Hoe veilig is een woonwijk
iedere millimeter heeft
IN EN OM HET HUIS
Gek op hout
Zee op de huid
Een ring die overal bij past
BINNENLAND/BUITENLAND
Zoveel hoof den, zoveel zinnen
De zee heeft een stimule
rende werking op de
huid. Dat merk je na een
zeebad. De elementen die
zeewater bevatten, tonise-
ren de huid, maken haar
glad en laten haar tinte
len. Helena Rubinstein
komt met een verzor
gingsserie op basis van de
tonifiërende en verkwik
kende stoffen uit (schoon)
zeewater, die ze Body
Life noemde.
Als in het zeemilieu bevat
de produkten aktieve be
standdelen, w.o. „Bodyplex",
een biologisch complex met
mineralen. Zeewater schijnt
dezelfde elementen te bevat
ten als het menselijk li
chaam, maar dan geconcen
treerd. Body Life bestaat uit
een viertal schoonheidspro-
dukten, waarbij genoemde
Bodyplex, een smaragdgroe
ne verstevigende zeegel. 200
ml./ 64,-.
Een Nederlands ontwerp
van een sieraad komt dit
voorjaar als een primeur
op de wereldmarkt. Merk
„Diamonde" introduceert
een ring van geelgoud (of
naar keuze witgoud),
waarop een ornamentje
zit in de vorm van een
kubus.
Deze draait om een minus
cuul asje, waardoor (als bij
de bekende puzzel) beurte
lings een andere zijde van
het blokje naar boven wijst.
Deze zichtbare kanten zijn
ieder afzonderlijk bezet met
een edelsteen van andere
kleur. Een combi-ring dus.
Bij een rode jurk zal het
vlak met de rooijn naar bo
ven gedragen worden. Voor
het eerste exemplaar van de
ring heeft men robijn (rood),
saffier (blauw), smaragd
(groen) en briljant (wit) ge
kozen. In principe is natuur
lijk iedere andere kleurcom
binatie mogelijk. De ring is
14 karaat goud en de stenen
zijn kostbaar. Toch kost ze
maar ƒ395,-. Nadere infor
matie: Siebel, Amsterdam,
tel. 020- 22 80 80.
LEIDSE COURANT
MAANDAG 19 APRIL 1982 PAGM
Het leven heeft een lange
weg gekozen om Kasper
Simorré (31), Valkenbos-
kade 201, Den Haag op
het spoor te zetten van
zijn verborgen natuurta
lent. We praten erover
aan zijn huisbar. De
breedte van de barrand is
net plezierig, de krukken
zitten lekker, het hout
glanst. Hij staat erachter,
een jonge innemende
man met uiterst smalle
handen. Daarin houdt hij
de gebruiksaanwijzing
van hout, zomaar gekre
gen als een geschenk
Kasper wil best vertellen,
soepel en gelukkig. „Mijn
meubelen zijn geen serie
werk, elk stuk is door
mijn eigen handen ge
maakt. Het is eenmalig.
Geen twee zijn hetzelf
de".
Zeker een degelijke opleiding
in het vak gehad, begin je
dan.
Een beebe aarzelend zegt hij:
„Ik doe t op mijn gevoel. Ik
heb nooit timmerles gehad.
Mijn vader had in Zuid-Afri-
ka een byouteriefabriek,
daarmee ben ik opgevoed.
Toen wë naar Nederland gin
gen heb ik leerwerk gedaan.
Toen stapte ik over naar de
binnenvaart, als matroos. Na
anderhalf jaar was ik bijna
stuurman, maar ik kreeg er
genoeg van en volgde een
vakopleiding precisieban-
kwerker. Maar het ging vijf
jaar geleden slecht in de me
taal; ik kreeg geen werk. Ik
kon er niet mee leven dat ik
een uitkering had". Inmiddels
was Kasper Simons getrouwd.
Zijn schoonvader was een
meubelmaker van de oude
stempel, die in een werkplaats
de naam van zijn geslacht
hoog hield. „De Van der
Bree's zijn heel bekend in
meubelmakerskringen", zegt
de schoonzoon trots. Officieel
werkloos maakte hij, eindelijk
zijn draai gevonden, daar op
voorschot van zijn schoonva
der dertien kasten. „De eerste
van gesloopte planken uit een
kast van mijn moeder. Ik ben
altijd gek op antiek geweest
Als ik bij een antiquair een
antieke kast zag, straalde die
iets uit. Dan ging ik ,de an
tiekzaak binnen en voelde
met mijn handen hoe die in
elkaar zat. Ik deed of ik een
klant was. Ik tastte voorzich
tig verbindingen af, 's avonds
tekende ik die. Een opleiding
in antiekkennis heb ik nooit
gehad, maar ik ben er sterk
door beïnvloed. Er moet iets
uitgaan van meubelen. Met
elk meubelstuk moet je leven
vastgelegd. Verkeerhinder en
parkeersituaties bepalen in
grote mate de verkeersleef-
baarheid voor de bewoners.
Maar bij alles wat we doen
willen we kans op een ongeval
verminderen. De „verblijfs-
ruimte" van de wijkbewoners
sociale contacten, spel en
rustig buiten vertoeven
wordt door onveiligheid beïn
vloed".
Psychologische
achtergronden
„En dan komen de vragen.
Wat hebben wij in woonwij
ken bereikt, welke kennis
hebben we opgedaan, welke
vragen zijn blijven liggen, wel
ke knelpunten zijn er nog,
waar liggen de prioriteiten,
zijn we op de goede weg, hoe
staat het met het gemeentelijk,
f>rovinciaal en landelijk be-
eid Iedereen wil de ver
keersveiligheid en de leefbaar
heid in de woonwijken bevor
deren. Daarvoor zullen echter
tal van factoren onderzocht
moeten worden. Een positieve
beïnvloeding van het ver
keersgedrag. Een aangepaste
functionele indeling van het
totale wegennet. Een aanpas
sing van de stedebouwkundige
opzet aan verlangde verkeers
situaties en verkeersgedrag.
Het zijn technische factoren,
maar onderschat de rol niet
van sociale en psychologische
achtergronden. De gemiddelde
verkeersdeelnemer lijkt im
mers zijn „eigen belangen"
voorop te stellen. Valt daar
iets tegen te doen of is het
vechten tegen de bierkaai
Inspraak
Het aantal deelnemers aan het
Nationale Verkeersveiligheid
Congres in aanmerking geno
men, en de verschillende
standpunten met elkaar verge
leken, zou men op de laatste
vraag of het vechten is tegen
de bierkaai, inderdaad een be
vestigend antwoord moeten
geven. Alleen inspraak helpt
niet. Al wordt het langzamer
hand wel tijd om „inspraak" te
gaan roepen. Jawel, maar we
derom geldt: wat de een wil
wil de ander niet.
De politiek speelt ook een be
langrijke rol. Een uitspraak
van een inspraakgroep als de
Stichting „Stop de Kinder
moord" spreekt boekdelen:
„De politieke partijen stonden
voor een ingrijpende beslissing
ten nadele van de autoen
lieten het afweten". De voor
zitter van die stichting, de
heer S. Schepel zegt: „Aan
dacht voor buurtinitiatieven
betekent werken van klein
naar groot, van concreet naar
abstract. Inspraak leidt op die
wijze tot slagvaardigheid,
daarmee moet je niet beginnen
op het niveau van een ver
keerscirculatieplan".
Meer informatie geven
Er staat tegenover dat.drs P.
Dordregter van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten
meent, dat de beperking van
de toegankelijkheid en de ma-
noeuvreer-vrijheid van motor
voertuigen stuit op bezwaren
van velerlei aard, zoals moei
lijke winkelbevoorrading,
kans op diefstal of vernieling,
als parkeren niet voor de deur
kan, en toeneming van ver
keersdruk en verkeerslawaai
op wijkverzamelwegen. Vol
gens hem is veel aandacht no
dig voor het informeren van
de bevolking en het verduide
lijken van de gevolgen van
verschillende keuzes.
De beroepsvervoerders voelen
zich helemaal niet lekker met
al die autobeperkende bepalin
gen. De woordvoerder van de
EVO, algemene verladers en
eigen vervoerorganisatie, ir. L.
D'Hont zegt: „Voor het be-
drijfsvervoer is het knelpunt
de bereikbaarheid. Beperkin
gen van het gemotoriseerd
verkeer moet men niet op de
grote gebieden toepassen, bij
voorbeeld van één vierkante
kilometer. Als je beperkingen
oplegt aan het verkeer op
ontsluitingswegen, dan ga je
tornen aan de functie van de
weg.
En de SR V-man in een woon
erf in Utrecht: „Het kost me
een stuk omzet Volgens mij is
het alleen maar autootje pes
ten".
Eén openbare ruimte
Dit soort problemen hebben
we voorgelegd aan de direc
teur van de SWOV, ir. E.As-
mussen, die het congres orga
niseerde. Hij zegt: „Je hebt
maar één openbare ruimte,
enerzijds voor kinderen en
mensen die een buurpraatje
willen houden en anderzijds
voor de verkeerscirculatie. De
mens is nogal ambivalent, hij
wil de auto voor zijn huis heb
ben en de woonomgeving vei
lig hebben. Dat zijn belangen
die tegenstrijdig zijn. Vaders
brengen zelf hun kinderen per
auto naar school, maar schel
den op de onveiligheid van de
wijk als daar een kind door
een auto wordt aangereden.
Voor dit soort problemen moet
je een oplossing zoeken die
realistisch is, gebaseerd op sig
nalen van de mensen zelf. Het
is duidelijk dat inspraak van-
tevoren moet gebeuren. Het
moet meedenken ziin, en niet,
zoals nog zo vaak gebeurt:
kunnen kiezen uit enkele pas
klare oplossingen. De bestuur-
deren, de beleidsmensen, moe
ten eerst doelgericht en pro
bleemgericht gaan denken en
„omgevingsbewust", waarmee
ik met omgeving dan bedoel
de mensen om de bestuurders
heen. Niet zo maar achter een
tekentafel gaan staan en
straatjes tekenen, waar auto's
tussen bloembakken, paaltjes
en muurtjes moeten zigzaggen,
waardoor de zaak eerder ge
vaarlijker wordt dan beter".
Spontane ordening
„Kijk, de mens is een zich aan
passend wezen. De stormachti
ge ontwikkeling van het ge
motoriseerd verkeer heeft een
soort spontane ordening tot ge
volg gehad, die ik graag zou
willen vergelijken met de be-
dreigingshierarchie van roof
dier en prooidier. Het prooi
dier, de kwetsbare verkeers
deelnemer, springt terug voor
de auto. Denk nu niet dat ik
een autohater ben, want dat is
beslist niet zo. Het is een hiër
archie waarin de bedreiger
steeds bedreigender werkt en
de kwetsbare steeds voorzich
tiger wordt Dat heeft tot ge
volg gehad, dat statistisch ge
zien het aantal ongevallen
steeds afneemt De mensen ra
ken immers steeds meer ge
traind".
„Nu is er een breekpunt in dat
hiërarchische denken geko
men. Men durft zelfs als fiet
ser niet meer de straat op en
verzet zich. Die mobiliteit
moet terugkomen. Maar daar
mee moet je voorzichtig zijn,
want die spontane ordening
wordt dan doorbroken en het
aantal ongevallen zou weer
kunnen stijgen. Ik kan me
voorstellen dat een overheid
gehoor geeft aan signalen uit
de maatschappij, bijvoorbeeld
van de groep „Stop de Kinder
moord", maar de priis mag
niet zijn: meer ongevallen".
Vijftig is te veel
„Eén van de acties van WN
(Veilig Verkeer Nederland) in
de laatste tijd is „in een woon
wijk is 50 kilometer te snel".
Daarover zijn brieven binnen
gekomen bij VVN, met de
vraag of ze nu een club van
autopesters waren geworden.
„Er zijn zovele herinrichtings
plannen voor woonwijken
mislukt Men denkt als je de
auto nou maar afremt dan
houdt ook het gevaar op. Je
moet de circulatie in de hand
houden, je kunt niet zomaar
bordjes neerzetten met een la
gere snelheid erop. Ik ben te
gen de verlaging van de 50 ki
lometer-snelheid. Ik zie de
noodzaak ervan in, maar ik
vind de aanpak te weinig fun
damenteel. Het zijn noodmaat
regelen die worden genomen.
Het is geen systeembeheersing.
Zo'n maatregel werkt niet. We
moeten allen als verkeersdeel
nemer omgevingsbewust zijn.
Denken om de ander. Dat
helpt wel".
en ik weet: eens zal men om
mijn meubelen vechten. Over
duizend jaar zullen ze zo an
tiek zijn als authentiek antiek
nu is. Zo echt wil ik ze ma
ken". Er komt een uitdruk
king op zijn gezicht, die moei
lijk in woorden te vangen is,
zo heftig, zo brandend. „Ik
word er bijna emotioneel
van", zegt hij geschrokken.
Binten
Kasper Simons zoekt zijn hout
zelf uit. „Russisch en Zweeds
grenen is voor mijn werk het
beste. Elke bint gaat door
mijn handen. Ze liggen op
soms stapels van dertig, je ziet
dan alleen de kopse kant. Als
de onderste bint de mooiste is
dan haal ik die er zelf onder
uit. Al liggen er tachtig bo
venop. Ik wil alleen het beste
hout". Vóór mij staat een ju
weel van een tafel uit grenen
zonder knoesten. „Niet dat
knoesten mij storen", haast
Kasper het hem aan het hart
gebakken natuurprodukt te
verdedigen. „Ze horenbij
hout. Maar een tafel als deze
kan ik nooit meer maken. Het
hout met alleen nerven is zo
zeldzaam; het is ongelooflijk
dat ik de binten gevonden
heb, die tot dit stuk geleid
hebben". Het glanzend opper
vlak dat wordt gesteund door
een gedraaide poot, duidelijk
geïnspireerd op antieke mo
dellen, is zo maagdelijk en
vlekkeloos dat het inderdaad
een uitstraling heeft van uit
zonderlijke puurheid. Een les
je in timmermans zorgen leert
dat in de beste tafelbladen
van „in kwartier" gezaagde
bomen (overlangs tweemaal
door midden gezaagd, waar
door er vier kwarten overblij
ven) geen „hart" mag zitten.
Het zgn. „hart" (midden) van
de boom levert het minst goe
de hout, dat geneigd is krom
en rond te gaan staan, of te
gaan „trekken", zodat het
kleine scheurtjes kan gaan
vertonen. Bij het kiezen van
hout is het dus zaak delen te
nemen, die het verst van het
„hart" verwijderd zijn. „Je
moet het hart in je planken
kwijt". De planken worden
dan aan de onderkanten met
groef en messing feilloos aan
elkaar bevestigd. Krimpen of
scheuren is er niet bij.
Vleugje Chippendale
In een hoek staat een prachtig
blank grenen schrijfmeubel,
een secretaire met talloze
laadjes en vakjes, sluitend met
een neergeslagen klep (inge
legd met groen leer) en on
derbouwd met twee deurtjes.
Een model duidelijk geïnsa
reerd op de 18e eeuwse Ha
landse schrijfkabinetten, mar
dan vermengd met een vleul
je Chippendale. Naar c
trant voorziet Simons
werkstuk met een
merk: twee gestyleerde lett^
K, boven elkaar geplaatst,
hem naar zijn vurige v
voor vergetelheid zullen
hoeden.
Kaspers woonkasten zijn
ver en persoonlijk. Soms vei
hij het hout of laat het
procédé ondergaan, waardi
het licht gelig en glanzej
wordt, maar meestal houdt
het blank. Hang- en sluitwi
is vaak onvervalst antiek,
bepaalde stukken als b.v.
hemelbed kan de klant
inbreng hebben. „Wil die
groter, korter, hoger, met
der draaiwerk, dan kan
ook. Met elk stuk is net
anders".
Kasper wil werken met hoi
soorten, die niet de kostt
ste zijn. Vandaar dat de
renhouten kast, die hij v<
de echtgenote van een lid a
de Japanse handelsdeleg.
maakte, efficient, maar r
duur was. „De kast staat nu
Japan. Die mevrouw had i
prachtige poppenverzameli
Daarom maakte ik de h
voorkant van glas, 1.80
hoog. Ik zeg niet dat ik
beste ben", zegt hij weer
die aarzelende, innemei
toon, maar in zijn ogen bran
een nerveus vuur dat hem o
jaagt die beste toch wel te w
len worden 1J
TINY FRAN"
Kasper met echtgenote (rechts) en gast In zijn - natuurlijk met hout gestoffeerd
woonkamer.
AMSTERDAM Hoe
veilig zijn woonwijken
Onder die titel wordt op
21 en 22 april in de Am
sterdamse RAI een Natio
naal Verkeersveiligheid
Congres. Organisatoren
zijn de ANWB en de
Stichting Wetenschappe
lijk Onderzoek Verkeers
veiligheid (SWOV). Twee
dagen congresseren daar
wetenschappers, bestuur
ders, vertegenwoordigers
van actiegroepen, ambte
naren en bezorgde moe-
ders-van-kinderen om het
antwoord te vinden, dat
zo voor de hand lijkt te
liggen: woonwijken zijn
net zo veilig als wij willen
dat ze zijn. Maar dat ant
woord is net iets te simpel,
want wie zijn die wij,
goed, alle Nederlanders.
Dusook op dit ver-
keersveiligheidcongres, al
weer het derde in vier
jaar, zal blijken dat we het
nooit over alle veiligheid
saspecten eens zullen wor
den.
Sommige groepen willen maar
het liefst hele woonwijken af
sluiten van elk autoverkeer,
ten behoeve van kinderen, be-
jaarden en gehandicapten. An
deren willen wijken „ver-
keersluw" maken, door auto
verkeer zoveel mogelijk te be
lemmeren. Het is logisch dat
daar dan weer groepen tegen
over staan van mensen, die
hun autootje vlak voor de deur
willen hebben, de SRV-man
met zijn winkelwagen graag
voor de deur zien verschijnen.
Kortom, het antwoord op de
vraag „Hoe veilig zijn onze
woonwijken lokt alleen maar
weer nieuwe vragen uit, want,
zo zeggen ook de SWOV en
ANWB: „In woonwijken be
staat een duidelijk conflict tus
sen vervoer en leefbaarheid.
Een botsing van belangen die
moeilijk in cijfers kan worden
Een aantal
jaren geleden
blokkeerden
bewoners van
de
Amsterdamse
„Pijp" de
Ferdinand
Bolstraat. Ze
wilden deze
straat autovrij
hebben. Daar
waren de
winkeliers
(dus) weer
tegen