L
DUITSE FILM
„Er is ingebroken
om mijn
film te zien"
Toon Hermans, man van 1 miljoen.
geh uldigd door premier van Agt I
MARCO FERRERI:
FILM/KUNSTmpSECOURANTVRIJDAG 16 APRIL 1982
TlTUTTr'
1 JljJLV U vj
Tweede leven voob
Chariots of fire9
Van onze correspondent
van Vree)
BONN Vele jaren lang
was de eens zo beroemde
Duitse filmproduktie vol
strekt van het internatio
nale toneel verdwenen.
De tijd ligt nog niet ver
achter ons dat Westduitse1
rolprenten voornamelijk
'succes hadden in het
wereldje van de soft-sex,
en de harde porno, van dei
bovenmatig sentimentele)
„Heimatfilms" en van
high-brow „arttheaters'
waar voor het grote pu
bliek onbegrijpelijke in
tellectualistische produk-
ten over het scherm rol
den. De enig zinnige bij
drage van de Duitse fil
mers leek toen nog vooral
te bestaan uit zeer vak
bekwame en geroutineer
de tv-produkties zoals
„Tatort", „Derrick" e.a.
Sinds een jaar of vier, vijf liikt
de Duitse film die na de oorlog
het veld volstrekt aan Ameri
kanen, Fransen en Britten
heeft moeten overlaten, het
verloren terrein te hebben
heroverd. Geïsoleerde kunste
naars ontwikkelden zich tot
internationaal erkende regis
seurs; „provinciale" filmers
bleken een goede intuïtie te
hebben voor wijdverbreide on
lustgevoelens; en typisch Duit
se minderwaardigheidsgevoe
lens slpegen om in kritische
kanttekeningen tegenover de
huidige maatschappij die blijk
baar overal worden herkend.
De produktie die herfst '81 al
een belofte was met films van
Fassbinder, Von Trotta's
„Bleierne Zeit", heeft sinds-'
dien alleen maar aan overtui
gingskracht gewonnen. „Das
Boot", de artistiek omstreden
film over het Duitse onderzee-
bootavontuur in oorlogstijd,
boekt in het buitenland, vooral
in Japan, successen die nie
mand had kunnen voorzien.
Schlöndorff's „Die Fël-
schung", een uiterst realisti
sche benadering van de pro
blemen waarmee een corres
pondent in het verscheurde
Libanon te maken heeft, vulde
vele kolommen in Duitse
kranten. Deze film zal in ons
land een verhoogde actualiteit
krijgen door de moord op vier
journalisten van een tv-team
in El Salvador, een land dat
een soortgelijk oorlogstoneel
vormt als Libanon met alle
vragen vandien rond de ver
slaggeving erover.
Na het grote filmfestival van
de Bondsrepubliek in Berlijn,
waar meer dan twintig nieuwe
Duitse films werden getoond,
kwam de vaak als een beetje
„getikt" aangeziene regisseur
Werner Herzog met zijn even
waanzinnige verfilming van
„Fitzcarraldo". Het even gro
teske als romantische verhaal
van de gelijknamige excentrie
keling (vertolkt door Klaus
Kinski) die het in zijn hoofd
heeft gezet om een op Italiaan
se schaal gebouwde opera mid
den in de rimboe van Peru
neer te zetten. Een even nutte
loos als onuitvoerbaar ideaal.
Herzog zou Herzog niet zijn
geweest als zijn op lokatie ge
draaide film al wat de ont
staansgeschiedenis en voorbe
reidingsmoeilijkheden betreft
niet minstens zo dramatisch en
avontuurlijk waren als het uit
eindelijke bioscoopprodukt.
Zodat de mens en de regisseur,
zijn werk en zijn doelstellin
gen, zijn professionele acteurs
en de indianenmedewerkers
weer eens tot een onontwarba
re jungle van schijn en reali
teit geraakten.
Naast Schlöndorff en Herzog
kwam ook hoe kan het an
ders Rainer Werner Fass
binder met een nieuwe rol
prent die gelijk (maar niet ge
heel onverwacht) de Gouden
Beer uit Berlijn wegsleepte.
Een compliment voor deze
meest getalenteerde, eigenzin
nige Duitse filmer, temeer om
dat hij het heeft aangedurfd
om de laatste van zijn filmtri
logie over de naoorlogse
Bondsrepubliek in zwart-wit
te draaien. „Die Sehnsucht der
Veronika Voss" (na „Maria
Braun" en „Lola" het derde
stemmingsbeeld van het
„Wirtschaftswunder") gaat dit
keer over het afsterven van
vergane, tijdens de Hitler-ja-
ren vergaarde glorie, in de
persoon van de voormalige
UFA-diva Veronika Voss (Ro-
sel Zech) die aan morfinevers-
laving ten onder gaat. Fassbin-
nieuwe maatschappij waarinj
de misdaad zij het veei ver-
holener dan onder de nazi's
even onbarmhartig als voor
heen ongestraft haar slachtof
fer weet te vinden. Fassbinder
blijft een omstreden figuur.
Dat is ook niet verwonderlijk
wanneer men zo snel, zo
voortdurend en vaak zo non
chalant met filmen bezig is.
Ook „Veronika Voss" heeft te
leiden onder cliché's en routi-
nefouten en balanceert zoals
zo vaak op de rand van echt
drama en sentimentaliteit.
Desondanks is het een typi
sche „Fassbinder": het oordeel
erover hangt ervan af hoe je
staat tegenover deze Vestdijk
van de Duitse film.
Veel gedegener, maar ook veel|
saaier dan „Veronika Voss" isl
een even opmerkelijk produktj
uit de Duitse studio's van dei
laatste tijd: het eindelijk doori
Hans W. Geissendorfer ver-j
filmde epos „Der Zauberberg"|
(De toverberg) naar de be-,
faamde roman van Thomas
Mann. Esthetisch gezien is
Geissendorfer's adaptatie zon
der meer voorbeeldig: tweeën
eenhalf uur lang ondergaat
men lijfelijk en in fascineren
de beelden de gedegenereerde
stemming onder de bewoners
van een Zwitsers sanatorium
aan de vooravond van het uit
breken van de Eerste Wereld
oorlog als een bikkelharde af
beelding van de ondergang
van het avondland.
De fijne draden van Mann'si
meer dan duizend pagina's tel
lende oeuvre worden tot korte
sequensen teruggebracht en
daardoor blijft de Zauberberg-
-film een niemand echt tevre-|
den stellend compromis: wiei
de roman kent zal bezwaren
hebben tegen de al te grove'
simplificaties; wie voor het
eerst met Thomas Manns werk
wordt geconfronteerd, voelt
zich verward omdat hij de ex
centrieke gedragingen van de
hoofdpersonen niet begrijpt
„Der Zauberberg", mede gefi
nancierd door het ZDF (het
tweede Duitse tv-net), komt te
zijner tijd dan ook op de tv als
serie van vijf afleveringen van
een uur. De film levert de
„romp" voor de serie; mogelijk
wordt dus de twee keer zo lan
ge tv-versie dramatisch beter
SCHEVENINGEN
Tenslotte zijn dan toch de
bronnen bekend ge
maakt, waaruit premier
Dries van Agt al jaren de
even ondoorgrondelijke
als curieuze wijsheid put,
waarmee hij zijn vaderlijk
gezag over de Staat der
Nederlanden uitoefent.
Te lang heeft ons volk
daaromtrent in het onze
kere verkeerd en vroeg
men zich in brede lagen
van de bevolking telken
male vruchteloos af met
welke uitgelezen naslag
werken de minister-presi
dent zijn werkkamer in
Den Haag gestoffeerd
heeft
Afgaande op zijn oud-testa-
mentisch woordgebruik
meenden velen veilig te mo
gen aannemen, dat hij in elk
geval de beschikking heeft
over een rijke voorraad apolo
getische werken en hagiogra
fieën plus een enkele gecano
niseerde bijbel met de Blijde
Boodschap. En gelet op de
weldadige humor, waarmee
hij zijn doorgaans droeve tij
dingen lardeert, mocht vol-,
gens anderen met enig recht
verondersteld worden, dat hij
enkele bundels met moppen
van Max Tailleur op de plank
heeft staan.
Groot was dan ook alom de
verbazing, toen de premier
gistermiddag op de gaanderij
van de Kurzaal in Schevenin-
gen eindelijk onthulde, met
welke boeken hij zich ten de-
partemente omringd heeft.
„Een uur voordat ik hier naar
toe ging", sprak hij met guiti
ge tuitmond, „kwam het mij
nuttig voor om toch even na
te denken over hetgeen ik zou
gaan zeggen. Ik heb toen wat
gebladerd in één van de zes
boeken van Toon Hermans,
die mij bij altijd onder hand
bereik liggen".
Waarachtig, dat is dus het ge
heim van deze verfrissende
staatsman. Als hij weer eens
in de knoop zit raadpleegt hij
fluks het oeuvre van zijn
Limburgse geloofsgenoot en
put hij vrijelijk uit diens oor
spronkelijke denkwerkjes ter
»j- Van Agt: „Dit Is een moment voor gepaste vreugde".
onderbouwing van zijn decre
ten. Als je dat nou weet valt
zo'n voorjaarsnota lang niet
meer zo rauw op je dak.
Prestatie
De bijeenkomst in het Kur-
haus was overigens belegd
vanwege het unieke feit, dat
van deze zes bundels, die Her
mans in nauwelijks drie jaar
gevuld heeft met zijn instant
versjes en broze gedachten,
inmiddels één miljoen exem
plaren over de toonbank zijn
gevlogen. Wat neerkomt op
duizend verkochte boeken per
dag. Mij dunkt een prestatie,
waarvoor een minister-presi
dent terecht zijn regerings
klusjes fluks terzijde mag
schuiven.
Van Agt had er dan ook niet
de minste moeite mee en liet
zich onmiddelliik na aan
komst stralend door uitgever
Elsevier omscholen tot onbe
zoldigd uitdeler van een
fraaie plaquette. Daarop staan
de titels van de zes bestsellers,
waarover de auteur in zijn
verpletterende bescheiden
heid opmerkt: „Ik schrijf wat
ik denk. Dat is mijn overtui
ging. En dan maakt het niets
uit of je 1 exemplaar verkoopt
of 1 miljoen". (En gie geleuft
dat).
Preek
In zijn huldigingstoespraak
memoreerde Van Agt ook een
preek, die Toon Hermans ooit
heeft gehouden in zijn paro
chiekerk in Berg en Dal. „Hij
begon toen", herinnerde de
premier zich met religieus ge
noegen, „met de bekentenis,
dat net hem de grootste moei
te kostte om op een preekstoel
iets zinnigs te zeggen. „Ik
speel avond aan avond voor
volle zalen", had Hermans ge
zegd, „maar toch sta ik hier
Nu staat ie hier in bron
En kan geen poot verze jyj
Foei, foei, is dat lachen. 1
onze man van 1 miljoen0* 1
vitale, hevig bruin geglaz t) „1
de AOW'er, keek hem p"
een stootvaste Baghwan^kge
lach aan en riep ontdaan Jn
sta hier compleet voor ge
ben nu echt de kluts kwi
had namelijk gedacht, di11*^
premier alleen even lang ven
komen om me een hand t -kpL
ven. En dat had ik al aljjen
achtig aardig van hem ge J
den. Maar dan komt er,
nog een speech, waar ik
enkel weerwoord op heb 'kin,
„Net, toen de heer Van de
zich even omdraaide
mijn vrouw nog: Toon, fc
ie nou?". Ik heb gezegd:
gewoon". En dat is ie oo I
kende de heer Van Agt t
toe niet persoonlijk. U
hem alleen wel 's op de t<
sie. En op zulke momf
kijk ik uitsluitend naar
Met name naar dat prac
rooms liturgische gebare
van hem. Dat is voor mi IC
doende. Luisteren heeft
wens weinig zin, want
na hem komt er toch wej
mand die roept: „Het isfl
waar wat ie zegt".
Danstent
met het water in mijn jatten".
Op dat punt gekomen lastte
Van Agt discreet een kleine
pauze in voor het ventileren
van enige hilariteit. Daarna
riep hij vergenoegd: „Welnu,
ik sta hier ook met het water
in mijn jatten". En als bewijs
toonde hij in een zalvend ge
baar zijn marmerbleke hand
palmen, die zo te zien kurk
droog waren.
Clown
Van Agt, die Hermans en pas
sant karakteriseerde als „een
onweerstaanbare clown" en
„een dichter met een lach en
een traan" hoe kom je er
op maakte er daarna een
declamatiewedstrijd van,
„want hoe kunnen we deze
man beter eren dan door uit
zijn werk te citeren".
Nou, daar gaan we dan:
Hier staat maarschalk Fons.
Hij maakte korte metten.
:e SH1
v "etai
Hermans, wiens volgend [an
bliekskraker „De danst<"
de wei" alweer op de
vlam staat (in het najaainoir
1982 is het zover en kron
7e geesteskind van de
zijn ingenaaide rug vo<
sprong over de horde
miljoen) besloot zijn
woord met een uitspraal
de premier na de verk
gen voor de Provincial!
ten zijn kiezers als medil
tof mee naar huis gaf.
de einduitslag bekend
reageerde Van Agt aldui
is geen moment voor I
fantelijkheden. Maar wi
moment voor gepaste
de".
tu
Ven
land
ide
in1
Hermans knikte en ventp m<
de via één van zijn
mondhoeken: „Bij die
den sluit ik me graag ai
De aanwezigen in de Ki
konden daar geheel
mee hebben.
LEO THUftoeii
Foto MILAN KONVAL
erik
te
sfsteu]
di<
men
zwa
An
nen.
«ie
irme
Li joen
ian
suf
5f°r j
KIO-
inte
trie I
Het oude adagio dat het „verkeren" kan, geldt in hoge i vooi
voor de film „Chariots of fire" over de Olympische SpelBeensi
het Parijs van 1924. Nog geen jaar oud, in Nederland weini t var
cesvol hier en daar een week vertoond, afgeschreven dc ontv
filmverhuurder, maar opeens in de lift door het behale ipute:
vier Oscars in Hollywood, waaronder de belangrijkste
beste film". In Amsterdam werd de film opnieuw in roula jtituu
bracht en trekt nu volle zalen.
De filmverhuurder, City Film Holding, bezit slechts één
van de film en moet halsoverkop volgkopiëen bestellen. J
nu een nieuw landelijk roulement te verwachten eind di
gin volgende maand. Wie daarop vooruit wil lopen kani
gens „Chariots of Fire" al gaan bekijken in het Astra-tht
Wassenaar op maandag, dinsdag en woensdag a.s.
Het gekke is dat iedereen zich blijkbaar in „Chariots
vergist heeft. De filmverhuurder, die geen publiek succes
zag, met één kopie „uitging" (zoals dat heet) en er besci -
advertenties voor plaatste. Hij leek gelijk te krijgen, wa
Nederlandse publiek kwam niet. Dat zich dus ook vergi
komt het wél. Ligt dat aan de publiciteitsgolf (de vertoni
de uitreiking op achtereenvolgens Duitse, daarna Belgis
toen pas Nederlandse televisie) die bij „moeilijker" film
baar helpt, of zijn de nieuwe kijkers gewoon „filmsno
niet meer om „Chariots of fire" heenkunnen, nu de film
geprezen blijkt? Wie het durft mag het zeggen.
Het Wassenaarse Astra-theater huurde de film omdat er
grotendeels internationale clientèle daar zoveel verzoekei
waren. City schrok toen het bij de nieüwe plannen bemerl
Wassenaar wel eens wat vliegen af zou kunnen vangen v
Haagse Odeon, straks vertoningsplaats voor „Chariots of f
zijn „tweede leven". (Odeon is eigendom van de City H<
Vandaar verboden op adverteren voor en prolongatie
film, die Astra gelaten over zijn kant moet laten gaan. He
ne theater wil namelijk wél klant van de grote filmverhi
blijven.
iputei
Jap.
a jaar
e^ikba;
a
AMSTERDAM De Ita
liaanse filmregisseur Mar
co Ferreri is al genoeg
omschreven als de pessi
mist, de cynicus, de man-
die-nooit-lacht. Daar moet
maar eens een eind aan
komen. Goed, hij ziet er
met zijn merkwaardige,
grijs doorploegde baardje,
slordige haren achter in
de nek en dichtgeknepen
mond uit als een grimmi
ge gnoom, maar grijnzen
wil hij af en toe best. En
in een hem vooruitgereisd
Frans interview procla
meert hij zich zelfs tot op
timist. Lopend naar het
Leidseplein kijkt hij een
groepje geüniformeerde
dames zéér geinteresseerd
en langdurig na, vraagt of
er vis zit in het water voor
het Lido en herhaalt het
nog eens: „Ik ben geen
pessimist".
Zijn nieuwste film, binnen
kort in de bioscopen, heet
„Tales of ordinary madness"
en is een verfilming van de
verhalen van de Amerikaan
Charles Bukowksi. In Neder
land zijn ze vorig jaar in ver
taling uitgekomen bij de Be
zige Bij, ze zijn geschreven
tussen 1976 en 1972, in Ame
rika een nauwelijks opge
merkt bestaand leidend in
wat hippe blaadjes, tot Bu-
kowski een soort cult-aan-
hang kreeg: Ze zijn zeker
niet voor iedereen een ge
noegen om te lezen, vertellen
in rauwdouwerig proza het
leven aan-de-zelfkant met
drank en vrouwen van een
sterk op Bukowski lijkende
figuur. Een zuiplap, schuins
marcheerder, steeds op weg
naar een zelfvernietiging die
er toch nooit van komt. Op
de omslag van het boek Bu-
kowski's gezicht: pokdalig,
de gaten vallen er bijna in.
Geen man die de gemiddelde
Amerikaan, toch al verliefd
op de „success-story", tot ko
pen zal aanzetten.
Ferreri las een aantal van
die verhalen, voegde er ele
menten uit samen en trok
eerst naar Amerika, daarna
naar de studio's in Rome om
er een film van te maken.
Verhalen van alledaagse
waanzin. Eerdere films van
Ferreri: „Dillinger e morte",
„Het zaad van de mens" „La
grande bouffe", de totale
leegte rond een aantal zich
letterlijk dood etende ac
teurs, „La dernière femme",
en „Chiedo Asilo" oftewel
„Pipicacadodo". Geen lach
films.
Ezel
„Ik ben een optimist" zegt
Ferreri niettemin. „Al moet
je die termen optimisme en
pessismisme eigenlijk weg
gooien. Wat dacht je van dit
gegeven: De zeventiende
eeuw, dit Amsterdam of
waar dan ook vandaan ver
trekt een schip met achttien
honderd slaven. Aan boord
twee intellectuelen die pra
ten over optimisme en pessi
misme. De slaven liggen op
elkaar gestapeld, huilen,
doen hun behoefte op elkaar,
en als ze in Amerika aanko
men zijn er nog vierhonderd
over. Plus twee intellectue
len die praten over optimis
me en pessimisme. Zie je, die
twee woorden zijn gebruikt
om mensen maar verder te
douwen. Als de wortel waar
mee je een ezel vooruit
krijgt".
Delirium tremens
Ferreri wordt lichtelijk geirri-
teerd als steeds de vergelijking
met het werk van Bukowski
valt en als ik hem vraag of
Bukowski zijn film gezien
heeft: „Je moet Bukowski ver-
1
.kja;
sft d
var
UT. 1
i ge
ing
B-tc
gen<
kan
dat i
w<
:bon
Rechts: Regisseur Ferreri In
Amsterdam: „Ik ben de ge
luidsband van mijn publiek".
Foto: CEES VERKERK
Onder: Ben Gazzara In de
slotscène van Ferrerl's nieuw
ste, „Tales of ordinary mad
ness".
Ian Holm als de onconventionele atletiek-coach Sam
In „Chariots of Fire".
geten. Die hoofdrolfiguur is
niet Bukowski en hij is niet
Ferreri. Ik heb die man be
dacht Hij is een beeld dat ik
geschapen heb voor de toe
schouwers die nü naar de bio
scoop gaan. Het is geen film
over een zwerver, geen film
over het delirium tremens of
over hoe slecht het is om alco
hol te drinken. Het is een film
voor het derde element van de
cinema, de toeschouwers. In
Italië zijn er al twee miljoen
mensen naar toe geweest. In
Frankrijk, Griekenland èn
Zwitserland loopt hij erg goed.
Ik maak films voor een pu
bliek tussen de 18 en de 35
jaar, hét bioscooppubliek. En
dat vindt zich erin terug. In de
manier van denken en - al is
het op een ander niveau - de
manier van leven. Jongeren
hebben in Italië zelfs bij een
bioscoop ingebroken om de
film te zien. Ik maak geen
films die Ik toevallig leuk
vind. Belangrijk is wét je gaat
zeggen en op wélk moment.
Met welke dingen doe ik het
publiek de beste dienst. En
hoe vertel ik dat op de eerlijk
ste manier. Ik ben het camera
oog van de toeschouwer, ik
ben de geluidsband van het
publiek. En dan moet je niet
mijn ene film met de andere
vergelijken. De ene keer doe
ik een stap vooruit, de andere
keer een stap achteruit. Maar
ik zoek. Wat ons rest is de
mens. En die moeten we vin
den.
Liefdesverhaal
Dat publiek ziet een dichter
die zich van fles naar fles
spoedt welk etiket daar nu op
zit, en die woordelijk hetzelfde
doet met vrouwen. Die anar
chistisch, exuberant en hevig
struikelend dwars tegen de
stroom van het leven in gaat.
Die een halve verhouding be
gint met een tippelaarster, die
voortdurend zelfmoordpogin
gen doet en daarin uiteindeiljk
slaagt. De dichter eindigt op
het strand met een nieuw
meisje dat zich aanbiedt op
voorwaarde dat hij uit eigen
werk citeert. Ferreri: „Het is
een liefdesverhaal. Niet de
liefde van de dichter voor het
meisje Cass, maar veel algeme
ner. Ik ben geen cynicus. Ik
geloof dat het leven het enige
is dat je niet vernietigen kan.
Er zijn mensen die, zoals Cass,
zelfmoord plegen, maar dat
zijn er weinig. Ik maak films
voor een publiek dat dezelfde
wanhoop heeft en dezelfde
hoop als mijn hoofdfiguur. Die
aan hetzelfde onderzoek bezig
zijn als hij. Natuurlijk straalt
er uit de film warmte voor de
mens. Kijk, ik ben begonnen
met een opleiding voor dieren
arts. Maar ik ben iets anders
gaan doen. Omdat ik het be
langrijker vond voor mensen
te werken dan voor dieren".
Schoonmaker
„Ik heb mijn film in Amerika
gemaakt, omdat ik daar de
beste beelden kon vinden om
mijn verhaal te vertellen. Het
is géén film óver Amerika.
Het is een film over de mens.
En ik heb de Amerikaan Ben
Gazzara voor de hoofdrol ge
kozen (naast een belangrijke
rol voor Ornella Muti, in Italië
al de opvolgster van Sophia
Loren genoemd. BJ) omdat
Gazzara een Amerikaanse Si-
ciliaan is. Zijn ouders komen
daar nog vandaan, hij is een
eerste generatie-Amerikaan.
En gevoelsmatig stond hij het
dichtste bij mij. Want het blijft
een Italiaanse film, en ik blijf
een Italiaan. Ik ga Amerika
binnen op hetzelfde visum als
de Italianen die er als schoon
maker werken. En als al die
andere Italianen. Ik ben det
koning van de armen, „le mul
tinational des pauvres". Het
Amerika dat ik laat zien, be
grijpen de Amerikanen niet
eens. Net zoals ze Bukowski
niet begrijpen. Die leeft voor
namelijk van de auteursrech
ten die hij via de Duitsland,
Italië en Frankrijk krijgt".
'Tales of ordinary madness" is
door Film International naar
Nederland gehaald en wordt
nu buiten het filmhuizen-cir
cuit in de grote, commerciële
bioscoop gebracht. Ferreri
vindt het alleen maar prima:
„Kijk, ik ben bij dat festival in
Rotterdam geweest. Een bio
scoop voor intellectuelen, met
een bar. Dat is iets vreselijks.
Die zitten met een stupide su
perioriteit te eten terwijl het
over film gaat. In de commer
ciële bioscoop komt het grote
publiek. En daarvoor maak ik
mijn films. In de hoop dat die
iets brengen waarover gepraat
zal worden. In Frankrijk is de
film voor boven de dertien
jaar gekeurd. Jongeren kun
nen er dus naar toe. En ik ge
loof niet dat die geschokt zul
len zijn. Jonge mensen raken
niet geschokt. Mensen van
veertig, die worden geschokt".
BERT JANSMA