finale Het niet toeristische Griekenland je wordt er nooit teleurgesteld! Verrassingen zijn niet te reserveren Het poortje, waarin Giorgios-de-gek van Vathia onderdak vond. Hij leeft niet meer, zijn herbergje verdween achter onkruid en spinrag. GYTHION De enige bus van de dag, die rond vier uur in een wolkje van stof terug keert van Allika naar Areopo- lis en verder, laat stilte achter en grijze verlatenheid. We staan op een pleintje van het één na laatste dorpje aan de zuidpunt van de middelste vinger van de Peloponesus. Kippen, aanvankelijk zenuw achtig vluchtend voor het buslawaai, pikken hun graan tjes bp een terrasvormig stukje bouwland vele meters lager. Vijf, zes reizigers zijn uitge stapt, door familieleden ver welkomd en meegenomen binnenshuis; luiken worden gesloten, honden leggen zich opnieuw te slapen. Een klein winkeltje is open. De eigena resse voert zwijgend onze boodschappen aan, schrijft op grauw pakpapier de kosten en levert er ongevraagd een fles je olijfolie bij. Er zijn geen kosten aan verbonden; het flesje olie betekent: welkom vreemdeling. We verlaten het dorpje en volgen een geiten pad door een doolhof van ste nen muurtjes. Tenslotte vin den we een verlaten baai met witte ronde kiezels en een vulkanische grot met ver steende balken en een bed van hooi. Golven schuren het kiezelstrand, een ander geluid is er in de hele omgeving niet; het land slaapt, de zee blijft waakzaam. Giorgios uit Vathia is dood. Gior- gios-de-dorpsgek die vele jaren zwervers gastvrij en zonder beta ling in huis nam. Vathia is het al lerlaatste stadje van dit stuk Pelo ponesus, op vijf kilometer van Alli ka, hoog gelegen op een berg, met schitterende uitzichten over ber gen, baaien en de zee. Als tegen prestatie, lijkt het, wordt het aan vankelijk vervallen en bijna verla ten torenstadje in oude stijl her bouwd. De vroegere bewoners ko men terug, er is al een cafeetje. Vrij kamperen is bij de Griekse wet niet toegestaan, maar de wer kelijkheid spreekt de wet soms te gen. Wie niet ingaat op georgani seerde rondreizen, wie wel ziet waar men de nacht doorbrengt, wordt door de Griek en zijn land nimmer teleurgesteld. Wanneer men zich de tijd guntwant hoe driftig de Griek ook met gebaren taal omgaat, hij weet van wachten in berusting, heeft de goden méé. In feite is reizen en verblijven in Griekenland heel eenvoudig, of men nu per auto, trein of vliegtuig aankomt. Verreweg de meeste Grieken zijn aangewezen op het openbaar vervoer en hoe oud en vervallen taxi's en bussen vaak ook zijn: ze rijden. En ze stoppen ge vraagd en ongevraagd: voor een persoonlijke sanitaire stop, voor een hapje eten op langere trajecten of voor een gesprek tussen de chauffeur en diens oma in de ber gen. Omdat de meeste reizen vanuit Athene beginnen is het raadzaam te weten dat even buiten Athene een groot centraal busstation is, van waaruit elke stad, elk gehucht uiteindelijk is te bereiken. Tenmin ste een half uurtje tevoren een plaatsbewijs kopen is wenselijk, omdat niet alleen in Athene, maar in alle grotere steden de zitplaatsen genummerd worden verkocht. Tussen de grote steden rijden de groen-gele bussen om de paar uur; de dorpen doen het met minder: vaak met één bus per dag die 's morgens rond zeven uur scholie ren verzamelt en aflevert in een grote stad, om in de middag tussen twee en drie dezelfde kinderen te rug te brengen, om broden te ver voeren, de post en andere zaken. Wie van deze „schoolbussen" ge bruik wil maken, wordt goedkoop vervoerd. De plaatselijke bevolking geeft graag informatie. Niet alleen de tempels, graven en kloosters uit de folders vormen de Griekse bezienswaardigheden. We zijn geneigd het tegendeel aan le voeren. Het specifiek Griekse, om gangsvormen, feesten en gebruiken' die sinds de oudheid vrijwel onver anderd zijn gebleven, kunnen eveneerts als wetenswaardig wor den aangemerkt. Alleen: de zuiverste vormen daar van zijn het best bewaard gebleven in de dorpen en kleinere steden die (nog) niet door het toerisme zijn aangetast. En daar gaan die gam mele schoolbussen evengoed naar toe. Onvoorbereid, vertrouwend op het weer en de goden, juist zonder eni ge planning, met een beetje geld op zak loopt men de avonturen tegen het lijf, waarover achteraf nog ja ren kan worden gepraat en nage dacht. Gastvrijheid, een aangebo den lift (zelfs door landerige taxi chauffeurs), eén kop koffie, een pardoes omgehangen ketting kun nen niet worden voorbereid. En juist daarin is de Griek zo'n goeie. Waar men niet om vraagt krijgt men spontaan aangeboden. Het is een gok: nooit weet men tijd en plaats. We hebben het over de honderden kilometers Griekenland buiten het toerisme: bergen, kloven, dalen, vlakten en valleien waar de wet niet van toepassing is bij gebrek aan voldoende bevolking.. Een en keling heeft een bordje aan de muur getimmerd: Zimmer frei, Do- matia (kamers); men kan er zó in en tegen lage prijs. Het is heel nuttig enkele woorden Grieks uit het hoofd te leren, zich ontoeristisch te kleden. Aan uw hoofd alleen al is te zien dat u bui tenlander bent en een paar woor den Grieks doen wonderen. En waarom zou u niet. Enige woorden kennis is handig en toont uw be langstelling voor het land ook als uw uitspraak volstrekt onbegrij pelijk is. Uw moeite alleen al. En dan blijkt dat het woordje „ja", of beleefder ja-sas" een bijzonder be knopte vorm is van een samenge steld woord voor proost, dat ook gewoon „dag" kan betekenen. Met enkele woorden gewapend, wat geld en een tentje voor noodge vallen kan men zich nauwelijks een buil vallen; de Griekse automo bilist neemt u wel mee als de bus net is vertrokken, ook als die auto mobilist de bestuurder is van een driewielig voertuig waarmee hij erg hard kan scheuren. Onbekend Nog vrijwel onontdekt is het stuk Peloponesus ten zuiden van Sparta, afgezien van het vriendelijke ha venstadje Gythion en de historische plaats Monemvasia. Gythion is als een eilandstadje tegen de bergen gebouwd en heeft enkele hotels. Ten zuiden daarvan ontdekten wij in de landstreek Mani verlaten stranden en torendorpen, vriiwel zonder bevolking. En het verhaal erachter: Marktdag in de „grote stad". Op deze manier wordt overal in Grieken land de groente of vis gewogen. „Mani is het deel van de Pelopone sus, ongeveer ten zuiden van de lijn Kalamata-Sparta-Monemvasia. De bevolking is van oorsprong hard en weerbarstig. De Turken, de erfvij anden van de Grieken, hadden het er moeilijk mee. De middelste vin ger van dit stuk Peloponesus, ten zuiden van de lijn Gythion-Areo- polis is het enige deel van Grieken land dat nooit bezet gebied is ge weest. Ook de Turken kregen in deze streek nimmer vaste voet aan de grond. Wanneer de vijandelijke schepen naderden trok de bevol king zich in en ook onder de woon torens terug, maakte de waterput ten onvindbaar en wachtte tot de zowat uitgedroogde Turken weer zeewaarts trokken. De vele burch ten aan zee tonen aan hoe waaks de bevolking was". En er zijn andere verhalen: over het door de Turken belegerde Mi stras (bij Sparta) waar de vrouwen van de bijna uitgehongerde bevol king het verzoek kregen moeder melk te verzamelen. Daaruit wer den de naar vorm bekende kaasjes gemaakt die in doeken over de stadsmuren te drogen werden ge hangen. De Turken dropen af; mis leid. Als ze nog zóveel kaasjes kun nen maken, hebben ze nog schapen en voedsel Verhalen Iedere vakantieganger die ver trouwt op goed geluk en de gast vrijheid van de meeste Grieken opnieuw: zeker buiten de toeristi Vathia, laatste torendorp van Mani, sche trekpleisters kan een boek vol eigen verhalen samenstellen. Daar kan geen reisorganisatie voor zorgen, verrassingen zijn niet te re serveren. Pas na veel vragen, kijken en ver gelijken is te merken hoe door drongen de Griek nog steeds is van de eeuwenoude tradities, al wordt een en ander nogal versluierd door de komst van de televisie en de in vloed van het toerisme. Maar som mige gebruiken blijken onverslijt baar: de familieband die voor schrijft dat ouders nooit onverzorgd alleen komen te staan; zonen die niet eerder trouwen dan nadat de zussen aan de man zijn gebracht met inbreng van de beruchte prika, de bruidsschat. Ook Athene, die wereldstad, kent deze gebruiken al beroemen som mige families zich erop modern te zijn geworden en zijn uitzonde ringsgevallen te melden. Maar de mierzoete snoepjes en het glaasje li keur meestal Masticha bij wijze van welkom en afscheid worden nog steeds overal aangeboden. In de dorpen echter leeft élke vorm van traditie gewoon door met een komisch soort flegma. In principe maakt de Griek zich niet druk, be halve in zijn gebarentaal en in ge sprekken over de politiek. Maar tot daden gaat hij niet gauw over. De creten van de kolonels hangen keurig naast portretten van koning en koningin (die de meesten voor geen goud terug willen) en als het een beetje meezit zijn er ook nog restanten van Turkse overheersing te vinden. Cruijff Het is opmerkelijk dat de Neder lander op andere buitenlanders een streepje voor heeft. Zeker ten op zichte van de Duitser, voor wie hij doorgaans wordt aangezien. De Griek wil eerst weten waar u van daan komt en houdt u voor Duit ser. „Germanos?", vraagt hij duis ter. Men dient dan op zichzelf te wijzen en zich als „Ollandós" te be stempelen. Ollandika.Dan drukt de Griek u aan het hart want hij mag dat kleine landje wel en het aantal Grieken dat Rotterdam kent, is onwezenlijk groot. „Kroeiff", weet hij trefzeker. De doorsnee Griek is fervent voetbal liefhebber en Johan Cruijff kan als beste diplomaat voor Nederland worden beschouwd, nog vóór Van Tussen Allika en Vathia rijdt geen bus; men ral vijf kilometer moeten lopen. Of liftenGriekse automobi listen stoppen graag voor een toerist. De torendorpjes zijn, van nabij bekeken, architectonische juweeltjes. in opbouw. der Stoel, naar wie in Griekenland straten zijn genoemd. Tot in de kleinste bergdorpen, waar een schoenveter al als overdadige luxe wordt beschouwd, weet men de op stelling van Ajax (Azax in het Grieks) uit diens gloriejaren. De naam van „Kroeiff" kan soms een paspoort tot veel goeds betekenen, al betwijfelt men zijn huidige voet balkwaliteiten. De Griek kijkt enigszins neer op produkten van eigen bodem en elk cadeautje dat van Nederlands fabri kaat is, wordt als een kostbaarheid beschouwd. Wie jaren geleden in een zorgeloze bui een lucifersdoosje weggaf met een Hollands molentje erop, wordt daar steeds aan herin nerd. Waarna de deuren weer opengaan: eerst naar de pronkka mer, later naar de huiselijke haard, tenminste even bezienswaardig als het in de reisfolder aangeprezen tempeltje. Weinig Grieken bèschouwen hun tempels en oude theaters als be zienswaardig. Een Atheense ver klaarde achteloos nooit de Acropo lis te hebben bezocht. Maar als in het oude openluchttheater van Gy thion een dichtersfestival van twee dagen wordt gehouden, stromen de Grieken toe, ook de geitenhoeders uit de bergen, die ademloos luiste ren en tot het einde toe op hun ste nen zitplaats blijven. Een oude be schaving toont zich in volle glorie. Wie zich als toerist voordoet: bloe metjesshirt, fototoestel op de buik en opvallend gestreepte broek, wordt daarnaar behandeld. Soms heel vriendelijk, soms opdringe rigmaar zelden bereikt deze toerist de Griekse taverne waar een stukje geitekaas, brood en wijn al snel uitgroeien tot een dromerige orgie. Het kan geen kwaad om ook in het vakantiegebied de kleding te dra gen die men thuis op een vrije dag aan zou hebben. Wie zich onopval lend kleedt, onopvallend aan een ijzeren tafeltje gaat zitten onder de plataan voor de taverne, wordt snel genoeg aangesproken. Vervolgens is er steevast een anonieme figuur in het duister achter in het café die u allang een glas wijn heeft aange boden en dat ongevraagd voor u wordt neergezet. Met een schoteltje met stukjes kaas en olijfjes. Er ko men geen of weinig woorden aan te pas en voor u het weet, bent u met z'n zessen. Zes, zeven pimpelende oude heertjes die met nauwelijks waarneembare gebaren te kennen geven dat het koperen wijnkanne tje van een halve kilo (liters zijn in Griekenland kilo's) moet worden bijgevuld. Men brengt er vele zoete uren mee door. Zonder kater ach teraf, want de goedkope wijn uit de houten vaten is zonder meer uitste kend en vrijwel steeds van de plaats, soms het dorp, soms het boerderijtje van herkomst. Wie een beetje nieuw-Grieks spreekt komt héél ver in onverwachte contacten. Gebarentaal vermag veel, maar kan ook heel gemakkelijk tot schit terende misverstanden leiden. De Griek die een gebaar maakt als of hij bovenhands een bal weggooit bedoelt niet dat u weg moet gaan, maar vraagt juist of u kómt (èlla!). En als hij twee wijsvingers langs el kaar wrijft bedoelt hij er niets on zedelijks mee; hij wil alleen weten of u getrouwd bent. En zo ja, met hoeveel zonen u bent gezegend. (Meisjes, zeker in de dorpen, zijn een ramp; voor hen moeten bruids schatten worden opgebouwd die kunnen oplopen tot huizen met veel grond). Athene Zelfs in de allerkleinste dorpen, waar echt geen overnachtingsmo ZATERDAG 3 JULI1 gelijkheden zijn, is het dagelijks ven al een bezienswaardigheid, rug in Athene loont het niette ook de moeite er rond te dwi om uiteindelijk in de toeristent Plaka terecht te komen. E wordt nog veel met de hand maakt: leer- en aardewerk, tusj de rijen souvenirwinkeltjes. Dei plaatse gemaakte schoenen zit best en de platte olielampjes nj Corintisch voorbeeld doen het j in uw Nederlandse huis uitstek! op (olijf)olie. Ze lekken niet. j loodje aan het aardewerk beteki dat het een kopie is van historisj voorbeelden. Het meeste aarj werk wordt ook nu nog met moeite en oer-vakmanschap vaardigd en wordt tegen opvall lage prijs verkocht. Zoals elke wereldstad kent Athene zijn dieven en flessentr kers, al hoeft men zich daar overdreven bezorgd om te Een apart woord verdienen de taxi's die voor Nederlan grippen erg goedkoop zijn. rist weet meestal niet voor misverstanden dat voor de meegenomen baga; worden betaald, boven het Het is voorts goed te weten, daf chauffeur op één rit behalve», toerist graag nog wat Griekse t sagiers meeneemt. Die worï eerst thuisgebracht, betalen hun waarna u uiteindelijk toch het vr pónd moet betalen, vaak na zwervingen waar u niet om hfc gevraagd. Uw Griekse woorqj schat zal vermoedelijk onvoldoej) zijn om daartegen te protested want er zit iets uitbuiterigs in.» vergeven, want de Atheense tl chauffeur is geen rijkaard. Wij deze poespas beslist niet, dan k? u de chauffeur aan het begin i de rit erop wijzen dat u geen ar* ren bij u in de auto wilt hebben.? is verplicht zich daaraan te houfc en zal dat, wellicht mopper^, doen. Het is wellicht ook goed om te ir ten dat sinds enkele jaren in def niet mag worden gerookt, ookt hangen er nog zo veel uitnodigef asbakjes en ook als u een t<jj, maakt van vele uren. Wie fe niets weet en prettig opstefc krijgt alle buspassagiers, de ch^e feur en de controleur woedende gen zich. Zij hadden immers oolÊ graag FRITS BROMBE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 14