Gerard Nijboer werkt op Drentse hei aan comeback „Ze hebben Hinault het dorp uit gejaagd :DRT LEIDSE COURANT ZATERDAG 5 DECEMBER 198 1 PAGINA 21 LTE - De organisatoren marathons in Amster- n Rotterdam maken nu ruzie om hem volgend an de start te kunnen nog steeds glijdt er bij- Jcclijks een invitatie voor jme aan een nationale of jationale wedstrijd in zijn jnbus. Nee, vergeten is d Nijboer, de zilveren llewinnaar van de bische Spelen van Mos- t>g niet, hoewel het bijna ar geleden is dat de sinds in het Drentse Uffelte ichtige lange afstandslo- (or het laatst aan de start Nu had Nijboer na het honsucces in de Russi- fioofdstad aangekondigd het in 1981 in ieder ge- ilm aan zou doen, maar itig als dit seizoen voor /erlopen is had hij zich iet toegewenst. Oorzaak: aast chronische blessure p linkerknie die hem er r van weerhield om zijn jaar verworven faam te idigen, maar die hem net /erse andere door kwet- geteisterde atleten leer- 1 sport niet alleen zalig- ïd is. Min of meer nood ingen richtte hij zijn cht uitstluitend op zijn als medewerker van de pgeriatrische Dienst in e en dat bevalt hem uit- id. Natuurlijk blijft hij ?nde sportman om met n ziel aan zijn rentree bij tletiekgebeuren te wer- naar hij staart zich niet, n '79 en '80, blind op een oog springende gebeur- als destijds de Spelen, dat die come-back zo ip zich laat wachten, om- I pupil van trainer Arend beid voor alles wil voor- h dat een hernieuwde smaking met de super- afstandstop op een desil- zal uitlopen. Het gene- iroces aan de linkerknie, 'an hij nog steeds hinder vindt, verloopt dermate 3fdat hij op zijn vroegst in afi denkt de vereiste con- vie hebben om pijnvrij aan 7»pen te kunnen deelne- ^Want die restrictie heeft atd Nijboer zichzelf ge- fleen dagenlang revalida tes als gevolg van over- i ing aan de bewuste knie rijj koste wat kost voorko- D; Weliswaar traint hij vijf dagen per week en Ihij ervoor dat hij hon- kilometer in de benen maar het blijft voorna- bij duurlopen en hij derhalve het explosieve 1 ook tijdens de centrale langen met de landelijke t Ihontop, uit angst dat de hem weer parten gaat \fi. Nijboer: „Het is een blessure, waaraan Igaat wennen dat je er in i 'weinig aandacht aan be- Je leert er als het ware [eleven en dat kan fnui- jiijn omdat je dan de nei- talebt om te veel trainings- 7*1 te verrichten. Wat dat pi kun je beter een zware Jire oplopen. Been op de ijen rust houden, eens Hedici zijn het zowel over ijrzaak als de aard van de ire nooit eens geweest. ligen beweren dat Ge- Gerard Nijboer tracht zo veel mogelijk ontmoetingen met bekenden op de atletiekpistes te vermijden om niet steeds over zijn inmiddels overbekende blessure te hoeven praten. rard Nijboer in de afgelopen twee jaar te veel van zijn li chaam heeft gevergd. Een nauwkeurig door Karenbeld bijgehouden staatje wijst uit dat zijn pupil sinds '74 aan zienlijk meer kilometers is gaan maken met als pieken 1979 (8000 km) en 1980 (8500). Bepaalde artsen vinden derge lijke inspanningen onverant woord, anderen houden het op de fysieke toestand van Nij boer, die volgens anderen weer niet over de vereiste li chaamsbouw voor een marat honloper zou beschikken. En Gerard Nijboer somt op: „Ik heb de lichaamsbouw van een voetballer, compleet met kei harde spieren. Ik ben vrij zwaar gebouwd, ik zet m'n lin kervoet te ver naar binnen wat een extra belasting voor de knie betekent, mijn bekken kantelt naar voren en mijn heup is te stijf. Voeg daarbij dat ik te laat met atletiek ben begonnen en het lijkt duidelijk dat ik misschien toch de ver keerde sport heb gekozen. Aan de andere kant, ik heb in het verleden op een enkele uitzon dering na nooit maandenlang met blessures gesukkeld. In die succesperiode dacht ik ook dat ik alles kon, dat het niet meer kapot ging. Daar ben ik nu wel van teruggekomen". Ellende De ellende voor Gerard Nij boer begon eigenlijk met de 30 kilometerloop in Tokio, waar bij hij de overwinning met een blessure moest bekopen. Da genlang hield hij last en spoed de zich ten einde raad naar de medische commissie van de KNAU. die als gevolg van overbelasting een verruwing van de knieschijf constateerde. Fysiotherapeutische behande lingen zetten weinig zoden aan de dijk, de pijn bleef ook na de bekende Hilversumse sportarts Hermans geconsulteerd te hebben. Deze chirurg maakte op 18 mei j.l. de knie open en vond aan de onderkant een stukje hard weefsel, wat moge lijk bij een te zware belasting klachten zou kunnen opleve ren. Volgens de arts kon ech ter die oneffenheid de pijn veroorzaken todat een nader onderzoek wees op een ontste king, die hem ertoe deed be sluiten om twee maanden ab solute rust te nemen. Tot die periode had hij nog vrijwel da gelijks gelopen en gefietst, hoewel dat bij nader inzien niet zo goed had uitgepakt. Gelukkige bijkomstigheid was echter wel een door de atle- tiekunie aangeboden vakantie in Athene, toevalligerwijze ook de plaats waar volgend jaar het Europees kampioen schap wordt gehouden. Nijboer benutte de vakantie samen met vriendin Carry de Groot voor een verkenning van het bekende klassieke parcours tussen Athene en Marathon en hield aan die verkenning ge mengde gevoelens over. „Een pittig parcours, geheel geasfal teerd met lastige klimmetjes en een bloedhitte", meldde hij bondscoach Wim Verhoorn. Acupucturist Die gedwongen rustperiode stelde hem ook in staat om contact op te nemen met een acupuncturist, die er vooral voor zorgde dat de doorbloe ding naar de knie verbeterde en hem binnen veertien dagen van de pijn, veroorzaakt door een ontsteking aan de boven- beenspier, afhielp. Sinds au gustus is Gerard Nijboer weer volop in training, al vroeg hij zich af en toe af of continue ring van zijn sportloopbaan wel verantwoord wa^ als hij na verre van bovenmatige in spanningen, weer last van pijnscheuten kreeg en dan ook onmiddellijk stopte. De laatste weken verloopt het herstel naar wens, hoewel hij spreekt van momentopnames. „Nu voel ik me geweldig, ik heb juist een centraal trainings weekend op Papendal achter de rug met zes trainingen in drie dagen, die ik probleem loos heb kunnen volgen. Dat geeft me weer moed. maar ik moet m'n blessure erg goed in de gaten houden. Zorgen ook dat ik na een duurloop gym nastiekoefeningen doe, hoewel ik daar een bloedhekel aan heb. Maar volgende week kan het weer fnis zijn", voegt hij daar enigszins vertwijfeld aan toe na juist de dag van dit ge sprek een duurloop van één uur en een kwartier langs be- modderde paden te hebben af gewerkt. Drentse hei Duidelijk is ook dat Gerard Nijboer in alle rust van de Drentse heide aan zijn come back werkt. Hij laat zich ei genlijk nog maar zelden in het openbaar zien omdat hij er niet voor voelt om als toe schouwer bij atletiekwedstrij den voortdurend over zijn blessure van gedachten te wil len wisselen. „Iedereen heeft natuurlijk het beste met je voor, maar ik vind het maar niks om telkens weer alles te moeten uitleggen. En de men sen noemen ook allerlei oorza ken voor je ellende. Als er een vlieg in je linkeroog zit, zou dit er bij wijze van spreken al mee te maken kunnen hebben. Nee, ik train dan veel liever hier in de stilte van het Drent se land. Vriendelijke mensen en rust. Daarom zou ik ook nooit in een grote stad willen wonen. De TH Twente bij En schede, waar ik enige tijd ge studeerd heb, ging nog net, maar hier kun je genieten van de natuur. En wat wil je dan nog meer? Af en toe kun je er niet onderuit om je bij officiële gelegenheiden te laten zien. zoals bij een bijeenkomst van de Vrienden van de KNAU, waar ik nog altijd gehuldigd moest worden vanwege mijn medaille in Moskou. Leuk was wel dat Adje Paulen (de dit jaar afgetreden voorzitter van de internationale atletiekfede- ratie) als een haas op me af stormde zodra hij me zag en me prompt toevoegde: „En Gerard, hoe gaat het nu met je achillespees?" Zoals de meeste lange af standslopers, traint Gerard Nijboer alleen slechts af en toe terzijde gestaan door zijn aan staande schoonvader en trai ner Arend Karenbeld, die on danks zijn vertrek destijds uit Deventer nog altijd nauw con tact onderhoudt met de pupil, die zich dank zij zijn inspan ningen op de marathon heeft teogelegd. Weliswaar beper ken de contacten zich hoofdza kelijk tot telefonische gesprek ken Havelte-Uffeite en Gro ningen, waar Karenbeld sinds twee jaar les geeft op de Aca demie voor Lichamelijke Op voeding, maar de inbreng van deze oefenmeester is onmis kenbaar. Op eigen initiatief schreef de Groningse sportle raar een brief naar de Beleids groep Training van de KNAU, waarin hij ervoor pleitte om Gerard Nijboer vrij te stellen van het voldoen aan de limiet van 2 uur en veertien minu ten, die voor deelname aan het EK in Athene is gesteld. De brief bleef niet zonder gevol gen, de bond besloot zijn zilve ren vedette dispensatie te ver lenen op voorwaarde dat een test in juli uitsluitsel zou geven over de vereiste vorm. Met die beslissing toonde Nijboer, die overigens pas drie marathons in zijn carrière heeft uitgelo pen, t.w. Enschede in '79, Am sterdam in '80 en de Olym pische Spelen, zich dolgeluk kig. „Nu hoeven Amsterdam en Rotterdam zich geen illu sies te maken", stelt hij tot slot vast, „want nu loop ik alleen Athene. Daar wil ik heel graag heen". HES LAGRAND BURGEMEESTER LOUIS MARTEIL VAN YFFINIAC: mmxmsmm m "ard Hinault, vrouw Martine en zoon Michael in een iejke stemming, omdat het gezin weer eens is heren- s>In deze derde aflevering van de serie g° van Jean Nelissen over Bernard n Hinault komt de burgemeester van Yffiniac, de geboorteplaats van de wFranse wielervedette aan het woord. Bij de talloze bekenden die Bernard Hinault in de loop der jaren de hand heeft ge drukt behoorde premier Van Agt, die zoals bekend een groot bewonderaar van de Franse vedette is. NIAC De burgemees- an Yffiniac heet Louis ivtil. Hij is 54, een man met «talend voorhoofd, grijze "en een warm hart voor ird Hinault. Hij heeft van iac een soort pelgrim- voor wielerenthousias- maakt. De gemeentese- vertelt dat er 's zomers iden toeristen komen uit Frankrijk, België, Italië Ierland om te zien waar It is geboren. De burge- ir voelde goed aan dat mmercie in zat voor de :lijke neringdoenden. Icultus wordt dus gekoes- [in Yffiniac. Zo lang Hi- wint, komen er toeristen, it is al heel wat in dit jdat gedoemd was om eeu- inoniem te blijven. De neester is tevens voor- van de wielerclub van Hinault, de Olympique Brio- chin, met 220 licentiehouders. Sinds Hinault aan zijn opmars is begonnen, heeft de Olympi que Briochin de meeste jeugdi ge renners van heel het land. „Bernard Hinault", zegt Louis Marteil, „heb ik gekend als jongetje van drie jaar. Hij woonde honderd meter van mijn huis vandaan in hetzelfde gehucht. Twintig huizen lig gen er, nou, dan weet je wel dat de mensen daar geen ge heimen voor elkaar hadden. Ik reisde dan ook in 1976 als hoofd van een vier man sterke delegatie van Yffiniac naar de wereldkampioenschappen in Ostuni in Zuid-Italië. Bernard mocht voor de eerste keer aan het wereldkampioenschap deelnemen, dat was voor ons al een hele eer. Ik sliep in het zelfde hotel als de Franse ploeg en ik zag dat niemand in Hinault geloofde. Wie was dat wel? Hinault, een jongetje uit Yffiniac. Ik kreeg het aan de stok met enkele Italianen. Want ik droeg een hoedje met het woord Hinault erop. Hi nault, wie is dat?, vroegen ze smalend. Ik riep: er komt een dag dat hij jullie beste renners zal vernederen. Dat is later in de Ronde van Italië ook ge beurd". Geen hulp „De volgende dag werd het kampioenschap verreden. Maertens won en Hinault zat gevangen in de groep met Merckx, Gimondi en Raas. Niemand hielp hem. Hij werd zesde tussen de' beste renners van de wereld. Ik was onmid dellijk bij hem toen hij afstap te. Niemand keek naar hem om. Ik vergeet het nooit, hij vroeg een appel en ging heel bedaard die appel eten. Ik kon niet geloven dat die jongen net een zware koers op moeilijk Karcours over 288 kilometer ad beëindigd. Er stond ook nog zo'n valse wind over het circuit. Toen wist ik het: deze jongen wordt een grote. Hij zei: burgemeester, als ze me in de ploeg geholpen hadden, had ik daar op het podium gestaan. Ik zei: jongen, jouw tijd komt nog wel. Ik heb hem altijd ge holpen en gesteund. Hij trouw de met Martine, die hier op de melkfabriek even buiten het dorp op kantoor werkte. Geen probleem, ze kregen zo een ap partement in de Rue du Gene ral De Gaulle. Hij was nog niet uitgesproken toen ik cle ver gunning al klaar had. Ik heb er ook voor gezorgd dat zijn buste nu in de hal van het ge meentehuis staat. Dat is een enorme bezienswaardigheid voor de toeristen geworden. Soms klagen de ambtenaren op het gemeentehuis dat er zo veel toeristen in de hal staan, dat de mensen van Yffiniac niet meer bij de loketten kun nen komen. Nou ja!" Hij heft zijn handen omhoog. De Hinaults, dat zijn de men sen van Yffiniac. Naast het ge meentehuis is een gedenkte ken opgericht voor de gevalle nen in de Tweede Wereldoor log. De namen zijn in steen vereeuwigd. Twee Hinaults zijn er bij. Grimmige trek Waarom woont Bernard Hi nault nu in Quessoy, tien kilo meter van Yffiniac? De vuist van de burgemeester slaat hard op het bureau. Zijn ge zicht krijgt een grimmige trek. „Dit had nooit mogen gebeu ren", zegt hij met stemverhef fing. „De ouders van Bernard hadden een lapje grond en daar wilde Bernard in Yffiniac een huisje op bouwen. Ik was onmiddellijk akkoord. Natuur lijk, als hij midden op het marktplein een huis had wil len zetten, zou ik nog toestem ming gegeven hebben. Maar wat wilde het geval? Dat lapje grond ligt in een gebied waar op een bouwverbod rust, een groenstrook. En hoe ik ook ge pleit heb in de gemeenteraad, ze wilden geen toestemming geven. De politiek, monsieur. Toen hebben ze in Quessoy snel toegeslagen. Martine is in Quessoy geboren en opge groeid en daar kreeg Bernard meteen een lap grond. Ik heb het nog geprobeerd, maar ik kon hem niet meer tegenhou den. Hij was kwaad dat hij in Yffiniac geen medewerking kreeg. Ik voelde meteen wat zijn vertrek voor Yffiniac be tekende. Maar de gemeente raad dacht toen dat hij' nooit wereldkampioen zou worden en drie keer de Tour de Fran ce zou gaan winnen. En nu hebben ze er allemaal spijt van dat hij in Quessoy woont. Maar nu is het te laat. Ze hebben Bernard het dorp uitgejaagd". JEAN NELISSEN Volgende week: Cnrrille Guimard: Bernard Hinault alleen geestelijk anders dan Eddy Merckx Geen 'kop' en 'poten'zeggen maar wel de zweep er over Veel verrichtingen in top sport schijnen alleen maar tot stand te kunnen komen als de zweep wordt gelegd over de rug van degene die de prestatie moet leveren. Heel letterlijk is dat het geval bij de paardesport. Zondag was er in Studio Sport weer eens een repor tage van een drafkoers, deze keer in Hilversum. En jawel hoor: daar gingen de zweepjes weer. Zonder me dedogen werden de vier voeters die de pikeurs op fietswielen over de sintel- baan moesten voortbewe gen afgeranseld. Dat zijn dan ook de men sen van wie je beslist niet „kop" of „poten" mag zeg gen als je het over de li chaamsdelen van een paard hebt. Nee, daarvoor zijn die beesten te edel. Maar ze zijn niks te be roerd om zo'n beest een paar venijnige meppen op zijn kont te geven (pardon: achterhand) als ie net niet hard genoeg wil lopen om de vette cheque binnen te halen. Die draverijen zijn trouwens toch al de meest irritante onderdelen van de sportprogramma's. Er zijn wel meer wedstrijd sporten die zich afspelen op een min of meer ovale baan, maar daar kun je meestal nog via de televi sie een redelijk beeld krij gen van het wedstrijdver loop. Bij paardenrennen of draverijen daarentegen krijg je niet eens de finish te zien, omdat er wordt ge filmd vanuit een vlak voor de dieren uitrijdende auto. Met alle gevolgen vandien: geen overzicht, je kunt de paarden en pikeurs hele maal niet herkennen, de camera heeft steeds moeite met het licht dat voortdu rend uit een andere rich ting komt. En het ergste is dus de finish. Nou ja, het ergste; het allerergste is natuurlijk het commen taar van Hans Eijsvogel, die het nodig oordeelt de race vanaf de eerste tot de laatste seconde van tekst te voorzien. Een ratelende mitrailleur van namen en feiten, waarbij je na tien tellen de draad al kwijt bent. Niet te geloven! Als toegift kregen we ook een zogenaamde supertriorace te zien. Tot mijn verras sing bleek het supertrio in derdaad iets met sport te maken te hebben: er wordt een echte race gereden en daarvan schijn je iets te kunnen voorspellen en dat kan dan geld opleveren. Ik had me altijd al afge vraagd waar ze het in vre desnaam over hadden als ze zeiden: en dit zijn de cij fers van het supertrio. Het blijft natuurlijk even bela chelijk als voorheen, dat de uitslagen van een gok spelletje in een sportpro gramma een vast onder deel vormen. Die conse quentie hebben ze bij de lotto al getrokken door dat balletjesgedoe uit de sport- reportages weg te halen. Nou het supertrio nog. Tenminste: als het alleen gaat om de gokcijfers en niet om de race zelf. Studio Sport toonde ook de turnkampioenschappen uit Moskou. Daar kon je de zweepjes er zelf bijdenken. Turnen is natuurlijk een prima kijkspel en je wordt stil van bewondering en afgunst over al die perfec tie in beweging en kracht en beheersing. Maar als je die Oosteuropese brugklas- sertjes zo bezig ziet, word je bevangen door op zijn minst enige twijfel: is dat allemaal wel normaal? Nee dus: Dat is niet nor maal. Ik denk dat het pleit voorde Nederlandse turn* aanpak dat we in Moskou maar zestiende zijn gewor den of zoiets. Hier zijn die meisjes nog gewoon kinde ren in de groei en ze wor den niet op bijkans misda dige manier misvormd tot turnmachines aan brug en rekstok. Nee, dan het dam men. Daar komt geen zweep aan te pas, zelfs geen denkbeeldige. Het mooiste van de match tus sen Wiersma en Gantwarg vond ik persoonlijk Ton Sijbrands aan het demon stratiebord, al goochelend met die schijven. Als Gant warg nou dat gezet had, dan was er dit en dat en zus en zo gebeurd. En Sij brands speelde de partij dan op die manier uit Maar, Gantwarg dééd dat niet en hup, daar stonden de schijven weer op hun ouwe plek en het spel kon een andere wending krij gen. Leuk om te zien. En pikant om te weten dat de enige échte wereldkam pioen, Sijbrands zelf, zich bescheiden beperkte tot de demonstratie. RENE DE COCQ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 21