lol
Kampeerauto
verliest terrein
Tent komt
terug
traven
hCampinfl
Wijn is anno 1981 ook in ons land niet meerweg te denken
DOOR HOGE BELASTING
Vouwwagen wint
Irrein
1STERDAM
12t/m20dec.
Een kleine bestelwagen, omgebouwd tot motorcaravan.
Tn tentdoek omhoog.
n
vouwwagen, zowel de tentwagen als de
jiuwcaravan met scharnierende, vaste
jenden, is jarenlang het stiefkind van de
iravanhandel geweest. Door de „echte"
aimpeerders werden degenen die van de
twone tent overgingen op zo'n handig op
i 1 zetten tenthuisje-op-wielen als afvalli
ge beschouwd. Door de caravanners
ïrden ze niet helemaal voor „vol" aange-
aen. Zo'n beetje te klein voor tafellaken
te groot voor servet. De meningen zijn
f(jh echter drastisch gaan wijzigen toen
s benzineprijzen omhoog schoten.
0 tentwagen en de vouwcaravan zijn in
nr belangstelling komen te staan als nooit
ivoren. De eerlijkheid gebiedt te zeggen
ir« de fabrikanten bepaald niet stil heb-
r» gezeten om hun produkten te verbe-
|Jen. De vouwwagen van weleer met zwa-
Tvaak lekkende constructies, bestaat
k£t meer. Er is ook hier een streven naar
;e|n luxueuzer ingericht interieur, dat de
Richting van de caravans met vaste op-
r^fuw soms dicht benadert.
vrijwel alle merken wordt het in- en uit-
.gjippen door hulpveren vergemakkelijkt.
3 de tentwagens heeft het nieuws meest-
a( betrekking op het tentgedeeïte, hetzij
ijordat de afmetingen werden gewijzigd.
Jlzij door het gebruik van nieuwe, verbe-
~l[de tentdoeksoorten,
fj vouwwagen heeft ten opzichte van de
ravan duidelijke voordelen: hij is goed-
3|per dan een caravan. Hij is smaller en
Het heeft er een paar jaar lang naar uitge-i
zien dat de kampeerauto het in Nederland
helemaal zou maken. De belangstelling
was altijd overweldigend op tentoonstellin
gen als de Caravan RAI, vooral voor de
paleizen op wielen die uit Amerika worden
geïmporteerd. Meer kijkers dan kopers,
dat wel, maar dat is logisch want het aan
tal mensen dat meer dan 100.000 gulden
voor een kampeerauto kan en wil neerleg
gen is nu eenmaal niet zo groot. Er kwa
men er dan ook niet zoveel op de weg.
Wel zag men meer en meer kampeerau
to's op Europese onderstellen verschijnen,
sommige in de fabriek gebouwd, maar de
meeste „in eigen beheer" vervaardigd. De
meest fantastische, maar ook ingenieuze
bouwsels, omgebouwde bestelauto's,
SRV-wagens. pick-ups met opgebouwde
containerbakken, de zelfbouwers wisten
niet van ophouden.
Zelfbouwen was de oplossing om de
krankzinnig hoge belasting op kampeerau
to's te ontlopen. Tot de fiscus in zijn nim
mer aflatende zorg de schatkist aan geld
te helpen per 1 januari 1979 ook de zelfge
bouwde kampeerauto met Bijzondere Ver-
bruiks Belasting (BVB) ging belasten. Toen
liep het enthousiasme voor zelfbouw sterk
terug.
stond naar middelgrote en kleine, lager
geprijsde motorcaravans op basis van
personenwagens, microbusjes en kleine
bestelwagens, waarvan met behulp van
vast ingebouwde dan wel uitneembare in
terieurelementen motorcaravans worden
gemaakt. Desalniettemin blijven de hoge
prijzen de verkoop afremmen, prijzen die
op deze Caravan Camping RAI variëren
tussen de 30.000 én 200.000 gulden!
De grote prijsverschillen zijn een gevolg
van het feit dpt het aanbod zowel bestaat
uit als motorcaravan ingerichte personen-
of kleine bestelauto's als uit kostbare,
speciaal voor het maken van langdurige,
verre reizen vervaardigde „coachbuilt"
kampeerauto's van grote afmetingen. Om
een idee te geven hoe de prijsverhoudin
gen liggen:
Twee procent van het aanbod kost tussen
30.000,- en 35.000,-.
Tien procent bevindt zich in de prijsklasse
van 35.000,- tot 45.000,-; 32 procent
kost tussen 45.000,- en 55.000,-; 20
procent tussen 55.000,- en ƒ.100.000,-;
36 procent, dus ruim een derde van het
assortiment, kost meer dan 100.000,-.
De goedkoopste aanbiedingen zijn de Eu-
rec Camper op Mitsubishi onderstel en de
Holdsworth Giant Riser op Bedford
31.000,-). Waarschijnlijk dat de Mitsu
bishi ook nog voor het predicaat „lichtste"
en „compleetste" in aanmerking komt.
Het is een volwaardige camper met alles
erop en eraan, een goede wegligging en
een zuinig brandstofverbruik.
Op niet minder dan dertien stands op de
tentoonstelling staan complete kampeer
auto's. Een zelfs met op het dak een
videocamera gemonteerd die de chauffeur
op een schermpje laat zien wat er achter
zijn wagen gebeurt. Daarnaast worden ook
simpele losse opbouwunits aangeboden.
Opvallend is dat bij de grotere motorcara
vans de typen overheersen met een boven
de bestuurderscabine uitgebouwd inte
rieurgedeelte, waarvoor men in Duitsland
de benaming „alkoof" heeft uitgevonden.
Er is een trend naar dieselmotoren, terwijl
het gebruik van een speciaal vöor motor
caravans ontworpen chassis groeit. Ook
worden meer voorzieningen getroffen voor
het meenemen van fietsen of motorfietsen.
Men is dan voor het doen van inkopen of
het maken van uitstapjes minder gebon
den aan de kampeerauto.
Voor degenen die een eigen bestelauto
willen ombouwen zijn er complete inbouw-
sets verkrijgbaar. Denkt u er dan wel om
dat het ombouwen van een auto tot kam
peerauto een wezeniijke verandering is
aan de auto en dat houdt dus ook in, dat u
de omgebouwde auto ter keuring moet
aanbieden aan een van de keuringssta
tions van de Rijksdienst voor het Wegver
keer (RDW).
Als de vouwwagen eenmaal is opgezet biedt hij meestal meer ruimte
dan een caravan.
lager, dus meer zicht en makkelijker te Zijn er dan geen nadelen? Ja natuurlijk:
trekken, hij heeft minder luchtweerstand voor je de beschikking hebt over een
en dat betekent minder benzineverbruik, overdekte ruimte moet er wel het een en
Op een vouwwagen kun je bovendien een ander gebeuren. Je kunt er pas in nadat er
bootje, fietsen of iets dergelijks meene- „gebouwd" is. Het snelste onderkomen
men, mits natuurlijk het draagvermogen wordt geboden door wagens waarbij door
toereikend is. Bovendien biedt de vouw- het openklappen van het deksel de tent
wagen, als hij eenmaal is opgezet meestal als een soort markies verrijst: Er vallen
meer ruimte dan een caravan. ook recordtijden te noteren bij die typen
Complete inbouwsets voor hen die hun bestelwagen willen ombouwen.
waarbij niet zo zeer gevouwen wordt, maar
waar het omhoogrijzende dak meteen dè
wanden van tentdoek optrekt. Bij de ver
gelijking met de caravan vallen nog twee
andere punten op. In het algemeen is het
comfort en de kastruimte minder dan we
in de caravan vinden. Het is bijvoorbeeld
opvallend dat caravankussens minstens 10
cm dik zijn, terwijl dat in de vouwwagens
doorgaans-'centimeters minder is. Verder
is het natuurlijk zonneklaar dat een cara
van zijn bewoners een betere bescherming
tegen kou geeft dan een wagen die wan
den van tentdoek heeft.
Toch is zo'n vouwwagen zo gek nog niet.
De moeite waard om er eens over te den
ken.
De tent is bezig aan een come-back. Na
tuurlijk is hij nooit helemaal weggeweest,
want vooral voor de jongeren is de klein
ste tent altijd al een gewild vakantieverblijf
geweest. Maar nu is merkbaar dat ook de
bungalowtent weer meer aandacht krijgt.
Twee factoren liggen daaraan ten grond
slag. Allereerst natuurlijk de verslechterde
economische toestand, maar zeker ook
het streven „terug naar de natuur", naar
„het primitieve" zoals u wilt. Misschien
heeft het er ook mee te maken dat actieve
vakanties de grote mode van deze tijd zijn.
Juist met de tent is zo'n actieve vakantie
mogelijk. Heel wat kampeerders trekken
tegenwoordig met de tent de bergen iri
de rugzak met de complete uitrusting op
de rug. Kanotochten over grote meren en
rivieren zijn eveneens in trek. Om nog
maar niet te spreken van fietskampeer-
tochten Die zijn plotseling een rage ge
worden.
Vraag is echter welke tent waarvoor ge
schikt is. Een antwoord is niet zo simpel te
geven. .Er zijn enkele tientallen tentmodel
len en varianten daarvan op de markt.
Voor het maken van sportieve tochten is
een superlichte tent nodig. De eisen die
men daaraan moet stellen zijn sterk afhan
kelijk van het klimaat waarin wordt ge
kampeerd. Voor altijd zonnige landen is
een heel eenvoudig slaaptentje. met een
klein luifeltje, voldoende. Zo'n tentje kan
licht en goedkoop zijn. Richtprijs vanaf
200.-.
Is het klimaat wisselvallig, dan is een tent
met wat meer zitruimte en beschermde
kook- en bagageruimte nodig. Die zal iets
zwaarder zijn, tenzij hij van kwalitatief su-
perlicht materiaal is gemaakt. Voor een
goede lichtgewicht tent, waaraan hoge ei
sen gesteld mogen worden, geldt een
richtprijs van tussen f 500,- en 1000,-.
Rugzakkampeerders moeten streven naqr
een maximumgewicht van de tent van 4 kg
en een totaal bagagegewicht (exclusief
eten) van 15 kg voor een man en 10 kg
voor een vrouw. Lichter is altijd mooi mee
genomen, vooral wanneer de tocht in
bergachtig gebied wordt gemaakt. Fiet
sers kunnen soms iets meer meenemen
zeker als het een toerfiets van de normale
degelijke uitvoering is. Een katoenen tent
ligt dan binnen het gewichtsbereik. Zeven
kg is in dat geval het maximum.
Voor kleine gezinnen die met een tent wil
len trekken is een grote noktent of een
klein eenvoudig bungalowtentje het aan
gewezen type. Gezinnen met kinderen
doen er verstandig aan om voor de kinde
ren een aparte tent aan te schaffen, die ze
zelf opzetten. De oudertent kan dan een
eenvoudige slaapruimte, wat extra berg
ruimte en flink wat beschermde leefruimte
hebben. Richtprijs voor een goede trek
kerstent: tussen 450,- en 750,-. Voor
ongeveer 250,- is een kwalitatief goede
jeugdtent te koop.
Gezinnen die op één plaats blijven staan
hebben een heel ander type tent nodig, de
bungalowtent. Komt die te staan in zonni
ge oorden dan is een belangrijke voor
waarde die aan zo'n grote vakantietent
moet worden gesteld dat hij goed kan
worden geventileerd. Grote muggengaas
ramen, extra deuren, oprolbare voor
wand het kan niet open genoeg zijn.
Daarentegen moeten kampeerders die
naar noordelijker landen trekken of in ei
gen land blijven, erop letten dat de tent
heel goed tochtvrij kan worden afgesloten.
Qmdat een grote bungalowtent, met alles
erop en eraan, nogal wat ruimte neemt, zal
voor het vervoer al gauw een extra baga
gewagentje nodig zijn. Omdat dit een flin
ke extra investering betekent, is het mis
schien goed om na te gaan of een wat
kleinere tent en een compactere uitrusting
niet ook kunnen voldoen.
Een imperiaal is uitsluitend bedoeld als
geringe uitbreiding van de bagagecapaci
teit in geval van nood. Hij kan het best al
leen met lichte spullen beladen worden.
Een vast-kamp-bungalowtent is verkrijg
baar vanaf 750,- tot meer dan 2.000,-.
SNOBISME ALS UITWAS, MAAR
>g maar een kleine twintig jaar geleden
>k het drinken van wijn voorbehouden
in artsen, notarissen en andere zogehe-
iji rijken. Zo de gewone man al mocht
jbpen aan de nobele nectar der bevoor-
@:hten, dan was het doorgaans toch een
npele rosé die toevallig in het geschen-
npakket van de zaak verzeild was ge
gakt en dan. laf-lauw, danig 'afbreuk
Tocht doen aan de zorgvuldig opgebouw-
smaak van het urenlang in de pan ge-
■esterde kerstkonijn. Of betrof de eerste
pnnismaking met wijn de nu zo versmade
perzoete mistella in de bowl. een zwaar
^suikerde sherry op de trouwreceptie
"in neef Nico, of een roze-rode nep-chian-
t'in romantisch rieten omhulsel op het
lést je ter gelegenheid van de achttiende
Nrjaardag?
>e anders ziet de vaderlandse wijnwereld
het daaruit voortvloeiende consumptie-
itroon er vandaag de dag uit. Mede, pf
oral, dank zij de baatzuchtige en in het
#Val van Albert Heijn zelfs licht-idealisti-
yie inspanningen van de grootgrutters, is
i Nederlander langzamerhand een wijn-
inker geworden. Het begon allemaal met
I sherry-cultus (of met de flatneurose?),
p geledigde glaasjes troost in eindeloos
kende, lege uren, een eerste fles vrolijke
i^lpolicella besteld in een overmoedige
glfkantiebui en nadien een geprolongeerde
voonte om de dagelijkse dis wat kleur
fleur te geven. Anno 1981 valt wijn niet
0£er weg te denken bij gastronomische
Bineugten en waar op feestjes eertijds
Sr. jenever, vieux en whisky van hand tot
id gingen is het nu wijn die het bloed
iller doet stromen en de stemming stij-
navolging van andere niet-wijnverbou-
ide naties als België en Engeland (dat
etje Limburgse en Flevopolderwijn
argelaten) bouwt Nederland aan eën
]ntraditie met zelfs al een zeker snobis-
i als uitwas. Waar in Europa vindt men
nenteel in de winkels zo'n keur aan ge-
druivesap, zo'n verscheidenheid in
nbod? Niet enkel Franse flessen sieren
schappen, doch ook Italiaanse, Duitse,
stralische, Argentijnse, Spaanse. Alge-
hse, Joegoslavische. Portugese en noem
ar op wat voor vloeibare heerlijkheden.
En nog jaarlijks groeit het verbruik en
neemt de variatie toe en dat in weerwil van
een tegenstribbelende economie.
Een vloed aan wijn overspoelt ons, eb
voor de zéér sterke dranken. We worden
wijnwijs, door schade en schande en zeker
ook door de niet aflatende stroom infor
matie via boeken en bladen. Veel Neder
landers weten inmiddels een beetje of
soms erg goed hun weg te vinden in de
doolhof der etiketten en smaken. Zo men
nog aan het begin van de studie staat of
de reeds vergaarde kennis wil uitbouwen,
diverse uitgevers hebben de afgelopen
maanden, elk najaar prijs trouwens met de
feestdagen in het vooruitzicht, weer het
nodige wijnwerk op de markt gegooid.
De nieuwe Duijker
Waarbij uiteraard „de nieuwe" van Hu-
brecht Duijker, de gedoodverfde troonop
volger van Wina Bom en inmiddels de pri
maat van de vaderlandse wijnauteurs. Na
het overweldigende succes van „De grote
wijnen van Bordeaux", „De grote wijnen
van Bourgogne", „De goede wijnen van
Bordeaux" nu dan „De go^de wijnen van
Loire, Elzas en Champagne". Een uitgave
geschoeid op dezelfde leest als voornoem
de titels: geografisch-gewijs, gaand van
gaard tot gaard stelt Duijker, geschraagd
door een niet geringe ervaring, al proefon
dervindelijk de betaalbare top en de goe
de middelmaat vast. In wel duizenden gla
zen moet Duijker hebben geneusd om de
consument op deze wijze kond te kunnen
doen van zijn vineuze ervaringen. Soms in
bondige taal, fris van de lever (hoewel een
zekere vermoeidheid van dit orgaan ver
moed mag worden), vaker in uitbundige ly
riek, waarbij niet zelden het vuur der zin
nen de zinnen beïnvloedt. Neem* het de
auteur eens kwalijk, tracht maar iets origi
neels te bedenken als collega's je al zijn
voorgegaan in kwalificaties als „de geur
van een pasgeteerd scheepsdek" en „het
aroma van een sigarenkist".
Buiten de nodige wijn-wetenswaardighe
den treffen wij tientallen culinaire, histori
sche en landschappelijke verwijzingen aan,
kortom een gedroomde, rijk geïllustreerde
gids voer de dorstige liefhebber en lekker
bek. Werden ooit de merendeels witte wij
nen van Elzas, Loire en Champagne aan
een zo uitgebreid onderzoek onderwor
pen? Daarmee geven Duijker en de uitge
ver tevens blijk van een grote mate van
marktgevoeligheid, immers vooral de El-
zaswijnen mogen zich hier ten lande in een
steeds grotere belangstelling verhedgen.
Benieuwd welke gebieden Duijker op zijn
volgende reizen gaat bezoeken en be
schrijven.
De enige aanmerking op deze uitgave die
wij wellicht zouden kunnen maken, betreft
het hoofdstuk over de champagne. Leuk
voor het nageslacht, aardig om te weten,
maar wie is vermogend genoeg om de
proef op de som nemen? Goede cham
pagne beweegt zich op een welhaast
krankzinnig prijsniveau en gezien de re
cente misoogsten ziet het er niet naar uit
dat binnen afzienbare tijd Nederland aan
de borrelend-bruisende champagnefles is.
Eerder op de fles Redelijk geprijsde al
ternatieven als Clairette de Die, Saumur
en de Italiaanse Asti Spumante zijn trou
wens ojim voorhanden.
Elzas
Van een geheel andere snit is het uit het
Frans vertaalde boek „De wijnen van de
Elzas". Hier weinig namen, zeker geen
merken en jaartallen, geen directe, consu
ment-gerichte aanbevelingen. Wel echter
in fraaie taal gestelde stukken, met schit
terende foto's ondersteund, over rassen,
•produktiemethoden, gastronomie, archi
tectuur. karakteristieken van de onder
scheidene gemeenten en de grondsoorten.
Het geheel benadert bijna een cultuur-his
torisch proefschrift. Of daarmee de gemid
deld geïnteresseerde werkelijk bediend
wordt, wagen wij te betwijfelen. Er wordt
wel erg diep gegraven en geploegd in de
wijnakker. Eerder nog zal de toevallig ook
in Bacchus geïnteresseerde historicus diep
in de buidel (een tachtig gulden) tasten om
dit typografisch wat wonderlijk uitgevoer
de werk aan te schaffen. Rest te vermel
den dat het geheel werd geschreven door
verschillende auteurs, onder eindredactie
van de beroemde Raymond Dumay, wiens
jaren geleden verschenen hand- en leerza
me „Guide du Vin" eigenlijk in geen enke
le wijnbibliotheek en reiskoffer zou mogen
ontbreken.
Italië
Regelmatig de slijter frequenterende land
genoten zal het niet zijn ontgaan, dat het
aantal Italiaanse wijnen in het totale aan
bod de laatste jaren belangrijk is toegeno
men. En dan hebben wij het niet over de
wat slordig en snel in grote twee literfles
sen geperste Bardolino, Merlot en Lam-
brusco, maar over de maestro's van het
Romeinse wijnwezen als Barolo, Barbares-
co, Gattinara, Chianti Classico en Brunello
di Montalcino. Wijnen die jn kwaliteit be
slist kunnen wedijveren met de allerhoog
ste Franse bloedbroeders, edoch belang
rijk lager in prijs zijn. Wie eens heeft ge
nipt aan een t^elegeq Barolo, heeft er voor
het leven een behaagzieke vriend bij. Ita
liaanse wijnen vormen een (veelzijdig)
hoofdstuk apart, een scala aan smaken en
een gamma aan geuren, velen nog niet zo
vertrouwd in de mond liggendals het
Elzasser wijn en architectuur: vakwerk in dubbel opzicht.
geijkte Gallische werk en daarom bij lange
niet op de top van hun populariteit. Die
tijd is echter nabij durven wij te voorspel
len.
Uiteraard hebben sommige uitgevers op
deze trend ingespeeld. In de meeste boe
ken over wijn speelde Italië tot voor enkele
jaren slechts een vrij ondergeschikte rol
en zo men tot beschrijving overging we
melde het vaak van de fouten en vooroor
delen. Een opvallend voorbeeld daarvan is
wel het slechts met één regel vermelden
van de overal ter wèreld befaamde Brunel
lo in de toch hoog aangeschreven Wijnat
las" van Hugh Johnson. In het onlangs
verschenen werkje „De wijnen uit Italië"
geschreven door Marcus Würmli en uit het
Duits vertaald door Gert Crum, wordt dit
verzuim godlof goedgemaakt. De waarde
van deze pocket schuilt niet zozeer in de
beschrijving van de uit de diverse deelge
bieden stammende produkten, dan wel in
het uitgebreide register met de eigen
schappen en kenmerken van wel dertien
honderd wijnen. Dat daarbij vele, niet door
de Italiaanse wijnwet erkende grootheden
schuilen, mag een vondst en een verdien
ste heten. Is Italië als wijnland immers niet
één groot avontuur met tientallen onbe
kende sterren, als daar zijn de Spanna en
Bramaterra uit Piëmonte en de Friuliaanse
Foscolino? De laatste naam komt niet in
het boekje voor. ook niet trouwens in wat
wij als de bijbel op dit gebied beschou
wen: „Italiaanse wijnen" van Joost Reu
ten. Een vergelijking tussen beide boeken
valt overigens in het voordeel uit van Reu-
tens geesteskind, maar voor wie op dit ge
bied nog een volslagen leek is kan „De
wijnen uit Italië" stellig worden aanbevo
len.
CHARLES BELS
Hubrecht Duijker - „De goede wijnen van
Loire, Elzas, Champagne". Uitgeverij Het
Spectrum in Utrecht en Antwerpen. Prijs
99,-.
Raymond Dumay - „De wijnen van de El
zas". Uitgeverij Schuyt Co. in Haarlem
en Antwerpen. Prijs 79,50.
Marcus Würmli: „De wijnen uit Italië".
Uitgeverij Zomer en Keuning in Ede.
Prijs 24,90.