Kindergemeenschap De Kring leert eigen verantwoordelijkheid ar jong en oud met Klaassen Katrijn in eigen theater Deze week bij de melkman: A'a/j av] ddod moni 0(3 mijn omwegen door stad en land kom ik graag'jmensen tegen; Elke morgen tussen tien en elf uur kunt mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer, van mijn geduldi ge telefoon is 0/1^122244; u kunt dan naar 'toestel 18 vragen. LEIDSE COURANT DINSDAG 19 JANUARI 1982 PAGINA 5 ZOETERWOUDE TOT „ARTIESTEN DIE NIET WEGLOPEN na dertig jaar nog een i'ouds cabaretesk was, heeft zich cn jaar lang eten in een wereldje dat een derlandse traditie udt. Jan Klaassen en dan niet bij-zit, vermaken aan de Middelweg klein en spark ,ot met hun ije avonturen. Of eruit, het land door, porteerd door Piet Onderwater, die nu TR( aan het tweede 'n di' van hun Leids theater. 'tiest iterhuis van een oud p/j, >and dat aan de |cht staat, met een van 48 meter, tot de Middelweg, ns een achterplaats nu de „oprij-tuin" ize Onderwater. Het emaal patricisch at „vereeld", maar ig steeds aanzienlijk. ,J; a's een waardig en ,ri t „buiten" langs de ^tse Vecht kunnen ,De zaak werd eens Middelweg [en door een hoge hebben we ■n ziat en er een stevig, ^oud kerkhek voor in gezet. Leeuwtjes itenen zuilen zijn •urwachters. Opzij we ons theatertje it, in een optrek van 0 jaar oud, waar twee dienstbode- iken waren. De mur daar hebben i£uuj§ebroken en daar het kleinste en wijkje niet- liëerde theater van Onze huiskapel. g Éefs een gek huis en 't •bleven", vindt Piet 'ater (53). die am in z'n praatstoel [ten, want zaterdag °Peens een scheut wf1 ru®' ^an ^em M 8even> ze^ moet 'zo vreemd lopen als ater. Het waren itreffers" dus. iderwater en Diny Meer stammen uit het naburige, tg landelijke 'oude. Zijn nu 29 ouwd. Diny is nog zö prima ijnend", dat Piet lat iedereen denkt Lanterfantende Jan, die volgens Katrijn, de laatste tijd, maar eens werk moet gaan zoeken. Zoiets herkent de prille jeugd van deze tijd ook al. Jan Klaassen, die werkt: hoe bestaat het Eind van het liedje blijft: Jan Klaassen is een doodgoeie jongen, waar je alle kanten mee op kunt. De jubilerende Onderwaters blijven aan de oppervlakte opereren; ze blijven zeker niet op periscoopdiepte, maar komen rond v.oor Jan en Katrijn uit, als ambassadeurs van de Guignol. Bedienen van oktobgr tot eind mei (als het mooi weer wordt) hun bijna sacrale theatertje, met de kleuters en ander schoolvolk die met limonade in de watten worden gelegd, waarna de ouders meestal nog moeten voorzien in een niet te stelpen behoefte aan patat. Echte schoolreisjes. De Onderwaters hebben hun vervoer klaar staan voor landelijke voorstellingen, tot in Delfzijl of Breda toe. Ze traden op in België; festivals zijn hun niet vreemd. Opening van een winkelcentrum, er trouwt een schooljuffrouw. Het geijkte patroon voor „iets aantrekkelijks dat de jeugd pakt". Of een ziekentriduum. Maar dan komt „de dure tak van de familie", gevormd door de marionettes aan touwtjes; het kunst- en vliegwerk dat de zinnen der ex-jeugd verzet. Nee, dat is geen Jan Klaassen meer, maar caritas et amor. Poppen maken, aankleden, repertoire bijschaven. Nu een beetje rust, tot eind februari. Daarna betrekken Jan en Katrijn en bijkomende figuren, zoals de veldwachter en de boef, de Dood van Pierlala, boehhh en gil, en het geldkistje, opnieuw hun stellingen om godzalige onrust te kunnen zaaien in ontvankelijke, nog niet gerijpte zieltjes, die tegenwoordig, net zoveel pret daaraan beleven als ik in m'n wastobbe-periode had. Nog een paar weken en het is weer inpakken en wegwezen, voor niettemin calculerende Diny en Piet Onderwater, die met poppen op de been moeten zien te blijven. Ach. ze weten het: ouders doen net zo enthousiast mee, vinden het steeds weer fijn om te komen. Een soort waardevaste onderlaag. Piet: „Soms zie je vijf groten met twee kinderen; dan zijn opa en oma er ook bij.." Het jubilerende theatertje is een witgeboende feesteling. Als Jan en Katrijn er geen fratsen uithaalden, zou je er een religieus centrum kunnen vermoeden. Met lichteffecten en rituele aandoeningen. Een schuilkerkje, waarbinnen een hardnekkige, enigszins overspelige cultus wordt gevierd. Onze eigentijdse stripverhalen spelen door op dat Klaassen-Katrijn- thema: kinderen zonder ouders, met een oom of tante die geen enkele binding met elkaar hebben, vrijgezellen die aangelengd drama's oplossen. In geen geval een „normaal" gezinspatroon. Want dat heeft de verbeelding nog nooit geboeid, heb ik de sterke indruk. Daar zou ook geen duit aan te verdienen zijn. ben ik bang voor. Daarom gaan we nog steeds voort met Jan Klaassen en „zijn" Katrijn die onze jeugd verblijdden en nog steeds met psychologische trammelant onschuldig maar herkennend in de weer zijn, dankzij lieden zoals de twee Onderwaters. Aan de witte muren prachtige prenten en gravures, in de jaren vergaard, als aankopen of anderszins. Een antieke grammofoon met grootse loudspeaker, die niet des Masters Voice reproduceert, maar wel de uitkomst van een oeroude plaat over de twee beren die men broodjes zag smeren. Daarboven dansen marionetjes er mechanisch lustig op los. als aan echte touwtjes. En dat allemaal in „floodlight", gereguleerd door Piet, die in z'n kast knoppen kan bedienen. Ingang en uitgang, zelfs een '„nood-uitgang". Alles eigen werk, van Piet. „Zelfs onze kleine, interne, binnenhuwelijkse ruzietjes, vechten we hier uit. Dat is ook eigen werk. En een prettige ontwikkeling binnen dit minuscule theaterleventje". LEIDEN Geboren: Rajesh Jayand zv. S. Krishnasing en B. Biharie; Je roen zv. J. J. van den Berg en C. Be- fort; Petronella Cornelia dv. A. Nieuw- poort en A. K. Vooijs; Othman zv. A. Afennich en F. Afenich; Monique dv. C. M. Feiten en A. C. van den Berg; Peter Anton zv. A. W. D. Badart en T.. Damhuis: Ellen Louise dv. E. Rijntjes en J. C. Lindhout; Eveline Louise Arianna dv. H. D. van Dorp en M. H. Verhoeven; Jacoba dv. J. Schaap en D. Panió; Boris Alexander Samuel zv. E. Abs -en G. A. van Delft; Olrik Mat- tijs zv. P. L. van der Loo en A. M. Ha gen; Dirk Christiaan zv. J. H. K. de Reus en G. C. Kriek; Rhea dv. P. H. Teunissen en T. A. Braaksma; Teunis Dirk Cornelis zv. H. van der Plas en W. Zuijderduijn; Mitchell John zv. J. A. van Iterson en J. C. Kraan; Marie ne dv. M. van der Zwan en J. van Duijn; Abdellatif zv. A. El Madhoun en M. Abbou; Erol zv. T. Sunalp en J. A. G. Janson; Rianne-'Annemarie dv. P. A. van Munsteren en L. Zandvliet; Kasper Jochem Olivier zv. C. H. M. Jansen en M. A. H. Kunst; Simone dv. T. J. Nijssen en C. W. Wassenaar; Su zanne Margarete dv. H. J. van Iterson en M. C. Saul; Kevin John Daniel zv. P. F. Hehanussa en M. W. M. C. Baak. Gehuwd: J. A. M. Neuteboom en H. C. Krook; K. O. Hëgele en J. Ciere; J. J. van Rhenen en A. Bink; J. Lelieveld en C. A. M. Schelvis; D. Kruit en C. P. C. de la Rle; R. P. Schemkes en B. T. J. van Brussel. rEEST Bij een irie f20ek aan een raje is gebase<:rd 0p ëgef'an is men ge- Jil.Benken dat het er Immelig aan toe istenjderen lopen los te oichool, noemen de aar djten bij hun voor- kerk Lmaken Per defi" huiswerk. Van scipline of orde *hyn( eerste instantie het Ijake te zijn. Toch Je daeze vrijheid en de De vfrde die 6ehecht an gelijkwaardig- doorjbasisprincipe van ïlanschool. De rk imppncrhap De In de Rembrandt laan 26 in Oegst- s 14 jaar geleden de eerste zeven ischolen in Ne- Nu zijn er 160 lelijke scholen, zo- nbaar als katho- jprotestants-chris- Jrganiseert D Jlichtingsbijêi t De Kring "(lichtingsbijeenkomst en videopnames in s vanaf kwart over onds. Het wegnemen foordelen over de één van de belang- fgmerken van deze ,e-avond. „Je hoort [nenverhalen over de ïe volgens het Jena- ppgezet", is de erva- teamleider Ernst Bie door iedereen op |zijn voornaam wordt jken. „De kinderen 1 veel vrijheid krijgen Jde zaken uit de hand |ppen. Juist door die tiopen we echter de Izelfdiscipline en een jantwoordelijkheid bij i. We zorgen met ons !>r de orde. Respect mening en de manier „die ouwe vent moet er vast warmpjes bijzitten, want hij is met een of andere jonge vrouw op stap". Diny brengt een verlegen glimlachje op; kan het toch wel waarderen. Ze leerde Piet kennen in een Zoeterwouds cabaretgroepje, na de oorlog. Piet: „In '47 moesten veel jongens naar Indië. Ik werd afgekeurd, maar ging werken voor het „thuisfront". Je kent dat wel: grammofoonplaatjes maken met ingesproken wensen, opsturen naar de jongens in Indië: jongen, we wachten op je, zei moeder dan snikkend. Nou. de opbrengst van ons cabaretje ging in*de pot van het thuisfront. Het groepje viel na die periode uiteen en ik zei tegen Diny: meid, we moesten nou maar eens artiesten maken die niet weglopen. Dat werden onze eerste poppen, stokpoppen van 1.50 mtr. hoog. Uniek, maar 't leverde niets op, toen we in '52 ons eerste officiële optreden in Zoeterwoude gaven. Daar zat geen brood in. laat staan stokbrood". Enfin, Diny en Piet voegden zich tezamen voor het leven „tot zover heeft de Heer ons geholpen" en begonnen met een kleine poppenkast. Waarmee ze dan niet hun eigenheimse stulpje bedoelen. Piet en Diny deden grootmoeders tijd tegen een decor herleven en met de poppen ging het steeds beter. „Het was leuk werk", moet Piet nog altijd bekennen. Het leven met poppen sloeg aan, vooral bij scholen. Het was „deelarbeid" voor Onderwater, die in een Leids warenhuis stond om radio en teevee te verkopen; „alles wat met muziek te maken had, en met narigheid; want die narigheid was inclusief, begin der 50-er jaren, als je een t.v.-toestel kocht. Klein salarisje. Touwtjes aan elkaar te zien knopen, met oberen en kelneren en dus ook met poppenkast spelen". Een jaar of tien geleden lag er aan de Kaasmarkt een botenhuisje te koop. Dat leek Piet wel wat. voor een in te richten theater. Een pretboot met poppenkastje. Maar Diny leek het niks; ze zag het niet zitten. „Dan maar thuis uitbreken", besloot Piet, die met Diny in stad en ommeland langs de weg zat met het Theater Miniatuur en op een zomerse middag, met de hulp van de oudste zoon, werd het karwei geklaard. Muur ertussen uit; de dienstbodes waren toch allang verdwenen. „Voor .1200 gulden hadden we een compleet theaterje, met schooien en al: 40 stoelen en een heerlijke ambiance". De vaste stee van een pop- aardige professie. „Wie niet in ons verhaal geloofde, het zottigheid vond, zag er een prachtige garage in. Maar die auto kan best buiten staan; onze poppen niet". Tien jaar Leids Poppentheater. Een naam die ontsproot aan het werkzame brein van VVV- directeur Roel Dekker; recht voor z'n raap, geen poespas. Werkelijk een Dekkerse ontdekking. Geen geld van de gemeentelijke overheid, maar wel de basis van ouderwets genoegen, vóór het gordijntje en de oud-hollandse decorgeveltjes gebracht door Jan en Katrijn die geen onmiddellijke boodschap voor welke categorie ook hebben. „Zoals in een modern poppenspel", dacht Piet Onderwater, die niet op de hoogte wil blijven van de evolutie in het poppentheater van anderen. Guido van Deth, Wellus Nietus „Ze zullen prachtig werk doen, kunst ook, maar Diny blijft in het gareel en zegt: joh, laten we het maar gewoon bij Jan en Katrijn houden. Die zijn niet modieus, maar vermaken de kinderen opperbest. Nu hoor je, na afloop van een zondagmiddagse voorstelling (elke week van half drie tot vier uur): leuk hè mam, wat hebben we gelachen..." Kinderen, die ook voor een deel zelf het programma maken. En ze hebben 't over „de man die bij Katrijn inwoont". Dat is dan Piet Onderwater, die ze zien maar die in hun ogen niets wezenlijks van doen hebben met Jan Klaassen en Katrijn, die geen Klaassen tie. Terwijl de ochtenden zijn gereserveerd voor de wat meer verplichte nummers zijn de middagen bestemd voor ex pressie. „Een belangrijk aspect van de opzet in stamgroepen is dat de kinderen ook van el kaar kunnen leren. Hulp vra gen lijkt tegenwoordig maat-* schappelijk gezien iets verwer pelijks geworden te zijn, maar dat is hier heel normaal", al dus teamleider Weijzen. De Kring is een Roomskatho- lieke school. Binnen- dat kader wordt vorm gegeven aan de leef- en werkgemeenschap. De katechese wordt in de Vorm van een project gegoten. Ook wat de geloofsovertuiging be treft staan flexibiliteit en res pect voor andermans mening echter voorop. In een tijd waarin de leerlingenaantallen teruglopen, vooral ook bij de Roomskatholieke scholen is het opvallend dat De Kring nog altijd jaarlijks 'volgeboekt' is en op een gegeven moment 'nee' moet verkopen. Voor wat betreft de aantallen leerlingen die doorstromen naar de ver schillende soorten voortgezet onderwijs verschilt het beeld nauwelijks met dat van de 're sultaten' van andere scholen. De Kring sluit, net zoals de andere Jenaplanscholen het beste aan op de middenschool, waar ook een onderverdeling in boven- en onderbouw wordt gehanteerd. Dat schooltype is echter nog niet dik gezaaid. „De overgang van een Jenaplanschool naar een doorsnee middelbare school kan wel eens problemen ople veren omdat het kind zich moet aanpassen aan een min der vrij klassikaal systeem met huiswerk, aan de andere kant zijn de kinderen hier al ge wend aan verschillende leer krachten op een dag en bij voorbeeld ook aan het over blijven". Jenaplanscholen zijn er ook in Leiden (Merenwijk), Leider dorp (2) en Noordwijkerhout. heet, hetgeen haar een dubieuze naam heeft bezorgd. Altijd al. Tot in de pre-Victoriaanse tijd en tot ver daarvóór. Het blijft uit het leven gegrepen, en uit de zelfgemaakte verhalen die Piet en Diny om de zoveel tijd verzinnen puttend uit een 20-jarige ervaring, met al die verwikkelingen om het repertoire toch aan te passen. Spil van zo veel aangekleed heerlijks blijft de spitse Klaassen, gepensioneerd trompetter van de prins; niet liegend dat-ie barst, maar jokkend, en overal tegenaan schoppend. Op de huid gezeten door een geaccepteerde harpij die Katrijn heet. Diny en Piet Onderwater, met hun Jan Klaassen en Katrijn; ze kijken elkaar bijna in de poppetjes van hun ogen.... van leven van de ander staat voorop", stelt Weijzen, die wel toegeeft dat er perioden zijn dat het geheel wat stroever verloopt, maar dan is bijsturen altijd mogelijk. „Er is geen sprake van een onderwijssys teem, maar van een proces. Wij hebben vertrouwen in de groeikracht van kinderen. Ze moeten op een gegeven mo ment aanvoelen dat ze elkaar niet moeten storen. Als je de vrijheid neemt om een ander te storen beknot je de vrijheid van die ander", aldus teamlei der Weijzen. Stamgroep Bij de kindergemeenschap De Kring is gekozen voor de zoge naamde stamgroep. Kinderen van verschillende leeftijd zijn verdeeld in een onder- en een bovenbouw. In de onderbouw is plaats voor de kinderen van 6 tot en met 9 jaar, in de bo venbouw zitten de kinderen van 10 tot 12 jaar. Opvoeding en onderwijs vinden plaats in vier verschillende ontmoe tingssituaties, samen praten, spelen, werken en vieren. De Kring is zo'n ontmoetingssitu atie. De kinderen worden door de cirkelvorm voortdurend Leerlingen van de bovenbouw, verwikkeld in een kringdiscussie. met elkaar geconfronteerd. Daarnaast neemt het project- een belangrijke plaats in. Ook Gemiddeld wordt De Kring werk, het gezamenlijk werken zijn er de vastomlijnde onder twee keer per dag opgezet, aan een bepaald onderwerp werpen, zoals de rekeninstruc-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 5