We maken le Midden school niet om te oorkomen at er hard gewerkt wordt" ZATERDAG 6 FEBRUARI 1982 MINISTER VAN KEMENADE: Minister Jos van Kemenade, 44 jaar oud en al voor de tweede maal minister van onderwijs en wetenschappen. Op 36- jarige leeftijd werd hij in het kabinet-Den Uyl voor de eerste maal beëdigd als minister. Over een maand wordt hij 45 jaar. Vooral door zijn plannen voor de middenschool verwierf hij faam bij de voorstanders en beruchtheid bij de tegenstanders. Die laatsten zagen hem als de boze profeet van de - socialistische nivellering in het onderwijs. Tijdens het kabinet-Van Agt zijn de hervormingsvoorstellen voor het voortgezet onderwijs goeddeels in de ijskast verdwenen. Alleen de door hem in gang gezette vernieuwing van het basisonderwijs werd door VVD-minister Pais met enthousiasme ter hand genomen. In die vier jaar hield Van Kemenade zich als Tweede-Kamerlid een beetje op de achtergrond, al die tijd wachtend op het moment dat hij in een volgend kabinet de onderwijsscepter weer ter hand zou kunnen nemen. De socialisten bleken tijdens de formatie bereid aanzienlijke consessies te doen; zo moest de PvdA het ministerie van financiën „inruilen" en bovendien twee CDA- staatssecretarissen op Onderwijs dulden. Men mag daaruit afleiden dat de terugkeer van Van Kemenade voor de PvdA de hoge prijs waard was. „De Middenschool word! ijl bepaald geen makkie voor ia de komende generatie. Sterker nog |fe leerlingen van de midden- sBchool-nieuwe-stijl krijgen maar etst elf vakken (leergebieden", corrigeert onze nationale Fr Rooimeester Jos van Kemenade) je verhapstukken. Vroeger kreeg en bijvoorbeeld op de HBS ook eer dan tien vakken. Dat was ui behoorlijk aanpeaen geblazen, v4> herinneren velen van ons zich ns it eigen ervaring. lek We maken dit schooltype ook niet m te voorkomen dat er hard ge- ;n' erkt moet worden", zegt de mi- ulster, achterover leunend in een ch an de fauteuils die zijn kamer va ijk is. pe k 1 ij laat een lach klinken bij ons k fermoeden dat de middenschool lepaald geen „makkie" wordt voor 'I I e komende generatie. 1' Sterker nog, U wilt nu natuurlijk M«ren zeggen dat ik de uitspraak ga i hraar maken, dat de school' hele maal niet leuk hoeft te zijn". «Iet onderwijs op die middenschool je >u best weieens zwaarder zou la- unnen uitvallen dan nu bijvoor- oojeeld op de havo het geval is? Dat is best mogelijk, maar ook t Moeilijk te beoordelen. Het houdt atuurlijk ook verband met de les- r ntabel en het soort leermiddelen min werkvormen waar je voor kiest, g elfs al is het zo, dan vind ik dat ïstiet verwerpelijk. Ik ben van me ning dat in een zo gecompliceerde ijn imenleving als (Je onze het nood- ikelijk is dat je de leerlingen daar- 3 goed voorbereidt. Daar ligt de 1 iak van de school en als dat van e leerlingen harder werken ver ast, dan moet dat ook gebeuren". «I n niet zonder sarcasme: „Dat zou va jch wel het toppunt zijn. Eerst alle discussies over de Contourennota's kt ijdens het kabinet-Den Uyl, waar- In i de eerste opzet van de midden- I ihool gegeven werd, red.), waar- r ®an volgens mij ten onrechte werd v ezegd dat het allemaal te vrijblij- or end was. En na die discussies zou n an nu de discussie loskomen dat nalet allemaal te zwaar wordt. Dat e ordt dan wel helemaal fraai!" 'k ij lacht opnieuw, zich opeens h lijkbaar verkneukelend bij de ge- rc lachte dat een dergelijke discussie 'erkelijk de kop op zou steken. ui - L 'ompromis V( i et >e ochtend van ons gesprek zijn de p ieuwe middenschoolplannen van em en zijn staatssecretaris Deet- d jan bekend gemaakt. De plannen ijn het resultaat van het compro- II *is tussen CDA en PvdA. In ver gelijking met de Contourennota's zijn er aanzienlijke veranderingen aangebracht in de plannen. „In de contourennota's waren de opzet en inhoud nog betrekkelijk algemeen gehouden. Nu zijn we met een meer uitgewerkt voorstel gekomen. Bovendien werd in de Contourennota's de mogelijkheid opengehouden voor een drie- dan wel vierjarige cursusduur. We heb ben nu definitief gekozen voor een driejarige school". „Verder hebben we een heel duide lijke keuze gemaakt voor de leerge bieden die in het voortgezet basi sonderwijs aan de orde moeten ko men. We hebben ook een duidelij ke uitspraak gedaan over het rechtspositiestelsel in het voortge zet basisonderwijs (leraren met een derdegraads bevoegdheid - red.). Ook is ook de naam veranderd; de middenschpol heet nu voortgezet basisonderwijs. Tenslotte krijgt het schoolwerkplan, net als in het basi sonderwijs, ook een belangrijke functie in het voortgezet basison derwijs". Een belangrijk verschil is ook dat een andere keuze is gedaan voor de opzet van de tweede fase van het voortgezet onderwijs. „In de twee de contourennota gingen we nog uit van een min of meer geïnte greerde Bovenschool. Dat idee hebben we losgelaten en gekozen voor een aantal wèl vernieuwende, maar toch afzonderlijke schoolty pen in de bovenbouw. Met name dan afzonderlijke vormen in het al gemeen voortgezet onderwijs (mavo, havo, vwo) en in het be roepsonderwijs". Bovenschool Het behoud van de verschillende schooltypen in de tweede fase maakte1 deel uit van het politieke compromis, waarmee aan een be langrijke CDA-wens tegemoet werd gekomenen. De opzet van de tweede fase is nu in grote lijnen ge lijk aan de tweede fase, zoals die in het Ontwikkelingsplan voor het Voortgezet Onderwijs van het vori ge kabinet werd geschetst. „Inderdaad. Hoewel er toch een aantal vernieuwende dingen inzit ten, met name bij het voortgezet beroepsonderwijs. Overigens wil ik de mogelijkheid van een boven school niet uitsluiten. In brede scholengemeenschappen zou best weieens een geleidelijke integratie van de verschillende schooltypen kunnen plaatsvinden. Het zou ook bepaald niet eenvoudig zijn ge weest om meteen met het voortge zet basisonderwijs meteen ook de „bovenschool" uit de grond te stampen. Je moet ook geen brug te ver gaan, vind ik". Gezien de slechte economische si tuatie waarin Nederland verkeert zal het nieuwe stelsel van voortge zet onderwijs geen cent extra mo gen kosten, zegt Van Kemenade. De invoering van de middenschool zal moeten gebeuren met het geld dat nu en in de komende jaren be schikbaar is voor het voortgezet onderwijs. Wij hebben gehoord dat de mid denschool zeker een miljard extra gaat kosten. „Ja, maar bij die bere keningen wordt uitgegaan van de prijs van de huidige kosten van de experimenten. Maar een dergelijke vergelijking is onjuist. Bij die expe rimenten heb je te maken met ont wikkelingskosten. Bovendien is een vergelijking met een ongewij zigd beleid moeilijk omdat tussen nu en het tijdstip van algemene in voering vele veranderingen zullen plaatsvinden. Neem bijvoorbeeld de daling van het aantal leerlingen en het behoud van de kleinere scholen op het platteland". Toch zal het nieuwe stelsel in ver gelijking met het huidige stelsel duurder uitvallen, zeker omdat het algemeen voortgezet onderwijs met een jaar wordt verlengd (zo wordt de havo in feite zesjarig) en de vol ledige leerplicht naar 16 jaar wordt verschoven. De bewindsman denkt daar toch evep anders over: „U moet niet vergeten dat er tegen over staat dat de totale schoolloop baan in het nieuwe stelsel strenger wordt en dat het blijven zitten voor een groot deel wordt beperkt. Nu is het zo dat gemiddeld genomen slechts vijfentwintig procent van de leerlingen in één keer slaagt. Überhaupt slaagt maar vijftig pro cent, terwijl de andere helft defini tief uitvalt. Als je uitvalt heb je niks, terwijl men in het nieuwe stelsel ook een deeldiploma kan krijgen, dat ook waardevol is en waar de leerling ook iets mee kan beginnen". Getuigschriften Een aanzienlijke verhoging van het „rendement" van het onderwijs moet dus de kosten van de langere duur van het voortgezet onderwijs terugverdienen. Maar dat is het niet alleen: „In ieder geval zullen de onplooi- ingskansen voor bijvoorbeeld meis jes en kinderen uit arbeidsmilieus aanzienlijk stijgen. Uit onderzoe ken in andere landen blijkt zelfs dat ook de hoger begaafden in een middenschool aanzienlijk beter uit de verf komen. Verder is het een ^rote winst wanneer je ook getuig schriften uitgeeft en niet alleen einddiploma's". De bewindsman spreekt nu met veel overtuiging. „We hebben bere kend dat we dit, met de mogelijk heid om hier en daar verschuivin gen in de gelden aan te brengen, zonder extra financiële middelen kunnen doorvoeren. Bovendien zijn we gebonden aan de politieke uitspraak. Het zAl niets meer mo gen kosten". De beslissing over algehele invoe ring van het voortgezet basisonder wijs zal niet in deze kabinetsperi ode vallen, maar pas in de tweede helft van de tachtiger jaren. Vol gend jaar wordt wel al de Wet op het Vervolgonderwijs ingediend, waarbij alle scholen die dat„willen, volgend jaar al kunnen deelnemen aan het project voor voortgezet ba sisonderwijs. „Ik verwacht zelf dat de algehele invoering tussen 1990 en 1995 tot stand zal komen. Maar ja, dat hangt natuurlijk ook sterk af van de poli tieke bereidheid van de toekomsti ge kabinetten en het parlement. Als je de krant moet geloven dan is er binnen twee maanden al heel wat veranderd". Van Kemenade doelt Op het feit dat bijvoorbeeld de VVD-fractie vrijwel alle bezwaren tegen de middenschool heeft laten varen. Dicht bij huis Wat met name voor de minder dichtbevolkte regio's voor de toe komst van belang is, is de stich tingsnorm voor een school. Die norm is vrij laag gehouden. „Dat ook bewust gedaan, want als je spreekt over het voortgezet basi sonderwijs als elementaire voorzie ning voor alle leerlingen, dan moet je ook kunnen garanderen dat die school betrekkelijk dicht bij huis te vinden is". Het is een duidelijk ander beleid dan het vorige kabinet die juist vorming grote scholengemeen schappen voorstond. „Wij kiezen heel bewust voor een zelfstandig schooltype voor het voortgezet ba sisonderwijs en er mogen dan ook geen verticale scholengemeen schappen zijn van voortgezet basi sonderwijs en bijvoorbeeld havo en beroepsonderwijs. Daarmee zou het gevaar van inkleuring ontstaan, waarbij een combinatie met bij voorbeeld een gymnasium een an dere middenschool kan gaan ople veren dan een combinatie met een technische school. De mogelijkheid Van een combinatie met basisscho len willen we wel openlaten". Minder leerlingen De vorige minister van onderwijs, Pais, presenteerde twee actieplan nen voor behoud en uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen in onderwijs. Die plannen konden door de bezuinigingen maar deels waargemaakt worden en het toen malige kamerlid Van Kemenade had de nodige kritiek op. Nu blijkt dat onder zijn bewind dit jaar 2000 arbeidsplaatsen in het onderwijs zullen moeten verdwijnen. Waar blijft het nieuwe arbeidsplaatsen- plan, zo vragen wij hem. Van Ke menade blijkt vier pijlen op zijn boog te hebben. „Wij hebben in de keuze van de ombuigingsmaatregelen geprobeerd het verlies aan arbeidsplaatsen zo veel mogelijk te beperken. Dat is niet helemaal gelukt. Dat kohit ook omdat we te maken hebben met een gigantische daling van het aan tal leerlingen. Via het werkgele genheidsplan van Den Uyl zullen wij een aantal werkgelegenheids- maatregelen kunnen nemen, maar de omvang daarvan ligt nog niet vast. In overleg met de onderwijs vakorganisaties ben ik met een plan gekomen voor wat je een so ciaal contract kunt noemen. Het scheppen van meer arbeidsplaat sen, die worden gefinancierd uit arbeidsvoorwaarden. Bovendien zal ik binnen afzienbare tijd met het onderwijs gaan praten over herver deling van de arbeid in het onder wijs. Ik heb de Kamer toegezegd dat ik in de eerste helft van dit jaar een notitie over de werkgelegen heid zal uitbrengen. We zullen daarmee toch maar een deel van de twintigduizend werklozen in het onderwijs aan een baan kunnen helpen. Ik kan op dit moment nog geen getallen noemen. We zijn nog maar een paar maanden in dienst. Het opstellen van een werkgele genheidsplan is ook niet bepaald een kleinigheid". Zo'n sociaal contract gaat ongetwij feld het meeste aan banen opleve ren, hoewel volgens Van Kemena de op den duur de herverdeling van arbeid (deeltijdbanen) het meest interessant wordt. „Ik heb de bonden voorgesteld om te bekijken of arbeidsvoorwaarden in arbeidsplaatsen kunnen worden omgezet, uiteraard op basis van vrijwilligheid. Willen de organisa ties dat niet, dan gaat het feest ge woon niet door. Maar het is de moeite waard om erover te praten". Basisbeurs Van Kemenade zat nog maar net een maand in de ministersstoel, toen hij een lijstje presenteerde van ruim dertig beleidsstukken die voor een groot deel nog dit jaar worden uitgebracht, voornamelijk wetsontwerpen. Op het gebied van wetgevende arbeid valt er wel wat in te halen. Zo is er een nieuw stelsel van stu diefinanciering in aantocht, zoals gisteren in deze krant vermeld. „De nieuwe plannen sluiten sterk aan bij het stramien en de struc tuur van het studiefinancierings plan, dat ik samen met staatssecre taris Klein in 1974 heb ingediend. Dat is wat je noemt voortzetting van beleid, vind U niet?" Dat betekent dus dat Van Kemena de opnieuw met een plan komt voor een basisbeurs voor studenten in het hoger onderwijs: een directe uitkering aan de student ter ver vanging van de kinderbijslag. Vol gens het in '74 gepresenteerde plan zou voor studenten met minder draagkrachtige ouders een extra beurs mogelijk worden. Het rente loos voorschot zou worden afge schaft en worden vervangen door een rentedragende lening tot een bepaald maximum per student. De hoogte van de basisbeurs kan ongeveer volgen uit de opbrengst van drie keer de kinderbijslag. Uit gaande van de berekeningswijze van het studiefinancieringsplan uit '74 zou die basisbeurs nu op onge veer 4500 gulden uitkomen. Bezuinigingen De bezuinigingen op de begroting" van Onderwijs zijn relatief zwaar der terechtgekomen op het weten schappelijk onderwijs. Van Keme nade: „Dat is een bewuste keus ge weest, omdat het een categorie van onderwijs betreft waar de kosten per student vele malen hoger lig gen dan elders. Als je een keuze moet maken, dan ligt het voor de hand dat je de categorie met de wat sterkere schouders ook wat zwaar der belast". „Op welke manier men die bezui nigingen doorvoert is een zaak van de universiteiten zelf. Ik kan wel suggesties geven en dat is ook ge beurd. Ik heb bijvoorbeeld het voorstel gedaan om het werk van kroondocenten voorlopig eens te laten vervullen door hoofdmede werkers. Ook heb ik ook heel na- drukkkelijk gevraagd het onder zoek zoveel mogelijk te sparen, om dat juist dat deel in een bedreigde positie komt te verkeren. Van Kemenade heeft laatst in een interview met een studentenblad gezegd dat ook op de voorzieningen van studenten ook best wat te schrappen valt. „Die voorzieningen zijn getroffen in een periode dat het allemaal financieel nog kon. Maar is het nu nog wel zo redelijk dat je voor een bepaalde categorie studenten, die toch al aanzienlijk profijt hebben van de overheidsgel den, zeer gunstige voorzieningen treft die niet direct iets met de stu die te maken hebben en die er voor werkende jongeren of HBO-stu- denten helemaal niet zijn. Sport complexen en bepaalde culturele activiteiten die op kosten van de overheid worden gesubsidieerd; al lemaal prachtig, maar er zijn nu belangrijker zaken die ook veel geld kosten". Gelgk^ehandelin^^ Pratend over het wetsontwerp ge lijke behandeling en de reacties daarop uit de onderwijswereld, to vert hij een indrukwekkend aantal voorhoofdsrimpels tevoorschijn. „Ik kan niet vooruitlopen op een regeringsstandpunt, dat nog niet is ingenomen. Het is bovendien niet waar dat het christelijke onderwijs een unanieme opvatting daarover hebben gevonden. Er is bijvoor beeld een heel wezenlijk verschil tussen de christelijke besturenorga nisaties en de personeelsorganisa ties". „Ik denk zeker dat de relatie naar de vrijheid van onderwijs beter moet worden bezien, misschien moet dat preciezer worden aange geven dan nu in het voorontwerp is gebeurd. Mijn opvatting vind ik eigenlijk grotendeels terug in de reactie van de protestants-christe lijke onderwijsvakorganisatie. Die zegt dat het nooit zo mag zijn dat je mensen op grond van hun fysieke kenmerken of geaardheid zoals ze nou eenmaal zijn mag belem meren in hun persoonlijk of maat schappelijk functioneren. Of je deze of gene sexuele geaardheid hebt, dat is een gegeven en daar is geen vrije keuze in". Tekst: FRANS WEERTS Foto: MILAN KONVALINKA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 19