Eer
herstel
voor
elektro
shock?
„Niet shocken kan mensenlevens kosten"
„Angst voor
de shock maaH
de mensen juis
nog zieker"
ZATERDAG 20 MAART-
LEIDEN In Nederlandse
psychiatrische inrichtingen
zijn de afgelopen jaren zelf
moorden gepleegd die, door
toepassing van de elektro
shock, voorkomen hadden
kunnen worden. Dat bedoelt
prof. dr. H. G. M. Rooymans,
wanneer hij zich bij nader in
zien beperkt tot de meer sub
tiele formulering: „Tegen de
elektro-shock is in Nederland
een hetze gevoerd. Er is onge
fundeerde weerzin tegen ge
kweekt. Het gevolg is geweest
dat aan een aantal ernstig zie
ke mensen een laatste kans op
draaglijk leven is onthouden".
Dr. Rooymans, hoogleraar in de
psychiatrie aan de Leidse universi
teit, heeft nogal wat ervaring met
de toepassing van elektro-shocks.
Hij erkent dat er belangrijke nade
len aan het middel kleven. Maar
meent dat die geaccepteerd moeten
worden terwille van het heilzame
effect dat de therapie op bepaalde
patiënten blijkt te hebben. „Mensen
die lijden aan ernstige depressies
vinden er in veel gevallen baat bij.
Daarbij moet je goed in het oog
houden dat een „ernstige depres
sie" in de psychiatrische zin van
het woord, iets anders is dan eens
een keer „flink in de put zitten".
Een ernstige depressie is een toe
stand van chronische wanhoop.
Van allesbeheersende radeloosheid,
die vaak zó erg is dat je jezelf wilt
vernietigen, dat je dood wilt. De
shock-therapie nu blijkt vooral bij
twee soorten depressies goed te hel
pen. Op de eerste plaats depressies
die gepaard gaan met uitgesproken
lichamelijke symptomen. Zoals een
sterke remming van de eetlust, sla
peloosheid, obstipatie. Op de twee
de plaats depressies die wanen en
hallucinaties met zich meebrengen,
waarbij je dus geluiden hoort en
beelden ziet die er helemaal niet
zijn. In dit soort gevallen blijkt ze
ventig tachtig procent van de ge
vallen vrij snel op te knappen. De
depressie gaat over of wordt krach
tig teruggedrongen".
Hoe komt dat?
„Dat weten we eigenlijk niet. We
weten dat er een heleboel dingen
veranderen in de hersenen, maar
wat het precieze effect is, is niet be
kend. Een kuur bestaat over het al
gemeen uit minimaal zes en maxi
maal twaalf shocks, gespreid toege
diend over meerdere weken. De
patiënt krijgt een spierverslappend
middel, hij wordt onder narcose ge
bracht, er worden twee elektrodes
op zijn schedel geplaatst en vervol
gens gaat daar een stroomstoot
doorheen. Die stroomstoot verstoort
het normale elektrische golfpa
troon in de hersenen. Er treedt een
elektrische ontlading op. Ongeveer
hetzelfde gebeurt er met iemand
die aan vallende ziekte lijdt en een
toeval krijgt. Het gevolg van de
ontladingen is bijvoorbeeld dat er
veranderingen optreden in de con
centraties van bepaalde stoffen, die
nodig zijn voor de prikkelover
dracht in de zenuwen. Maar nog
maals wat er nu precies gebeurt,
weten we niet".
Of er wellicht onherstelbare schade
wordt aangericht, is dus ook niet
bekend?
„In de praktijk wijst niets erop dat
dat wél zo zou zijn. En die praktijk
moet je niet onderschatten. We
hebben een jarenlange ervaring
met de elektro-shock. In Europa en
Amerika wordt hij duizenden ke
ren per jaar toegepast. Steeds blijkt
dat, objectief gezien, de enige scha
delijke bijwerking bestaat uit tijde
lijke geheugenstoornissen. Iemand
die net geshockt is, kan zich moei
lijk herinneren wat er vlak voor de
ingreep is gebeurd en heeft moeite
met het opnemen van nieuwe in
drukken in zijn geheugen. Vaak
zijn die stoornissen na een paar uur
al weer over. Soms duurt het enke
le dagen. Na een paar weken is het
in elk geval over. Waarbij ik er na
tuurlijk van uitga, dat de therapie
deskundig wordt toegepast. Als bij
voorbeeld het algemeen aanvaarde
maximum van twaalf shocks in be
langrijke mate wordt overschreden,
kan het geheugenverlies wèl een
blijvend karakter aannemen".
Waarom staat de shock dan toch in
zo'n kwade reuk?
„Subjectief gezien, dus vanuit de
patiënt die de therapie ondergaat,
is de ingreep zonder meer angst
aanjagend. Een geheugenstoornis,
hoe tijdelijk ook, moet je niet on
derschatten. Dat is een heel benau
wende ervaring. Toch komt het al
lergrootste deel van de weerzin te
gen de shock voort uit misverstan
den en achterhaalde kritiek. De
vermeende hersenbeschadigingen
zijn een belangrijke bron van on
juiste beweringen. Zo wordt er wel
gezegd dat mensen die geshockt
zijn, daardoor minder alert zouden
gaan reageren, dat ze zouden in
boeten aan intelligentie, dat ze on
gevoeliger zouden worden. Stuk
voor stuk onhoudbare stellingen.
Er is nooit iets van gebleken. Ook
de bewering dat het hart er onder
zou lijden, is echt onzin".
Zonder narcose
„Wel waar is, dat het verleden van
de elektro-shock nogal belast is.
Daarbij moet je op de eerste plaats
bedenken dat men de shocks vroe
ger zonder narcose toediende.
Waardoor ze voor de patiënt nog
veel angstaanjagender waren dan
nu het geval is. Al heb ik in de tijd
dat ik zelf nog shockte zonder nar
cose ook wel patiënten gehad die
zich hierdoor helemaal niet lieten
weerhouden en mij heel dringend
vroegen: dokter, behandel me alsje
blieft, dan gaat die nachtmerrie
tenminste weer over. Maar velen
waren er natuurlijk toch heel bang
voor: ze moesten gaan liggen, kre-
Sen die twee elektrodes op hun
oofd en dan een stroomstoot,
waardoor ze bewusteloos raakten.
Helemaal zonder gevaar was het
ook niet, omdat zonder narcose de
patiënt echt in een epileptische toe
val raakt, waarbij zich hevige
spiersamentrekkingen voordoen.
Die trekkingen kunnen dan bot
breuken veroorzaken. Sinds min
stens een iaar o'f vijf, zes, wordt de
ingreep alleen nog maar onder nar
cose verricht, maar het beeld van
de behandeling-oude-stijl leeft nog
steeds".
„Verder is het zo dat er in het ver
leden een te ruim en niet zelden
verkeerd gebruik van het shock-
apparaat is gemaakt. De therapie
werd ook toegepast op patiënten
die aan heel andere ziektes leden
en er helemaal geen baat bij had
den. Soms gebeurde dat zelfs be
wust, waarbij de shock dan als een
soort strafmaatregel werd gehan
teerd. Dat heeft begrijpelijk en
terecht grote weerstanden opge
roepen".
Terwijl de toepassing van de shock
therapie inmiddels is verbeterd en
verfijndzijn die weerstanden blij
ven bestaan?
„Ja. In de jaren zeventig zijn veel
critici doorgeslagen naar een ex
treem standpunt. Zowel leken als
sommige collega-psychiaters zijn de
shock gaan afschilderen als een bij
na sadistische ingreep, die onder
alle omstandigheden verderfelijk
zou zijn. Dit is zo vaak en met zo
veel verve herhaald dat men het
algemeen is gaan geloven. Daar
door is het voor de behandelende
artsen erg moeilijk geworden om
de patiënten en hun verwanten er
van te overtuigen dat de therapie
in een aantal gevallen wel degelijk
waardevol is. Er is een taboe op ko
men te rusten en een groot aantal
psychiatrische -ziekenhuizen is er
dan ook toe overgegaan de shock-
apparatuur maar helemaal niet
meer te gebruiken. Waardoor dus
ook patiënten bii wie niets anders
meer helpt, van het middel versto
ken blijven. Als we het nu over be
trekkelijk onschuldige ziektes had
den, zou dat niet zo'n ramp zijn.
Maar een ernstige depressie is niet
onschuldig. Het is een ziekte die
mensen tot zelfmoord kan brengen.
Je kunt eraan dood gaan".
Er zijn toch alternatieven?
„In de jaren zestig zijn door de far
maceutische industrie de zogeheten
anti-depressiva op de markt ge
bracht. Die bieden in veel, maar
lang niet in alle gevallen, een goed
alternatief. Onderzoek heeft uitge
wezen dat ze bij zestig a zeventig
procent van de patiënten tot een
gunstig resultaat leiden. Juist van
wege het angstaanjagend karakter
van de shock zou ik een behande
ling in de meeste gevallen dan ook
'beginnen met het voorschrijven
van die anti-depressiva. Maar als
de patiënt daarvan niet opknapt,
blijft er weinig anders over dan de
shock-therapie. Een uitwijkmoge
lijkheid is soms de slaap-onthou-
dingstherapie, maar ook die heeft
niet in alle gevallen effect".
U zegt dat de geheugenstoornissen
tijdelijk zijn. Toch wordt er uit de
kring van ex-patiënten wel dege
lijk geklaagd over blijvende geheu-
genschade.
„Dat is inderdaad een probleem.
Meerdere, uitvoerige en solide, on
derzoeken hebben uitgewezen dat
er op de lange duur geen enkel
verschil in geheugenfunctie is vast
te stellen tussen mensen die wèl en
die niet geshockt zijn. Toch blijven
patiënten soms klagen dat ze aller
lei zaken minder goed kunnen ont
houden dan vroeger. Ik denk dat
de verklaring hem hierin zit dat de
shock-therapie iemand als het ware
een kapstok biedt, waaraan hij de
blinde vlekken in zijn geheugen
kan ophangen. Normaal gesproken
ga je daaraan onbekommerd voor
bij. Je constateert hooguit dat je
een dagje ouder wordt. Maar ie
mand die geshockt is, brengt het
onmiddellijk met zijn behandeling
in verband. Temeer begrijpelijk,
omdat de geheugenstoornissen in
de eerste uren of dagen na de
shock inderdaad onloochenbaar
zijn".
Alles bij elkaar is de „prijs" die een
patiënt voor een elektro-shock
moet betalen in de vorm van
angst, in de vorm van onzekerheid
over zijn geheugen toch wel erg
hoog.
„Zonder meer. Maar vergeet niet,
dat elke medische ingreep ziin prijs
heeft. Steeds moet er voor betaald
worden met „angst" en „gevaar".
Ook als je je blindedarm laat ver
wijderen, loop je een zeker risico.
De vraag moet steeds luiden: is de
prijs aanvaardbaar in verhouding
tot het te verwachten positieve re
sultaat? Als we het dan over ernstig
depressieve patiënten hebben,
mensen die dag in dag uit radeloos
van verdriet zijn en bij wie geen
ander middel meer helpt, dan zeg
ik: de shock is zijn prijs waard".
Wordt de elektro-shock in ere hersteld? de
jarenlange, vooral door patiënten en ex-patiënten
gevoerde strijd tegen de „boem-therapie" bereikte
zijn climax in 1977 met de Nationale Anti Shock
Actie. In februari 1980 kwamen de Tweede
Kamerfracties van PPR en PvdA met het voorstel
een algeheel verbod tegen de shock uit te vaardigen.
De motie werd verworpen. Daarna is het een poos
stil geweest en nu blijken steeds meer psychiaters
toch weer de positieve kanten van het shock-
apparaat te benadrukken. Dat de met een onderzoek
naar voor- en nadelen belaste commissie van de
Gezondheidsraad binnenkort een positief advies zal
uitbrengen, staat voor ingewijden als een paal boven
water. Dr. Frank van Ree, die destijds als opponent
van de shock-therapie landelijke bekendheid
verwierf, heeft zich, blijkens een recent artikel in
het Tijdschrift voor Psychiatrie, ook weer tot het
standpunt van de voorstanders bekeerd.
Een gesprek dus met prof. dr. H. G. M. Rooymans,
die nooit aan de waarde van de shock heeft
getwijfeld en een ontmoeting met de ex-
psychiatrische patiënt Hans van der Wilk, voorzitter
van de Cliëntenbond.
Twee draadjes op je hoofd, stekker in het stopcontact
en boemde depressie is over.
Een scène uit de film „Kind van de zon", die voor zichzelf spreekt.
AMSTERDAM „Een ernsti
ge depressie is geen onvoor
spelbaar ongeluk", stelt Hans
van der Wilk. „Het is een ra
vijn dat gaapt aan het eind
van een langdurige lijdens
weg. Als je pas gaat helpen-
nadèt iemand dat ravijn is in-
gelazerd, kan het inderdaad
gebeuren dat je alleen nog
maar extreme technieken tot
je beschikking hebt. Zware
medicijnen, de elektro-shock.
Middelen die misschien even
erg of nog erger zijn dan de
kwaal. Daarmee is nog niet
gezegd dat het gebruik van
die middelen dan ook een be
vredigende oplossing is. Wer
kelijke hulp bied je alleen
door te voorkomen dat men
sen in dat ravijn terecht ko
men".
Hans van der Wilk is voorzitter
van de Cliëntenbond, een landelij
ke vereniging van (ex-)patiënten of
cliënten van de geestelijke gezond
heidszorg. Onderlinge steun en be
langenbehartiging is het doel van
de bond, die ongeveer 1800 leden
telt en samenwerkt met de Stich
ting Pandora. Pandora beweegt
zich op hetzelfde terrein en houdt
zich voornamelijk bezig met het ge
ven van voorlichting.
Hans van der Wilk, tevens direc
teur van Pandora: „Heel de geeste
lijke gezondheidszorg loopt voort
durend achter de feiten aan. De
hulp wordt steeds aangeboden in
een fase, waarin het moment dat
die hulp effectief zou zijn, allang
gepasseerd is. Neem als voorbeeld
de man die zijn werk niet aankan.
Die voortdurend op zijn tenen moet
lopen om de prestatie te leveren die
van hem verwacht wordt. Wanneer
neemt zijn bedrijf daar nota van?
Nadat hij zwaar overspannen voor
een paar maanden de ziektewet is
ingedoken. Gaat zo'n iemand ver
volgens naar een instituut voor
geestelijke hulpverlening zoals een
I.M.P. of S.P.D? (waar je niet wordt
„opgenomen" - red.) Nee, dat durft-
ie niet. Daarvoor is de drempel te
hoog. Hij slikt wat pillen van de
huisarts, probeert het nog eens en
komt opnieuw, en nu in nog grote
re problemen. Zijn partner gaat bij
hem weg, hij raakt aan de drank en
dan pas belandt hij in de spreekka
mer van de ambulante hulpverle
ner. Maar die kan op dat moment
ook niet veel meer doen".
„De man blijft tdfeben, hij raakt
steeds dieper in de put en uiteinde
lijk kan hij zich helemaal niet meer
handhaven. Dan gaan de deuren
van de psychiatrische inrichting
open. Maar ook daar arriveert hij
te laat. De psychiaters weten niet
meer wat te beginnen met een pa
tiënt die zo in de war is en hebben
uitsluitend nog paardemiddelen
aan te bieden. Isoleercellen, spanla-
kens, dwangjacks, platspuiten en ga
maar door".
Is het niet onvermijdelijk dat hulp
pas gegeven wordt nadat iemand in
problemen is geraakt?
„Waar het om gaat is: die proble
men eerder op het spoor te komen.
Wij als Cliëntenbond zijn ervan
overtuigd dat dat mogelijk is en we
willen de discussie daarover graag
stimuleren. Essentieel is volgens
ons dat de toegankelijkheid van de
basis-voorzieningen voor geestelij:
ke gezondheidszorg groter wordt.
Op den duur het klinkt mis-
scnien utopisch zou dat moeten
leiden tot een vorm van wijk-wel-
zijnszorg. Zelfhulp moet sterk gesti
muleerd worden. Aan de scheiding
tussen de ambulante (waar je niet
„opgenomen" wordt) en de
murale zorg (waar dat wel ge
moet een eind komen. Die
sectoren moeten geïntegreerc
den tot één geheel. Waarbij
me in een psychiatrisch ziek<
zoveel mogelijk vermeden
worden. Als je de hulpverl
naar een dergelijk model ir
voorkom je noodsituaties waai
leen extreme remedies als de f
tro-shock iets lijken uit te rid
Zolang het nog niet zover is,
noodsituaties zich dag in d
blijven voordoen. Is het toe
van de shock op ernstig depi
ve patiënten, bij wie geen
middel helpt, dan toch n i
rechtvaardigen?
„Nee. Er is onder de Neder
psychiaters weliswaar een 1
ring gaande ten gunste v;
shock, maar een hoop specii K
blijven er vooralsnog sterk
gen. Veel deskundigen ment
het helemaal nog niet zo zekc
gunstige effecten van de shoe 1
rapie ook op lange termijn
houden. Er wordt getwijfeld i
bewering dat de geheugensto
sen na hooguit een paar
weer over zijn. Sommige ps
ters zeggen dat het geheug'
wel degelijk een blijvende 1
slag van kan ondervinden en
ook in andere opzichten blij i
hersenschade kan optreden.
de experts het daarover ond
nog niet eens zijn, kun je etv
tiënt niet vragen zich maar o]
geluk aan zo'n riskante ingrt(
onderwerpen. De prijs die hi
betalen is te hoog". j.
Als de deskundigen het eenj
den worden over de waarde
passingsmogelijkheden vai
shock-therapie, zou u er in 1
terste geval dan wel mee k
instemmen?
„Ook dan blijf ik aarzele j!
angst ervoor is zo ontzettend
Alleen al de wetenschap dat
een inrichting soms gebruik
gemaakt van een shock-ap]
heeft op de patiënten een an
rapeutische werking. Die ang
je niet wegpoetsen. Die is
eenmaal en verhevigt de jt
men waarin de mensen toch j
ten".
„Een ander tegenargument r
het instandhouden van de
lijkheid om te shocken de p:
ters ervan weerhoudt naar a
mildere, behandelingsmetho
zoeken. Als je met elkaar afs|
depressieve patiënten kom
aanmerking voor de shock, li,
de prikkel weg voor ond j
naar mogelijke andere op
gen". j
Kunt u niettemin begrip opbi
voor psychiaters die men
shock-therapie in sommige
len toch te moeten aanraden
„Alleen als ze zich er tegelij
voor inzetten de hulpverlen,
te hervormen dat het midde j
bodig wordt gemaakt. Maar
len doen dat? Toch zou er vc t
beleidsombuiging binnen de j
lijke hulpverlening in de r s
van een betere preventie en
diger signalering, wel degeliE
politieke meerderheid zijn t,
den. Zo'n ombuiging zou a<
kelijk flink wat investeringc
gen, maar na verloop van t,
langrijke besparingen ople
En dat wil iedereen toch? 1
er niet van komt, wijt ik v;
melijk aan de geestelijke g
heidszorg zelf. De hulpve
zetten geen druk op het pc
apparaat. Als het om vera
gaat, laten ze het afweten".
WILLEM S<
'MM
Hans van der Wilk: psychiaters gaan niet op zoet
mildere behandelingsmethoden(foto: Cees Verkerf