male
Smikkelen
tetteren en
dwarrelen op
de Flor iade
„Je hoeft niet te gaan bulderen"
LUITENANT VAN LIEMPT-NIJLAND:
ZATERDAG 19 JUNI 1982
tj6 meeste Nederlanders
ar inden dat militaire functies
oor de bank genomen
nvrouwelijk zijn. Of een
rouw een gevechtsfunctie
loet kunnen vervullen, is een
eet hangijzer. Bijna de helft
an de ondervraagden is van
m lening dat dit niet gewenst
2e)Toch denkt 43 procent dat
ren rouwen in oorlogstijd .net zo
oed zullen functioneren als
lannen. Dit zijn enkele
mclusies uit het onderzoek
De publieke opinie en de
rouw in de krijgsmacht", dat
i opdracht van de Stichting
oik en Verdediging op touw
l71'erd gezet.
it de opiniepeiling blijkt
uidelijk dat hoe
eëmancipeerd we op papier
m ok zijn, we toch een beetje
ïoeite hebben met die vrouw
Z het leger. We zijn er nog
liet aan gewend. Inmiddels
v reken hoge heren zich het
oofd over de vraag hoe de
itegratie van de vrouw in de
y rijgsmacht zo snel en zo
lolled ig mogelijk in zijn werk
an gaan. In ons land vallen
05.732 mensen onder de
loemer militair personeel. De
indmacht neemt met
ijfenzestigduizend man het
fcuwedeel voor zijn
fkening. Binnen het grote
pparaat van de krijgsmacht
andhaven zich om precies te
jn 1.616 vrouwen. Dit
fetekent dat één op de
eventig militairen een vrouw
8. Het Eerste Legerkorps
eeft 48 vrouwen binnen de
elederen. Ze staan hun
lannetje
GARDEREN Verscholen in de
bossen, vlakbij Garderen, ligt de
luxueuze Generaal-Majoor Koot
Kazerne, vroeger De Wittenberg.
Het complex biedt plaats aan zo'n
tweeduizend mannen en acht vrou
wen. Een van die acht is tweede
luitenant F. A. van Liempt-Nijland
(25). Enigszins defensief zegt ze:
„Zet m'n meisjesnaam er ook maar
bij, dan zien ze tenminste dat ik ge
trouwd ben". Luitenant Van
Liempt voert het commando over
vijfenveertig soldaten en tién ser
geanten van het 108e verbir^iings-
bataljon. Ze is er verantwoordelijk
voor dat tijdens oefeningen in vre
destijd en in oorlogstijd de berich
tenstroom zonder haperen ver
werkt wordt. Ze is er niet bepaald
op gebrand in de schijnwerper van
de publiciteit te worden gezet. „De
vrouw in de krijgsmacht, daar heb
ik zo langzamerhand de buik van
vol. Het wordt zo opgehemeld en
opgeblazen. Laat mij nou maar rus
tig mijn werk doen", verzucht ze.
„Toen ik in dienst kwam had ik
nooit verwacht dat ik hier terecht
zou komen. Ik kwam van de Peda
gogische Academie bij het Com
mando Opleiding Koninklijke
Landmacht. Het was de bedoeling
dat ik me bezig zou houden met di
dactiek. Als burger kon ik dat niet.
Vandaar dat ik bij de Milva ging.
Je moet, vind ik, kennis van mili
taire zaken hebben in zo'n functie.
Anders weet je niet waarover je
praat. De opleiding die je bij de
Milva kreeg is niet te vergelijken
met die van de mannen. Het is
meer administratief. De eerste twee
maanden kregen we wel kaartlees-
oefeningen. We zijn één keer het-
veld in geweest. Ik wist echt niet
wat het graven van een schutters
putje inhield,' tyoor. En dat weet ik
nu wel. De Milva werd opgeheven
en je kon je over laten schrijven
naar een andere functie. Dan Vverd
je automatisch beroeps. Je hoefde
er niets voor te doen. Dat vond ik
onzin. Je moet eerst een opleiding
volgen voor je iets bent.Dp vrijwil
lige basis ging ik toen naar de re
serve-officiersopleiding voor de
verbindingsdienst. Dé eerste twee
maanden waren erg zwaar. M'n
voeten waren constant kapot van
de lange marsen en zo. De week
einden gebruikte ik-t>m te slapen.
Mijn moeder vond het niks. „Als je
dertig bent, ben je kapot", zei ze.
Mijn echtgenoot vond het best, zo
lang ik mezelf maar niet ging slo
pen. Maar oh, mijn voeten. Als ik
daar nog aan terugdenk. Toch is
het goed om te doen. Dan weet je
in elk geyal wat je mannelijke col
lega's moeten doorstaan".
„Mijn klasgenoten verklaarden me
indertijd voor gek. Het contact ver
loor ik.al gauw. Ik zat op een totaal
andere opleiding. De vrienden die
ik nu heb, heb ik allemaal in mili
taire dienst opgedaan. Ach, het is
een uitdaging. Ik had geen zin om
voor de klas te gaan staan. En dit
was een mooie gelegenheid om met
m'n PA-diploma iets anders te gaan
doen. Ik heb 't niet gedaan om car
rière te mak?n en ook niet om het
salaris. Ik vind het gewoon leuk. Ik
zie me niet thuis zitten. Eén dag
Vrij en ik heb mijn hele huis
schoon. Misschien ben ik wel in 't
leger gegaan met het idee: Waarom
zou een vrouw dat niet kunnen. Ik
heb het altijd onrechtvaardig ge
vonden dat jongens een dienst
plicht hebben ten opzichte van de
staat en meisjes niet. Bovendien is
het een heel afwisselend beroep. Je
werkt constant met mensen. Een
soldaat is mooi materiaal zeg ik al
tijd. Je hebt een administratieve
taak. Je gaat op oefening. Je moet
er voor zorgen dat een jongen zich
wel op z'n plaats voelt. Geen dag is
hetzelfde. Het wordt geen sleur".
Manwijf
„Weet je wat wel frustrerend was
in het begin? Dat men zei dat vrou
wen in dienst zaten om een kerel
aan de haak te slaan. Ja, wat je ook
wel hoort, dat het onvrouwelijke
types zijn. £o gauw men in mijn
omgeving zou zeggen dat ik een
manwijf begin te worden, zou ik er
mee kappen. Je kunt best als
vrouw je eigen identiteit behouden
in het leger. Het belangrijkste is dat
je niet die krachtdadige taal over
gaat nemen. Je hoeft niet te gaan
bulderen. Als de jongens weer in
de burgermaatschappij komen dan
komen ze bepaalde krachttermen
ook niet meer tegen".
„Ja, het leger is van een origine
een mannenmaatschappij. Dat
komt ook omdat we met te weinig
vrouwen zijn. Ik ga gewoon mijn
eigen gang en trek me er verder
niets van aan. Het is grotendeels
een gewenningsproces. De jongens
weten heus wel dat ik militair hun
meerdere ben. Ze hebben geen
keus. Ze merken gauw genoeg dat
ze niet met - me als oude-jongens-
krentebrood om kunnen gaan. Het
is net als in het onderwijs. Je leer
lingen staan ook onder je. De jon
gens snijden zichzelf in de vingers
als ze niet gehoorzamen. Je moet
een soldaat niet behandelen zo van:
jullie zijn te stom om voor de duvel
te dansen. Je moet met ze praten
om er achter te komen wat bij ze
leeft. Ik hoef gelukkig nooit achter
uit m'n keel te praten. Nee, ik vind
het niet leuk als de jongens weg
gaan. Maar je moet je in dit beroep
niet hechten aan mensen. Gevoel
moet je op de achtergrond duwen".
Gevechtsfuncties
„Gevechtsfuncties? Nee, ik kan het
fysiek niet bijbenen. Ik heb er de
kracht niet voor, dus denk ik er
niet over. De spierkracht ont
breekt. Bovendien heeft de aanwe
zigheid van vrouwen invloed op de
mannen. Bij het uitstappen uit een
rijdend voertuig bijvoorbeeld
wacht de man tot de vrouw op de
grond is. Dat kan niet. En in linie
oprukken. Dan vallen er zulke ga
ten. Wij doen twee pasjes en de
mannen één. In de topsport zie je
dat ook. Ik vind het best dat alle
functies voor vrouwen openstaan,
maar dan moeten ze wel net als de
mannen alle rangen doorlopen".
uit Frankrijk, Engeland, Duitsland, Japan, Rusland, Thailand, overal
komen de bezoekers vandaan
Hij., je hoeft elkaar bepaald niet voor de voeten te lopen
zijn de bijentuin, de kleurenwaaier,
het exposarium, de fruittuinen, het
rosarium, de kassen, de volkstui
nen, noem maar op. Je krijgt er-
gratis elke dag een muziekuitvoe
ring bij. Je kunt je boterhammen
en een thermoskan meenemen en
overal gaan zitten picknicken. Je
kunt je vlees en houtskool meene
men en gaan barbecuen. Je kunt
aan de rand van de Gaasperplas
gaan liggen zonnen en tegelijk naar
een demonstratie windsurfen kij
ken. Allemaal voor dat tientje. Een
hele dag Floriade kan goedkoper
zijn dan een avondje schouwburg".
Het beeld wordt bevestigd door een
restaurateur. „Als iemand bij mij
een uitsmijter wil eten, kan hij niet
verwachten dat hij die voor niks
krijgt. Ik zit ook voor een hoge
pachtsom. En ik Joe .goede zaken,
dat geef ik toe. Lang niet iedereen
heeft er zin in om te gaan zitten
picknicken. Maar mijn indruk is
dat de mensen toch in de eerste
plaats komen om te genieten van
de natuur en niet voor het pret
park-idee. Het treintje zit af en toe
barstens vol; zere voeten, denk ik.
Bij de rondvaartboot daarentegen is
hét verre van overdadig. Jammer
voor zo'n exploitant, maar een
pluspunt voor de organisatoren van
de Floriade. Het bewijst dat de
mensen vooral het. park zelf waar
deren en niet op de attracties afko
men".
Die organisatoren hebben inmid
dels een enquête gehouden. Het
klopt. Vooral de grote hal met zijn
binnententoonstellingen oogst lof.
Grandioos mooi, vindt het meren
deel der ondervraagden. Maar ook
de heemtuinen scoren hoog, het
vaste planteneiland, de glooiende
kleurenwaaier met zijn pracht aan
parkplanten, nu de bollen zijn uit
gebloeid en zelfs de tuin voor
kleinfruit. „Die struiken die door
buigen onder hun vracht aan wal
noten, dat ervaren de mensen als
een evenement", zegt de woord
voerder. „Zoiets hebben ze nog
nooit gezien. Het algemene oordeel
over de Floriade dat uit de enquête
naar voren komt, is: erg goed. Een
zeer kleine minderheid zegt: mid
delmatig. En in de hele partij for
mulieren zat er maar één met het
vonnis: ronduit slecht".
Misschien was het geveld door de
man die staat te trappelvoeten voor
de Floriademast. Hij wil opnieuw
in de gondel omhoog, want zijn pa
noramische foto's zijn mislukt, ver
sluierd als was er een Londense fog
over het praalpark neergedaald,
juist toen hij afdrukte. Of had het
aan zijn fototoestel gelegen? Aan
het filmpje? Verbetenheid valt af te
lezen aan zijn gezicht. Ditmaal
moet het lukken. De man achter
het loketje lacht in zijn vuistje.
„Die zien .we nog vaker terug. Hij
heeft niet in de gaten dat hij door
plexiglas fotografeert. Het blijft
tobben met hem. Maar ik zou gek
zijn als ik hem uit de droom hielp.
PIET SNOEREN
Foto's: CEES VERKERK
één hoofdingang, en daar heb je dan meteen de grote hal met zijn
binnententoonstellingen en het planetarium
zich over andere dingen. De blinde
heeft zijn eigen manier, maar bij
voorbeeld ook die suppoost van een
voetbalstadion in het midden des
lands. Hij heeft zijn achterste breed
neergelaten op een gazon dat
mag van de Floriade, overal en
vult zich bedachtzaam met de in
houd van een picknickmandje.
„Handig, hoor, zo'n mandje. Kun je
ginds in dat winkeltje kopen. Hoef
je je niet blauw te betalen in zo'n
restaurant. Ja, iedereen probeert
hier te vangen, natuurlijk. Dat
krijg je. Maar die van de picknick
mandjes doen het tenminste leuk".
Hij onderbreekt het schillen van
een peertje en laat de blik rond
gaan. „Wat; me zo verbaast is, dat
ik nergens op de Floriade van die
lege mandjes heb zien rondslinge
ren. Er liggen geen schillen in het
gras, of blikjes, of verfrommelde si
garettenpakjes. Daar let je op als
vakman. Je he^t in een stadion ook
met mensenmassa's te maken en je
vraagt je elke keer af wat voor rot
zooi ze nou weer achter zullen la
ten. Je moet het zelf helpen oprui
men, niet? Maar hier is alles
schoon. Nergens troep. Alles keurig
netjes. Dat valt me op".
Het mandje wordt tot een plat pak
ketje opgevouwen, de schillen erin.
„En helemaal geen beschadigingen
of vernielingen, dat valt me ook op.
Moet je na een wedstrijd ons sta
dion zien. Overal trouwens, tegen
woordig. In een park trekken ze
gewoon de heesters uit de grond.
Maar hier, niks. Nou heb ik als
vakman eens gekeken hoe ze dat
voor mekaar krijgen. En ik denk
dat ik het weet. Kijk, wie met te
veel energie in z'n lijf naar de Flo
riade komt, die krijgt de kans zich
uit te leven. Daar hebben ze een
speciale hoek voor gemaakt met
veel water en allerlei toestellen.
D'r wordt gezwommen bij het le
ven, heb ik gezien. Zelfs door oude
re mensen, op een warme dag als
deze. Heel slim bekeken. Zo kan ie
dereen op een onschuldige manier
z'n agressie kwijt".
Niet té druk
Is het met 20.000 bezoekers tegelijk
niet heidens druk op de Floriade?
In rotten van vier door de vlinder
tuin - dat idee? Vraag aan een hou
der van een doorlopend toegangs
bewijs want die zou zich lelijk be
kocht kunnen voelen, mocht zulks
het geval zijn. Nieuwe verbazing,
want het tegendeel blijkt waar. „Je
hoeft elkaar bepaald niet voor de
voeten te lopen, hoeveel mensen er
ook door het park dwarrelen. Mijn
ervaring is dat een heleboel men
sen blijven hangen waar iets te
smikkelen of te tetteren valt. De
echte natuurliefhebber zwerft ver
der weg. Die gaat alle hoeken en
gaten van de Floriade bekijken.
Nou, daar loop je echt niet schou
der aan schouder. Ik geloof ook wel
dat ze er verstandig aan hebben ge
daan door maar één hoofdingang te
maken. Daar heb je dan meteen de
grote hal met zijn binnententoon
stellingen en het planetarium; trek
pleisters die de mensen vasthou
den. En de heemtuinen met hun
prachtige wilde natuur liggen ver
van die ene ingang vandaan, dus
daar blijft het betrekkelijk rustig".
„Ik kom hier voor mijn rust", kan
een grijs dametje dan oqk uit de
grond van haar hart bevestigen. Ze
zit op een bank vanwaar ze het
oude tjaskermolentje boven, zijn
spiegelbeeld in het water ziet staan.
Rond haar woekeren lidstreng,
krabbescheer, kalmoes en kale jon
ker. Bijna aan haar voeten voeren
twee futen hun balts uit, de ele
gantste aller liefdesdansen. „Dat
Wat voor soep
lucTVDnAM De blinden-
beschrijft, door de ogen
de bijpassende hond op-
7jJettend gevolgd, een wijde
„Jullie kunnen dat alle-
zien. Ik niet, maar ik be-
het. Dat is het verschil. Ik
het met hart en ziel.
blaadjes om aan te
allemaal anders voor
j'èiïet gevoel. En de geuren. Zo-
reel geuren dat je er licht in je
uit< ioofd van wordt. Wanneer
trijg ik weer de kans om al
natuur om me heen te
Normaal moet ik
reizen maken wanneer
de duinen wil beleven, de
een polder, een griend,
is bezwaarlijk voor een
Hier vind je alles op
bij elkaar. En het
Er schijnen op het
wel honderdvijftig
rozen te bloeien. Jul-
:ien ze, maar ik beleef ze.
sensatie. Wanneer zal ik
honderdvijftig verschil-
rozen kunnen ruiken"?
de 15.000 en 20.000 bezoe-
trekt de Floriade in de Am-
se Bijlmer dagelijks. Amper
e en een halve maand ver-
sinds koningin Beatrix in
bijna vliegende storm de ope-
verrïchtte, of dé twee miljoen-
komen met
uit alle hoe-
...baast een par-
zich. „Krankzinnig,
waar hoe slechter het
is, des te meer mensen er ko-
allemaal beleven ze de Floriade
hun eigen manier, verbazen 'ze
Als we naast de Latijnse ook de
huis-tuin-en-keuken-naam zou
den vermelden, zou je door de bo
men het bos niet meer zien. We
zouden, met het oog op de vele bui
tenlandse bezoekers, naast de Ne
derlandse ook de Engelse, Franse
en Duitse benaming moeten geven.
En de Japanse natuurlijk, want we
trekken verschrikkelijk veel be
zoek uit Japan; we hebben een gro
te Japanse inzending. Maar waar
om dan niet in het Russisch, in het
Thais? Daar komen ook bezoekers
vandaan. Onbegonnen werk".
Van praktischer belang lijkt de kri
tiek dat de Floriade zo verschrik
kelijk duur is. Wat is daarop het
antwoord van een man, die de
kaartjes verkoopt? Voelt hij zich
een afzetter? „Moet u eens goed
naar me luisteren (zo beginnen
verontwaardige Amsterdammers
altijd), als je hier met je hele gezin
komt en je wilt overal in, dan dient
de portemonnaie vol te zijn, anders
ben je nergens. Maar dat is toch
overal zo? Ga eens naar de Efte-
ling. Of naar de Flevohof, een doe-
en leerpark nota bene. Daar kom je
ook niet voor niks in. En als je bin
nen bent, blijven de kinderen jen
gelen. Ik wil een ijsje, ik wil op een
ezel, ik wil in het reuzenrad. Dat
heb je overal".
met muziek
De entree voor de Floriade be
draagt tien gulden. „En daar krijg
je de Floriade voor", rekent de
kaartjesverkoper verongelijkt uit.
„Niet het treintje. Niet de rond
vaartboot. Niet de uitkijktoren.
Maar de Floriade, alles, en dat is
veel. Er zijn honderd verschillende
onderdelen. Je betaalt dus een dub
beltje per onderdeel - zeg maar: per
nummer in de catalogus, zoals daar
objecten genoeg voor de natuurliefhebber-fotograaf
doen ze het liefst rond deze klok,
weet u, ais de ondergaande zon nog
net w,at warmte geeft en het blad
stil wordt. Wanneer je. voor je rust
naar de Floriade komt, moet je in
de avond gaan. Of 's morgens om
negen uur, meteen bij het openen
van het hek".
„Dan is de Floriade op zijn mooist",
beaamt een heer die erbij is komen
zitten, ook bejaard. „Dan kwetteren
en tierelieren de vogels dat het een
lieve lust is. Dan gaan ze tekeer.
Meesjes, tuinfluiters, karekieten,
kneutjes, roodborstjes, winterko
ninkjes wat ik al niet gezien,
heb. Er strijken hier ook veel door
trekkers neer. Het is wonderbaar
lijk, zo pal aan de rand van de stad.
Maar overdag moeten de bezoekers
niet al te veel van de vogels ver
wachten. Dan ontvluchten ze de
drukte. En van het wild helemaal
niets. Toen de Floriade pas open
was, zag je nog wel eens -hazen of
konijntjes. Ik heb gehoord dat er
zelfs een vos zat. Maar die zijn in
middels allemaal verdreven. Een
natuurreservaat zal het hier nooit
worden, vrees ik, ook niet als de
Floriade voorbij is en het gebied
een open park wordt. Toch wel te
druk. Er schijnen zelfs plannen te
bestaan voor een camping. Jam
mer".
bodem is gepoot met de tekst „al-
chemilla mottis" wat voor soep
moet ze daarvan trekken? „Alle
bordjes zijn alleen maar in het La
tijn", mokt ze. „Om er uit wijs te
worden, mag je wel een Flora bij je
hebben. Kan het niet in het Neder
lands"?
„Alchemilla mottis is vrouwen
mantel", verduidelijkt een woord
voerder van de Floriade desge
vraagd. „En inderdaad: het zou
voor geïnteresseerde bezoekers he
lemaal geen gek idee zijn om een
zak-Flora mee te nemen, zo'n na
slagwerkje over al wat in Neder
land groeit en bloeit. Wat wilt u dat
Langs veelsoortige types voert deze
speurtocht naar Floriadaanse ver
bazing. Een meisje in het oranje ge
waad van de Baghwan staat zich op
twee stevige ge^ondheidsschoenen
te verbazen. Onbespoten is het
kruid waarover ze zich buigt, dat
wel. Maar het bordje dat erbij in de