verbeten gevecht tegen lepra Alert voert 5 alë [orgen 'ereld- ;pradag a Miljonair izocht Jin Alert voortdurend weten- «lijk onderzoek. Nieuwe indelingsmethoden zijn drin- I noodzakelijk. >ENONS Geen kunst om 'té rijk te worden, daar zijn legale en minder legale me- voor. Grootste kunst is rijk Vden zonder dat de buren het 'n. Elke keer kom je ze weer die kleine berichtjes in de n, van bedelaars of mensen kommervolle omstandighe- 'eefden en na hun miserabel ineens over miljoenen (in ZATERDAG 30 JANUARI 1982 Italië dus miljarden) blijken te heb ben beschikt Die angst om met het aardse geluk te koop te lopen heeft Italië de af gelopen weken weer eens een „giallo" ofwel mysterie bezorgd, over de oplossing waarvan zowel in het warme zuiden als het steenkou de noorden door oude mannetjes urenlang op dorpspleinen is gedeli bereerd. Het gaat om de hoofdprijs van de staatsloterij, een half mil jard lires, ofwel 1,1 miljoen gul dens. De winnaar heeft zich met gemeld en hardnekkige pogingen van allerlei goedbedoelende lieden om achter zijn identiteit te komen, hebben tot nog toe geen enkel re sultaat opgeleverd. Het enige wat men weet is dat het winnende lot nummer AP 88177 draagt en is ver kocht door een sigarenboer in Cor denons, een ,gat" in het uiterste noorden van het land, vlak bij de Oostenrijkse grens Cordenons is met zijn 15.000 zielen nu bepaald geen Milaan of Rome en het zou dus nog wel te doen zijn om de per soon die het gouden lot wellicht zonder er erg in te hebben ergens in een commodelade heeft liggen, op te sporen. „Heb jij soms het lot'?, is de vraag waarmee Cordenonsers elkaar be groeten, en: ,jZeg, jij hebt toch een keer een lot gekocht, weetje zeker dat het niet AP 88177 is?'. Uiter aard is bet antwoord altijd ontken nend. Enige progressieve stamgas ten van het plaatselijk café hebben de sigarenboer zelfs onder hypnose willen brengen om hem eventjes te helpen zich de klant te herinneren aan wie hij het verdwenen biljet verkocht heeft En de directeur van de plaatselijke bank heeft ook geen rust meer nu iedereen hem lastig valt met de vraag of een lot van de staatsloterij in bewaring is gegeven. Bij de plaatselijke krant is een anoniem telefoontje binnenge komen met de mededeling dat de benzineverkoper in straat X de ge lukkige is. De eenvoudige man ont kent natuurlijk, maar zijn klanten tanken voortaan met enige scepsis. Is de winnaar een huisvrouw die haar geluk aan haar man wil ont houden, of vice versa? Een soldaat misschien die terug is naar de ka zerne, een toerist, handelsreiziger of pater? De sigarenboer herinnert zich niets meer. „Misschien is het wel een van de straatwerkers die verderop aan de verkeersweg wer ken", oppert hij zwakjes. Maar het wantrouwen heerst in Cordenons en ieder die wijst naar een ander kan zelf de winnaar en miljardair zijn. De „winnaars" van lot AP 88176 en AP 88178 hebben zich direct gemeld, op hen rust dus geen verdenking meer. De echte winnaar houdt zich er gens schuil en volgens kenners van het fenomeen „Italië" zal hij dat blijven doen, in elk geval tot hij zich volgens de loterijwet moet melden, binnen zes maanden na de trekking. Nog eens zes maanden la ter keert de staat pas uit. Het geluk vergt enig geduld en vooral veel te rughoudendheid als de lires wor den uitbetaald. Want wie dan plot seling een nieuwe flat koopt, met zijn dierbaren naar Sicilië afreist of de collecteschaal 's zondags al te genereus bedenkt en niet kan be wijzen dat hij de riikdom op legale of illegale manier heeft verkregen, valt als winnaar van de Italiaanse staatsloterij gruwelijk door de mand. In dit land houd je de fiscus nog wel van het lijf, maar niet de nogal honkvast geworden. Niet*» zonder trots vertelt de heer Joharl-^ nessen, die over enorme organisa-ijpi tietalenten blijkt te beschikken, dabei alle buitenlandse stafleden hun contract met Alert hebben vefc(,. lengd of bezig zijn te verlengen. Dat zegt wel het nodige over de sfeer en de werkomstandigheden in Alert. Algemeen directeur Jo- hannessen is uitermate blij met deze continuïteit in zijn staf, die be staat uit Afrikanen, Scandinaviërs, Duitsers, Britten en zoals gezegd. Nederlanders. Veel aandacht, zoals* al even aangestipt, voor de training (onder meer van studenten van der universiteit van Addis Abeba, maar ook van verpleegkundigen uit Eu-® ropa) en voor de research. Op het terrein van Alert is ook het inter- nationaal befaamde Armauer Han- sen Research Instituut gevestigd. Financiering Bernt Johannessen is er terecht j trots op dat met betrekkelijk gerin-1 ge financiële middelen voor Eu-1 ropese begrippen er zoveel werk t gedaan wordt. Het jaarlijkse budget t bedraagt niet meer dan drie mil-1 joen birr 3,5 miljoen). Inderdaad ongelooflijk weinig in het licht van het vele dat op en door Alert ge- schiedt. Johannessen is wel be zorgd. Hij zou graag wat meer lan- ge-termijn-garanties van de geldge-1 vers ontvangen. Hij is benauwd dat de Europese particuliere organisa- ties als gevolg van de economische recessie minder zullen gaan bijdra- gen De eerste signalen uit Euro- pa zijn helaas al gegeven. Wie Alert een keer bezocht heeft is er zonder meer van overtuigd dat dit laatste in geen geval zal mogen gebeuren. De Nederlandse Stich- c ting voor Leprabestrijding, die zo'n werkzaam aandeel in de financiën - van Alert heeft, peinst er niet over haar bijdrage aan Ethiopië en tal van andere Afrikaanse landen voor het zo belangrijke leprabestrij- dingsinstituut te verminderen. Maar daarvoor is wel nodig dat de NSL zelf gevoed wordt door haar huidige donateurs en de (waarop deze bezoeker inderdaad hoopti- vele nieuwe contribuanten van. NSL. Wereldlepradag kan aanleid ding zijn om zich bij deze kring te. voegen! EVERT MATHIES* Foto's: C. OLSTHOORN-NSL' dieven, kidnappers, oplichters enJ andere spontane vrienden. Nu, na drie weken, is de winnaar van het lot van de eeuw nog altijd1 spoorloos. „Maar we zullen hem wel krijgen", zeggen ze in het café' op het marktplein van Cordenons Vroeg of laat zal hij toch wel iets*- met zijn geld moeten gaan doen en reken maar dat we hem dan wel zullen weten te vinden". Mocht er een Nederlander zijn die. in het bezit is van lot AP 88177, ge kocht op 21-11-'81 in Cordenons^, Italië, dan kan hii zich beter rech S* streeks melden bij het ministeriel van financiën, in Rome. Daar is.- over discretie altijd te onderhandel len. CEES MANDERST ren. 31 januari, is het weer ildlepradag. En ook nu doet de •rlandse Stichting voor abestrijding (NSL), sinds 1 iri onder voorzitterschap van staatssecretaris mevrouw mr. feder-Smit, een dringend l fep op het Nederlandse volk om I hun bijdrage mee te strijden I i de verschrikkelijke ziekte die I heet en waaraan in deze >ld nog zo'n vijftien a twintig ien mensen lijden. Koortsachtig len patiënten opgespoord; isief worden ze behandeld; met inzet wordt gezocht naar tievere middelen om de ziekte strijden. Met name in de ikkelingslanden is lepra nog s een zeer gevreesde ziekte, van onze verslaggevers eef enige tijd in Ethiopië, waar veer 200.000 mensen aan lepra i. Nog steeds is er in dat land ekort aan klinieken, waardoor üts" 80.000 patiënten kunnen en behandeld. Onze aggever sprak er met rlandse artsen en therapeuten, die zich met hart el hebben ingezet om de ziekte te drijven. apatiënten leefden vroeger sommige landen nog wel in solement. Moderne I bestrijders vechten tegen dat nent en vinden zenkolonies volstrekt uit de Met man en macht wordt n Ethiopië gewerkt aan een ratie van leprapatiënten in de nleving. van de grootste problemen de ontoereikendheid van het k nog echt betaalbare medicijn waartegen de leprabacterie 3 Is meer weerstand biedt. Er zijn aen [c medicijnen, maar die zijn lenlijk duurder en dat is een ldige handicap, vooral omdat itiënten voor het allergrootste zeer arme landen leven en behandeling vaak vele jaren Samen met ibestrijdingsorganisaties in re landen ze zijn met NSL ïigd in de ILEP en met nschappelijke instituten wordt t mogelijke in het werk gesteld etere bestrijdingsmiddelen, die >etaalbaar zijn, te vinden, ndien wordt zeer veel energie ed aan de voorlichting en vatie van de leprapatiënten, iprabestrijding staat nog steeds een gigantische opgave. Het og vele jaren vergen om deze m. je onder de knie te krijgen, 'by- ngrijk om te weten is, dat |s meer het besef doordringt ipra te genezen is. Het gaat ;ka- st niet om een hopeloze :ie. Maar dan moeten er meer in en meer geld zijn om de nog intensiever te lijf te len gaan. Daartoe kan feldlepradag 1982 een W igrijke aanzet zijn. ^ostgironummer van de •landse Stichting voor ibestrijding in Amsterdam 50500. Het bankgironummer D.70.70.929. ADDIS ABEBA Ver en warm was de tocht die we die zaterdag met de Toyota Landrover dwars door de Ethiopische provincie Shoa maakten. Wij: de leprawerker in dienst van Alert (All Africa Le prosy And Rehabilitation Training Center) en uw verslaggever. Over bar slechte wegen naar een nietig dorp, waar ruim 200 boeren ons op wachten. „We gaan naar de verga dering van een boerencoöperatie om hen te informeren over de op richting van een kleine leprakli niek in dit dorp", had mijn Ethiopi sche metgezel me onderweg ge zegd. En inderdaad, nadat de boe ren in het voor mij volstrekt on verstaanbaar Amhaars anderhalf uur hadden gepraat over tal van agrarische zaken kreeg de lepra- werker het woord. Hij kon de aan wezigen vertellen dat binnen enke le weken een leprakliniekje geo pend zou worden en maakte met een van de gelegenheid gebruik om iets over de lepra en de bestrijding ervan te vertellen. Zijn gehoor hing aan zijn lippen: men herkende de ziekteverschijnselen en toonde zijn blijdschap over het plan de zo gevreesde lepra in en om dit dorp te gaan behandelen. Tevoren hadden we een andere le prawerker vergezeld naar een wat dichter bij de Ethiopische hoofd stad Addis Abeba gelegen dorp, waar hij die vroege morgen al werd opgewacht door enkele tientallen patiënten die, veelal te voet, van heinde en ver naar het kliniekje waren gekomen, een van de nu on geveer 260 in de provincie Shoa die twee en een half maal zo groot is als Nederland: 85.000 vierkante ki lometer. In die provincie wonen ongeveer 6,5 miljoen mensen en in dit grote gebied geeft een Neder landse arts dr. Willem Beaumont leiding aan de lepracontrole. Hij vertelde me dat in die 260 kliniek- jes rond 20.500 patiënten onder be handeling zijn. In heel Ethiopië lij den naar schatting ongeveer 200.000 mensen aan lepra en wor den nu circa 80.000 patiënten be handeld. Meer kansen „Elke kliniek die er bij komt houdt in dat weer mensen een kans op genezing geboden wordt", zegt Wil lem Beaumont. Met zijn staf, die voor een zeer groot deel uit Ethio- piërs bestaat (opgeleid in Alert, waarover straks meer), poogt hij zoveel mogelijk leprapatiënten in Shoa te bereiken. Daarom was ook waarvan ik aan het begin van het artikel gewag maakte zo belangrijk: hoe meer plaatsen de lepracontrole bereikt, des te krachtiger kan de ziekte worden aangepakt. Een rus teloze man, deze Willem Beaumont, een man die bijna bezeten is van het streven om de lepra terug te drijven. „Per jaar groeit onze prak tijk met rond tweeduizend patiën ten", zegt hij. De groep veldwerkers aan wie hij leiding geeft, verzet bergen werk. Dag in, dag uit gaan ze het land in, telkens weer bezig met het opspo ren en behandelen van leprageval- len. Geen middel wordt onbenut gelaten om de lepra te vinden: school-, dorp- en wijkonderzoeken behoren tot de dagelijkse bezighe den. Een andere mogelijkheid om lepra op het spoor te komen is deelname aan het alfabetiseringprogramma van de Ethiopische regering: op bij eenkomsten in het kader van dit Van ver komen de gehandicapte leprapatiënten naar# Alert voor een regelmatige behandeling. Bij deze patiënt ia de lepra te lang onbehandeld gebleven. Gevolg: ge voelloosheid en daardoor grove misvorming en verminking van de han den. Al het mogelijke wordt gedaan om hem te helpen. project worden steekproeven ge houden en zo zijn vele tientallen le- pragevallen ontdekt. Deze mensen komen eveneens onder behande ling, een behandeling die soms en kele tientallen jaren vergt, maar hard nodig is om de gevreesde ziekte te lijf te gaan. Kilometers lopen Een van de stellingen van dr. Beaumont is dat het belangrijker is de gebieden die je onder controle hebt goed te bestrijken dan alles te bestrijken en het minder goed te doen. Hij en zijn medewerkers zien er niet tegenop regelmatig een paar honderd kilometer per dag te rij den om de patiënten te bereiken. Ontroerend is het te zien dat de pa tiënten, die soms zwaar gehandi capt zijn, vele kilometers komen lo pen om de leprawerker op de afge sproken dag te kunnen ontmoeten. De veldwerkers hameren het er in: „Blijf alsjeblieft komen". Alleen zo kan de zo vurig verlangde genezing bereikt worden. Als de leprawer ker arriveert ziet hij ze al staan en zitten: de bedelaars met klompvoe ten; mensen die met stompjes voe ten en handen, soms half blind, van verre zijn gekomen om te ho ren hoe het met hen gaat; of er vooruitgang is; om niet alleen hun DDS-geneesmiddel in ontvangst te nemen, maar ook nieuw schoeisel, gemaakt in Alert. „Ach", zegt Beaumont, „als ze maar blijven ko men, als ze het maar volhouden, dan zit er vaak wel perspectief in". Een van zijn grootste problemen is de slechte infrastructuur van Ethiopië. In de provincie Shoa zijn maar zes hoofdwegen, praktisch zonder enige dwarsverbinding. Alle zijwegen zijn onverhard en in het regenseizoen vrijwel onbegaan baar. Veel gebieden zijn alleen te voet of per muilezel te bereiken. Het openbaar vervoer is in Ethio pië slecht geëquipeerd. En daar komt bij dat het land wordt door kliefd door diepe dalen tussen de bergen. „Er zijn patiënten die een dag moeten lopen om de kliniek te bereiken", zegt dr. Beaumont. Reputatie Op het internationale vliegveld Bole bij Addis Abeba werd ik afge haald door Bernt Johannessen, een vroegere Noorse marine-officier die, nadat hij indertijd met de Noorse marine Ethiopië had gehol pen bij de opbouw van een zee macht, naar dat land terugkwam om iets volstrekt anders te doen: hij werd algemeen directeur van het grote internationale leprabestrij- dingsinstituut Alert. Dit instituut is sinds zijn oprichting, ruim vijftien jaar geleden, uitgegroeid tot een in stelling met een grote reputatie. Alert, aan de buitenkant van Addis Abeba gelegen, houdt zich niet al leen bezig met verpleging en be handeling van leprapatiënten en mensen die aan een „verwante" ziekte lijden, maar ook met oplei ding en research. Een van de stich ters was de Ethiopische regering die nog altijd een niet onbelangrijk deel (25 procent) van de financie ring op zich neemt. Een flink aan tal buitenlandse regeringen en par ticuliere organisaties neemt even eens deel aan de financiering. Daartoe behoren ook het Neder landse ministerie van buitenlandse zaken (Ontwikkelingssamenwer king) en de Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding. Alert is niet voor niets juist in Ad dis Abeba „neergezet". Deze stad is een uiterst belangrijk centrum van Afrika: de organisatie van Afri kaanse Eenheid en de Economische Commissie van Afrika zijn in de Ethiopische hoofdstad gevestigd. Alert is in de loop der jaren van groeiende betekenis geworden voor de leprabestrijding in Afrika. Tal van Afrikaanse medici en ver pleegkundigen werden er opgeleid en ook tijdens mijn verblijf in Alert ontmoette ik heel wat Afrikanen van buiten Ethiopië, die op dit in stituut in training waren. Nederlanders De training staat onder leiding van een Nederlander, dr. Jan Warn- dorff uit Nijmegen, wiens vrouw dr. Titia Warndorff eveneens op Alert werkzaam is. Ook al twee mensen die met een onuitputtelijke energie bezig zijn aan de leprabe strijding. Jan Warndorff is verder gastdocent aan de universiteit van Addis Abeba, waarmee Alert een hechte band onderhoudt. Er zijn nog meer Nederlanders: de chirurg dr. J. M. de Bruin uit Kloetinge (die na jarenlang bezig te zijn ge weest in een ziekenhuis in Goes zijn loopbaan in de tropen wilde beëindigen) en de fysiotherapeuten Wim Brandsma uit Zaandam, Nan- ning de Jong uit Deventer en Tine ke Tjepkema uit Velp. Deze fysio therapeuten doen enorm belangrijk werk bij de behandeling van lepra patiënten. Ze leren ze weer gebruik te maken van hun aangetaste han den, voeten of ogen. Nuchtere, maar ook gedreven mensen die in een uitstekende sfeer elke dag kei hard werken. In het ziekenhuis van Alert staan nu zo'n 210 bedden, Johannessen hoopt dat dit aantal de komende tijd uitgebreid kan worden tot 250. Kliniek Erg indrukwekkend is het om ,'s morgens vroeg op het terrein van Alert rond te lopen. Dagelijks komen ongeveer 300 patiënten met lepra en verwante ziekten naar de polikliniek om er behandeld te worden. En dan weer het beeld, maar dan in het groot, dat we bij de veldklinieken zagen verschrik kelijk gehandicapte mensen die vaak 's nachts al op pad zijn ge gaan om 's morgens in de polikli niek aan de beurt te komen. En ze komen aan de beurt, de een na de ander. Ze worden liefdevol behan deld en niets wordt nagelaten om deze mensen te helpen. Niet alleen fysiek. Ik bewaar kostbare herin neringen aan een gesprek met een maatschappelijk werkster, me vrouw Fekete, een Ethiopische, die de sociale achtergrond van de pa tiënten poogt te onderzoeken en ook wegen probeert te vinden om de patiënten die veelal werkloos zijn, aan werk te helpen. Of om hen weer geaccepteerd te krijgen in de familiekring. De leprapatiënt leidt namelijk nogal eens een geïso leerd bestaan. Alert heeft in totaal 450 mensen in dienst; een aantal van hen, bijvoor beeld bewakers, was vroeger zelf leprapatiënt. De medische en para medische staf is na de onrustige ja ren van de revolutie in Ethiopië Een patiënte wordt geholpen om haar een kans te geven voor aan gepast werk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 19