Opgezwollen gezichten van Verbrande kiannen staan in ijn geheugen ;egrift" terugblik op Falkland-oorlog ORLOGS-CORRESPONDENT 'VERFALKLANDS: m |§|ljPf i iSwSff Belgen zien graag bloed aan verwanten ZATERDAG 17 JULI 1982 Engelse verslaggever Gareth Par- die voor The Guardian is meege- $d met de Engelse vloot en ook >r ons blad verslag heeft gedaan i de oorlog om de Falkland Eilan- i, vertelt, teruggekeerd in Londen, inderstaand verslag hoe hij de gru- [ijke oorlog heeft ervaren. Parry fjint zijn verhaal op het moment dat aan land gaat op de Falklanden. ongelooflijke moed en de profes sionele manier waarop de manschap pen te werk gingen hebben diepe in druk op hem gemaakt, maar de opge zwollen gezichten van de mannen met ernstige brandwonden en de schreeuwen diep in de nacht zullen hem bijblijven zo lang hij leeft. En dat wil hij ook, want dat was de prijs die voor de overwinning betaald moest worden. NDEN Ervan overtuigd ik mijn geluk al te zeer op proef zou stellen als ik nog iger aan boord bleef van k munitieschip dat voor de a it van de Falkland Eilan- fi lag en constant werd ge- ■mbardeerd, besloot ik, na dagen op zee, te kiezen ^>r vaste grond onder de gfeten. Met een helicopter %d ik afgezet bij de baai Carlos. Voor het eerst t'ds de Engelse vloot begin 1,-il de haven van Ports- uth verliet, rook ik weer zag ik kinderen spelen herdershonden rondsprin- i. Maar zelfs de honden ken een gevaar, want ze ren besmet met een virus t voorkomt in de plaatselij- stroompjes. Hier kwam ik iter pas achter, toen een i de militairen zag dat ik hond stond te aaien. De in was een officier die ik d leren kennen* op het egdekschip Invincible. Hij inde zich ontsteld over mijn iding en vroeg zich af waar- b ik van de marine geen pciale kleding tegen de kou d gekregen. „In deze kleren erleef je hier nooit", zei hij. droeg een spijkerbroek, een terdicht jack en mijn schoe- n zaten helemaal onder de idder. vriend maakte deel uit van de Dene Dood een goedbedoelde laam voor de keurtroepen die luid in camouflagepakken hun rk doen en nam me mee naar basis. Uit een afgelegen, wit childerd huisje kwam de geur i gebraden gans me tegemoet en tseling realiseerde ik me, dat ik een paar dagen niet meer goed 1 gegeten. Die nacht sliep ik in- lemd tussen de slaapzakken van mannen die tot diep in de nacht ven filosoferen over oorlog, poë- en de laatste boeken, de kleine uurtjes begon ik te ppertanden van de kou. Het fvuurtje, waarboven de gans gebraden, was zo goed als uit. ïoedzaam sloop ik tussen de her der over de grond liggende ipzakken door. Ik paste er wel >r op dat ik niemand wakker liet rikken, want een lid van de oene Dood schrikt er zelfs niet >r terug een vliegende vleermuis kop af te bijten. Ik liep naar de iken, waar temidden van potten pannen de legerradio stond en i nog net een Argentijns bericht 'angen dat de vijand ons huisje 1 opgemerkt en op het punt nd een aanval te beginnen. De Jende mariniers werden voor- ntig wakker geschud. Maar na e te hebben gezet in een gra- ithuls doken ze opnieuw in hun apzakken. „Slaap, weet je", zei i filosofisch aangelegde Schotse geant, „is een van Gods mooiste 'en en daar moet je, wanneer je ar kan, gebruik van maken". een van mijn persoonlijke esca pes om wat extra kleding te pak- p te krijgen, stak ik met mijn Jberbootje de baai van San Car- over naar Blue Beach Two, nt daar zou een hele stapel kle- liggen. Een paar keer scheelde niet veel of ik voer tegen de [epen aan die voor de kust voor ker lagen en vaak vloog ik Iet- lijk een eindje door de lucht als in het kielzog van andere door het water scherende bootjes terecht kwam. Na veel zoeken vond ik ein delijk de pier en een stem uit het donker zei: „Wachtwoord?". Ik ant woordde nogal zwakjes: „Sorry, maar dat weet ik niet". Ik hoorde dat de wacht zijn machinegeweer op scherp zette en verstijfde van angst. „Wie ben je dan?", vroeg hij. „Oh, van The Guardian. Die leest mijn vader ook. Luister, het wacht woord van vanavond is „Open Huis". Ik zeg „Open" en dan moet jij „Huis" zeggen. Oh nee, het is an dersom. En dan zeg ik, kom maar naar voren vriend en maak je be kend. Okee?". Ik bedankte hem en ging veder op zoek naar kleding. Maar er lagen geen kleren op Blue Beach Two, dus keerde ik onver richter zake terug. De sfeer onder de Britse militairen was hovenal kameraadschappelijk, maar naarmate de weken maanden •werden, begonnen spanning en vermoeidheid hun tol te eisen. Toen ik nog op de Invincible ver bleef, zat ik samen met een paar andere mariniers in een afgesloten compartiment toen het schip werd aangevallen. Hoewel we altijd re kening hielden met aanvallen, schrokken we steeds weer van het alarm. We zaten vele meters onder de waterlijn, er stellig van over tuigd dat ons compartiment elk moment onder water kon lopen of in honderdduizend stukjes uit el kaar kon springen. Een jonge ma troos naast me hield in zijn hand een foto van een jonge vrouw met een baby in haar armen. Hij huilde. Toen ik dit later in een van mijn verslagen vermeldde, zei de officier die mijn verhalen censureerde: „Ik geloof dit niet". Het was de enige keer dat ik hoorde dat iemand van leugens werd beticht. Over het al gemeen werden de oorlogscorres pondenten zeer hoffelijk en vrien delijk behandeld. Geen extra toelage De houding van sommige marine officieren jegens hun mannen was soms echter wel verrassend. Toen de zeer impopulaire beslissing be kend werd dat de mariniers geen extra toelage zouden krijgen omdat ze nergens aan land gingen, zei een commandant: „Ze mogen blij zijn dat ze nog een vaste baan hebben en niet werkloos thuis zitten". De verhouding tussen officieren en troepen van de landmacht was daarentegen veel beter. Iedereen groef zijn eigen schuttersputje en de grootste misdaad was om de pri vacy te verstoren in de modderga ten waar de eigenaar, in elkaar ge doken als een kikker, zat te wach ten op de dingen die komen gin gen. Aan land werd voor een luchtaan val gewaarschuwd met een fluitje en het schreeuwen van: „Waar schuwing luchtaanval rood". In een mum van tijd had iedereen dek king gezocht en was het muisstil Na een tijdje stak iemand dan zijn hoofd omhoog en vroeg: „Is het aï weer geel?". Geel betekende dat al les veilig was. Maar de vraag werd vaak verkeerd verstaan en dan werd ten onrichte „geel" doorgege ven. En als de mannen dan uit hun loopgraven klauterden, riep ie mand plotseling weer: „Het is ver domme nog steeds rood!", waarmee het hele krankzinnige schouwspel opnieuw begon. Het leven aan boord van de Invin cible was veel formeler en gedisci- plineerder. De dag begon vier uur voor zonsopgang met een gebed door de scheepspriester via de in tercom. Ik herinner me nog goed de dag na het zinken van de Shef field toen de „bezorgdheid" zoals de marine „angst" zo mooi om schrijft, bijzonder groot was. Na een toespraakje van de kapitein over de „interessante dag die voor ons ligt en voor ons allen een uit daging betekent" begon de aalmoe- zenier met een speciaal gebed voor „diegenen van ons die vandaag zul len sterven". Tot dat moment wa ren de matrozen geforceerd vrolijk geweest. Maar de moraal zonk net zo plotseling als sommige van onze schepen. De priester heeft dat ge bed nooit meer gebruikt. Aanhoudende verschrik king Bij de presentatie van de Falkland- oorlog aan het thuisfront is de grootste voorzichtigheid betracht. Terecht, meen ik, omwille van de nabestaanden. Maar de opgezwol len gezichten van de ernstig ver brande mannen, het geschreeuw in de nacht uit de slaapzalen die wa ren ingericht voor de slachtoffers, het zijn herinneringen die bij de mensen die het gehoord en gezien hebben voor altijd in het geheugen staan gegrift. En zo hoort het ook te zijn, want dit was de prijs die moest worden betaald voor een overwinning in een bloederige oor log. „Oorlogsophitsers en mensen die genieten van dood en verwoesting zijn hier niet welkom", stond er op een bordje boven de deur van een compartiment. In tegenstelling tot in de bars en café's in Engeland Na het zinken van de zwaar gehavende Sheffield zakte het moraal en sloop angst in de Britse gelederen. moest men hier maar weinig heb ben van roem die tegen zo'n prijs was behaald. Zelfs doorgewinterde officieren zeiden dat ze nooit wil den terugkeren naar Goose Green, het gehucht waar binnen enkele uren tijd driehonderd man om het leven kwam. De aanblik na afloop van die aanval was verschrikkelijk. Overal lagen lijken. Op sommige plekken stond een geweer rechtop in de modder met over de loop een helm om aan te geven dat hier ie mand was gesneuveld. Dagen later maakten Argentijnse gevangenen de ronde langs de loopgraven van hun gevallen kameraden die ze bij de benen uit de moddergaten trok ken en op een tractor gooiden. Bij na overal lagen afgerukte ledema ten. Een massagraf op een heuvel met uitzicht over Darwin, op slechts drie kilometer afstand van Goose Green, waar de lichamen na een korte dienst door een Engelse en een Argentijnse priester werden begraven, was op zich een aanhou dende verschrikking. Naarmate de dagen verstreken en het water be gon te stijgen, begonnen de licha men die in groene poncho's waren gepakt, te drijven. Alleen aan de uitstekende laarzen kon je nog zien dat deze meelijwekkende bundels eens mensen waren geweest. Napalm Op de landingsbaan van Goose Green lagen enorme hoeveelheden napalm opgeslagen, een van de meest gevreesde wapens in een mo derne oorlog. Engeland had inge stemd nooit tot gebruik van napalm over te gaan, maar de Argentijnen leken iets anders van plan te zijn geweest. Sommige officieren zeiden ontsteld te zijn over de hoeveelheid napalm en zeiden dat de oorlog heel anders afgelopen zou zijn als de Argentijnen het tegen onze troe pen hadden gebruikt. Maar zelfs zonder napalm waren de brandwonden al de meest voorko mende en de verschrikkelijkste verwondingen. Je kon al op een af stand zien of mensen brandwonden hadden opgelopen, want dan liepen ze vaak met hun handen te wappe ren in een poging de brandende huid wat verkoeling te geven. Mili tairen met brandwonden kregen speciale plastic zakken die ze over hun handen moesten dragen. De zakken waren gevuld met poeder die de pijn enigszins verzachtte, in fectie voorkwam en genezing be vorderde. Maar voor de mannen die letterlijk waren gevild door de explosie, restte slechts de ontsnap ping aan de helse pijnen door mor fine. Er waren overlevenden die een vrolijke en heldere indruk maak ten als ze wakker waren, maar het in hun slaap plotseling uitgilden. Ik heb een nacht doorgebracht in een ziekenboeg. Een van de gewonden gaf in zijn slaap een gil, waarmee hij een waanzinnige kettingreactie in gang zette bij de anderen die al lemaal in paniek wakker werden. Degenen die nog het best opgewas sen leken tegen de oorlogsverschik kingen waren de Falklanders. Vaak verrichtten ze hun dagelijkse bezigheden alsof de troepen om hen heen niet bestonden. In Port San Carlos staat een huis dat nor maal door schaapscheerders wordt gebruikt, maar dat tijdens de ge vechten in gebruik was genomen als opvang voor slachtoffers. Op de keukentafel, waarop operaties wer den verricht, lagen instrumenten, medicamenten en verbandmidde len. In de kamer naast de keuken hing een portret van de Engelse koningin en haar echtgenoot en in de kamer daarnaast zat een Falk- land-gezin met smaak lamskotele tjes te verorberen. Schrijnend aandenken Al met al heeft de ongelooflijke moed en de professionele manier waarop de soldaten hun werk de den een enorme indruk op me ge maakt. Zoals een matroos zei: „We hebben jarenlang vrede gehad en zijn in alle mooie delen van de we reld geweest. Nu doen we gewoon waar we al die tijd voor betaald zijn. Maar hoewel we opgeleid zijn om te vechten, had men ons nooit kunnen voorbereiden op de ver schrikkelijke dingen die we hebben gezien". Zelf heb ik van de Falkland Eilan den een klein, maar schrijnend aandenken meegebracht dat herin nert aan het menselijk verdriet dat onvermijdelijk volgt na een oorlog. In Goose Green kreeg ik een broek uit een stapel Argentijnse kleren die in een huis was achtergelaten. In een van de zakken vond ik een gladde zilveren trouwring met in het Spaans de inscriptie: „Voor mijn liefste". Ik zal de ring naar een pater in Buenos Aires sturen wiens adres ik heb gekregen. Of de eigenaar van de ring veilig is te ruggekeerd, zal ik waarschijnlijk nooit weten. GARETH PARRY (Copyright The Guardian). Nu mijn drieweekse verlof gedaan is, wil ik, gelijk vorig jaar, bijpraten over hetgeen tijdens mijn afwezig heid in België is voorgevallen en waarvan u dus onkundig bent. Op het gebied van de voor dit land kenmerkende familiedrama 's is een redelijk gemiddelde aangehouden. In de gazetten die ik heb nagezien, telde ik er zes. Bij vijf ervan was het de fameuze long rifle waarmee al dan niet slapende echtelingen, zonen en broers uit de droom van het Vlaamse gezinsideaal werden geholpen. Eenmaal was het een ha mer die het aangezicht van moeder dodelijk deukte. Opmerkelijk veel Belgen zien graag bloed aan ver wanten. „Leegloper doet toogvriendin dood", las ik ook ergens. De 24-jari- ge sjanfoeter een pintelier zon der gekende bestaansmiddelen had de ganse avond aan de schenk- bank zitten heffen, toen zijn dubbel zo oude lief hem met haar affron ten buiten zinnen bracht Het par ket stapte ter plaatse af. In de criminele sfeer is verder de overval vermeldenswaard van zes kerels op een druk beklant spijs huis te Genval. Het ganse cliënteel moest alle geldbeugels en brieven tassen afgeven aan het krapuul. Een ontdane uitbaatster verklaarde na afloop: „De verbouweratie was compleet Wie verwacht zich nou aan een hold-up als hij gezellig op restaurant gaat?". Onder de hoofding „Ambtelijke misdrijven" zijn negen topbedien- den van Vlaams gemeenschapsmi nister Akkermans onder aanhou dingsmandaat geplaatst. Zij stonden al geruime tijd in nauwe schoentjes, want hun gefoefel met gewestplan nen was voor een jaar reeds aan het klokzeel gehangen. Kortelings nochtans heeft de procureur des konings ze nog eens op het rooster gelegd, waarna ze formeel in be tichting konden worden gesteld. Ze zijn dan seffens ook voor de kamer van inbeschuldigingstelling van de correctionele rechtbank geleid. Onschuldiger was een ontvoering in het Luikse, waar een kinesist ge waar werd hoe drie mannen een vierde in de koffer van een luxe voituur opsloten en wegholden. Toen de verwittigde zwaantjes van de rijkswacht de auto hadden ge klist, bleek het tot hun verpaffing om een ministeriële A-wagen te gaan, gevoerd door een geleider van Kamervoorzitter Defraigne, de Belgische Dolman zogezegd. De chauffeur had die ochtend een aar dig geklop gehoord bij het achter wiel (kwestie van de amortisseur vermoedelijk) en was ermee langs de verdeler gereden. Daar volgde een testrit met drie garagisten, waarvan er een in het valies kroop om het euvel op te sporen. Een gedurfde autoroof had plaats in West-Vlaanderen. Daar sloeg in een staminee op den buiten een zwaarmoedige zonneklopper de hand aan zichzelf. Toen de broe ders van de dienst 900 de uitbating betraden, vluchtte de patiënt plots langs een geopend blaffetuur naar de baan, waar hij er met de ambu lance van door ging. Analyse van de bloedsporen wees een hoog to maatgehalte uit. Over fruit gesproken, de Belg Chris Vangertruiden gaat de we reld veroveren met de in smout ge bakken appelchip, die loosweg ge lijkt op de gewone patatochip, maar zich frisser en zonder zout laat de- gusteren. Aan slimmerikken trouwens geen gebrek hier. Orchideeënkweker Jan uit Overijsse heeft zijn eigen zonne-energie op punt gesteld met behulp van in de gebuurt ruim voorhanden kasseien. Juist toen de mazoutcrisis Jan naar de OMCW dreigde af te voeren, viel het hem na een fel zomertempeest op, dat het water op de straatstenen zo snel verdampte. Thans bespaart hij 70 tenhonderd op de chauffagekost dankzij 50 ton gebroken kasseien die hij in de bodem heeft gestoken en waardoor hij warme lucht uit de met aluminiumfolie en plexiglas gefabrikeerde nok van de serre re toucheert. Vorsers van de Vrije Universiteit Brussel heben dit stuk je piloottechnologie met een half miljoen frank betoelaagd. Op politiek vlak valt te melden dat tijdens het grote energiedebat in de Kamer van Volksvertegenwoordi gers er omzeggens geen palavers zijn geweest over de atoomfabrie- ken die zullen worden ingeplant, maar des te meer over de kolen centrale die niet in Wallonië maar in Vlaanderen gaat komen en die daarenboven louter met Neder landstalige kolen uit de Kempense zetels gaat worden bedeeld. Tenslotte een nuttige wenk voor autodievewn. Vermits zij aan de Belgische kust een ware plaag vor men, heeft de rijkswacht beslist tot een bewustmakingsactie. De geüni formeerde pakkemannen zullen voortaan een schriftelijke waar schuwing steken onder de ruiteve- ger van auto's die niet slotvast zijn of waarin waardevolle voorwerpen liggen uitgestald. Achterduimse schammeteerders gaan dus in een oogpink kunnen zien waar er wat te poteren valt. De beste Belgen moppen zijn toch de waar gebeur de. MARC DE KONICK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 15