VrntMMC* ■!UJJLl]™ hetuedeH finale ^Hoofdrolspeler John Hurt: i„Die mensen waren echt wanhopig" Nightcrossing, film over ontsnapping per ballon 'We almacht van de TUEV ZATERDAG 1 MEI 1982 jA jk jk H gebaseerd op het waar gebeurde verhaal van de families Strelsyk en Wetzel (oorspronkelijke titel „Nightcrossing") „Alleen in Oost-Duitsland is het mogelijk om op een koude hoek van de straat handtekeningen te verzamelen voor een petitie die, notabene, jouw favoriete schrijver veroordeelt", bedacht Lukas wrang. Een beslissing van De Partij moet natuurlijk altijd wor den ondersteund, of je nu in Pöss- neck woonde of in een ander dorpje achter het IJzeren Gordijn. Lukas had net zijn vierenveertig ste handtekening gekregen, toen hij zijn vader zag aankomen. Josef Keller was in gezelschap van zijn baas Peter Strelsyk en collega Günther Wetzel. Zoals altijd aan het eind van een werkdag gingen de drie vrienden een glas bier drinken. „Waarom zit jij niet op school?", vroeg Keiler toen hij Lukas in de gaten kreeg. „Een grote eer is mij te beurt gevallen, papa", sprak Lukas met veel pathos. „Frede rick en ik mochten de les verlaten om deze belangrijke missie voor de Republiek uit te voeren. Wilt u hier maar even tekenen?". Hij hield het papier voor hun gezich ten. „We hebben al getekend", zei Günther somber, „tijdens het werk is er al iemand langsgeko men". „Om hiermee een student zijn tijd te laten verdoen mopperde Lukas' vader. Maar Lukas wist wat hem werkelijk dwars zat. „Vind je het dan niet leuk dat ik een streepje voor heb? Niemand anders in de klas had alle werken van Müller gelezen!". „Ssst", siste zijn vader zenuwachtig, maar Lukas was alweer naar twee vrouwen toegestapt. „Maak je geen zorgen, vader", riep hij nog over zijn schouder en ze: dan vro lijk tegen de vrouwen: „Mag ik even storen, dames? Het volk ver oordeelt de verrader en overloper Horst Müller Peter, Günther en Josef zaten aan hun „eigen" tafeltje in het café, zwijgend voor zich uit te kijken. Met een knorrig gezicht stak Pe ter een sigaret op. Hij was een man van midden dertig met een jeugdig uiterlijk, dat door zijn warrige haardos werd geaccentu eerd. De lijdzame trek rond zijn ogen en mond kon hem daarente gen soms jaren ouder maken. Günther, de jongste en meest uit bundige van de drie, keek van hem naar Josef, die een boek had gepakt en hardnekkig zat te lezen. „Er gaat toch niets boven wat ont spanning na een dag zwoegen", zuchtte Günther. „Gezellig met je vrienden kletsen, je vertelt een paar moppen, je lacht samen". Hij grinnikte, maar zijn sarcasme verergerde Peters sombere bui. „Ik had nooit moeten tekenen", zei hij tenslotte. „Och, een leugen meer of min der zei Josef vlak, zonder van zijn boek op te kijken. „In plaats, dat we Müller veroor deelden, hadden we achter hem moeten gaan staan", vond Peter. „Hoho, gezellig kletsen zei ik", protesteerde Gunter, maar de twee anderen waren niet meer van het onderwerp af te halen. „Kletsen, dat is alles wat we kun nen", riep Josef uit. „Wanneer doen we nu eindelijk eens iets?". Peter keek door het café. „We hebben genoeg gezelschap. Geestelijk heeft iedereen die hier zit, zijn koffers al gepakt". „Een man alleen maakt een goede kans, maar als er een gezin mee komt...", zei Josef. „Jouw Lukas staat al klaar". Pe ters stem verhief zich. „Te trappe len van ongeduld", vulde Josef aan die zijn zoon goed kende. „Over een paar maanden komt hij van school en wat zal er dan ge beuren?". „Nou, het leger natuurlijk. Hij zal naar Peter wachtte even, „naar Rusland worden gestuurd om de Russisch-Chinese grens te bewaken". Günther leunde voorover. De twee vrienden waren in een te ge vaarlijke discussie beland. Er za ten te veel mensen om hen heen. „Ik heb een voorstel", begon hij snel. „We hebben vandaag hard gewerkt. We zijn moe, een beetje down en een beetje dorstig". Om dat te bewijzen schonk hij zichzelf nog wat in. „Zondag gaan we samen pickni cken, dan zijn we lekker uitge rust. Laten we ons dan zorgen maken, samenzweren en lijden., wat vinden jullie ervan?" Hij leunde achterover en keek naar hen. Peter lachte en na een poos zei hij: „We hebben jaren ver knoeid, waarom zouden we het niet nog een paar dagen volhou den?" Het was een gezellige avond ge weest. Karin had bij Lukas thuis gegeten en kon het goed vinden met zijn ouders. Nu bracht hij haar naar huis. Het geluid van zijn motorfiets klonk in de koude nachtlucht dubbel zo hard. De ou ders van Karin hadden een boer derij in de grenszone, een onge veer vijf kilometer lange strook aan de oostkant van het hek. De zone werd zwaar bewaakt en zat vol met mijnen die waren neerge legd om mensen met ontsnap pingsplannen naar het Westen af te schrikken. En het werkte vrij effectief. Lukas kon de lichten van de wachttoren zien, die aan de over kant van de weg stond. Hij adem de zwaar en zijn hart bonsde fel toen hij afstapte om zijn papieren te laten zien. „Zorg dat ie om 10 uur weer terug bent'waar schuwde de bewaker voordat hij hen liet passeren. Lukas' blik volgde Karin toen zij het huis van haar ouders binnen stapte. Haar nachtkus brandde nog op zijn lippen. Hij keek goed om zich heen voor dat hij zijn brommer weer startte. Toen reed hij weg, weg van Oost- Duitsland naar het IJzeren Gor dijn. Enkele honderden meters verderop was een grote gele drai- neermachine geparkeerd. Hij stond op een grasstrook onder een aantal bomen, die de machine aan het oog onttrokken. Lukas reed met zijn motorfiets de bosjes in. Na een paar minuten sprong hij, gekleed in een legeruniform dat hij met veel moeite te pakken had gekregen, in de cabine en knipte de ketting door die rond het stuur zat. Vervolgens trok hij het bedie ningspaneel los en onderzocht de ontstekingsdraden. Voor Zimmler en Hubler was het een rustige nacht. Zij hielden de wacht in de grote toren toen zij, in de verte, een zwak gerommel van een zware machine hoorden. Een ongebruikelijk geluid omdat er 's nachts niet werd gewerkt. Hu bler keek door zijn verrekijker en slaakte een kreet. Op de weg was een enorme machine te zien. Zimmler rende naar de telefoon terwijl Hubler het alarm in wer king stelde. Lukas klemde zijn tanden op el kaar toen hij de zoeklichten zag flitsen en drukte het gaspedaal nog dieper in. Het gebrul van de machine overstemde al het andere lawaai en pas toen er een barst in de voorruit verscheen, realiseerde de jonge man zich dat de bewa kers op hem schoten. Hij vocht om het voertuig onder controle te houden maar kon te weinig zien om goed te sturen. Zonder na te denken sprong hij uit de cabine en rende, diep bukkend naar een kleine schuur waar de bewakers hem niet konden zien. Zij hadden te laat in de gaten dat de machine volkomen stuurloos en op volle snelheid naar hen toereed. Als een dolgeworden dier, dat loeide van woede, beet het zich vast in de toren. Deze raakte zo bescha digd dat hij met de mensen die erin zaten, naar beneden viel. Plotseling waren er overal solda ten, schreeuwend en rennend, een huilende claxon en een fel blaf fende waakhond. Vanuit zijn schuilplaats zag Lukas dat alles zijn richting op trok. Hij raakte in paniek en in blinde doodsangst rende hij naar het hek en sprong in een wanhopige poging om er overheen te komen. Van alle kan ten spuwden toen automatische geweren hun inhoud meedogen loos op zijn lichaam. De soldaten keken op hem neer. „Hij leeft nog", zei een van hen tegen de officier. „Haal hem later maar op, we hebben nu belangrij ker werk te doen". Copyright Walt Disney Productions ALS VERVOLGVERHAAL IN ONZE KRANT Voor geen goud krijg je professionele stuntmensen in een zelfgemaakte hete luchtballon. Geen cent vertrouwen heb ben ze in zo'n eigen bouwsel van regen- jassenstof met daaronder een op vier eenvoudige butagasflessen aangesloten brander. Twee Oostduitse echtparen, elk met twee kinderen, waagden deze gok. De eerste poging mislukte, de tweede slaag de en op 16 september 1979 landde het eigen bouwsel nabij de Oostduitse grens in de Westduitse deelstaat Beieren. De vlucht van de families Strelzyk en Wet zel was geslaagd. Het onwaarschijnlijke m was gebeurd. Voor Oost- en Westduitse veiligheidsmensen bleef deze vlucht on opgemerkt. t Zeker niet onopgemerkt bleef het ver- do haal dat de Strelzyks en Wetzels onge twijfeld te vertellen hadden. Journalis ten en filmproducenten draaiden als bijen rond de honingpot om de beide fa milies heen. Uiteindelijk ging het Duitse blad Der Stern met het geschreven en Walt Disney met het verfilmde verhaal bij de families de deur uit. Die film „Nightcrossing", gaat in ons land half mei in première. Vandaag be ginnen wij aan een serie verhalen over deze onwaarschijnlijke vlucht naar het Westen. Hiervoor volgen we het door John McGreevey voor filmmaatschappij Walt Disney geschreven scenario, dat op enkele details na waarheidsge trouw de feiten volgde. Een gebeurtenis, die niet treffender omschreven kan wor den dan door de uitspraak van de hoofd rolspeler, John Hurt, (in de film Peter Strelzyk): „Je zou het niet geloven, als het niet echt was gebeurd". tisch. Er waren maar twee moge lijkheden: óf het was een verzinsel óf het was werkelijkheid. De beide Amerikanen stuurden vanuit Lon den onmiddellijk Eva Redfern naar Duitsland om de filmrechten voor dit stukje geschiedenis te verwer ven. Eva Redfern was niet de enige die in contact trad met de Wetzels en Strelzyks. Zij trof in Duitsland tal rijke andere producenten aan. Ze had echter een voordeel. Beide fa milies waren onder de indruk van verschillende Disney-televisiepro- gramma's die ze in hun woonplaats Pössneck op de Westduitse televisie volgden. Daarmee won Eva Red fern het vertrouwen. De aanbie ding van Walt Disney werd geac cepteerd. Op uitnodiging van de filmmaat schappij vloog de familie vervol gens naar Californië, waar zij hun verhaal vertelden. Vele uren zaten de families Strelzyk en Wetzel met scenario schrijver Joh McGreevey om de ta fel om elk detail, elk stukje span ning, angst en frustratie uit die verschrikkelijke maanden, vooraf gaande aan de geslaagde vlucht, op papier te krijgen. Want angstig en frustrerend was het. Maar liefst driemaal bouwden de families een ballon. De toen 24- jarige Günther Wetzel haakte tij dens de voorbereidingen echter af en op 4 juli 1979 kwamen de Strelzyks enkele seconden te kort voor hun vluchtpoging. Spanning Maar die spanning van de werke lijkheid was de Hollywoodprodu- centen niet genoeg. Natuurlijk is de hele geschiedenis op het kantoor van de Staats Sicherheits Dienst, zoals die zich in de film „Nightcros sing" afspeelt, een verzinsel. De twee personages Schmolk en Kör- ner, beiden SSD-mensen, zijn crea ties van John McGreevey. John Hurt, de man die de rol van Peter Strelzyk vertolkt, zegt over die film: „Ik begrijp best dat er op deze film enige kritiek te geven is. Natuurlijk, de feiten zijn niet altijd de waarheid. Maar het was echt zo, dat Peter Strelzyk zich na de mis lukte eerste poging door de hou ding van zijn kinderen heeft laten ompraten om een tweede poging te wagen. Als je dat in de film ziet, geloof je het niet, maar het was de waarheid. De moeder heeft in wer kelijkheid tijdens de vlucht de kin deren een lolly gegeven. Als je dat in de film had gedaan, had ieder een zich een ongeluk gelachen. Zo van: „Dat is echt te gek". We heb ben die scène wel opgenomen, maar ik heb er voor gevochten dat die er niet in kwam". Het verhaal waarop ook ons ver volgverhaal is gebaseerd is dus op enkele details volgens de dra maturgie van Hollywoods droomin- dustrie aangepast, zodat ook men sen die onbekend zijn met die on waarschijnlijke werkelijkheid de film als film kunnen waarderen. John Hurt: „Kijk, ik vind het alle maal niet zo belangrijk of die feiten nu allemaal wel juist zijn. Ik ben ingehuurd voor een avonturenfilm. Die rol heb ik gespeeld. Die wilde ik ook spelen, omdat de persoon Peter Strelzyk mij fascineerde. Hij haalde toch een ongelooflijke stunt uit. Want echt, hij had maar één procent kans van slagen. Dan moet je wel wanhopig zijn. Tot zoiets komt een mens niet eens, omdat hij fysiek belemmerd of onderdrukt wordt, maar omdat hij intellectuele vrijheid wil". Knipsel uit onze krant vati 17 september 1979. v De waarheid is zo fantastisch, die >la kun je niet verzinnen. Dat moeten de talrijke filmproducenten hebben gedacht, die eind 1979 bij de fami- lies Strelzyk en Wetzel de deur platliepen. Het verhaal was onge loofwaardig, ware het niet, dat het e v de werkelijkheid was. Met een eb krakkemikkige ballon waren beide families op een rustige zaterdaga- (y vond over het IJzeren Gordijn ge- :he sprongen. Noch aan gene, noch aan deze zijde van de versperring die beide Duitslanden scheidt, hadden de met de meest geavanceerde waarnemingsapparatuur uitgeruste grensbewakers iets gemerkt. Een wanhopige poging om de in Oost- Duitsland heersende politieke om standigheden te ontvluchten was geslaagd. Via radio- en telexverbindingen ging het nieuws de wereld over. „Met een van lakens en stukken plastic gemaakte heteluchtballon zijn acht mensen naar Beieren ge vlucht. De vier volwassenen en vier kinderen zaten in een gondel ter grootte van een keukentafel". Op het hoofdkantoor van Walt Dis ney Productions krabden Ron Mil ler en Tom Leetch zich achter de oren. Dit verhaal klonk zo fantas- De echte familie Strelzyk In het Westduitse Bad Kissingen, waar Peter Strelzyk een elektriciteits zaak opzette, met de Reisepass van de Bundes- republiek Deutschland. mensen uit Oost-Duitsland rijn in de nacht van sater» dag op zondag in een telfge maakte hete-luchtballon naar Beieren gevlucht Gisterochtend landden Kaila bij Hof in Beieren twee echtparen met vier kin deren, in leeftijd variërend van vijf tot vijftien Jaar. De ballon In een klein dorpje in de buurt van Selbitz, vlakbij de plaats waar de Wetzels en Strelzyks met hun hetelucht ballon landden, begon Günther Wetzel een radio- en televisiezaak. Met de Strelzyks heeft hij nog maar nauwelijks contact. Jane Alexander, John Hurt en de broers Keith en Dough McKeon vertolken in de film Nightcrossing de familie Strelzyk. doen", was het antwoord. nu belang- Hun grote mond hebben ze hier verloren, de Duitsers. Ze staan er, een beetje nerveus, een beetje la cherig bij als een groep schooljon gens die examen moet doen. Dege nen die erdoor gekomen zijn, ma ken een huppelpasje en wenken naar de wachtenden met opgehe ven duim: „Gepiept!" Die denken hoopvol: als het hem met zijn rot- kar is gelukt, dan hqef ik toch ze ker niet bang te zijn. De haard van deze onlust is het controlestation van de „Technische Überwachungsverein", beter be kend als de „TUEV", een strenge organisatie die belast is met de ver plichte periodieke controle van mo torvoertuigen. Weken voordat ik er zelf ook eens heen moest, had ik van vrienden en bekenden al aller lei goede raadgevingen gekregeh: je kunt beter naar Sinzig dan naar Bonn gaan, want daar zijn ze zo streng: je moet vlak voor de keu ring je auto laten wassen, dat staat beter; vooral heel vriendelijk en voorkomend zijn Uit dit alles blijkt dat de TUEV bij de Duitse burgers gevoelens van vrees en ontzag opwekt, alleen te vergelijken met een oudtestamenti sche eerbied voor de wrekende godheid. En zo is het ook. De TUEV, aan het eind van de vorige eeuw door fabrikanten opgericht om de kwaliteit van stoomketels te garanderen en sinds 1906 ook ver antwoordelijk voor het gemotori seerd vervoer op de weg, is uitge groeid tot een oppermachtige rech ter over goed en kwaad. Talloze mensen hebben gesidderd of de TUEV-duim omhoog of omlaag zou wijzen. Het werkterrein van de TUEV is vrijwel niet meer te overzien: van strijkbout tot locomotief, van lift tot kerncentrale, niets ontgaat haar speurend oog. Het exorbitante Duitse KEMA-keur TUEV ge- prüft dringt door tot in de klein ste hoeken van ons geautomati seerd bestaan. Opmerkelijk daarbij is dat de TUEV geen overheidsin stantie is, maar een privé-onderne- ming! Niettemin kan er geen wets ontwerp worden ingediend, of de TUEV heeft tevoren een dikke vinger in de pap gehad. Dat een dergelijke, vrijwel ongecontroleer de macht corrumpeert, is duidelijk. De klachten over het'bureaucrati sche, arrogante gedrag van dit mo nopolie zijn dan ook diet van de lucht. De gewone burger denkt bij het woord „TUEV" toch echter vooral aan de auto en zijn of haar chauf feur. Want niet alleen controleert deze instantie de kwaliteit van hel mechaniek: ook de vaardigheid en het vermogen om zich in het ver keer te begeven, zijn volledig aan de (wille)keur van de TUEV on derworpen. Wie een rijbewijs wil hebben, moet naar de TUEV. Wie een ongeluk heeft gehad, moet naar de TUEV. Voor een medisch onderzoek moet je naar de TUEV. Als de rechter een rijbewijs af neemt, verwijst hij de veroordeelde naar de TUEV. En die is niet mak kelijk. Als Ik het theoretisch gedeelte van het Duitse rij- examen zou moeten afleggen, was ik zeker al drie keer gezakt Dit lot was dan ook ettelij ke Duitsers beschoren. Maar erger nog wordt het, als je als verkeers- recidivist" in de handen van de TUEV-psychologen valt. Dat soort experts heet in de volksmond „Zie- le-TUEV" en hun vragenlijsten („Lacht u vaak om schuine mop pen?") zijn in het algemeen berucht als de „idiotenlest" AMI VAN VREE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 15