MAR JON LAMBRIKS „Een zang carrière >pbouwen is pure topsport" Limburgse lijster sloeg haar fraaie vleugels uit in Oostenrijk ZATERDAG 27 MAART 1982 jj Marjon Lambriks in terdam: „Ik heb de tijd. rè stem van een vrouw is elijk rond haar veertigste zijn mooist. Dan is hij .plledig ontwikkeld en op n toon". I Tr ERDAM De ochtend ir triomf in het Amster- Concertgebouw. Einde- leeft de lente tussen wij mistflarden het eerste ird van haar zonnelied iponeerd. Een zacht, aar- adagium, dat de voor- igers op het Muntplein •aar verrast. De meesten jen voorlopig hun regen- 7b maar aangehouden, je kunt in dit land nooit ichtig genoeg zijn. In de van Hotel l'Europe, :ojuist door bierkeizer ly Heineken voor miljoe- •ijkerharde guldens luis- is gerestaureerd, vraagt Lambriks gretig: „Wat we drinken?". even over elven. „Te vroeg. sneuvelen", veronderstelt !ast. En met duidelijke tegen- ïbakt hij daarom resoluut van Brt een moordkuil. [het een Spaatje zijn". .paatje", roept ze getroffen, je toch zeker niet se- We kunnen veel beter een botje champagne drinken, [aalwater bestel je alleen, als pt hebt. En toevallig heb ik [vieren, zou ik zo denken", bagne dus, ober. Een glan- koeler op tafel, twee flutes J[e ballerinabenen aan weers- n Opeens heeft de ochtend- igoudgele bellen in de mond. trap in het Concertgebouw", p hoofdschuddend, „die trap, jmaar geen einde aan komt. jrtiesten zijn daar als de dood |1lk dus ook. Daar komt nog ■4t ik gisteren voor het eerst lijn leven in het Concertge- •ng. En het is dus begrijpe- it ik goed in de zenuwen zat. iags bij de repetitie bleef ik 'aar keurig overeind. Maar toch lang niet zeker van lak. „Stel je voor", dacht ik, Ik halverwege onderuit ga. ik gegarandeerd morgen op de voorpagina van alle] :ig is het een fantastische geworden, die van begin tot put loos verliep. Dat kun je trouwens zelf zien en horen op vier april. Dan brengt de TROS het concert op de televisie. Ik zing daarin met Marco Bakker liederen van Emmerich Kalmann. Heel feestelijk allemaal. Toen ik die trap af kwam hoefde ik eigenlijk niet eens meer te zingen. Dat was een toegift. Echt, ik heb nog nooit in mijn leven zo'n en thousiast publiek gehad. Het was net, alsof die mensen van me hiel den. En dat geeft je een groot ge luksgevoel. Er kwam een reactie uit de zaal van „Ha, eindelijk is ze weer even terug in Nederland. Als je het maar weet Lambriks: je bent er één van ons. Hier en daar werd ook een traantje weggepinkt. Maar dat waren de fans uit Limburg. Ik begrijp dat: ik kom zelf uit Valken burg en weet dus, dat de emoties in het zuiden hoog kunnen oplopen". Begin Ze zendt een stralende glimlach over de glazen naar de overkant van de tafel, schudt dan een wijle haar perfect gelukt hoofd en ver volgt: „Toch sta ik nog pas aan het begin. Daarvan ben ik overtuigd. Wat ik tot nog toe gedaan heb is me komen aanwaaien. Dat was een cadeautje van de goede Herr Gott. Maar nu zal er toch echt serieus moeten worden aangepakt. Hard studeren, keihard werken aan de ontwikkeling van mijn stem.-Ik ben namelijk geen vrouw die ge noegen neemt met de middelmaat. Daar voel ik me niet wel bij. Bij mij is het entweder oder. Weet je, wat het punt is: ik heb die stem niet voor niets gekregen. De bedoeling is, dat ik hem gebruik, dat ik er mee woeker. En dat ge beurt dan ook". Knokken „Ik ben nu 31 en zit momenteel in een beslissende fase van mijn le ven. Dat voel ik. Gelukkig heb ik het voordeel, dat ik een Ram ben. Ik ben geboren op 5 april. Voor mij is het altijd alles of niks geweest. Ik ben een knokker, hoe dan ook zal ik mijn zin krijgen. Die top daar er gens in de verte is volgens mij dan ook beslist niet onbereikbaar. En als ik onderweg merk, dat het er toch niet in zit, dat ik op een gege ven moment niet verder kom, wil ik alsnog gauw vijf, zes kinderen. Het is overigens nooit mijn bedoe ling geweest om zangeres te wor den. Ik wilde veel liever aan het toneel. Lekker comedie spelen leek me het bittere einde. En dat heb ik volgehouden tot het moment, waarop ik in een show van mijn vader een parodie maakte op een operazangeres. Vader Vader is degene geweest, die het langst heeft volgehouden, dat opera en operette niks voor me was. Dat zei hij om zijn dochter te bescher men. Hij zong zelf en had een eigen gezelschap, waarmee hij door Lim burg trok. Beter dan wie ook wist hij dus, dat het opbouwen van een zangcarrière topsport is. Dat is beu lenwerk. En dat wenste hij me niet toe, de goeierd. Vader was een geweldige man. Een Bourgondiër, een levensgenieter, met wie ik een hele speciale band had. En uitgerekend zo'n waarde vol mens gaat op zijn 59e dood. Daar kan ik nog steeds om janken. Die parodie in zijn revue maakte ik uiteraard met een stel kussens on der mijn kleren. Want in die tijd was een operazangeres in mijn ogen een indrukwekkende matro ne met een gemoed, waar je je hoed aan kon ophangen. Dat beeld is de laatste jaren trou wens drastisch gewijzigd. Je ziet ze nog wel hier en daar op een bühne, maar als ik me zelf als voorbeeld neem, is er toch het één en ander veranderd aan het gewicht. Ik weeg 56 kilo. En na een zware voorstelling, waarin ik een hoofd rol heb, zijn daarvan meestal twee kilo's spoorloos verdwenen. Vier pond Lambriks zoek: ga dat er maar weer eens aan eten. Ik deed die parodie overigens dui delijk voor de grap. Ik had er geen enkele serieuze bedoeling mee. Maar in feite is dat wél het begin van mijn carrière geweest. De ten or Ton Brand zat die avond name lijk ook in de zaal. En na afloop zei hij: „Dat was helemaal geen grap. Wat jij daar stond te doen is echt. Dat is puur vakwerk" Daarmee waren voor Marjon Lam briks de troefkaarten geschud: de tandartsassistente werd in ijltempo omgeschoold tot Limburgse lijster en reisde na een jaar conservatori umstudie in Maastricht reeds met haar zanglerares professor Paula Lindberg naar het operamekka Salzburg. Daar was het voor haar een kwestie van: „Ik kom, ik zing en overwin". Temidden van 100 ve dettes uit alle windstreken sleepte ze met de glashelder gezongen aria Margarethe uit Gounods' Faust de Sangerförderungs Preis in de wacht. HA was een muzikale ridderslag, die volgens haar rijkelijk prema tuur was, „want ik stelde toen als zangeres uiteraard nog bitter wei nig voor. Het was ook eigenlijk geen vertoning: een Limburgs meisje van negentien jaar, dat van toeten noch blazen weet, krijgt opeens te horen: „Je bent de beste". Dan ga je toch denken: „Dat is wartaal". Ik had nog nooit op een echte bühne gestaan, was amper uit Valkenburg weggeweest. „Alle maal nonsens", dacht ik dan ook. Maar spannend vond ik het wel. Daar heb je de Ram weer. „Daar gaan we hard .tegenaan", nam ik mezelf voor. En omdat er toevallig iemand naast me stond te wappe ren met een contract voor drie maanden bij de Wiener Kammero- per ben ik in Oostenrijk blijven hangen. Dat heeft dus niks te maken met de profeet, die in eigen land niet geëerd zou worden. Dat is flauwe kul. Als er op dat moment iemand van de Nederlandse Opera in de buurt was geweest, had hij me mis schien een contract aangeboden". Kerstshow Marjon Lambriks „Champagne is prima voor mijn lage bloed druk" heeft trouwens over suc cessen in haar oude vaderland niet te klagen. De laatste maanden pen delt ze rusteloos tussen Oostenrijk en Nederland om haar overvolle agenda af te werken. Morgen vliegt ze terug naar Wenen, waar de re petities beginnen voor de wereld- musical Westside Story. Daarin zal ze de glansrol van Maria voor haar rekening nemen. „Ook weer een verrukkelijke uitdaging", meent ze. Op 7 april is ze alweer terug in Ne derland. Dan neemt de AVRO in het Haagse Congresgebouw een concert op, waarin zij met Christine Deutekom de sterren van de hemel zal zingen. De AVRO heeft trouwens een reeks ambitieuze plannen met La Lambriks. Binnenkort wordt in de Oostenrijkse bergen een rijkelijk bepoederde show opgenomen, waarin zij met de Wiener Sangerk- naben kerstliederen uit het wereld- repertoire zal zingen. Deze electro- nische kerstbal zal in december door de AVRO-televisie franco thuis in geheel Nederland worden bezorgd. Voor 1983 staan vier zgn. Persona lity Shows op het programma, die zij zal presenteren met teksten, die ze zelf schrijft. In deze groots opge zette produkties van John Schelf hout heeft ze uiteraard ook een werkzaam muzikaal aandeel. En op die manier hoopt de AVRO een ef fectieve dam op te werpen, die de steeds hoger opspattende geluids golven van de TROS-scheepstoeter Marco Bakker kan pareren. Tussen die vaderlandse bedrijven door hoopt ze in de zomer van 1982 ook nog adem genoeg te hebben voor twee shows, die onder de vlag "Marions' Opernführer" door de Westduitse televisie zal worden uit gezonden. „Ik moet er vooral niet te veel aan denken", realiseert ze zich, „want als ik dat wél doe, word ik gega randeerd gek. In de afgelopen tien jaar heb ik niet één dag vakantie gehad. Dat kon ik me niet permit teren. Of liever gezegd: ik vond het zonde van de tijd. Ik had andere dingen te doen, die ik op dat mo ment belangrijker vond. Als je een top wilt bereiken moet je je nu een-; maal veel ontzeggen. Dat is de ijze ren consequentie. Ik ben nu al tot 1986 volgeboekt. Maar ik ga beslist in augustus een maand op vakantie naar de Cöte d'Azur. Dat laat ik me door nie mand afnemen. Al komen de im- pressario's op mijn stoep met de meest aanlokkelijke aanbiedingen: deze keer zal ik niet zwichten". Kapsones Omdat ze getrouwd is met de 34-ja- rige Limburgse tandarts Arthur Oostwegel, die even buiten Wenen in het struweel een leuke brood winning heeft aangeboord, wordt ze door de Oostenrijkers (die haar al geruime tijd als vleesgeworden godin adoreren) beurtelings aange sproken met „Frau Doktor" en „Frau Kammersingerin". Ze vindt het allemaal best. Kapsones heeft ze er in elk geval niet zichtbaar aan overgehouden. Ook haar ijdelheid heeft ze trou wens aardig in de hand. „Naturlijk ben ik ijdel", bekent ze schamper, „als je dat niet bent, begin je niet eens aan zo'n strafexpeditie. Steeds opnieuw die gierende zenuwen: „Lukt het deze keer". Je zit in je kleedkamer en dénkt: „Waair ben ik in vredesnaam aan begonnen?" Maar even later begin je te zingen en merk je, dat die stem er nof» steeds is. En dan zweef je toch weer regelrecht de hemel binnen". Krullenjongen' „Ik heb gelukkig veel steun van mijn man, die ook fungeert als mijn manager. Dat is in mijn geval de beste constructie. Wij hebben wat teleurstellende ervaringen gehad met managers, die geen fluit deden en Arthur als krullenjongen van hot naar haar lieten draven. Dat is ie dus nog steeds, maar het verschil is, dat we het salaris van de mana ger nu in onze eigen zak steken. Arthur is vrijwel alle opzichten an ders dan ik. Hj is de rust zelve en regelt alles met een superieure kalmte. Ik begin om het minste ge ringste te schelden. Ik vecht me dood en ben vaak onredelijk. En daarom is het voor mij een raadsel, dat ie het met me uithoudt. Nee, voor mij is hij de ideale manager. Hij loopt me nooit in de weg en doet alles voor me. Hij zorgt zelfs, dat mijn rits dicht is en dat er in de pauze een piccolootje champagne in mijn kleedkamer staat". Schoonheid Even later, in de hotelhal, zegt ze nog: „In mijn teenerperiode was ik Knokken doet ze trouwens nog steeds. Ze rookt niet, eet geen ijs („Heel slecht voor je stem. Wist je dat niet?") en vliegt heen en weer, van Volksoper in Wenen naar de heilige hallen van Salzburg, waar ze op uitnodiging van de gevreesde halfgod Herbert von Karajan kort geleden in Wagners' Parsifal zong. Regelmatig duikt ze ook op in pla ten- én televisiestudio's in heel Eu ropa. Haar dagen koken constant over en hardop droomt ze al geruime tijd van wandelingen door de wijngaar den even buiten Wenen. „Iedereen kent me daar en nodigt me uit voor een glas wijn. Maar het komt er niet van". En het zit er ook niet in, dat het er op korte termijn van komt. Want Marjon Lambriks zit in de expres- setrein zonder tussenstops, die als eindbestemming de Olympus heeft. Onderweg uitstappen voor een ver kwikkende sightseeing is voor haar dan ook voorlopig niet weggelegd. „Toch heb ik de tijd", zegt ze, „de stem van een vrouw is namelijk rond haar veertigste pas op zijn mooist. Dan is hij volledig ontwik keld en op toon. Mirella Freni bij voorbeeld. Die is nu 50 en zingt licht en kristalhelder als een jong" meisje. Voor mij is zij de beste lyri sche sopraan. Zoals Christine Deu tekom de beste coloratuursopraan En Marjon Lambriks, wat valt er van haar te zeggen? „Ik kom er aan", roept ze strijdlus tig- bepaald geen schoonheid. Mijn ou dere zusje Kitty was de mooie dochter van de familie, ik de kwa jongen. Kitty kon ook goed stude ren en fietste fluitend door de mid delbare school. Toen ik op diezelf de school kwam, dacht iedereen: „Ha, weer een Larr\briks. Een tweede Kitty". Maar dat is de he ren docenten vies tegengevallen. Want ik was wel een vechtertje, maar alleen in zaken, die ik de moeite waard vond. En die hadden meestal niks met mijn studie te ma ken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 15