unieke tentoonstelling in londen ïathuis ROME Het dringt niet tot de buitenwe reld door, laat staan tot Nederland, maar In Italië staan grote dingen te gebeuren, die geen enkele Italiaan enkele maanden geleden nog voor mogelijk had gehouden: De dames en heren van het parlement gaan zichzelf een spreektijdbeperking op leggen. In parlementaire kringen In Nederland en andere Europese landen Is het al jaren re gel zich wat te matigen In het verwoorden van gevoelens en partijprogramma's. Maar niet In Italië, het land van Cicero, en mis schien nog een van de laatste bastions van de echte welsprekendheid. In de Mon- tecltorlo, de Italiaanse Tweede Kamer, worden de woordenstromen van de spre- ker slechts geremd door hun natuurlijke behoeften. Geen hamerklap kan de spre ker dwingen alleen te spreken over zaken die op dat moment aan de orde zijn. Een echt praathuls dus. dat Italiaanse parle ment. Kinderen van de rekening zijn de Italianen zelf, die weken, soms maanden moeten wachten op goede wetten tegen het terro risme, tegen Inflatie, corruptie, belasting fraude en tegen al die andere zaken waar over ze elke dag In hun krant lezen. Het parlement kan eenvoudig geen wet aanne men, als niet alle partijen het eens zijn. Is er een partij, hoe klein ook, die dwars ligt (en In een goede democratie als Italië Is dat altijd zo), dan kunnen de ongebreidel de woordenstromen van zijn kamerleden het wetsontwerp eenvoudigweg blokkeren. Ostruzlonlsmo heet dat In het Italiaans en Iedere bewindsman die wil regeren, d(e wetten wil maken, ligt er wakker van. Het lot wil dat er In het Italiaanse parle ment een partij bestaat, die overal tegen Is, de Radicale Partij, met 18 van de 630 zetels. Achttien uiterst begaafde sprekers, leder goed voor uren onafgebroken woor denstromen. Deze partij Is te vergelijken met de vroegere Amsterdamse Kabouters, alleen zijn ze door hun maatkostuums en keurige stropdassen niet als zodanig te herkennen. De wetten tegen het terrorisme (vorig Jaar) werden weken tegengehouden door hun betogen. Het record staat op 16 uur onaf gebroken praten. Het enige waarop de el kaar aflossende voorzitters mogen toezien Is dat de spreker niet te veel tegen de ka theder leunt, geen versterkende middelen tot zich neemt of niet In slaap valt, want alleen dan kan hem volgens het reglement het woord worden ontnomen. Deze reglementen worden nu gewijzigd, tenminste als de volksvertegenwoordigers daarover uitgepraat raken. De radicalen, die vinden dat zij met een spreektijdver korting niets meer te zéggen zullen heb ben, hebben al hun registers van welbe spraaktheid opengetrokken. ZIJ willen het woord om alle 57.000 amendementen die ze hebben Ingediend, voldoende te kun nen toelichten. De regering van premier Spadollnl (zelf overigens een uitstekend prater) Is met zo veel parlementaire Inspraak In de proble men gekomen. De wijziging van het regle ment van het parlement Is een zaak van dat parlement zelf, daar kan de regering niets voor of tegen doen. Er zit niets an ders op dan rustig af te wachten tot de woordenstroom van de radicalen op droogt. maar dat kan, zoals ze zelf al heb ben aangekondigd, wel tot In december duren. Of, en dat Is de enige andere mo gelijkheid. de regering kan het parlement ontbinden en nieuwe verkiezingen uit schrijven. Maar daar Is In de regering zelf verdeeldheid over. Want niet elke partij vindt dat dit nu Juist het gelukkigste mo ment Is om de kiezer om zijn steun te vra gen. CEES MANDERS den de Japanse keizers en hun hofhouding maar met rijst betaald werden. Als de-sho- In glorierijke afzondering tussen de tem- gun lang aan het bewind wilde blijven, pels van Kioto. In hun rijk regeerden ver- moest hij goed voor zijn soldaten zorgen, schillende clanhoofden, die zwaar ver- De samurai waren niet alleen bedreven In sterkte burchten bewoonden en tot aan krijgskunde maar ook In kalligrafie. Hun het einde van de zestiende eeuw elkaar leven stond in het teken van moed en geregeld bekampten in een bloedige strijd plichtsbesef. om de suprematie. De tweede plaats in de rangorde werd in- Het machtigste clanhoofd werd shogun genomen door de boerenstand: zuinige en genoemd. HIJ was een soort militaire gou- harde werkers, die niet alleen voor zichzelf verneur, een dictator, die de rest van het maar ook voor anderen het nodige voed- bestemd voor theeblaren en versierd met een afbeelding van de Joshiro- e jaren 1645-1694 vervaardigd door Nonumura Nineei. gatj tochtige binnenplein van Burlington House, het Londen- '?iijï|fdkwartier van de Britse Royal Academy of Arts", trot- leieiduizenden kunstliefhebbers elke dag opnieuw de gure van het herfstweer om een unieke tentoonstelling te bezichtigen. Deze tentoonstelling is gewijd aan kunst- stj;rpen uit de Japanse Edo-periode (1600- 1868), de tijd het mysterieuze Nippon zich praktisch afgezonderd hield buitenwereld. il deze „Grote Tentoonstelling over Japan" op Piccadilly ien vier maanden lang geopend blijft (om precies te zijn februari 1982), wordt ze dagelijks bestormd. Dit heeft on- 'elijk tot gevolg, dat iedereen ontzettend lang buiten in ïoet staan. Belangstellenden doen er dan ook goed aan irbeeld van onze verslaggever Roger Simons te volgen warm te kleden en eèn paraplu mee te nemen. I „De Grote Tentoonstelling in" die op dit ogenblik In Londen ihtigen, is bijzonder merkwaardig it leeuwedeel van de ruim vier- <j geëxposeerde kunstvoorwerpen erst in het buitenland komt. De lat heeft alle stukken voor hun |<twaarde verzekerd. De voorwer- l allemaal in speciaal voor deze Blling gebouwde glazen kasten, i geborduurde kimono's, koso- idere kledingstukken bij. Daar- Iden ook op zijde gedrukte, pren- I beschilderde papieren rollen, fen, paravents, wapenuitrustin- telmaskers, kleinodiën en ge- ïrpen in porselein tentoonge- van de geëxposeerde voorwer- delicaat, dat de Japanse auto- niet langer dan 50 dagen achter ten uitstallen. Na 20 december jle dingen uit hun glazen kasten vervangen door andere, gelijk- Jcunststukken, die van even grote '~*e en culturele waarde zijn. Om ,orverandering" mogelijk te ma- 3 Japanse tentoonstelling in Bur- >use van 21 tot 27 december ge- 1de kerstweek moet u er dus niet Londen komen. ngsprijs bedraagt 3 pond voor tn en 2 pond voor studenten, den, kinderen tot 14 jaar en v'wan minstens tien personen. Bij rekaartje krijgt u een handige I auide". Deze bevat een gecom- |j beschrijving van alles wat in de an van de tentoonstelling te be valt. ge nieuwigheid is de bandopna- oelichtlngen, gegeven door een die men bij de ingang kan betalen daar 80 pen- 50 pence; studenten, en groepen van meer 40 pence. Het apparaat dit bedrag ter hand gesteld doodeenvoudig. Daarmee rustig bekijken en tegelijk de van de gids beluisteren. Hij uw commando; als u iets niet hebt, herhaalt hij het ter alleen. keurig ver- catalo- pond en bevat geschreven door Britse en Japanse professoren, over de politieke, economische en culturele ge schiedenis van het exotische Nippon dat voor de meeste westerlingen, ook al heb ben ze tegenwoordig veel Japanse pro- dukten in huis, nog steeds een wonderlijke en geheime wereld Is. Van de honderden afbeeldingen van geëxposeerde kunst voorwerpen In dit boek zijn er 96 In kleu rendruk. Om de „Grote Tentoonstelling over Ja pan" echt te kunnen appreciëren, is het trouwens nodig een beetje Japanse ge schiedenis te leren. Zo komt u aan de weet dat Edo vandaag Tokio heet. Zijn huidige naam kreeg het pas in 1868. Tokio betekent „oostelijke hoofdstad". In de pe- schiedenis van Japan luidt die naamsver andering het - einde van de Edo-periode in. Van toen af werd het land opnieuw war®n- wensten zij In Edo te leven over- volk zijn wil op drong. In 1600, na de beslissende veldslag van Sekl- gahara (de laatste tussen vijandige groepen), kreeg Ja pan voor het eerst een shogun, Toku- gawa lejasu, die re geerde over het hele land. Van toen af werd daar ner gens meer oorlog gevoerd. De nako melingen van lejasu, het geslacht van de Tokugawa's, heb ben Japan meer dan twee eeuwen lang bestuurd. Tokugawa lejasu had zijn hoofdkwar tier opgericht te Edo, een rustig ge hucht omringd door moerassige grond aan de oostkust van Japans grootste ei land. De oorspron kelijke bewoners leefden van land bouw en visvangst. Van het ogenblik dat lejasu alleen heerser was, duurde het niet lang meer of Edo werd de admini stratieve hoofdstad van het land. De stad breidde zich verrassend snel uit rond het versterkte palels van de dictator, die In Ja pan de vrede wist te bewaren door de aanvoerders van meer dan 250 clans te dwingen tweemaal per jaar een aantal pro minente familieleden naar Edo te sturen, waar zij telkens zes maanden moesten doorbrengen als gijzelaars van de Tokuga wa's. Oorlog tegen het centrale bestuur werd hierdoor onmogelijk gemaakt. Welvaart Die regeling had nog andere voordelen. Omdat de gijzelaars allemaal welgesteld Kosode (mantel met korte mouwen), versierd met hangende colonnes van strohoeden en waaiers, in rood, geel, blauw, bruin, limoengroen en goud. Einde van de Edo-periode. door een Mikado of keizer bestuurd. 200 Jaar vrede In het Edo-tijdvak was dit namelijk niet het geval. De Mikado had trouwens al in het eenkomstlg hun stand. Dit was erg bevor derlijk voor de financiële welvaart van de hoofdstad. Koop- en vaklui deden gouden zaken. De bevolking groeide gestadig. Bij het begin van de achttiende eeuw had Edo over het half miljoen Inwoners. Tegen 1800 midden van de negende eeuw het grootste v/as het met meer dan een miljoen ingeze tenen de grootste stad van de wereld, lejasu zorgde ook voor een strenge verde- deel van zijn macht en invloed verloren. Die waren hem ontnomen door het strijd- lustige geslacht van de Fujlwara's dat zelf ',n9 van Japanse volk in vier scherp af- een familielid uitkoos om een bepaald deel getekende klassen. Eerst kwamen de krij- van het land te besturen. Sedertdien leef- O®1* de samurai die niet met geld Afbeelding van de Nederlandse nederzetting op Nagasaki, circa 1810. Met inkt en diverse kleuren op papier aangebracht door Kawahara Keiga, een artiest die vaal met Nederlanders omging en hen vaak geschilderd heeft produceerden. Hierna volgden de vaklui, die meestal in de steden woon den. Dat waren metselaars, schrijn en lakwerkers, wa pensmeden, potten bakkers, wevers, papier-, Ivoor- en bamboebewerkers. De laagste volks klasse bestond uit algemeen geschuw-^ de maar toch on misbare kooplui: handelaars, geld schieters en tussen personen. Hoewel deze mensen offi cieel over geen en kel recht beschik ten, "waardoor zij zelfs geen stuk grond mochten be zitten, werden zij toch vaak erg rijk en gebruikten zij hun geld om zich kostbare dingen aan te schaffen. Zij werden dan ook de klasse van de kunstkenners. Deze sociale inde ling van het volk was absoluut. Wat Je was, hing af van je geboorte. Niemand kon daar Iets aan ver anderen. Toch weerspiegelde dit klassen- stelsel na verloop van tijd niet meer de werkelijkheid. De krijgers, die praktisch nooit meer moesten vechten omdat het bijna doorlopend vrede was, werden hoofdzakelijk bureaucraten. Hoewel zij grote sociale voorrechten genoten, be schikten zij niet over geld, een situatie die van hen echte economische parasieten maakte. De boeren daarentegen werden voortdu rend armer, omdat zij het grootste deel van hun Inkomen moesten afstaan aan de staat en de kooplui hun de laagst mogelij ke prijzen betaalden. De welvarendste klasse was dan ook die van de stedelijke handelaars, die evenwel geen enkele kans hadden om vooruit te komen In het leven en zelfs hun weelde niet ten toon mochten spreiden. Opstandige christenen Het christendom was In het midden van de zestiende eeuw door Portugese en Spaan se Jezuïeten, onder wie de heilige Francls- cus Xaverlus, naar Japan gebracht. In 1637 deed zich daar een grote opstand voor waarin de Japanse christenen een belangrijke rol speelden. HIJ werd op bloe dige wijze onderdrukt door het centrale militaire regime dat meteen besloot alle sporen van die vreemde godsdienst volle dig uit te wissen. De shogun die Tokugawa lejasu opgevolgd had, decreteerde voorts dat alle buitenlandse invloeden voortaan tot een minimum beperkt moesten wor den. Praktisch alle buitenlanders werden uit Ja pan gewezen. Buitenlandse reizen waren verboden. Er mochten geen oceaansche- pen gebouwd worden. Japanners, die in het buitenland woonden, kregen bevel daar te blijven. Wat de buitenlanders In Japan zelf betreft, werd alleen een uitzondering gemaakt voor Chinezen en Nederlandse calvinisten. Hollandse kooplui, die niet rooms waren, mochten blijven als zij beloofden geen be keringswerk te doen en zo weinig mogelijk contact met de plaatselijke bevolking te zoeken. Deze concessie ten aanzien van de Chinezen en Nederlanders had alleen tot doel de buitenlandse handel van Japan niet compleet in de grond te boren. Achterlijk en ontwikkeld Ondanks de kleine Chinese en Nederland se aanwezigheid In hun land zonderden de Japanners zich van 1600 tot 1853 prak tisch volledig af van de buitenwereld. In dat tijdperk de zogeheten Edo-periode ontplooiden zij zich als bekwame vaklui en grote kunstenaars. Hun cultuur groeide en bloeide zonder dat net land nog meer vreemde Invloeden onderging. Het kende ook geen Industriële revolutie. Vergeleken met het Westen was Japan In de loop van de Edo-periode tegelijk een verbazend achterlijk en toch sterk ontwikkeld land. Toen de Amerikanen in 1853 Japan voor het eerst bezochten met hun zwarte stoomschepen, waardoor de langdurige isolatie van het geheimzinnige Nippon ver broken werd, stelden zij tot hun grote ver bazing vast, dat de Inwoners daar nog met pijl en boog, zwaarden en musketten ge wapend waren. Als voortbewegingsmiddel kenden zij alleen het paard. Ook hadden ze nog nooit vaartuigen gezien, die geen zeilen nodig hadden om de zeeën te beva ren. Een ander merkwaardig verschijnsel was, dat de Japanners met hun Amerikaanse bezoekers Nederlands wilden praten. Dat hadden ze geleerd van de Hollandse calvi nisten op Nagasaki. Ze kenden geen enke le andere westerse taal. Pas jaren later werd in Japan het Nederlands door Engels vervangen. Historische indeling Na de komst van de Amerikanen hebben de Japanners niet vëel tijd nodig gehad om de technologische en Industriële voor sprong van het Westen In te halen en zelfs voorbij te streven. Dat ze dit zo snel en zo goed konden doen, dankten ze in grote mate aan hun Edo-periode, die een sterke spoorslag was geweest voor hun noeste ij ver en hun voorbeeldig vakmanschap. „De Grote Tentoonstelling over Japan" in Lon den is een welkome gelegenheid om dat te leren begrijpen. Ze geeft ons een beter in zicht In de beschaving en cultuur van een land dat door zijn lange vrijwillige afzonde ring een bijzonder geheimzinnig en exo tisch karakter heeft gekregen. In de twaalf zalen van de tentoonstelling zijn de Japanse voorwerpen duidelijk ge rangschikt in hun historische volgorde. De bezoeker maakt eerst bondig kennis met de tijd die aan de Edo-periode voorafging. Hierna zijn de bezienswaardigheden inge deeld volgens de respectieve Japanse klassen: het keizerlijk hof, de shoguns, de samurai, de landbouwers, vissers, vaklui en kooplieden. De tentoongestelde voorwerpen komen uit meer dan 200 particuliere en openbare verzamelingen, waaronder die van de kei zer van Japan en talrijke Japanse nationa le musea. Sommige dingen werden zelfs nog nooit in Nippon geëxposeerd. Het grootste deel van wat nu In Londen te zien is, zal nergens anders meer gezamenlijk tentoongesteld worden. Omdat hun kunst voorwerpen zo fragiel zijn en ze dus niet goed tegen reizen kunnen, zullen de Ja panners ze beslist niet gauw meer uit hun eigen land laten vertrekken. De tentoonstelling In Londen Is dus werke-' lijk een uitzonderlijke gelegenheid om ken nis te maken met Japanse kunst en Ja pans vakmanschap van een verbluffende pracht en kwaliteit. Het Japanse koloriet op papier, zijde en porselein Is vaak won dermooi. ROGER SIMONS Springende tijger met de snuit van een tamme poes, in inkt op papier geschilderd door de talentrijke ouiboku-kunstenaar Nagasawa Rosetsu (1754-1799). Dit is één van zes schuifdeuren, die samen een geheel vormen. Twee Japanse houtgravures met ster* Chinese inslag van de hand van Kubo Shumman (1757-1820). De afbeeldingen stellen een restaurant voor op de oever van de Sumida.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 19