geometrische, maar
niettemin lichtwegende con
stellaties van Mondriaan, als
ook hoe beide elementen door
Van Doesburg worden nage
volgd, soms met een onmis
kenbaar persoonlijke kracht,
vaak ook op het klakkeloze af.
Ergens daar tussenin verhou
den zich de doeken van Vil
mos Huszar, met hun typisch
Slavisch-folkloristische voor
liefde voor de mechanische
dynamiek van het marionet
ten- en poppentheater.
Maar de volmaakte uitdruk
kingen van het Stijl-principe
vinden we ongetwijfeld in de
ruimtelijke ontwerpen in het
Kröller-Müljer. Daaruit blijkt
de geringe bruikbaarheid van
De Stijl als leidend beginsel
voor een geïntegreerde kunst.
Want hoewel Rietvelds be
roemde Schröder-huis in
Utrecht (1924) de praktische
vertaalbaarheid van het in
diezelfde tijd verschenen ar
chitectuur-manifest lijkt te de
monstreren, gaat het hier om
een onherhaalbaar incident,
waarin de geniale intuïtie van
de ambachtsman Rietveld de
architectuur in een wonderlijk
elegant lijnenspel heeft bevrijd
van de zwaartekracht. Zijn
woning is, evenals zijn fameu
ze stoel, een zwevende sculp
tuur geworden, even licht als
de maquètte die hij daarvoor
ontwierp (zijn meubels zijn
heel toepasselijk in witte zwe
vende bakken geplaatst). Maar
tegelijkertijd toont zijn Schrö
der-huis de onmogelijkheid
aan, dergelijke ontwerpen in
serie uit te voeren: ze bestaan
bij de soevereine gratie van
het eenmalige.
Om een soortgelijke reden
kunnen we de ontwerpen van
het duo Van Doesburg-Van
Eesteren bewonderen, met als
hoogtepunt het (uitgevoerde)
ontwerp voor het interieur
van Café Aubette in Straats
burg, waarin Van Doesburg de
diagonale lijn en daarmee het
formele einde van De Stijl in
troduceerde, hun magnifieke
ontwerp voor de universiteits
hal en hun modellen voor het
Maison Particulière en het
Maison d'Artiste.
De huidige belangstelling voor
de beweging van De Stijl heb
ik in diverse publikaties al in
verband zien gebracht met het
einde van de avant-garde in
de kunst, zoals maar half
wordt aangetoond, en, meer
nog, geprofeteerd in een arti
kelenreeks in het weekblad
Haagse Post. Nu heeft de Duit
se publicist Hans Magnus En-
zensberger in zijn bundel
„Einzelheiten" al overtuigend
aangetoond, dat zoiets als een
naoorlogse avant-garde in feite
niet bestaat. Los daarvan be
speur je in het bewenen van
een verloren avant- garde
vooral een hunkering naar een
leidend kunstbeginsel, waar
aan in een zekere tijdsperiode
alle kunsten zouden moeten
voldoen en worden getoetst.
Het ontbreken van een derge
lijk beginsel zou de oorzaak
van de huidige cultuurcrisis
zijn. Mij lijkt het ontbreken
van zo'n beginsel niet zo zeer
een oorzaak, als wel het be
langrijke feit dat we leidende
beginselen definitief hebben
leren wantrouwen. Want veel
heil en zegen hebben ze de
mensheid tot op heden niet ge
schonken. Ellende daarente
gen des te meer. Wie bereid is
de beweging van De Stijl tot in
haar uiterste consequenties te
beschouwen, die staan in het
Stedelijk en het Kröller-Mül
ler verhelderende tentoonstel
lingen ten dienste.
GODERT VAN COLMJON
Weersvooruitzichten voor de vakantielanden:
Benelux, Noord-Frankrijk en
Noord-Duitsland: wisselend
bewolkt en nu en dan buien.
Middagtemperatuur ongeveer
19 graden.
éelgoed- en Blikmuseum,
heet het nieuwste, vorige
land geopende, museum in
venter. Het is gevestigd in
ie monumentale panden en
dt de bezoeker een impo-
ite collectie mechanisch en
der speelgoed. Daarnaast is
een verzameling „museale
kverpakkingen" te zien,
i is beschikbaar gesteld
or de blikfabriek Thomas-
en Drijver-Verblifa.
Ie kijkt niet verliefd als hij,
de etalage van een antiek-
iuriosawinkel, een hoogbe-
'd koektrommeltje of krui-
liersblik uit de vorige
w ontwaart? Thomassen
Drijver-Verblifa heeft in
collectie een nagenoeg
volledig overzicht van alles
wat sinds het begin van de
vorige eeuw met blik als ver
pakkingsmateriaal is gedaan.
En inderdaad: ook oma's
koektrommeltje en dat cacao
blikje van vroeger zijn hier te
bewonderen.
In „Deventer museumkrin
gen" is men ingenomen met
het „huwelijk" dat de ge
meente in het nieuwe mu
seum heeft gesloten met blik-
gigant Thomassen en Drijver-
Verblifa. Met hulp van TDV
is het namelijk mogelijk de
huur van het nieuwe pand op
te brengen, maar los van die
financiële noodzaak, is de
blikcollectie schitterend mate
riaal, die prima aansluit bij de
speelgoedcollecties.
...geen droge opstelling van spulletjes achter glas
Dat zelfs nu nog een deel van
de collectie op zolders en in
kelders opgeborgen blijft,
komt eenvoudig door de grote
hoeveelheid kostbaarheden
en kostelijkheden die het mu- van de collectie, zal het tot
seum in bezit heeft. omstreeks Pasen volgend jaar
Vanwege de grootte van het duren voordat het Speelgoed-
Midden-Frankrijk, Zuid-
Duitsland, Alpenlanden: wis
selend bewolkt, middagtem
peratuur ongeveer 23 graden.
Spanje, Portugal: zonnig met
middagtemperatuur van 24
graden in het noorden tot 35
graden in het binnenland. In
Spanje enkele onweersbuien.
Italië, Balkanlanden: zonnig
met middagtemperatuur van
30 tot 35 graden. In de middag
mogelijk een onweersbui.
en Blikmuseum zijn definitie
ve inrichting heeft. Niettemin
is het museum ook nu al te
bezoeken.
Omdat het tenslotte om een
speelgoedmuseum gaat, is de
directie tegen een droge op
stelling van spulletjes achter
glas. Men wil de bezoeker met
zoveel mogelijk onderdelen
van de collecties in contact
brengen. Een goed voorbeeld
daarvan is de zogeheten trei-
nentafel, die het vroegere
Speelgoedmuseum al in bezit
had en die internationale ver
maardheid geniet. Die trei-
nentafel komt binnen enkele
maanden weer in volle glorie
terug in het nieuwe museum.
Het Speelgoed- en Blikmu
seum is gevestigd aan de
Brink 47 in Deventer. De ope
ningstijden zijn:
zondag: 14.00 uur tot 17.00
nieuwe pand en de omvang uur;
overige dagen: 10.00 uur tot
12.30 uur en 14.00 tot 17.00;
maandag gesloten.
De kleine moeite van het opgeven
van een nieuwe abonnee wordt
graag beloond met deze 24
karaats vergulde miniatuur
balpen, die gehangen is aan
een sierlijk kettinkje,
van de Leidse Courant
_als nieuwe abonnee
Adres_
Postcode/Plaats
Betaald wordt per maand (met automatische afschrijving)
per kwartaal
Stuur een miniatuur balpen naar:
Naam
Adres
Plaats/Postcode_
Telefoon
Stuur deze bon in open envelop - geen postzegel plakken -
naar: Leidse Courant, Antwoordnummer 10070,
2300 VB Leiden.
J