„Ik ben gek
op die 120
vel wit papier
die ik
mag gaan
volschrijven"
In de Tweede Wereldoorlog was hij korpo
raal" in het Amerikaanse leger, in het eer
ste regiment van de infanterie, bijgenaamd
de Big Red One. Hij maakte de Invasies in
Noord-Afrika, Sicilë en Normandië mee,
vocht in de Ardennen, Duitsland en was bij
de bevrijding van Tsjechoslowakije. In
Bonn viel hij met een andere soldaat zon
der het te weten in 1945 in slaap onder
een piano in het Beethovenmuseum. Ful
ler: „Ik werd wakker en zag een beeld
staan. Dat is Beethov.enl, riep ik tegen de
soldaat die bij me wès. Die keek niet op,
maar vroeg slaperig: In welk regiment zit-
ie?" Die oorlogsbelevenissen werden de
basis voor Fullers laatste film „The big red
one", een project waarmee hij jaren rond
liep, tot het volgens hem „de bekendste
oorlogsfilm die nooit gemaakt is" werd.
Pas vorig jaar was de film met Lee Marvin
in de hoofdrol te zien. Fuller: „De produ
cent Lorimar wil er nu een mini-televisie
serie van maken. Ze hebben al het mate
riaal dat ik geschoten heb bij elkaar ge
zocht en dat wordt gemonteerd tot een
film die, met reclame tussendoor, vier en
een half uur duurt. De filmmuziek gaat
eruit en dan wil ik er Beethoven en Wag
ner bij hebben. Want dat is ook drama".
Bankrekening
De carrière van Samuel Fuller is nooit de
typische, glorieuze Hollywood-affaire ge
weest. Fuller is een dwarsligger, een stijf
hoofdige eenling, die vaak genoeg van
projecten is gehaald, plannen niet van de
grond kreeg en eerder in Europa naam
maakte als „filmauteur" dan in de Vere
nigde Staten. De laatste jaren vóór „The
big red one" heeft hij weinig te doen ge
had, maar het werd geen reden voor hem
om zich voor allerlei commerciële klusjes
te laten strikken om maar voldoende
brood in het vooruitzicht te houden. Fuller:
„Ik heb nog nooit een film gemaakt die ik
niet wilde maken. Zoals ik het zie wordt 95
procent van alle film geboren uit frustratie;
uit wanhoop, armoede, ambitie, om te
ovèrleven, of om bankrekeningen te spek
ken. Ik denk dat maar vijf procent, of mis
schien minder, gemaakt is omdat Iemand
een idee had, waaraan hij uitdrukking wil
de geven. Ik ben trots op mijn record. Mis
schien was het allemaal dramatisch niet zo
geweldig, artistiek niet even mooi en finan
cieel niet zo succesvol, maar ik heb nog
nooit een film gemaakt onder de druk van
de omstandigheden. Als ik een slechte film
gemaakt heb. als jij of iemand anders 'm
niet mooi vond, prima, geen probleem.
Maar Ik heb 'm gemaakt omdat Ik een ver
haal had dat ik wilde vertellen". En Fuller
Is een verhalen-verteller, dat leidt geen
twijfel. HIJ kijkt iedereen onder z'n gehoor
voortdurend in de ogen, en Je moet hem
aandacht geven, of je wil of niet. Een ver
tellende dwingeland.
Wit papier
Fuller: „Ik ben een schrijver. Ik ben een
van de weinige filmers die bij zijn films kan
zetten: Written, directed and produced by
Samuel Fuller. Scenarioschrijvers zijn be
langrijk, maar In Hollwood zijn het ambte
naren geworden die voor een vast en hoog
salaris klusjes opknappen waar ze zelf niet
achter staan. Ik heb tijdens een vergade
ring van de vakbond van schrijvers In
Hollywood eens gezegd: Het moet uit zijn
met die grote bedragen voor scenario's.
We moeten terug naar honderd dollar per
scenario voor Iedere schrijver plus vijftig
procent in de opbrengst van de film. Dan
wordt schrijven weer spannend, een avon
tuur, een gok. Wie van jullie is het daar
mee eens? Er staken achttien schrijvers
hun vinger op. En van zestien van hen wist
ik dat ze het geld niet eens nodig hadden.
Alleen die andere twee durfden de gok
aan. Maar ik begrijp het wel. Scenario
schrijvers hebben ook vrouwen en kinde
ren en behoefte aan zekerheid. In Holly
wood is een scenarioschrijver een god, zo
lang hij nog aan het werk is. Heeft hij zijn
script ingeleverd, dan kan hij verrekken. Ik
word gek van die klassieke ruzies tussen
scenarioschrijvers en regisseur: De een
heeft een telegraafpaal in zijn script ge
schreven en de ander wil zo nodig de tele
graafdraden verfilmen. En daar gaan ze
moeilijk over doen. Ego-maniakken zijn
het. Ik houd van mensen met grote ego's,
maar als je een film maakt, moet je die eli
mineren. ledereen moet alleen doen wat
het beste voor de film is. Ik heb die pro
blemen gelukkig niet. Ik verfilm alleen m'n
eigen scenario's. Van schrijven moet Je
houden anders kan het niet. Ik ben gek op
(AMUEL
■ULLER
WERPEN De grijze Amerikaan laat zijn enorme havanna
ommeren in de asbak. Ongewoon feit, want er is nauwelijks
foto van hem in filmboeken en tijdschriften te vinden zon-
diezelfde mateloze sigaar, die beschuldigend, waarschu-
s d of dreigend in de richting van de camera steekt. Maar
regisseur Samuel Fuller eet en praat tegelijkertijd. Beide
Idelingen verricht hij op uitnodiging van de Belgische uitge-
Walter Soethoudt, die de „wereldpremière" in zijn fonds
t van Fullers nieuwste werk. Geen film, maar een boek geti-
„Het geweer".
die 120 vellen wit papier die Ik moet gaan
volschrijven".
Samuel Fuller is inmiddels naar Rome ver
trokken, om met filmer Bertolucci als tolk,
componist Ennio Morricone te vragen de
filmmuziek te maken voor zijn laatste
speelfilm, „White Dog". Een verhaal van
Romain Gary over een hond die afgericht
is om negers te doden en „terug-gepro
grammeerd" moet worden. Geschreven
voor het blad Life, al tijden op de nomina
tie om verfilmd te worden. Zes scenario's
hebben ervan de ronde gedaan door
Hollywood. Polanski heeft het in zijn han
den gehad, Arthur Penn, maar niemand
durfde er aan te beginnen. Samuel Fuller
kreeg het project uiteindelijk in handen en
schreef in recordtijd zijn eigen scenario.
Volgend jaar komt de film in de bioscoop.
Dan valt te zien of Fuller het credo ge
trouw is gebleven, dat hij poneert in Jean-
Luc Goddards film „Pierrot Ie Fou": „Film
Is een slagveld. Liefde, haat, geweld, actie,
dood. In één woord: Emotie".
BERT JANSMA
ampvolle, Antwerpse Bouwcentrum
»rde dezer dagen als enorme boe-
irkt en Samuel Fuller is er om zijn
lef Geeraerts vertaalde boek te sig-
De 69-jarige Fuller wipte er voor
fit Straatsburg, waar hij eregast en
Iter van de Jury is bij een festival dat
kJeels gewijd is aan de relatie tussen
p de media. Fuller hanteert die voor-
ner, omdat hij zijn carrière als
Jlist is begonnen en omdat van hem
spraak is „Iedere journalist is in po-
een filmmaker". Hij praat over
ten. filmmaken, en oorlog met een
'die hij als een trompet bespeelt:
ind, knijpend, en hard uithalend in
ge solo. Terwijl hij over de water-
len („ik wil iets eten dat ik me m'n
j als typisch Belgisch zal herlnne-
ndergetekende naast hem niet al-
i een verbale houdgreep neemt,
I achtereenvolgens in het nekvel
I op de benen slaat en in de armen
rpagina
pi Fuller praat zoals hij films maakt.
U geen middel achterwege laten om
libliek te boeien. Al moet hij je er toe
■en, je zult bij zijn les moeten blijven,
geen ontkomen aan. Geweld, actie,
I, de harde feiten van de actualiteit
i stof die hij gebruikte voor films als
>t Jesse James" (western-historie),
steel heimet" (oorlog in Korea), „Un-
rld USA" (misdaad), „Shock corri-
j(een psychiatrische inrichting als
I van een samenleving), en recentelijk
[big red one" (over de Tweede We-
g en de drie Invasies die hij zelf
an soldaat meemaakte). Zijn boek
veer" gaat over de oorlog in Viet-
Iwaar hij een stukje van dichtbij van
aakte. Een boek dat hij in de jaren
1 schreef, maar waar hij geen uitge-
or vond, tot de Belgische filmlief-
en uitgever Walter Soethoudt, die
der de boekuitgave van „The big red
verzorgde, zich over Fullers werk
frmde. De volgende Fuller-roman die
|em op stapel staat heet „Picadilly
,gaat over een kraakactie in een Lon-
Tpand, waarbij Heli's Angels betrok-
tijn. De stof daartoe haalde Fuller ook
i Londen toen hij in Groot-Brittannië
for de vertoning van een retrospec-
zijn films in Edinburgh. Want Fuller
levende voorpagina, voortdurend op
i naar drama.
I is voor Fuller het grootste dra-
daar dat zijn films op een rijtje ge-
voortdurend ooggetuige-verslag
i het menselijk slagveld: „Oorlog is
dste beroep, niet prostitutie" stelt
[.Oorlog heeft geen glamour, is niet
menteel. Oorlog is bloederig en ba
lk zal de wereld niet veranderen,
f Ik hoop dat het publiek op mijn films
"jert met de gedachte: Alleen een
I wil oorlogvoeren. „Het geweer" is
f een hoop mensen inmiddels een oud
J£' 06 Vletnam-oorlog is voorbij. Maar
i,boek gaat niet over Vietnam. Het gaat
r een Amerikaanse soldaat en een
namees jongetje. Het is een verhaal
L.O.V.E. tussen hen, een vader-zoon
ie. Het jongetje speelt een dubbelrol,
o van de Vietcong en moet uiteindelijk
Amerikaan doden. Het is een boek
TL. °°rto0 mensen vormt en ver-
nt- Mijn aanpak was om het uit het
P«nt van de Verenigde Staten in Viet
nam te vertellenen ze hadden gelijk.
En het te vertellen vla de ogen van de
Vietcong en zij hadden gelijk. En het te
zien door de ogen van Ho Chi Min.en
hij hacf gelijk. Het belangrijkste is dat ze
allemaal dachten dat ze gelijk hadden. Dus
het hele idee aan het slot is niet dat ze al
lemaal verkéérd waren, maar dat het alle
maal een rotzooi is. Ik gebruik geweld in
mijn films en daar is nog wel tegenaan ge
schopt door de kritiek. Maar dat is een
onzin-onderwerp. Geweld bestaat niet op
de film, want daar is het niet echt. Het zou
pas echt zijn als je een aantal mitrailleurs
in de zaal neer zou zetten en die tijdens de
film zou afschieten. Ik heb die gedachte
wel eens gekoesterd om dat de mensen
duidelijk te maken. Geweld is een element
uit de samenleving, in onszelf. Oorlog Is
geweld, Vietnam was geweld. Oorlogvoe
ren, daar je mond over houden en
schreeuwen over gewelddadige films, dat
is hypocriet. Dét is gewelddadig. En als er
één ding goed Is geweest, dan is het dat
de Amerikanen in Vietnam verloren heb
ben en dat het pacifisme er sterker door
geworden is. Al geloof ik niet in pacifisti
sche bewegingen alleen. Oorlog is geld.
En een oorlog stop je pas, als iedereen
ophoudt met wapens te maken en als een
econoom aan de top zegt: We stoppen
geen geld meer in die oorlog".
Enorme bijl
Fuller heeft zijn deel van geweld gehad.
Op z'n twaalfde kwam hij bij een krant te
werken als „copy-boy" (loopjongen voor
de kopij), en op z'n zeventiende was hij de
jongste misdaadverslaggever van Ameri
ka. „Ik heb er ontzettend veel geleerd en
meegemaakt. Ik reisde de Verenigde Sta
ten door, was bij stakingen, executies en
dat soort werk. Ik heb mensen geïnter
viewd die de meest afschuwelijke misda
den hadden begaan. Ik herinner me een
interview met een man, die net zijn vrouw
en zijn drie zoons had gedood. De enorme
bijl die hij gebruikt had stond nog achter
hem, de lijken waren bedekt met pakpa
pier want lakens waren er niet. Een nacht
merrie eigenlijk. Ik was pas achttien".