a
IN EN OM DE KAS
binnen de perken
Lichtrijk januari zorgt
voor goede kwaliteit tomaten
Nieuw
Volvo-
modelin
hoogste
klasse
Face-lift voor Honda modellen
LAND EN TUINBOUW/VERKEER
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1982 PAGINA 3{
Het klinkt nogal ambitieus:
terwijl het Volvo maar matig
naar den vleze gaat, ontwik
kelen zij een nieuw topmodel,
om juist in de allerhoogste
klasse in deze slechte tijden
hun marktaandeel uit te brei
den. Daar Volvo maar uiterst
zelden een heel nieuw model
ontwikkelt ligt de vraag dus
voor de hand of deze 760 niet
feitelijk een soort proefballon
is, waaruit de opvolger van de
huidige 240-serie zal ontstaan.
Vragen in die richting ont
moeten echter een hardnek
kig stilzwijgen; het eftige com
mentaar is, dat de 240 nog
goed verkoopt en dus nog niet
vervangen hoeft te worden.
De 760 is echter zo modern en
anders dan het 240-260 pro
gramma dat het toch wel zeer
voor de hand ligt dat dit ten
minste een blauwdruk is voor
alle toekomstige Zweedse
Volvo's. De zescilinder Vol
vo's waren immers altijd in
grote trekken gelijk aan de
viercilinders. Tot nu toe ging
de ontwikkeling echter an
dersom: de zescilinder 164 en
264 waren aangepaste versies
van de 140 en 240-serie. De
eerste ging mee van 1968 tot
1975, zijn opvolger heeft het
eveneens zeven jaar uitgehou
den, maar wordt dan nu door
de 760 vervangen. Wel is het
zo dat juist door de sterke ge
lijkenis met de kleinere mo
dellen de belangstelling voor
de zescilinder-modellen be
perkt was. De 760 moet daar
entegen een duidelijk exclu
siever karakter hebben en, la
ten we het maar eerlijk zeg
gen, beter in staat zijn klanten
af te snoepen van de grote
Mercedes en BMW modellen.
Uiteraard behield de Volvo
wel een zeer herkenbaar ui
terlijk, een gestroomlijnde
versie van de bekende model
serie. Want hoewel de 760 in
De nieuwe Volvo 760.
vergelijking met de juist wat
ronder geworden 240-carros-
serie erg hoekig lijkt leverde
dat, met name bij de zeer
abrupt afgesneden achter
kant, een betere stroomlijn
op. Daarbij moet dan wel ver
meld worden dat de lucht-
weerstandscoëfficiënt nog al
tijd bijna 0,4 bedraagt, ten op
zichte van de concurrentie be
paald geen recordwaarde.
Groter en veiliger
Volvo weet echter heel goed
waar zijn sterke punten lig
gen en koos dan ook terecht
voor een doorontwikkeling
van juist die eigenschappen.
De 760 lijkt door zijn lage
neus en groot glasoppervlak
groter dan zijn al forse voor
ganger. Hij is echter een volle
decimeter korter, maar heeft
wel een maar liefst 13 cm lan
gere wielbasis. Daarbij zorgt
de rechtopstaande achterruit
nog eens dat de achterbank
extra ver van de voorstoelen
geplaatst kon worden, zodat
de ruimtewinst in het inte
rieur aanzienlijk is. Logi
scherwijs zorgt zo'n hoekige
hoge achtersteven ook voor
een regelmatig gevormde,
grote bagageruimte van dik
een halve kubieke meter.
Kortom: vijf flink uit de klui
ten gewassen Zweden plus ba
gage hebben in de 760 een
riant onderkomen. Die indruk
wordt nog extra versterkt
door het opgeruimde, zeer
strak gestileerde interieur, dat
zelfs een beetje futuristisch
gemodelleerd aandoet. Ook
Volvo past nu een naar de be
stuurder toe gekromd dash
board toe. De voorstoelen
hebben niet alleen aange
bouwde sloten voor de veilig
heidsgordels, maar ook een
aangebouwd opbergbakje, dat
dus altijd binnen handbereik
blijft! Niet zichtbaar, maar
wel uniek is het nieuwste vei-
ligheidsmerk van Volvo: stoe
len en achterbank hebben
voorin de zitting een grote
dwarsbalk, die voorkomt dat
men bij een aanrijding onder
de veiligheidsgordel door kan
glijden. Na ruimte en veilig
heid komen we dan op een
derde Volvo-kenmerk: dege
lijkheid. Alle roestpreventie-
technieken werden voor de
760 uit de kast gehaald, met
als bijzondere kenmerken
door de rijwind geventileerde
dorpels (natuurgedroogd dus)
en een uitlaatsysteem met
aluminium beschermlaag en
geëmailleerde pijpen.
Grote keus
in aandrijving
Meer dan de 260-serie zal de
760-serie een compleet pro
gramma gaan vormen (al
•blijft voorlopig wel de 265 in
produktie). Daartoe biedt Vol
vo naast de bekende V6, die
samen met Peugeot en Re
nault werd ontwikkeld, ook
andere motoren aan. Eerst zal
echter alleen de 2,8 liter zesci
linder met 115 kW-156 pk
worden aangeboden.
Zeer belangwekkend zullen
echter de diesel-versies zijn,
vooral de 2,4 liter zes-in-lijn
met turbocompressor, die het
dan op 80 kW-109 pk brengt..
Er is ook nog een versie met
dezelfde motor zonder turbo
(dezelfde als in de 240-serie),
die hier later aangeboden zal
worden. Dan komt nog een
viercilinder turbo-benzinemo
tor, die nog betere prestaties
levert dan de zescilinder V-
motor. Naast de vertrouwde
vierbak met elektrische over
drive is er ook een nieuwe au
tomaat, die eveneens vier ver
snellingen heeft.
Verdere vernieuwing vinden
we aan het onderstel, wel nog
steeds met onafhankelijk op
gehangen voorwielen en een
starre achteras. Die achteras
heeft echter een heel speciale
geleiding gekregen, die ooit
werd getoond op een experi
menteel Volvo-model. De
achteras wordt zodoende zeer
goed gelokaliseerd en heeft,
bovendien standaard niveau-
regeling. Ook standaard zijn
overigens de lichtmetalen vel
gen. Op de extra's-lijst prijkt
nog een nieuwe, thermosta-
tisch geregelde air-conditio-
ning. Het standaard-verwar
mingssysteem kreeg overi
gens ook extra aandacht: een
grotere luchtdoorstroming en
een temperatuurregeling op
basis van luchtmenging, wat
veel sneller en gevoeliger rea
geert dan de normale regeling
met een waterkraan.
De komende herfst zullen alle
versies leverbaar zijn. Op dit
moment (vanaf april) is er
nog alleen de 760 GLE met
V6-2.8 liter motor, voor
f 60.800,- (automaat: meerprijs
2150,-). Een wagen voor een
beperkt publiek dus, maar
toch wellicht de Volvo van de
toekomst...
Wat bij Honda altijd het
eerst opvalt is dat het mo-
dellenprogramma, zeker
naar Japanse begrippen,
zo overzichtelijk is en zo
konstant. Tot 1976 was er
alleen de Civic, daarna
kwam de driedeurs Ac
cord erbij. In 1978 kreeg
de laatste er een vier-
deurs broertje bij, pas de
laatste jaren verschenen
nog de Prelude coupé en
vijfdeurs Quintet. De gro
te succesmodellen zijn
echter nog steeds de Civic
en Accord, die nu dan
beide éénmaal een grote
face-lift ondergingen.
Daarbij bleef dan nog de
technische basis al die tijd
ongewijzigd en kende het
Honda-gamma steeds
maar twee verschillende
motoren.
Hoewel Honda er dus kenne
lijk prijs op stelt zijn modellen
herkenbaar te houden - oude
en nieuwe Accord lijken ook
duidelijk op elkaar - is er bij
de face-lift wel veel meer ge
beurd dan een nieuw jasje
aanmeten. De uiterlijke ver
anderingen zorgen meteen
voor zowel een geringere
luchtweerstand als meer
ruimte op de achterbank en
in de kofferbak. Van binnen
vallen direkt het nieuwe
dashboard en de nieuwe ver-
warming-ventilatie op. Daar
naast kreeg ook de motor aan
dacht, waarbij Honda er zelfs
toe over ging de klepopstel-
ling in de cilinderkop te wijzi
gen. Ook de compressiever-
houding ging omhoog, waar
mee de 1602 cc viercilinder bij
een gelijkgebleven vermogen
van 59 kW-80 pk minder
moet verbruiken. Tenslotte
werd de voor- en achterwie
lophanging iets gewijzigd om
een beter stuurgedrag te ver
krijgen. Echt Japans is wel
weer de uitrusting, niet alleen
kompleet maar weer voorzien
van een paar nieuwe snufjes.
Het meest valt daarbij de on-
derhouds-indicator in de snel
heidsmeter op. Drie lampjes
geven aan wanneer het tijd is
voor verse olie, een nieuw
oliefilter of een servicebeurt.
Het is echter puur een „ge
heugensteuntje", en niet zoals
bij BMW een systeem dat zelf
uitrekent wanneer een servi
cebeurt bij de gegeven rij-om-
standigheden moet plaatsvin
den.
Ruime Sedan
De testwagen was een Accord
sedan, het vierdeursmodel dat
langzaamaan populairder
werd dan de oorspronkelijke
„fastback". Van buiten is het
nog net zo'n beschaafd gelijn
de wagen als zijn voorganger,
met nu meer in het geheel op
genomen schildbumpers in
plaats van de nogal Ameri
kaans aandoende uitsteeksels
van weleer. De lichte wig-
vorm en langer doorgetrok
ken daklijn zijn niet alleen
verantwoordelijk voor de toe
genomen binnenruimte: alle
afmetingen van de Accord
namen toe, zelfs de wielbasis.
Zoals verwacht mag worden
is het een behoorlijke vierper-
soons-auto, zonder verrassend
royaal te zijn. Een grote voor
uitgang betekent vooral de
grote en zeer hoge bagage
ruimte, die ook netjes bekleed
is. De passagiers mogen zich
verder nog verheugen over
het nieuwe meubilair, dat zo
wel voor als achter een prima
zitcomfort oplevert en be
hoorlijk steun biedt.
Comfort voorop
Uiteraard is ook deze Honda
weer goed voorzien van stan
daard uitrustingsstukken,
zoals twee van binnenuit ver
stelbare buitenspiegels, ruite-
wissers met interval en een
mistachterlicht. Er is nu een
apart slot in het interieur op
de ontgrendeling-op-afstand
van bagage- en benzineklep.
Verder is er standaard een
hoogteverstelling voor de
koplampen, een accessoire
waar slechts weinigen wat
mee zullen doen. Alle bedie
ningsorganen zijn goed be
reikbaar en 's avonds goed
verlicht. De meeste knoppen
en hendels behoeven geen na
dere toelichting, maar op de
bediening van het ventila
tiesysteem zal men even moe
ten studeren. Dat werkt met
een schuifregelaar voor de
temperatuur, drukknoppen
voor de luchtverdeling, een
aanjager met liefst vier snel
heden en nog apart regelbare
luchtroosters in de uiteinden
van het dashboard. Over de
volle breedte daarvan loopt
ook een luchtrooster, dat voor
een gelijkmatige, tochtvrije
ventilatie moet zorgen. On
danks alle inspanning zijn er
toch nog wel een paar schoon
heidsfoutjes. De verwarming
komt maar erg langzaam op
temperatuur, en de luchtroos
ters in de uiteinden van het
dashboard geven in geopende
stand nogal wat windgeruis.
Dat doet de carrosserie zelf
ook een beetje; daarnaast is de
motor niet muisstil op de snel
weg (bij hogere toerentallen)
en laten ook de banden en
wielvering zich wat horen.
Schakel automaat
De test-Accord was uitgerust
met de Hondamatic, nu al
weer enige tijd met overdrive.
Dat was ook nodig, want de
overigens zeer tevreden stel
lende Honda viercilinder was
bij hoge toerentallen altijd vrij
luidruchtig. In zijn laatste
versie nam dat wat af, maar
Honda Accord Sedan, model 1982
nog steeds loopt het geluidsni-M^
veau boven 4000 tpm aardia..
op. Daarom heeft de automaal
dan nu een overdrive, die^ r
echter pas boven zo'n 40 kmhj
ingeschakeld mag wordenr^
Dat komt omdat de HondaL
matic niet schakelt: het enigq
was hij doet is de slip van dt/p/,
automatische koppeling regeL/ff
leri. De huidige Hondamatiae//j
kent wel drie versnellingeiLs'
vooruit, maar die moeten met./} c
de hand ingeschakeld wor| de
den. Dat schakelen gaat ovej^r
rigens verder uitstekend, ctyn
stand van de schakelhendeLuu
wordt nu mooi op het dashV}
board aangegeven. GelukkigU^/
want er zal minimaal welfjf
eens van de „ster"-stand (Ql
130 kmh) naar de overdrive/"77
stand geschakeld moeten worf' r
den. Men schakelt dan in dff76
richting van de vrijstand erf'3UL'
kan daarin per ongeluk te|n
recht komen, daar er tussen677
„N" en „OD" geen blokkering6'6
is. Wegtrekken in „OD" gaalp^
nogal bezadigd en wordt oolf
afgeraden: de olie in de kopf775
pelomvormer, die dan er|pro
veel moet slippen, zou te heMBH
worden. Schakelen dus, vaniP
neutraal eerst naar „ster" eijêjl
dan naar overdrive op de buipH
ten weg. Wie het niet be*-—
zwaarlijk vindt dat hij
een automaat toch wel eenjf|X
moet schakelen zal verdet--,
ook weinig op de Hondamating^
kunnen aanmerken. Dat geldj
te meer, daar de motor nu waWT
meer trekkracht kreeg en
daardoor in combinatie mej
de Hondamatic nog redelijke
prestaties levert. Dan gaat hef
over de acceleratie; het ver]
bruik blijkt zelfs met auto]
maat verrassend laag. Om
danks de grotere afmetinger{
bleef de Accord vrij licht (935.
kg) en zodoende bleek hij mef
een liter of elf a twaalf ojl
honderd kilometer al tevrel
den. Résumerend dus eigen
lijk niets dan goeds, wanj
door de gewijzigde wielopJ
hanging wist Honda ook hel
vroeger nogal uitgesproken
onderstuur aardig te ondeif
drukken. Wegligging, verj
bruik, binnenruimte en uit]
rusting gingen er dus allemaa
op vooruit; dat wil echter nol
niet zeggen dat het niet nol
beter zou kunnen, met namL
wat betreft het geluidsniveau
en de schokdemping.
Tenslotte nog de prijs: die l
draagt voor de sedan 22.795,
de Hondamatic kost 1200,r
extra. De EX-versie bied!
voor ƒ2500,- extra eigenlijlj
niet zoveel meer, nu de daarL
bij horende stuurbekrachti|
ging niet meer zo nodig is.
<eir«
erf
mi
eau
Steuntje in rug van
Franse kwekerijen
Er zijn in Frankrijk pogingen gaande om de bloemen- en
plantenkwekerijen een steun in de rug te geven. Over het
algemeen laat de ontwikkeling te wensen over. Geconsta
teerd is dat de teelt in containers de laatste tien jaar sterk is
toegenomen. In 1970 waren er een miljoen stuks opgeplant,
in 1975 waren dat er negen miljoen en thans zijn dat er 25
miljoen. Een voordeel daarvan is natuurlijk dat het hele jaar
door kan worden geleverd. Bovendien wordt de snelheid
van de omloop groter. De planten worden in hard plastic
potten gekweekt, maar tien procent gaat in soepel plastic.
Het overige staat in potten van drie tot vijf liter. Ondanks
de huidige crisis waardoor de verkoop afneemt, ziet de toe
komst voor de containerplanten er goed uit, zo blijkt uit een
overzicht van de Franse boomkwekerij.
De vitro-cultuur houdt eveneens beloften in voor de toe
komst. Vermeerdering met het tienvoudige per jaar is moge
lijk. Voornaamste produkten waarbij deze teelt wordt toege
past zijn hortensia, rododendron en dergelijke. De methode
is niet alleen van belang voor de sier- en fruitboomteelt,
maar ook de bosboomteelt kan er van profiteren en probe
ren de eigen markt weer te heroveren. Soms zijn de bedrij
ven op één soort produkt gespecialiseerd. In grote meerder
heid produceren ze echter zowel sier- als vruchtbomen. Vol
gens de landbouwtellingen is de oppervlakte voor sierbomen
en -heesters van 1970 tot 1980 bijna verdubbeld. De kwekers
zijn over het algemeen niet jong meer, zestig procent is ou
der dan 55 jaar. Er zijn veel kleine en middelgrote bedrij
ven, een enkele hele grote. Tot nu toe zijn er twee erkende
boomkwekers- groupages. Anderen hebben een aanvraag
ingediend om erkenning en er is een half dozijn in oprich
ting. Men schat het aantal werknemers in deze bedrijven op
15.000-16.000. Over het algemeen zijn het ongeschoolde
krachten. De meeste werkers zijn in dienst bij sierplanten
en jonge plantenkwekers. Alleen bij heel grote ondernemin
gen is technisch en handelskader in dienst. Door de recente
economische moeilijkheden neemt het aantal werknemers
af. Een groot deel van de produktie wordt door de kwekers
zelf afgezet. Er zijn enkele „groumements" die de afzet van
verscheidene kwekers verzorgen. Daarnaast zijn er kwe
kers-groothandelaren die ook in- en verkopen. Daaronder
vallen vaak ook bedrijven die hun produkten onder een
merk verkopen. Enkele kwekers spelen bovendien de rol
van „makelaar". Verder is er de verzendhandel en de „mo
derne" afzet zoals tuincentra en het grootwinkelbedrijf. Men
onderscheidt het verbruik in drie groepen, namelijk onder
linge handel tussen kwekers, voornamelijk in jonge planten.
Op het ogenblik is daaromtrent een onderzoek gaande. Ge
meenten en dergelijke namen per jaar ruim vier miljoen bo
men en struiken af. Zij produceren evenwel ongeveer een
derde van de behoeften zelf. Onlangs werd een onderzoek
Jbekend van het panel inzake de particuliere aankopen van
bloemen en planten. In 1980 hebben de Fransen voor bloe
men en planten ongeveer 2,8 miljard gulden uitgegeven. Het
aantal aankopen stijgt evenwel sterker dan de bestedingen.
De gemiddelde prijs voor een bloemenarrangement daalde
van 63 gulden in 1976 tot 36 gulden in 1980. Bloemen per
stuk haalden evenwel een hogere prijs. De aankopen voor in
huis stegen van 18 naar 28 procent van de bestedingen. De
aankopen om cadeau te geven bleven stabiel. Meer dan de
helft van de Franse potplanteninvoer per stuk bestond in
1978-1979 uit bloeiende soorten. Het Franse panel-onderzoek
geeft aan dat tachtig procent van de verbruikte planten
bloeiende zijn. De negen procent die door Nederland aan
bloeiende planten naar Frankrijk werd geëxporteerd steekt
hierbij wel schril af. Volgens de Franse invoercijfers is het
zelfs maar vijf procent.
Ook al is er nog geen sprake
van primeurs, het is toch een
goed teken om te kunnen
constateren dat er weer Hol
landse tomaten aangevoerd
worden. Door het gunstige
weertype in de maand janua
ri, met name het vele licht, is
de vruchtzetting" bij de meeste
gewassen zeer voorspoedig
verlopen. Er mag verwacht
worden dat er al vroeg in het
seizoen een redelijke aanvoer
zal zijn van een goede kwali
teit. Er werden donderdag 25
februari tomaten aangevoerd
op Veiling Westland-Noord.
Voor de A-tomaten werd er
8,50 gulden per kilo betaald,
voor de C-tomaten 7,74 gul
den en voor de CC-tomaten
5,60 gulden. Tot op heden
werd de Hollandse markt in
hoofdzaak voorzien van toma
ten van de Canarische Eilan
den. Deze tomaten worden in
Rotterdam op de groothan
delsmarkt verhandeld tegen
een prijs van 3,20 gulden per
kilo. Het Hollandse aanbod
zal geleidelijk de Canarische
tomaten gaan verdringen.
Komkommers
In de afgelopen week was er
sprake van een opvallend
herstel van de komkommer-
prijzen. Het invoeren van een
referentieprijs voor de Griek
se komkommers heeft waar
schijnlijk zijn effect niet ge
mist. Het Hollandse aanbod
neemt wekelijks verder toe.
Tot half februari was Enge
land de belangrijkste afnemer
met op de tweede plaats West-
Duitsland. In de afgelopen
week kwam hierin verande
ring. Zoals gezegd liepen de
prijzen sterk op, zo werd er
voor de sortering 51/61 ge
middeld 1,34 gulden per stuk
betaald. In vergelijking met
de eraan voorafgaande week
was er hierdoor sprake van
een prijsverschil van maar
liefst 62 cent. Voor de sorte
ring 41/51 was er sprake van
een gunstig prijsverschil van
zelfs 68 cent per stuk, want er
werd gemiddeld 1,24 gulden
per stuk betaald. Ook in ver
gelijking met vorig seizoen
was er sprake van een prijs
verschil, zij het voor het eerst
dit seizoen. Voor de sortering
51/61 en 41/51 werden er vo
rig jaar in dezelfde week res
pectievelijk prijzen betaald
van 76 en 60 cent per stuk. De
huidige prijzen komen wel
weer op de tocht te staan door
de groeiende aanvoer en door
een gewijzigde invoerheffing.
Zo heeft de Commissie voor
de Europese Gemeenschap
besloten om de invoerheffing
op Griekse komkommers met
ingang van 23 februari te ver
lagen van 30,72 gulden naar
13 gulden per 100 kilo netto.
Het ligt daarom voor de hand
dat er de komende week op
lagere prijzen gerekend moet
worden.
Sla
Op de slamarkt tekende zich
een duidelijke koerswijziging
af. Eindelijk was er sprake
van een prijsherstel. Zo va
rieerde de prijs afhankelijk
van het gewicht van 22 tot 57
cent per krop. Omdat de in-
voergegevens van West-
Duitsland op dit moment nog
ontbreken is het niet met ze
kerheid te zeggen of de totale
concurrentie verder is afgeno
men. Maar gezien de prijsont
wikkeling mag dit wel aange
nomen worden. Behalve
West-Duitsland toont Enge
land een grotere belangstel
ling voor de Hollandse sla.
Met een afnemend aanbod in
het vooruitzicht mag er aan
genomen worden dat de prij
zen zich weten te handhaven,
hogere prijzen lijken moge
lijk.
Overige gewassen
Behalve de hoofdteelten als
sla, tomaat en komkommer is
ook nummer vier weer op de
markt verschenen, met name
de paprika. Voor dit gewas
varieerde de prijs van 4,10
gulden tot 6,40 gulden per
kilo, althans voor de groene
paprika's. Op de rode papri
ka s zal men nog wel een
week of vier moeten wachten.
Door een kleiner geworden
aanbod liep de prijs voor wit
lof op. Voor de sortering I
werd er 2,20 gulden per kilo
betaald. De sortering II lag
aanmerkelijk lager in prijs,
want deze kwam niet verder
dan 1,50 gulden per kilo, deze
prijs verschilde nauwelijks
met de prijs van een week er
voor. Het ligt in de lijn der
verwachting dat er voor de
komende week op hogere
prijzen gerekend mag wor
den. Spruiten deden het de
afgelopen weken opvallend
goed. De omstandigheden
voor een goede prijsvorming
waren er dan ook wel naar.
De aanvoer neemt af en er
was weer sprake van echt
winters weer. Zo liep de prijs
voor de A-sortering op naar
2,23 gulden per kilo. Voor de
B-sortering pakte het nog
gunstiger uit, want voor deze
sortering werd er 3,25 gulden
Eer kilo betaald. Door een
leiner wordend aanbod zal
de prijs zich redelijk weten te
handhaven. Alleen een ander
weertype kan de vraag doen
afnemen. Ook een gewas als
prei noteerde hogere prijzen
door een stabiel aanbod en
een goede vraag, er werd 1,91
gulden per kilo betaald. Voor
prei wordt er in de komende
week op vaste prijzen gere
kend. Het groeiende aanbod
van andijvie deed de prijs-
druk verder toenemen. De ge
middelde prijs daalde naar
1,62 gulden per kilo. Door een
groter wordend aanbod zal de
prijsdruk de komende week
aanhouden. De vraag naar ra
dijs hield stevig stand, want
de gemiddelde prijs kwam uit
op 1,07 gulden per bos. Door
een groter wordend aanbod
zal de prijsdruk wel toene
men, maar als de vraag niet
verandert, mag er toch op
goede prijzen gerekend wor
den. Spinazie werd ook de af
gelopen week goed betaald,
namelijk 3,37 gulden per kilo.
„Grote jongens"
Met „grote jongens" wordt in dit geval hoog opschietende
ten bedoeld. In bijna elke tuin is wel een plekje waar ze
misstaan. Daarmee komen we bij de eerste „lange Jan", de
nebloem, Helianthus op zijn zondags. Een paar van die
ten leveren in de zomer metershoge planten op. Mits
behoorlijke steun voorzien is een hoogte van vier meter
lijk haalbaar. Deze mediterraan ogende bloem hoort erbij,
als de oeroude en veel kleinere goudsbloem. Wist u dat die
nebloem evenals de aardappel van de Indianen tot ons
is? In Europa wordt ze veel op grote schaal
uit de pitten te winnen Zaai in mei wat van die pitten,
een wat beschutte, maar wel zonnige plaats: de rest gaat
vanzelf. Als in de herfst de uitgebloeide bloemen met rust
den gelaten, hebben ajerlei zaadetende vogels er ook nog
aan, hoewel... in een. natte herfst wil de zaak wel eens
schimmelen. De zonnebloem is een eenjarige zaaiplant; wa
ten moeten daarom droog bewaard worden tot het volgend
Nog een „grote jongen" die meer en meer in de mode
het Pampasgras, met die grote, zilvergrijze pluimen. Dit is
haakjes een vaste, overblijvende plant. Tenminste... als
afgedekt wordt tegen strenge vorst, want helemaal vorstbest HS7
dig is Cortedaria nie:. Wel logisch eigenlijk, want ze
Argentinië en daar vriest het doorgaans niet zo hard als in
land. Als deze bloem het naar haar zin heeft kan ze wel twee Vr
drie meter hoog worden. De plant kan als „solitair" beschoijhter
worden: een eenling temidden van een klein groepje
beeld ergens in het gazon. Tegen de winter de bladeren
binden en dan een flinke laag dekmateriaal, bijvoorbeeld
bladeren, om de voet ophopen. Lelijk blad moet pas in het
jaar worden weggenomen. De pluimen kunnen gebruikt wo
in (forse) droogboekétten, maar buiten blijven ze heel lang
Een derde „grote jongen" die ook meer en meer gesignalf ,e(jk
wordt: de Bereklauw (Heracleum). Alweer een
de drie meter hoogte kan halen. Ze krijgt enorme
schermen. Een aardigheidje: de Griekse god Heracles zou
deren van deze plant
gebruikt hebben om
zwerende wonden te
genezen, vandaar de
Latijnse naam. Ver
krijgbaar bij tuincen
tra. Ze wenst een
voedzame, niet te
droge grond en een
niet al te zonnige
standplaats. Eenmaal
uitgegroeid bepaald
een imposant gewas,
die Bereklauw. In
een klein tuintje
wordt ze gauw wat
overheersend.
Nog een paar hoger
opgroeiende planten:
de stokroos kent vrij
wel iedereen. In een
klein groepje bijeen
geplant kan ze beto
verend zijn. Dan bie
den de tuincentra
nogal eens de Toorts
aan (Verbascum), een
vaste plant die geel
bloeit en ongeveer
een meter of daar
omtrent hoog wordt.
Sommige soorten,
zoals de Konings
kaars (Verbascum
Thapsus) haalt soms
de twee meter.
Hoge planten zijn
ook klimmers. Een
tip: wilt u een snel en
geheel overdekte knaap met een zonnig gezicht
schutting of gaashek,
koop dan eens zaad van de Hop (Humulus). En verbaast
de komende zomer.
Het Hollandse aanbod zal geleidelijk de Canarische tomaten gaan verdringen.