fiARÏA PALEDA
£eidóe@owtmd
.lorrie Vonk en Wim Kan waren
bdjes op een gouden troon,
liaar voor mij waren het schatjes"
Joop Paleda heeft dromerig meege
luisterd; de witte dauw van zijn pils
ligt al geruime tijd op zijn bovenlip.
„Ik heb wel eens een mop aan Kan
verkocht", zegt hij zacht, „daar
kreeg ik dan vijf gulden voor. Ik
wilde er zelf niks voor hebben.
Maar Miepie zei: ..Die mensen ver
dienen genoeg", en stond er op, dat
er betaald werd".
Hij glimlacht betrapt als ze hem
vervolgens dwingt om die grap
over Holland-België nog eens te
vertellen. „Dat is leuk voor het
verhaal", zegt ze, „meneer zit hier
ook niet om vliegen te vangen".
Uit voorzorg zet hij eerst een ge
luiddemper op zijn mond en dan
pas durft hij mompelend te begin
nen: „Holland speelde tegen België
en won met vier-een. Maar die
wedstrijd kwam in België niet op
de televisie, want daar wisten ze
van tevoren al dat ze zouden ver
liezen. Nou ik hem weer vertel,
vind ik hem eigenlijk helemaal
niet zo geestig. Meneer Kan twijfel
de indertijd ook al aan het succes,
herinner ik me. Hij zei: „Jij zit van
avond in de zaal heb ik gehoord.
Als ik jouw mop vertel en er wordt
niet gelachen, roep ik: Die was ook
niet van mij, maar van die meneer
daar op de tweede rij".
Mevrouw Paleda kijkt hem bewon
derend aan en zegt: „Joop maakt
ook prachtige verzen. Die zijn nou
echt om bij te janken".
Hij wuift het compliment meteen
zijn lege glas in en zegt: „Ach, ik
krijg wel wat op papier. Maar wat
stelt het nou voor? Als Bloem iets
schreef was het meteen een ge
dicht. Maar ik ben geen dichter, ik
ben mijn leven lang typograaf ge
weest. En daarom maak ik ulevel
len-rijmen".
Zijn vrouw schudt vertoornd het
hoofd en roept: „Weet je dat ik een
beetje beroerd word van die be
scheidenheid van je. Als Kan zo
had geredeneerd had hij niks be
reikt. Geloof dat maar van me. Zal
ik je eens wat vertellen: zonder ij-
delheid bereik je in dit leven niks".
Ze kijkt opzij naar de gast en zegt:
„En ijdel zijn ze meneer. Dat kunt
U van me aannemen. En jaloers
ook. Als in het theater de telefoon
ging riep Corrie gelijk: „Pak jij
hem maar Wim. Dan kun je weer 's
horen, hoe goed je bent".
„Toch is Corrie een mieters mens.
Ik speelde vaak tijdens de voorstel
ling een spelletje met haar. Want zo
veel had ze nou ook weer niet te
doen. Op een avond had ik weer
wat nieuws. „Ik zeg een zin", legde
ik haar uit, „en dan roept U: Dat
zei mijn man vannacht ook. Corrie
kijkt me aan en schreeuwt: Vuilak.
Hoe kom je aan zulke smerige ge
dachten?".
„Hoe ik er aan kom is niet belang
rijk, mevrouw Kan", zei ik, „maar
hoe kom ik er af? Gelukkig ben ik
katholiek. Want als ik zaterdag ge
biecht heb ben ik weer lelieblank".
Ring van ABC
„Om zulke antwoorden kon Corrie
hartelijk lachen. Ze bleef welis
waar roepen, dat ik een brutaal
wijf was. Maar toen ik weg ging
kreeg ik wél een prachtige ring
van ze met daarin gegraveerd
„ABC". Zo heet het gezelschap,
weet U wel".
„En Wim heeft eens geroepen: „Ik
wou dat ik het talent had van Top
Naeff. Dan zou ik een prachtig
boek over U schrijven".
„Dat is niet nodig", heb ik hem ge
zegd, „ik zou het al heel mooi vin
den als u mijn naam voortaan in
het programmaboekje laat druk
ken. Ik werk me rot van 's avonds
zeven uur tot ver na middernacht
Maar nergens heb ik de naam kun
nen ontdekken van de vrouw, die
al die schitterende kostuums heeft
ontworpen".
„Ik zei dat met groot lef. Maar het
hielp. In het programmaboekje van
„De kat van huis" stond keurig:
kostuums ontworpen en vervaar
digd door Maria Paleda".
„Dat ben ik dus. Maar jij mag me
Miepie noemen hoor. Dat zeggen ze
allemaal".
LEO THURING
Foto's: CEES VERKERK
ZATERDAG 17 JULI1982
83#nij is er een kleedster geko-
die bij Cilly Wang had ge-
jt. „Hoe is ze?", vroeg ik aan
'9,van de medewerkers, die ik
'"0Jllig ergens in Amsterdam te
llet lijf liep, „bevalt ze een
„Miepie", zegt-ie, „breek
Ie bek niet open. Ze kan niet
behoorlijk strijken. Sterker
i~R0ze kan helemaal niks". Ik
chi. het heel prettig om dat te ho-
nig verhaal
imlacht koket en komt daarna
zake: „Nu wil jij natuurlijk
ie weten hoe ik bij Wim Kan
it ben gekomen. Ik kan me
ijk niet voorstellen, dat je he-
naar Amsterdam bent gere-
i te horen hoe Miepie zich in
•lstoel voelt. Ik kan je overi-
.'ggen, dat Miepie zich uiter-
rot voelt. Maar daar hebben
iBffjezers geen boodschap aan. En
jit. Want Miepie an sich is niet
het. Miepie", vraagt hij, als
lepel voor het eerst naar haar
1TERDAM Omdat
Paleda de wind niet
rouwt die baldadig
dom het verzorgings
tas Slotervaart blaast,
:t hij besloten ditmaal
met zijn vrouw een
Ije te gaan rijden
r de rolstoel gelijk op
mooi plekje in de
ersatiezaal te parke-
Bij het raam was nog
tafeltje vrij. En daar
in ze nu. Hij aan het
d met een pilsje met
puike manchet van
wje vingers dik. En Ma
li achter een advocaatje.
brdoor het er waar-
"Uig op lijkt, alsof ze
te vieren hebben.
i
direct door haar afgestraft
Iu'rten dodelijke blik, die hem be-
r \md het hoofd doet afwenden
dki richting van de tuin. Onbe-
ikrflijk, want hij is toch lang ge-
met haar getrouwd om te we-
tor^vje van hen tweeën het com-
in1o voert. En in dat rollenspel
n>ok na de attaque, die ze op
,'n3 Donderdag kreeg, geen wijzi-
igejn aangebracht.
verzorgingstehuis is gebouwd
n verre, cleane buitenwijk van
JO.terdam en is kortgeleden offi-
i (2geopend door de koningin. In
•nl^l liggen nu de foto's ter inza
ge toen genomen zijn. Het ge-
"Ade moment, waarop de vor-
j^j zich glimlachend voorover
lrJnaar Maria Paleda en vroeg of
wat naar haar zin had, moet daar
itgjok bij zijn.
ïnnjreeg gelijk een verschrikkelij-
,geijilbui", bekent ze. „Dat schijnt
"liijn ziekteproces te horen. Ik
Ie vroeger nooit. Maar sinds ik
■ben kunnen ze blijven dwei-
■k ben zo sentimenteel als een
aap geworden".
eet je hoe dat komt? Omdat
n vrijheid kwijt ben. Dat is
•gste wat een mens kan over-
•n. Ik ben altijd een zelfstan-
pe geweest. Vraag dat maar
a. En daarom kan ik het niet
n, dat ze me opeens als een
mnindig kind behandelen. Omdat
'aju toevallig aan de linkerkant
ftnd ben en mijn plas niet kan
_Aiden, wordt er van me ver
hit dat ik op alles ja en amen
Wtn daar pas ik voor. Als ik op
f piddag niet wil eten is dat toch
0è mijn zaak. Daar wordt thuis
2iiks van gezegd. Maar als je
;je bordje niét leeg eet is het
èn: Was het niet naar uw zin,
fouw Paleda?".
ijkt naar haar linkerhand, die
fen uitgeteld in haar schoot
^Tegelijk bet ze met een zak-
de tranen in haar ogen. „Dat
K zo'n kwaal, waar je op je vie-
ichtigste rekening mee moet
bn", zegt ze hoofdschuddend,
inlitige ogen. Gisteren vroeg een
Wtje in de gang aan me: „Hebt
göis verdriet?". „Hoezo?", vraag
S59>g. ofschoon ik dacht: Mens,
bemoei je je eigenlijk mee? Ik
||||t jou toch ook niks". „Nou",
„u hebt de hele dag van die
^ige ogen". Zou je d'r niet",
jpt van haar advocaat en zegt:
rie Vonk zei vaak tegen me:
intent een brutaal wijf". En ge-
(enflad ze. Want ik laat me niks
in. Corrie en Wim waren god-
gfiprwende kinderen op een gou-
Iroon. En geen mens durfde ze
3-d te spreken. Maar ik was aan
3l|twee gewaagd. „Mevrouw
c|, heb ik op een avond gezegd,
r pareet waar u op uit bent. Maar
ir. |1 u nu alvast uit de droom hel-
luxjDe dag, waarop »i over me
Mlopen, zult u niet beleven",
zo'n opmerking werd door
gepikt, omdat er op mijn
niks viel aan te merken. Ik
in vijf shows voor Kan ge
en in die tijd lagen de kos-
elke avond piekfijn klaar in
D jeedkamers. Daar hield ik van;
^as mijn eer te na. Bij mij moet
kraakhelder en in de plooi
Attaque velde
kleedster
van het
ABC-Cabaret
„Wim is fijn
beschaafd
en Corrie
grof geestig"
„Ik heb altijd mijn kleren zelf ge
maakt. En dat was ook de reden
waarom ik bij Kan terecht ben ge
komen. Een kennis van pa, die met
zijn vrouw een zangduo had, zei:
„Paleda, bij Kan zoeken ze een
kleedster. Nou weet ik toevallig,
dat jouw Miepie handig is met
naald en draad. En daarom zit ik
aan haar te denken". Weet je het
nog pa? Op een avond kwam je te
rug van je kaartavondje en toen
heb je het tegen me gezegd".
Aan de overkant van de tafel ver
slikt Joop Paleda zich op dat mo
ment uitvoerig in zijn pilsje. „Mie
pie", roept hij, „hoe vaak moet ik je
dat nou nog zeggen. Ik kwam niet
van een kaartavondje thuis. Ik had
gebridged. En dat is heel wat an
ders".
Ze K'jkt hem aan met de milde blik
van een moeder, die getuige is van
het eerste boertje van haar kind.
„Je hoort het", zegt ze, „pa kwam
v^n bridgen en zei: „Jij kunt kleed
ster worden bij Kan". Op dat mo
ment had ik nog geen flauw benul
van wat je voor zo'n baan in je
mars moet hebben. En dat heb ik
ook eerlijk gezegd tegen meneer
Sax, die toen de impresario van
Kan was. Impresario's zijn heel
aparte mensen. Die zijn kei en kei
hard en gaan over lijken. Als je
daar gevoelig voor bent, zo'n type
tje, waarbij de waterlanders wat los
zitten, ga je er bij dat soort gega
randeerd onderdoor".
„Corrie had er trouwens ook een
handje van om mensen op hun
nummer te zetten. Als ze je niet
mocht kon je beter gelijk je bullen
pakken en de straat op rennen. Oh,
oh, wat kon die venijnig uit de
hoek komen".
„Tussen ons zat het gelukkig goed
en ik heb dan ook nooit een centje
pijn met d'r gehad. Maar de meis
jes, die bij Kan in het voorpro
gramma optraden, hadden het vaak
heel moeilijk met haar".
„Hoe zal ik dat nou 's fijntjes aan je
uitleggen. Ik voel er namelijk niks
voor om over Corrie en Wim te
gaan roddelen. Want dat hebben ze
niet verdiend. Als je ze eenmaal
kende en hun vertrouwen gewon
nen had, waren het lieve schatten
die alles voor je over hadden. Joop
en ik hebben jaren lang in hun
huis op de Hoge Veluwe gelogeerd.
Elke zomer, drie weken lang. En
dan werden we bij het station door
Kan zelf afgehaald en maakten we
eerst een ritje over de Veluwe. Zo
is dat toch pa?".
„Klopt", wordt aan de overzijde
nou zit je gebakken. Want kleren
maken is inderdaad mijn lust en
mijn leven. Ik zat een blauwe
maandag bij Kan toen Corrie al aan
me vroeg of ik een pinquin voor
haar wilde ontwerpen. Ik ben eerst
een middagje naar Artis gegaan en
heb daar op een bankje naar die
beesten zitten kijken. Je hebt na
tuurlijk wel een idee hoe ze in el
kaar zitten. Maar je wilt het toch zo
echt mogelijk laten lijken".
„Een paar dagen later komt Corrie
aandragen met een lap stof, waar
van ik gelijk zag, dat ie een fortuin
had gekost. Ik schrok me wezen
loos en heb er met de tranen in
mijn ogen de schaar in gezet. Toen
ik die pinquin af had zei Corrie:
„Nou moet je een pot zwarte verf
kopen en op die witte buik hier en
daar wat strepen zetten". Ik heb
het gedaan, maar God hoorde me
brommen. Ik had het idee. dat ik
het paleis op de Dam stond te be
kladden".
Fijn' beschaafd
Nadat ze haar advocaatje wederom
heeft geraadpleegd „Geen beter
leven dan een goed leven", wordt
er olijk vanaf de overzijde gesugge
reerd zegt ze: „Wim en Corrie
kunnen niet zonder elkaar leven.
En daarom is het voor hem een
ramp, dat ze die attaque heeft ge
kregen. Ik weet nu zelf wat het is
om van de ene dag op de andere
volkomen nutteloos te worden.
Mijn God, was het maar andersom
geweest. Had Wim die attaque
maar gekregen. Want Corrie was
een vrouw, die gewend was om
handelend op te treden. Ik heb
Wim nooit een handtekening zien
zetten. Dat deed zij voor hem. Ze is
tien jaar ouder dan hij, maar daar
merkte je niks van. Zij organiseer
de alles en besliste, wat hij moest
doen en laten. Hij had er bijvoor
beeld een hekel aan om na afloop
van de voorstelling met bewonde
raars tc praten. Daar is hij te be--
scheiden voor. Wim is fijn be
schaafd. Maar ook mensenschuw.
Je moet ook niet denken dat je
hem ooit aan de telefoon krijgt".
„Corrie is heel anders. Corrie is
grof geestig en komt keihard voor
haar mening uiU Ook al gaat dat
ten koste van een knetterende ru
zie. Maar achter het toneel was zij
nu eenmaal de baas. Zolang zij in
de buurt was lukte het echt geen
mens om in de buurt van Wim te
komen".
„Als je hier je bordje niet leeg eet is het meteen: Was het niet naar uw zin, mevrouw Paleda?".
interessant. Maar in Miepie, de
kleedster van Wim Kan zit mis
schien wél een geinig verhaal. Zo
werkt dat toch in jullie vak?".
„Ik zal bij het begin beginnen. Je
weet ondertussen, dat ik getrouwd
ben met Joop. En met die man heb
ik een winnend lot uit de loterij ge
trokken. En samen hebben we één
kind. Onze zoon Hans, die een pri
ma radiozaak heeft in Zeeuws-
Vlaanderen. Als je nog eens de
kant van Sluis op gaat kom je van
zelf door Oostburg. En daar moet je
eens letten op een winkel met een
pui van heel mooie, blauwe tegel
tjes. Daar zit onze zoon Hans, die ik
met hangen en wurgen heb gekre<-
gen. Die bevalling was voor een
schriel vrouwtje zoals ik ben beu
lenwerk. En daarom hebben we
het maar bij één gelaten''.
„Ik zou overigens voor geen prijs in
Zeeuws-Vlaanderen willen wonen.
Want als ze er daar achter komen
dat je vierentachtig bent verwach
ten ze, dat je alleen nog in zwarte
jurken loopt en zo'n onwijze dop
hoed draagt. En dat doe ik niet. Ik
houd van leuke, vlotte kleren. En
ik zie niet in, waarom een vrouw
van vierentachtig die niet kan heb
ben".
beaamd, „Meneer Kan is een prima
rijder, die graag achter het stuur
zit. Hij heeft eens aan me verteld,
dat hij een psycholoog had ont
moet, die hem niet kende. Na een
kwartier zei die man: „Weet u,
waar u uitermate geschikt voor
bent: voor het vak van beroeps
chauffeur". En dat ben ik met hem
eens. Want Kan rijdt messcherp".
Mevrouw Paleda legt hem met een
bestraffend handgebaar het zwij
gen op en herneemt resoluut het
woord. „Ik ontmoette meneer Sax
in het café van Schiller op het
Rembrandtsplein. Daar zaten toen
alle artiesten. En dat wist ik, want
mijn vader speelde klarinet bij de
stafmuziek. En ik was dus al van
jongsaf aan vertrouwd met dat mi
lieu".
„Meneer Sax", begin ik, „ik ben
zeer vereerd met uw aanbieding.
Maar ik weet niet of ik er de capa
citeiten voor heb". Hij kijkt me aan
en antwoordt: „Mevrouwtje, ik heb
gehoord, dat u een kampioene bent
op de naaimachine. En dat is voor
ons het belangrijkste. Wij zoeken
namelijk iemand, die de kostuums
voor onze shows kan maken".
„Miepie, dacht ik op dat moment.
j- x 1
f•«-s r v
f Y
.X-J--V. ---«xp
f -•
7;-/• f
Als het weer het even toelaat gaat Joop Paleda met zijn vrouw een eindje rijden.
Bij minder goed weer parkeert Joop Paleda de rolstoel op een mooi plekje
in de conversatiezaal.