Iet holst van
e kerstnacht
pro
ez
ez
ez
cc
cc
Kleurwedstrijd
ffi
erstvertelling voor de jeugd is dit jaar geschreven door Imme Dros uit
\rsum. Imme (45) werd op Texel geboren, is getrouwd met de beken-
kstschrijver/tekenaar/tv-regisseur/filmer Harry Geelen (Wie kan me
eg naar Hameien vertellen?) en heeft drie kinderen. Ze heeft zeven
{boeken op haar naam staan: Het paard Rudolf, Duif maar dapper,
it en de burgemeester, Altijd grijs, Een vlerk van een vlinder, Donke-
'olken boven Nergens Meer en De zomer van dat jaar. Voor dit laatste
dat in mei een vervolg krijgt met Lange maanden, kreeg ze eerder
iar een Zilveren Griffel.
ae Anne hoest verschrikkelijk,
lokter komt en zegt: „Oh, oh,
k hoor het al. Verkouden en
n klein beetje ook!",
eeft kleine Anne snoepjes voor
eel.
maar lekker binnen blijven",
„niet naar buiten met dit
e vindt het niet lekker om bin-
te blijven.
gingen de kerstboom kopen",
t ze.
komt niets van in.
)a doet het wel", zegt mama,
jij mag helpen versieren".
iaa.lt de doos met kerstversie-
van de zolder. Anne speelt de
middag met de slingers en de
Ze haalt ze uit de doos en
ze er weer in.
komt laat thuis. De winkels
dicht en de koopman op de
is weg.
bel wel op", zegt hij, „en mor-
krijg jij je kerstboom",
er nog maar een is, denkt Anne,
gen is het al Kerstmis.
;r in bed kan ze niet slapen.
neus is verstopt en ze moet
s aan de kerstboom denken,
grote boom, dat is het mooiste,
ct kleine Anne, een boom tot
het plafond. Dan kan ik heel
versieren. Waar moet alles
gen? De piek, dat is gemakke-
die komt bovenin, maar het
den engeltje en het schaap van
en de kameel, die moeten een
ïie plaats hebben. En het glazen
[eitje uit oma's huis, dat
ehoe, blote benen!", roept een
m.
eine Anne merkt* dat ze voor het
>lst van de nacht staat.
holst van de nacht ligt onder
lar donsdeken en het lijkt op een
voon konijnehol. Alleen de wan-
zijn niet van zand maar van
:e, zachte wolken,
hoe, waar zijn je wollen sokjes?",
schaap van stro komt uit het
it van de nacht.
at doe jij hier?", vraagt Anne, je
in de doos!".
waar ik wil", zegt het schaap
i stro, „nu de herder van. stro ka-
s, ben ik mijn eigen baas. Kom,
mee, met of zonder je sokken
ne kruipt de wolkengang in.
het sneeuwt hier!", roept ze,
et sneeuwt!".
lat hoort erbij", zegt het schaap
n stro. Hij zingt:
Ijsneeuwedag en sneeuwenacht,
valt op je neus en toch val je
ht
a geeft kleine Anne een duw. Ze
;i jdt uit en rolt in de sneeuw.
oepla", roept het schaap.
1 iar als Anne een sneeuwbal naar
1 tn gooit is hij beledigd.
t ben van stro", zegt hij, „dit is
el gemeen".
1 hij verdwijnt.
Pan het eind van de gang wacht de
saan. Hij is rond als een handspie-
'i 1. „Ik ga met je mee deze keer",
a 'gtde maan, „ik ben een kerstbal",
u ziet Anne pas, dat hij aan een
ik hangt in een enorme kerstboom:
lies wat ze ziet is kerstboom. Het
?le heelal is kerstboom geworden.
We wilden er niets aan doen dit
ar", zegt de maan, „maar ja
k wou dat het mijn boom was",
ïgt kleine Anne, „dan zou ik wel
en week lang kunnen versieren",
'as op, daar kom ik aan", roept de
own. Hij duikelt over de takken,
^at doe jij in de kerstboom?", zegt
leine Anne, „een clown hoort niet
een kerstboom".
)h, jawel, een clown hoort over-
zegt de clown. „Ik ben topver-
irder". Hij neemt zijn hoedje af.
)an niet", zegt de clown en zet zijn
ïrste hoed op zijn tweede hoed. Hij
ïkt de strik van zijn geruite bloes
gooit hem omhoog. De strik be-
iat te schitteren en blijft aan een
'k hangen. „Versieren", roept de
own, ,,en nog eens versieren".
P zijn bloes zit een andere strik,
a eronder zit er een met streepjes
daaronder een met stippeltjes en
laronder een met vlinders, die is
1 groot als de clown zelf en daar-
ïder een strikje zo klein als een
•eldeknop en daaronder een strik
dik als een kussen en daaronder
ea strik zo krom als een hoepel en
aaronder
'top", schreeuwt kleine Anne. Ze
'ordt duizelig van de clown. Steeds
Ugger trekt hij de strikken van
'ia bloes en gooit ze om zich heen.
Kleine Anne houdt haar handen
voor haar gezicht.
En dan valt ze.
Tussen de takken met slingers en
engelenhaar valt kleine Anne naar
beneden. Dieper en dieper.
„Pak mijn hand", zegt de gouden
kerstengel, „dom hoor om uit te
gaan zonder je das en je vleugels".
Anne houdt zich vast aan de gouden
kerstengel.
„Wat is er beneden?", vraagt ze.
„Oh, je bed", zegt de gouden kerst-
engel. „Opzij, daar heb je de kerst
ster, lieve help, ook dat nog!".
„Waarom heeft de kerstster zo'n
haast?", vraagt Anne.
„Ze mag niet stilstaan", zegt de gou
den engel, „dat heeft ze al een keer
gedaan, zij is de sterre die bleef stil-
lestaan, je weet wel. Als ze dat nog
eens doet, raken we in de war".
„Hallo, kerstster", roept kleine
Anne, „mag ik met je mee?"
„Van mij wel", zegt de kerstster.
Anne herkent haar duidelijk van de
tekening van het prentenboek.
Ze schieten door de boom. Anne
houdt zich stevig vast.
Ze zit op de schoot van de kerstster
net als bij oma. „Vertel nog eens
van vroeger", zegt Anne.
„Vroeger waren er geen auto's",
zegt de kerstster. „Mensen reden
toen op kamelen. Ja, ja! En op ezels.
Ik herinner me nog goed, dat er ie
mand op een ezel reed in de nacht
dat ik bleef stillestaan. En er waren
er drie op kamelen. Drie".
„De drie koningen", roept Anne.
„Koningen op kamelen", zegt de
kerstster, „veel verandert er niet in
tweeduizend jaar, maar dat zie je
niet meer. En herders, die midden
in de nacht op hun kudde passen,
dat ook niet".
„Gelukkig maar", roept het schaap
van stro uit de verte, „herders,
bah!".
„Van wie is dat schaap?", vraagt de
kerstster kwaad.
„Toe vertel nu verder!", zegt kleine
Anne vlug, „van die nacht".
„Het is een oud verhaal", zegt de
kerstster, „ik blijf dus voor het eerst
van mijn bestaan stillestaan en op
dat moment wordt er een baby ge
boren vlak onder me in een stal".
„Een lieve baby?", vraagt kleine
Anne.
„Zijn moeder vond hem lief", zegt
de kerstster.
„En zijn vader?"
„Die ook"
„Eri de drie koningen?"
„Die aanbaden hem gewoon! Ze
kwamen van hun kamelen en ga
ven cadeautjes".
„Mijn mama en papa vinden mij ook
lief", zegt Anne, „en toen ik gebo
ren was kwamen opa en oma hele
maal met de trein en ik kreeg ook
bendes cadeautjes. Er was een
spaarbankboekje bij!"
„Alsjemenou", roept de kerstster,
Jij bent niet iedereen, kleine Anne!.
Ik zal een eindje vallen, dan mag jij
een wens doen".
„Ik wil de kerstboom versieren!",
zegt Anne.
„Doe het niet", waarschuwt de
maan, „als je eraan begint moet je
het afmaken".
Maar Anne luistert niet naar hem.
Ze is veel te blij. Bijna omhelst ze de
kerstster. Net op tijd roept het
schaap van stro: „Oehoe, blote be
nen, niet doen, daar smelt een ster
van".
Anne klimt omhoog want ze moet
bij de piek beginnen.
De kameel van stro biedt aan haar
te dragen. Ze rijdt op zijn hoge rug
voorbij de maan tot aan de top.
„Vang", roept de clown. Hij gooit de
piek naar haar toe.
En dan een rode bal, en een blau
we, en een groene, een gele, een
gouden, een paarseen weer een
rode en een blauwe en een groene
en
„Niet zo vlug", roept kleine Anne.
Ze begint de ballen op te hangen,
maar elke bal wordt twee ballen en
de clown blijft gooien.
„Er komen er veel te veel", denkt
kleine Anne bang, „al ga ik een jaar
door, er blijven steeds meer ballen
over
„Vlug, vlugger
„Help", schreeuwt Anne.
„Drink maar eens wat", zegt de
maan.
De maan is mama.
„Papa haalt de boom", zegt ze, „een
heel grote. Ben je niet blij?".
IMME DRQS
Wanneer je tijdens
de vakantie nu
eens geen zin hebt
om buiten te spe
len is het mis
schien wel leuk
om te gaan kleu
ren. Je kunt er
nog een prijs mee
winnen ook! Deze
tekening hoort bij
„Het holst van de
kerstnacht". Het
doet er niet toe
wat voor materiaal
je gebruikt. Vilt
stiften, kleurkrijt-
jes, kleurpotloden,
Wasco, alles mag.
Wanneer je zin
hebt om de plaat te
beplakken, dan
mag dat ook. Als je
de tekening af
hebt, knip haar
dan uit, vul het
strookje onder de
tekening in met je
naam, adres,
woonplaats, leef
tijd en bij jongen/
meisje streep je
door wat je niet
bent. Je doet de te
kening en het
brieve in een en
velop, waarop je
linksboven „Kerst-
kleurwedstrijd"
zet. Je stuurt die
brief uiterlijk don
derdag 7 januari
aan Redactie Leid-
se Courant, post
bus 11, 2300 AA
Leiden. Daarna
zoekt een jury de
mooiste tekenin
gen eruit. De win
naars en winnares
sen worden dan zo
snel mogelijk be
kend gemaakt.
Veel succes!
NAAM:ADRES:
WOONPLAATS:LEEFTIJD:JONGEN/MEISJE
Kerstpuzzel
De kerstpuzzel
van dit jaar is op
nieuw een
Zweeds kruis
woordraadsel.
Kenmerk van
deze puzzel is dat
de omschrijvin
gen niet naast of
onder het dia
gram staan, maar
in het kruis
woordraadsel. De
wijze van oplos
sen is als volgt:
wijst het pijltje
naar rechts dan
moet het ant
woord horizon
taal worden in
gevuld, wijst
het naar beneden
dan dient de op
lossing verticaal
te worden inge
vuld. De vraag
is: welke sleutel
woorden vormen
de letters uit de
vakjes 1 t/m 36?
Wijze van
inzenden
Schrijf als oplos
sing alleen de
drie sleutelwoor
den op een brief
kaart en zorg er
voor dat deze
kaart uiterlijk
donderdag 7 ja
nuari in ons bezit
is. Zenden naar
Redactie Leidse
Courant, postbus
11, 2300 AA Lei
den, onder ver
melding „Kerst
puzzel".
Prijzen
Voor de goede
inzendingen zijn
drie prijzen van
75,- beschik-
-
uurwerk
26
n
£5
Sr
r„r"
-1
■Br
24
ssr
SX,
sr
pot bil
"Am,
wc*,
ET
6
KT
30
vogel
XT
zz
X
sa,
=T
i~7
Uslend
35
z~
32
druppel^
36
sx
EF
dol
21_
voorzetsel
t-
Sr
7
=r
14
£r
(elk""
mui*
ES.,
X
X
=r
lx
17
ia.
M
L
3
29
SS
2
vogel
gehoor-
(.V)
X
won up
29
ÏX
BruiUt
r-nf
SE*
gririd
Christ'
E;ï,n
11
onhindig
URM*
sr
19
gebergte
5
bijbel
(itk.)
X
in loco
(ter
(elk.)
sr.
Ex
s?
l
godder
25
Kt
E'm
stelling
soonlijk
X
3£
Er
22
mengel-
zoogdier
V
1
-S
T
20
Euro-
18
'3-
drenk
l
33
ill
vogel
ES.
12
vogel
9
rr
ar
13
kleurstof
10
tT.nd"
X.
«pa»!
ofge-
gl'ÜM
^r
V
KhtiH
23
16
ir
ogenblrk
kuk
UT
8
mengsel
L
"hup
§3
vogel
31
(.Ik)
»aUd
x
zuchtig
27
pieltje
£7
IT
15
urtloting
4
I WELKE 3 SLEUTELWOORDEN VORMEN DE
LETTERS UIT DE VAKJES VAN 1 t/m 36
n
|ii|i2g13
1819
2021
122123
24Q25 26
127128
129130
i 31 32
33 34
35 36