a IN EN OM DE KAS binnen de perken Lichtrijk januari zorgt voor goede kwaliteit tomaten Nieuw Volvo- modelin hoogste klasse Face-lift voor Honda modellen LAND EN TUINBOUW/VERKEER LEIDSE COURANT ZATERDAG 27 FEBRUARI 1982 PAGINA 3{ Het klinkt nogal ambitieus: terwijl het Volvo maar matig naar den vleze gaat, ontwik kelen zij een nieuw topmodel, om juist in de allerhoogste klasse in deze slechte tijden hun marktaandeel uit te brei den. Daar Volvo maar uiterst zelden een heel nieuw model ontwikkelt ligt de vraag dus voor de hand of deze 760 niet feitelijk een soort proefballon is, waaruit de opvolger van de huidige 240-serie zal ontstaan. Vragen in die richting ont moeten echter een hardnek kig stilzwijgen; het eftige com mentaar is, dat de 240 nog goed verkoopt en dus nog niet vervangen hoeft te worden. De 760 is echter zo modern en anders dan het 240-260 pro gramma dat het toch wel zeer voor de hand ligt dat dit ten minste een blauwdruk is voor alle toekomstige Zweedse Volvo's. De zescilinder Vol vo's waren immers altijd in grote trekken gelijk aan de viercilinders. Tot nu toe ging de ontwikkeling echter an dersom: de zescilinder 164 en 264 waren aangepaste versies van de 140 en 240-serie. De eerste ging mee van 1968 tot 1975, zijn opvolger heeft het eveneens zeven jaar uitgehou den, maar wordt dan nu door de 760 vervangen. Wel is het zo dat juist door de sterke ge lijkenis met de kleinere mo dellen de belangstelling voor de zescilinder-modellen be perkt was. De 760 moet daar entegen een duidelijk exclu siever karakter hebben en, la ten we het maar eerlijk zeg gen, beter in staat zijn klanten af te snoepen van de grote Mercedes en BMW modellen. Uiteraard behield de Volvo wel een zeer herkenbaar ui terlijk, een gestroomlijnde versie van de bekende model serie. Want hoewel de 760 in De nieuwe Volvo 760. vergelijking met de juist wat ronder geworden 240-carros- serie erg hoekig lijkt leverde dat, met name bij de zeer abrupt afgesneden achter kant, een betere stroomlijn op. Daarbij moet dan wel ver meld worden dat de lucht- weerstandscoëfficiënt nog al tijd bijna 0,4 bedraagt, ten op zichte van de concurrentie be paald geen recordwaarde. Groter en veiliger Volvo weet echter heel goed waar zijn sterke punten lig gen en koos dan ook terecht voor een doorontwikkeling van juist die eigenschappen. De 760 lijkt door zijn lage neus en groot glasoppervlak groter dan zijn al forse voor ganger. Hij is echter een volle decimeter korter, maar heeft wel een maar liefst 13 cm lan gere wielbasis. Daarbij zorgt de rechtopstaande achterruit nog eens dat de achterbank extra ver van de voorstoelen geplaatst kon worden, zodat de ruimtewinst in het inte rieur aanzienlijk is. Logi scherwijs zorgt zo'n hoekige hoge achtersteven ook voor een regelmatig gevormde, grote bagageruimte van dik een halve kubieke meter. Kortom: vijf flink uit de klui ten gewassen Zweden plus ba gage hebben in de 760 een riant onderkomen. Die indruk wordt nog extra versterkt door het opgeruimde, zeer strak gestileerde interieur, dat zelfs een beetje futuristisch gemodelleerd aandoet. Ook Volvo past nu een naar de be stuurder toe gekromd dash board toe. De voorstoelen hebben niet alleen aange bouwde sloten voor de veilig heidsgordels, maar ook een aangebouwd opbergbakje, dat dus altijd binnen handbereik blijft! Niet zichtbaar, maar wel uniek is het nieuwste vei- ligheidsmerk van Volvo: stoe len en achterbank hebben voorin de zitting een grote dwarsbalk, die voorkomt dat men bij een aanrijding onder de veiligheidsgordel door kan glijden. Na ruimte en veilig heid komen we dan op een derde Volvo-kenmerk: dege lijkheid. Alle roestpreventie- technieken werden voor de 760 uit de kast gehaald, met als bijzondere kenmerken door de rijwind geventileerde dorpels (natuurgedroogd dus) en een uitlaatsysteem met aluminium beschermlaag en geëmailleerde pijpen. Grote keus in aandrijving Meer dan de 260-serie zal de 760-serie een compleet pro gramma gaan vormen (al •blijft voorlopig wel de 265 in produktie). Daartoe biedt Vol vo naast de bekende V6, die samen met Peugeot en Re nault werd ontwikkeld, ook andere motoren aan. Eerst zal echter alleen de 2,8 liter zesci linder met 115 kW-156 pk worden aangeboden. Zeer belangwekkend zullen echter de diesel-versies zijn, vooral de 2,4 liter zes-in-lijn met turbocompressor, die het dan op 80 kW-109 pk brengt.. Er is ook nog een versie met dezelfde motor zonder turbo (dezelfde als in de 240-serie), die hier later aangeboden zal worden. Dan komt nog een viercilinder turbo-benzinemo tor, die nog betere prestaties levert dan de zescilinder V- motor. Naast de vertrouwde vierbak met elektrische over drive is er ook een nieuwe au tomaat, die eveneens vier ver snellingen heeft. Verdere vernieuwing vinden we aan het onderstel, wel nog steeds met onafhankelijk op gehangen voorwielen en een starre achteras. Die achteras heeft echter een heel speciale geleiding gekregen, die ooit werd getoond op een experi menteel Volvo-model. De achteras wordt zodoende zeer goed gelokaliseerd en heeft, bovendien standaard niveau- regeling. Ook standaard zijn overigens de lichtmetalen vel gen. Op de extra's-lijst prijkt nog een nieuwe, thermosta- tisch geregelde air-conditio- ning. Het standaard-verwar mingssysteem kreeg overi gens ook extra aandacht: een grotere luchtdoorstroming en een temperatuurregeling op basis van luchtmenging, wat veel sneller en gevoeliger rea geert dan de normale regeling met een waterkraan. De komende herfst zullen alle versies leverbaar zijn. Op dit moment (vanaf april) is er nog alleen de 760 GLE met V6-2.8 liter motor, voor f 60.800,- (automaat: meerprijs 2150,-). Een wagen voor een beperkt publiek dus, maar toch wellicht de Volvo van de toekomst... Wat bij Honda altijd het eerst opvalt is dat het mo- dellenprogramma, zeker naar Japanse begrippen, zo overzichtelijk is en zo konstant. Tot 1976 was er alleen de Civic, daarna kwam de driedeurs Ac cord erbij. In 1978 kreeg de laatste er een vier- deurs broertje bij, pas de laatste jaren verschenen nog de Prelude coupé en vijfdeurs Quintet. De gro te succesmodellen zijn echter nog steeds de Civic en Accord, die nu dan beide éénmaal een grote face-lift ondergingen. Daarbij bleef dan nog de technische basis al die tijd ongewijzigd en kende het Honda-gamma steeds maar twee verschillende motoren. Hoewel Honda er dus kenne lijk prijs op stelt zijn modellen herkenbaar te houden - oude en nieuwe Accord lijken ook duidelijk op elkaar - is er bij de face-lift wel veel meer ge beurd dan een nieuw jasje aanmeten. De uiterlijke ver anderingen zorgen meteen voor zowel een geringere luchtweerstand als meer ruimte op de achterbank en in de kofferbak. Van binnen vallen direkt het nieuwe dashboard en de nieuwe ver- warming-ventilatie op. Daar naast kreeg ook de motor aan dacht, waarbij Honda er zelfs toe over ging de klepopstel- ling in de cilinderkop te wijzi gen. Ook de compressiever- houding ging omhoog, waar mee de 1602 cc viercilinder bij een gelijkgebleven vermogen van 59 kW-80 pk minder moet verbruiken. Tenslotte werd de voor- en achterwie lophanging iets gewijzigd om een beter stuurgedrag te ver krijgen. Echt Japans is wel weer de uitrusting, niet alleen kompleet maar weer voorzien van een paar nieuwe snufjes. Het meest valt daarbij de on- derhouds-indicator in de snel heidsmeter op. Drie lampjes geven aan wanneer het tijd is voor verse olie, een nieuw oliefilter of een servicebeurt. Het is echter puur een „ge heugensteuntje", en niet zoals bij BMW een systeem dat zelf uitrekent wanneer een servi cebeurt bij de gegeven rij-om- standigheden moet plaatsvin den. Ruime Sedan De testwagen was een Accord sedan, het vierdeursmodel dat langzaamaan populairder werd dan de oorspronkelijke „fastback". Van buiten is het nog net zo'n beschaafd gelijn de wagen als zijn voorganger, met nu meer in het geheel op genomen schildbumpers in plaats van de nogal Ameri kaans aandoende uitsteeksels van weleer. De lichte wig- vorm en langer doorgetrok ken daklijn zijn niet alleen verantwoordelijk voor de toe genomen binnenruimte: alle afmetingen van de Accord namen toe, zelfs de wielbasis. Zoals verwacht mag worden is het een behoorlijke vierper- soons-auto, zonder verrassend royaal te zijn. Een grote voor uitgang betekent vooral de grote en zeer hoge bagage ruimte, die ook netjes bekleed is. De passagiers mogen zich verder nog verheugen over het nieuwe meubilair, dat zo wel voor als achter een prima zitcomfort oplevert en be hoorlijk steun biedt. Comfort voorop Uiteraard is ook deze Honda weer goed voorzien van stan daard uitrustingsstukken, zoals twee van binnenuit ver stelbare buitenspiegels, ruite- wissers met interval en een mistachterlicht. Er is nu een apart slot in het interieur op de ontgrendeling-op-afstand van bagage- en benzineklep. Verder is er standaard een hoogteverstelling voor de koplampen, een accessoire waar slechts weinigen wat mee zullen doen. Alle bedie ningsorganen zijn goed be reikbaar en 's avonds goed verlicht. De meeste knoppen en hendels behoeven geen na dere toelichting, maar op de bediening van het ventila tiesysteem zal men even moe ten studeren. Dat werkt met een schuifregelaar voor de temperatuur, drukknoppen voor de luchtverdeling, een aanjager met liefst vier snel heden en nog apart regelbare luchtroosters in de uiteinden van het dashboard. Over de volle breedte daarvan loopt ook een luchtrooster, dat voor een gelijkmatige, tochtvrije ventilatie moet zorgen. On danks alle inspanning zijn er toch nog wel een paar schoon heidsfoutjes. De verwarming komt maar erg langzaam op temperatuur, en de luchtroos ters in de uiteinden van het dashboard geven in geopende stand nogal wat windgeruis. Dat doet de carrosserie zelf ook een beetje; daarnaast is de motor niet muisstil op de snel weg (bij hogere toerentallen) en laten ook de banden en wielvering zich wat horen. Schakel automaat De test-Accord was uitgerust met de Hondamatic, nu al weer enige tijd met overdrive. Dat was ook nodig, want de overigens zeer tevreden stel lende Honda viercilinder was bij hoge toerentallen altijd vrij luidruchtig. In zijn laatste versie nam dat wat af, maar Honda Accord Sedan, model 1982 nog steeds loopt het geluidsni-M^ veau boven 4000 tpm aardia.. op. Daarom heeft de automaal dan nu een overdrive, die^ r echter pas boven zo'n 40 kmhj ingeschakeld mag wordenr^ Dat komt omdat de HondaL matic niet schakelt: het enigq was hij doet is de slip van dt/p/, automatische koppeling regeL/ff leri. De huidige Hondamatiae//j kent wel drie versnellingeiLs' vooruit, maar die moeten met./} c de hand ingeschakeld wor| de den. Dat schakelen gaat ovej^r rigens verder uitstekend, ctyn stand van de schakelhendeLuu wordt nu mooi op het dashV} board aangegeven. GelukkigU^/ want er zal minimaal welfjf eens van de „ster"-stand (Ql 130 kmh) naar de overdrive/"77 stand geschakeld moeten worf' r den. Men schakelt dan in dff76 richting van de vrijstand erf'3UL' kan daarin per ongeluk te|n recht komen, daar er tussen677 „N" en „OD" geen blokkering6'6 is. Wegtrekken in „OD" gaalp^ nogal bezadigd en wordt oolf afgeraden: de olie in de kopf775 pelomvormer, die dan er|pro veel moet slippen, zou te heMBH worden. Schakelen dus, vaniP neutraal eerst naar „ster" eijêjl dan naar overdrive op de buipH ten weg. Wie het niet be*-— zwaarlijk vindt dat hij een automaat toch wel eenjf|X moet schakelen zal verdet--, ook weinig op de Hondamating^ kunnen aanmerken. Dat geldj te meer, daar de motor nu waWT meer trekkracht kreeg en daardoor in combinatie mej de Hondamatic nog redelijke prestaties levert. Dan gaat hef over de acceleratie; het ver] bruik blijkt zelfs met auto] maat verrassend laag. Om danks de grotere afmetinger{ bleef de Accord vrij licht (935. kg) en zodoende bleek hij mef een liter of elf a twaalf ojl honderd kilometer al tevrel den. Résumerend dus eigen lijk niets dan goeds, wanj door de gewijzigde wielopJ hanging wist Honda ook hel vroeger nogal uitgesproken onderstuur aardig te ondeif drukken. Wegligging, verj bruik, binnenruimte en uit] rusting gingen er dus allemaa op vooruit; dat wil echter nol niet zeggen dat het niet nol beter zou kunnen, met namL wat betreft het geluidsniveau en de schokdemping. Tenslotte nog de prijs: die l draagt voor de sedan 22.795, de Hondamatic kost 1200,r extra. De EX-versie bied! voor ƒ2500,- extra eigenlijlj niet zoveel meer, nu de daarL bij horende stuurbekrachti| ging niet meer zo nodig is. <eir« erf mi eau Steuntje in rug van Franse kwekerijen Er zijn in Frankrijk pogingen gaande om de bloemen- en plantenkwekerijen een steun in de rug te geven. Over het algemeen laat de ontwikkeling te wensen over. Geconsta teerd is dat de teelt in containers de laatste tien jaar sterk is toegenomen. In 1970 waren er een miljoen stuks opgeplant, in 1975 waren dat er negen miljoen en thans zijn dat er 25 miljoen. Een voordeel daarvan is natuurlijk dat het hele jaar door kan worden geleverd. Bovendien wordt de snelheid van de omloop groter. De planten worden in hard plastic potten gekweekt, maar tien procent gaat in soepel plastic. Het overige staat in potten van drie tot vijf liter. Ondanks de huidige crisis waardoor de verkoop afneemt, ziet de toe komst voor de containerplanten er goed uit, zo blijkt uit een overzicht van de Franse boomkwekerij. De vitro-cultuur houdt eveneens beloften in voor de toe komst. Vermeerdering met het tienvoudige per jaar is moge lijk. Voornaamste produkten waarbij deze teelt wordt toege past zijn hortensia, rododendron en dergelijke. De methode is niet alleen van belang voor de sier- en fruitboomteelt, maar ook de bosboomteelt kan er van profiteren en probe ren de eigen markt weer te heroveren. Soms zijn de bedrij ven op één soort produkt gespecialiseerd. In grote meerder heid produceren ze echter zowel sier- als vruchtbomen. Vol gens de landbouwtellingen is de oppervlakte voor sierbomen en -heesters van 1970 tot 1980 bijna verdubbeld. De kwekers zijn over het algemeen niet jong meer, zestig procent is ou der dan 55 jaar. Er zijn veel kleine en middelgrote bedrij ven, een enkele hele grote. Tot nu toe zijn er twee erkende boomkwekers- groupages. Anderen hebben een aanvraag ingediend om erkenning en er is een half dozijn in oprich ting. Men schat het aantal werknemers in deze bedrijven op 15.000-16.000. Over het algemeen zijn het ongeschoolde krachten. De meeste werkers zijn in dienst bij sierplanten en jonge plantenkwekers. Alleen bij heel grote ondernemin gen is technisch en handelskader in dienst. Door de recente economische moeilijkheden neemt het aantal werknemers af. Een groot deel van de produktie wordt door de kwekers zelf afgezet. Er zijn enkele „groumements" die de afzet van verscheidene kwekers verzorgen. Daarnaast zijn er kwe kers-groothandelaren die ook in- en verkopen. Daaronder vallen vaak ook bedrijven die hun produkten onder een merk verkopen. Enkele kwekers spelen bovendien de rol van „makelaar". Verder is er de verzendhandel en de „mo derne" afzet zoals tuincentra en het grootwinkelbedrijf. Men onderscheidt het verbruik in drie groepen, namelijk onder linge handel tussen kwekers, voornamelijk in jonge planten. Op het ogenblik is daaromtrent een onderzoek gaande. Ge meenten en dergelijke namen per jaar ruim vier miljoen bo men en struiken af. Zij produceren evenwel ongeveer een derde van de behoeften zelf. Onlangs werd een onderzoek Jbekend van het panel inzake de particuliere aankopen van bloemen en planten. In 1980 hebben de Fransen voor bloe men en planten ongeveer 2,8 miljard gulden uitgegeven. Het aantal aankopen stijgt evenwel sterker dan de bestedingen. De gemiddelde prijs voor een bloemenarrangement daalde van 63 gulden in 1976 tot 36 gulden in 1980. Bloemen per stuk haalden evenwel een hogere prijs. De aankopen voor in huis stegen van 18 naar 28 procent van de bestedingen. De aankopen om cadeau te geven bleven stabiel. Meer dan de helft van de Franse potplanteninvoer per stuk bestond in 1978-1979 uit bloeiende soorten. Het Franse panel-onderzoek geeft aan dat tachtig procent van de verbruikte planten bloeiende zijn. De negen procent die door Nederland aan bloeiende planten naar Frankrijk werd geëxporteerd steekt hierbij wel schril af. Volgens de Franse invoercijfers is het zelfs maar vijf procent. Ook al is er nog geen sprake van primeurs, het is toch een goed teken om te kunnen constateren dat er weer Hol landse tomaten aangevoerd worden. Door het gunstige weertype in de maand janua ri, met name het vele licht, is de vruchtzetting" bij de meeste gewassen zeer voorspoedig verlopen. Er mag verwacht worden dat er al vroeg in het seizoen een redelijke aanvoer zal zijn van een goede kwali teit. Er werden donderdag 25 februari tomaten aangevoerd op Veiling Westland-Noord. Voor de A-tomaten werd er 8,50 gulden per kilo betaald, voor de C-tomaten 7,74 gul den en voor de CC-tomaten 5,60 gulden. Tot op heden werd de Hollandse markt in hoofdzaak voorzien van toma ten van de Canarische Eilan den. Deze tomaten worden in Rotterdam op de groothan delsmarkt verhandeld tegen een prijs van 3,20 gulden per kilo. Het Hollandse aanbod zal geleidelijk de Canarische tomaten gaan verdringen. Komkommers In de afgelopen week was er sprake van een opvallend herstel van de komkommer- prijzen. Het invoeren van een referentieprijs voor de Griek se komkommers heeft waar schijnlijk zijn effect niet ge mist. Het Hollandse aanbod neemt wekelijks verder toe. Tot half februari was Enge land de belangrijkste afnemer met op de tweede plaats West- Duitsland. In de afgelopen week kwam hierin verande ring. Zoals gezegd liepen de prijzen sterk op, zo werd er voor de sortering 51/61 ge middeld 1,34 gulden per stuk betaald. In vergelijking met de eraan voorafgaande week was er hierdoor sprake van een prijsverschil van maar liefst 62 cent. Voor de sorte ring 41/51 was er sprake van een gunstig prijsverschil van zelfs 68 cent per stuk, want er werd gemiddeld 1,24 gulden per stuk betaald. Ook in ver gelijking met vorig seizoen was er sprake van een prijs verschil, zij het voor het eerst dit seizoen. Voor de sortering 51/61 en 41/51 werden er vo rig jaar in dezelfde week res pectievelijk prijzen betaald van 76 en 60 cent per stuk. De huidige prijzen komen wel weer op de tocht te staan door de groeiende aanvoer en door een gewijzigde invoerheffing. Zo heeft de Commissie voor de Europese Gemeenschap besloten om de invoerheffing op Griekse komkommers met ingang van 23 februari te ver lagen van 30,72 gulden naar 13 gulden per 100 kilo netto. Het ligt daarom voor de hand dat er de komende week op lagere prijzen gerekend moet worden. Sla Op de slamarkt tekende zich een duidelijke koerswijziging af. Eindelijk was er sprake van een prijsherstel. Zo va rieerde de prijs afhankelijk van het gewicht van 22 tot 57 cent per krop. Omdat de in- voergegevens van West- Duitsland op dit moment nog ontbreken is het niet met ze kerheid te zeggen of de totale concurrentie verder is afgeno men. Maar gezien de prijsont wikkeling mag dit wel aange nomen worden. Behalve West-Duitsland toont Enge land een grotere belangstel ling voor de Hollandse sla. Met een afnemend aanbod in het vooruitzicht mag er aan genomen worden dat de prij zen zich weten te handhaven, hogere prijzen lijken moge lijk. Overige gewassen Behalve de hoofdteelten als sla, tomaat en komkommer is ook nummer vier weer op de markt verschenen, met name de paprika. Voor dit gewas varieerde de prijs van 4,10 gulden tot 6,40 gulden per kilo, althans voor de groene paprika's. Op de rode papri ka s zal men nog wel een week of vier moeten wachten. Door een kleiner geworden aanbod liep de prijs voor wit lof op. Voor de sortering I werd er 2,20 gulden per kilo betaald. De sortering II lag aanmerkelijk lager in prijs, want deze kwam niet verder dan 1,50 gulden per kilo, deze prijs verschilde nauwelijks met de prijs van een week er voor. Het ligt in de lijn der verwachting dat er voor de komende week op hogere prijzen gerekend mag wor den. Spruiten deden het de afgelopen weken opvallend goed. De omstandigheden voor een goede prijsvorming waren er dan ook wel naar. De aanvoer neemt af en er was weer sprake van echt winters weer. Zo liep de prijs voor de A-sortering op naar 2,23 gulden per kilo. Voor de B-sortering pakte het nog gunstiger uit, want voor deze sortering werd er 3,25 gulden Eer kilo betaald. Door een leiner wordend aanbod zal de prijs zich redelijk weten te handhaven. Alleen een ander weertype kan de vraag doen afnemen. Ook een gewas als prei noteerde hogere prijzen door een stabiel aanbod en een goede vraag, er werd 1,91 gulden per kilo betaald. Voor prei wordt er in de komende week op vaste prijzen gere kend. Het groeiende aanbod van andijvie deed de prijs- druk verder toenemen. De ge middelde prijs daalde naar 1,62 gulden per kilo. Door een groter wordend aanbod zal de prijsdruk de komende week aanhouden. De vraag naar ra dijs hield stevig stand, want de gemiddelde prijs kwam uit op 1,07 gulden per bos. Door een groter wordend aanbod zal de prijsdruk wel toene men, maar als de vraag niet verandert, mag er toch op goede prijzen gerekend wor den. Spinazie werd ook de af gelopen week goed betaald, namelijk 3,37 gulden per kilo. „Grote jongens" Met „grote jongens" wordt in dit geval hoog opschietende ten bedoeld. In bijna elke tuin is wel een plekje waar ze misstaan. Daarmee komen we bij de eerste „lange Jan", de nebloem, Helianthus op zijn zondags. Een paar van die ten leveren in de zomer metershoge planten op. Mits behoorlijke steun voorzien is een hoogte van vier meter lijk haalbaar. Deze mediterraan ogende bloem hoort erbij, als de oeroude en veel kleinere goudsbloem. Wist u dat die nebloem evenals de aardappel van de Indianen tot ons is? In Europa wordt ze veel op grote schaal uit de pitten te winnen Zaai in mei wat van die pitten, een wat beschutte, maar wel zonnige plaats: de rest gaat vanzelf. Als in de herfst de uitgebloeide bloemen met rust den gelaten, hebben ajerlei zaadetende vogels er ook nog aan, hoewel... in een. natte herfst wil de zaak wel eens schimmelen. De zonnebloem is een eenjarige zaaiplant; wa ten moeten daarom droog bewaard worden tot het volgend Nog een „grote jongen" die meer en meer in de mode het Pampasgras, met die grote, zilvergrijze pluimen. Dit is haakjes een vaste, overblijvende plant. Tenminste... als afgedekt wordt tegen strenge vorst, want helemaal vorstbest HS7 dig is Cortedaria nie:. Wel logisch eigenlijk, want ze Argentinië en daar vriest het doorgaans niet zo hard als in land. Als deze bloem het naar haar zin heeft kan ze wel twee Vr drie meter hoog worden. De plant kan als „solitair" beschoijhter worden: een eenling temidden van een klein groepje beeld ergens in het gazon. Tegen de winter de bladeren binden en dan een flinke laag dekmateriaal, bijvoorbeeld bladeren, om de voet ophopen. Lelijk blad moet pas in het jaar worden weggenomen. De pluimen kunnen gebruikt wo in (forse) droogboekétten, maar buiten blijven ze heel lang Een derde „grote jongen" die ook meer en meer gesignalf ,e(jk wordt: de Bereklauw (Heracleum). Alweer een de drie meter hoogte kan halen. Ze krijgt enorme schermen. Een aardigheidje: de Griekse god Heracles zou deren van deze plant gebruikt hebben om zwerende wonden te genezen, vandaar de Latijnse naam. Ver krijgbaar bij tuincen tra. Ze wenst een voedzame, niet te droge grond en een niet al te zonnige standplaats. Eenmaal uitgegroeid bepaald een imposant gewas, die Bereklauw. In een klein tuintje wordt ze gauw wat overheersend. Nog een paar hoger opgroeiende planten: de stokroos kent vrij wel iedereen. In een klein groepje bijeen geplant kan ze beto verend zijn. Dan bie den de tuincentra nogal eens de Toorts aan (Verbascum), een vaste plant die geel bloeit en ongeveer een meter of daar omtrent hoog wordt. Sommige soorten, zoals de Konings kaars (Verbascum Thapsus) haalt soms de twee meter. Hoge planten zijn ook klimmers. Een tip: wilt u een snel en geheel overdekte knaap met een zonnig gezicht schutting of gaashek, koop dan eens zaad van de Hop (Humulus). En verbaast de komende zomer. Het Hollandse aanbod zal geleidelijk de Canarische tomaten gaan verdringen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 8