w Harm Wiersma mist echte bezetenheid Toekomst ziet er zonnig uit voor Roy Somer wel lef Meester r ViléheefU SPORT Heeft u weester Vilé vanï week nog in het Journj^ gezien? Die man durfde |l hè, vond u ook niet? ]M hetzelfde moment dat bekend gemaakt dat de t tale schuldenlast van l betaalde voetbal inmidd was opgelopen tot 38,5 nj joen leverde meester life 1 daar dood gem oeder&M nog eens het bewijs vm J Hoe die extra maatregeT voor beveiliging van de j derlandse voetbalveld dan wel moesten worcl betaald, vroeg de Joürna)E interviewer. Dan moeterlL j ministeries van financr en crm maar over de komen, antwoordde /nejk ter Vilé doodleuk. Alson 1 overheid al niet voldoe!) bijspringt om het zieltogèt01 de profvoetbal buiten (dg sterfbed te houden. Maar meester Vilé he, durf. Dat heeft hij al eerier bewezen. Toen meester H Jj enige jaren geleden de L kende Hogewoning-corP^r tot opkrassen dwong liet) 1« er geen twijfel over besta jy dat alles wel even beter I u worden geregeld. i D meester Vilé aan het n O1 van de ook toen al dg meer zo erg zeewaardL voetbalboot zou de sfo" wel worden bedwongenBn de veilige haven worij-jj, opgezocht. Welnu, de sfrji ding is nog niet helemJ: een feit, maar de wrak M schuit van meester Vili^Q de ondergang wel zeer t bij. Maar op de brug sl 1 meester Vilé nog stefreS even onvervaard zijn mando's tqgen de wind brullen als toen hij' de los plank voor zich liet uiti gen. Financiën en crm maar bijspringen, moet inderdaad wél hebben. Vooral als je heidssteun toch al stevig de waagschaal is ges 'EI door je weigering paalde kandidaat een vakbond in je best g op te nemen. Maar mee Vilé, die er zo prat op e- op een zakelijke manier vergadering te leiden daarbij niet schroomt mensen die wat minder de tongriem zijn gesnèen dan hij zelf de monc snoeren, vaart daar !r j makshalve met boog omheen. Onder motto kennelijk:m zondvloed. De aversie tegen Vilé begint toe te Ook bijvoorbeeld door J waarschijnlijke betroi heid bij het door gebruik van zwart dreigende faillissement FC Utrecht. Daar zeti ooit in de hockeywereU gonnen en later als stuurslid van FC Utx verder omhoog geklomi meester Vilé zijn opi naar de hoogste bestuui gionen in de voet bal wi in. FC Utrech t is bankroet, de KNVB weg er heen. Maar mei Vilé deert dat niet. roept brutaalweg dat fi ciën en crm die be\ gingsmaatregelen tendeels moeten Alsof niet in tijds de exploitatieteko met 5,5 miljoen gulden gestegen. Je moet maa hebben, maar meester beschikt over die hoedi heid. Natuurlijk, het streven betere beveiliging is waardig. Het is dan 01 gedegen werkstuk meester Vilé deze wee/ka ontvangst mocht nei Maar er is geen geld en dan loopt elk plan Overigens, de studied^ missie vertelde Vilé onder meer voetbalstadions, die to< vrij veel weg hebben gevangenissen (waarti in sommige Zuidai kaanse dictaturen gelmatig worden gebi met hun hoge hekkei peletons mobiele zouden moeten voorzien van een arrt tenkamer. Daar oververhitte jongelingei v< delijk worden opgesS 01 om vervolgens, ook s aanbeveling aan Vilé, pijlsnel te worden recht. Nog even en een volgtP^ studiecommissie, ingetë] door de opvolger van rA i ter Vilé, stelt /sofeercic] en gaskamers voor iiin. voetbalstadions. Vilé vindt het allemaa ma plannen, als finaA en crm maar voor de- ten opdraaien. Maar F zullen ze zich wel drié bedenken voor ze de mele schuit van Vilé opnieuw voorzien de nodige stoplappen, Ipr meester Vilé eerst zelf /er eens schoon schip nif^e Zo lang dat niet wat lukt dan tot dusver crm en financiën de terecht afhouden. Ono?' alle lef van meester Vr TINUS L. Bgt LEIDSE COURANT ZATERDAG31 OKTOBER 1981 PAGINA lolü LEEUWARDEN - Harm Wiersma gaat riskant spel niet uit de weg in zijn maandag in Rotterdam beginnende revanche kamp om de werelddamti tel tegen de Rus Anatoli Gantwarg. In zijn voorbe reiding heeft de 28-jarige Leeuwarder grootmeester zich samen met Ton Sij- brands en Auke Scholma intensief beziggehouden met het zoeken naar nieu we wegen bij bestaande systemen. „Wat wij bestu deerd hebben, is wel een beetje riskant. Analytici zullen alle moeite hebben het te volgen. Mensen op topniveau zouden zeggen: dat is link. Maar ik speel wat ik zelf aan kan en ga natuurlijk geen overant- woorde dingen doen", al dus een op revanche ge brande Wiersma. De risico's die hij als uitdager van wereldkampioen Gant warg, indien mogelijk, gaat nemen, zijn getoetst op hun tactische waarde. Alvorens hij ook nog maar één zet heeft ge daan, hebben daar al honder den uren van studie ingezeten. Kan het beoogde op het bord komen? Hoe zit het met de tijdverdeling als je'een moei lijk systeem speelt? Kun je de spanning aan van het riskant spelen? Dat zijn allemaal vra gen, waarover Wiersma zich met Sijbrands en Scholma heeft gebogen. Hierbij heeft hij ook de hulp van een psycho loog ingeroepen. „Die begelei ding had ik wel nodig om echt serieus bezig te kunnen zijn. Het vereist tenslotte iets ex tra's, omdat je psychisch bezig bent". Behalve geestelijk heeft Harm Wiersma zich ook fysiek op de krachtmeting met Garttwarg voorbereid. Toen hij enkele ja ren geleden nog in Drachten woonde was het karate waar nij zich mee bezig hield, maar nu heeft hij zich beperkt tot joggen. „Als je fris en fit aan de start wilt komen hoort dat er bij. Anders kun je je niet een maand lang iedere dag maar weer tot het uiterste ge ven en anders ben je veèl eer der vatbaar voor eventuele ir ritaties". Een kick Wiersma zegt van het lopen bovendien een kick te krijgen. Ook bij deze bezigheid, zo heeft hij ontdekt, moet hij zichzelf in de hand houden en zeggen: tot zo ver ga ik. Met het dammen gaat het volgens hem net zo. Toch vindt Harm Wiersma zich nog niet helemaal ideaal voorbereid om aan de twintig partijen omvattende twee kamp te beginnen. Hij noemt zichzelf niet zo'n perfectionist („Het damspel is te moeilijk om te spelen met de gedachte dat je alles weet"), die dusda nig bezeten is van de dam sport, dat hij elke afleiding kan weerstaan. En dat is bij zijn voorstudie van het WK wel eens lastig gebleken. Als bondscoach van de Koninklij ke Nederlandse Dam Bond had hij zijn verplichtingen, hij moest regelmatig een rubriek bij zijn krant inleveren en door ziekte van zijn vrouw kon hij ook zaakjes van huis houdelijke aard niet zo maar eventjes afwentelen. „Ik ben van alle kanten wel afgeleid en dat heeft het bij de voorbe reiding wel een stuk moeilij ker gemaakt. Maar dat krijg je als je, zoals ik, die bezetenheid niet hebt". Overigens is de Leeuwarder beroepsdammer er wel blij om dat hij niet zo'n type is dat de hele dag achter het dambord zit. „Ik zou het een tekortkoming van mezelf vinden, zo wereldvreemd al leen maar met het dammen bezig te zijn. Ik kan het trou wens ook niet opbrengen en vind het bovendien niet ger zond". Alleen als Wiersma speelt, bouwt hij een stuk wereldvreemdheid in. Hoewel zelfs dat hem nog wel eens te gen valt. NIEUWEGEIN Aan vankelijk houdt Roy So mer zich op de vlakte. De voormalige inwoner van het Drentse Smilde, zegt dat hij naar het westen (Nieuwegein) is vertrok ken om dichter bij Rotter dam te zitten om zodoen de veelvuldiger de bok- strainingen bij Theo Hui zenaar te kunnen volgen. „Ik heb daar meer moge lijkheden om mi} te ont wikkelen", vertelt hij, „en ik ben nu 28 en zo langza merhand moet het er maar eens van komen". Tot zo ver geen leugens; dat zeker niet, maar de voornaamste reden dat Roy Somer begin vorig jaar naar het westen van het land verkaste, zit er niet bij. Een echtscheiding en moeilijkheden met de autorijschool die hij in Smilde bestierde, noopten hem tot zijn 'vlucht'. Roy Somer geeft dat later ook toe. „Privéproblemen, dat was de belangrijkste aan leiding voor mijn ver trek", zegt hij dan. Na een lichte aarzeling is hij ook bereid om er over te pra ten. Vraagt echter wel om de zaak niet al te drama tisch weer te geven. Dan vertelt hij zijn verhaal, van zijn vrouw die van de een op de andere dag bij hem weg was, over zijn kinderen die hij zo veel ring terug te keren. „Ik heb toen vaak gedacht, basta met die boksport. Gelukkig is het er nooit van gekomen. Want dan was ik nog dieper in de put geraakt. Vooral dank zij Theo Huizenaar ben ik door gegaan. Als ik weer eens ter neergeslagen was, dan kwam Theo weer om mij op te beu ren en hij slaagde er dan iede re keer weer in om mij zoda nig te motiveren dat ik weer ging trainen". Voor de 81-jarige Rotterdamse manager heeft Roy Somer dan ook een grote bewondering. „Ondanks die leeftijd is hij nog hartstikke kien en enorm bij de tijd", oordeelt Somer. „Ik lean in ieder geval nog vrese lijk veel van hem leren. Bo vendien is Theo niet alleen mijn trainer en manager maar ook een soort vriend van mij geworden. Ook privé houdt hij mij in de gaten. Een uitbuiter is hij ook niet. Toen ik het fi nancieel moeilijk had, zei hij bijvoorbeeld: ik neem nu geen provisie van jou Roy Somer. Nou waar maak je nog zoiets mee? Hij zit al 65 jaar in het vak en weet daardoor precies wat er in de bokssport aan de hand is. Zijn adviezen zijn bij na altijd juist. Als ik iets van plan ben, wat in zijn ogen niet goed is, dan zegt hij vaak: niet doen Roy. En als ik dan vraag: waarom niet Theo, dan legt hij mij dat haarfijn uit en later blijkt dan vrijwel altijd dat die die „ouwe" toen toch weer ge lijk had". Handicap Afgelopen maandagavond bokste Roy Somer, die over morgen in het gala in Rotter dam in actie komt, in Assen zijn 20e partij in het bantam- gewicht. Hij zette dat gevecht binnen veertig seconden in winst om en behoort nu tot de eerste serie. „Internationaal gezien heb ik nog niet veel partijen gehad. Dat is een han dicap. Daar staat echter tegen over dat ik allemaal wel zware partijen heb gebokst. Er waren geen „vuilnisbakken" bij. Straks hoop ik daar de vruch ten van te plukken. Eerst in december om de Nederlandse titel boksen en dan later mis schien een Europees titelge vecht. Ik weet niet of ik al rijp ben voor een Europees kam pioenschap, maar als die Sou ris (de Fransman die hij op 5 oktober in het Rotterdamse sportpaleis Ahoy in de derde ronde knock-out sloeg) om de Europese titel kan boksen dan denk ik dat ik dat ook kan. In ieder geval werk ik wel naar een dergelijk gevecht toe. Ie dere bokser die een beetje suc ces heeft, streeft er toch ook naar om eens om het Europees kampioenschap te boksen. Af gezien van het geld dat je daarmee kunt verdienen is het toch ook een eer". Momenteel stroomt het geld nog niet in grote hoeveelheid bij Somer binnen. „Een vetpot is het niet", beaamt hij. „Een bungalow er van neerzetten kan ik bijvoorbeeld niet, maar ik kan er wel van leven, ruim zelfs. Nu investeer ik nog, pas als ik een titel heb, kan ik echt gaan verdienen. Ik beraad mij nog wat ik in de toekomst ga doen. Al heb ik nog even de tijd, want ik kan zeker tot mijn 35ste doorgaan met bok sen. Zolang ik boks blijf ik in het westen wonen, daarna keer ik misschien wel naar de Drentse omgeving terug. Drente is een mooie provincie en de mensen zijn er veel ge moedelijker en vriendelijker dan in het westen, waar de mentaliteit vaak keihard is". JAN MENNEGA Ruime blik Wiersma heeft zich het afgelo pen half jaar niet alleen met zijn eigen spel en dat van Gantwarg vermaakt, ook mocht hij een ruime blik in de „keuken van de organisatie" werpen. Hoewel hij wel tevre den is over de opzet van de tweekamp met partijen door heel Nederland, waren er toch wat teleurstellingen. „Het is. niet zo soepel verlopen als we gewild hadden: De KNDB heeft de clubs een oproep ge stuurd om de interesse voor de organisatie van één van de rondes te peilen. De reactie hierop komt me matig voor. In het begin leek het nog wel aardig, maar wat er uiteinde lijk uitkwam niet. Het kost de clubs geld, waardoor het op bepaalde plaatsen gewoon niet van de grond te krijgen was. De structuur van de opzet is misschien op zichzelf niet slecht, maar het mist een stuk pragmatiek". Als het aan Harm Wiersma had gelegen, had de tweekamp ook een gro ter omlijstend programma ge kregen. „Er zijn best artiesten en kunstenaars met sympathie voor het dammen, maar er was geen geld voor. Jammer". De enige niet gebruikelijke randgebeurtenis naast het dammen wordt waarschijnlijk een voetbalwedstrijd tussen FC Groning'en en het Russi sche nationale elftal. Het was een idee van Wiersma zelf om deze wedstrijd op poten te zet ten. „Mijn bedoeling is ook een ander soort mensen voor het dammen te interesseren". Ver der wordt de tweekamp om lijst met de bekende dingen. Sijbrands verzorgt dagelijks een demonstratie („Zelfs voor de leek kan hij het op een ma nier brengen die de moeite Waard is") en er zijn simul taan- en oploswedstrijden. Derde keer Wereldkampioen Gantwarg en zijn uitdager Wiersma zitten in de novembermaand voor de Harm Wiersma hoopt dat de vijf maanden voorbereiding vrucht zullen afwerpen in de vorm van de wereldtitel. derde keer in een tweekamp om de wereldtitel tegenover elkaar. Nadat de Friese dam mer in 1976 voor de eerste maal wereldkampioen was ge worden, eindigde Gantwarg op het WK-toernooi van 1978 naast hem. Een herkamp van zes partijen moest in maart van' het jaar daarop de kam pioen aanwijzen. Net in een voor Wiersma persoonlijk moeilijke periode won de Rus met 7-5. De Leeuwarder groot meester had door dit resultaat recht op een revanchekamp en die kreeg hij in oktober 1979. In deze spannend verlopen tweede confrontatie in tweek- ampvorm tussen beide kemp hanen wist Wiersma de titel te heroveren: 22-18. Vorig jaar raakte hij het kampioenschap opnieuw kwijt aan Gantwarg. in Mali toonde deze zich na melijk de beste. „Zo'n toernooi kun je beter ook niet als wereldkampioen spelen, want al je tegenstanders zijn dan ex tra gemotiveerd om juist tegen jou een puntje te pakken. Dat is een ontzettend groot na deel", aldus Harm Wiersma hierover. Voorzichtiger Dged hij bij zijn vorige twee kamp tegen Gantwarg nog uit latingen als zou hij het wel even winnen, nu stelt Wiers ma zich iets voorzichtiger op. „Het wordt weer een spannen de en mooie match, omdat wij alletwee geen spelers zijn die afstand bewaren. Maar ik houd het wel op mezelf". Niet alleen uit sportief oog punt, maar ook op financiële gronden wil Wiersma winnen. „Als ik verlies had ,ik beter een maand heel hard kunnen werken. Dan is het de moeite niet waard zo'n half jaar er voor uit te trekken. Bij winst is het wat anders", zegt hij schertsend met het oog op de bedragen waar beide dammers om zullen strijden. Harm Wiersma maakte voor het eerst kennis met het spel van Anatoli Gantwarg op het Suikerdamtoernooi van 1969. De Rus speelde toen nog in de meestergroep en won „genade loos", zo weet Wiersma zich te herinneren. „Op één remise na won hij, geloof ik, alles. Ik heb vanaf die tijd zijn spel ge volgd". Na de laatste confron tatie tussen de landenploegen van Nederland en Rusland heeft de Fries niet meer zo veel partijen van zijn tegen stander gezien. Gantwarg speelde nog een soort provin ciaal kampioenschap, waarvan Wiersma de partijen heeft ont vangen. Veel meer weet hij momenteel ook niet. Wel hoorde de uitdager, dat Gant warg er bij zijn aankomst in Nederland de afgelopen maan dag florissant uitzag. Niet ongelukkig Wat de manier van spelen van zijn Russische tegenstander be treft, is Wiersma niet ongeluk kig. „Zijn spel ligt me wel. Er zijn wel tegenstanders tegen wie ik beroefder aan kijk. Tsjegolev ligt mij bijvoorbeeld een stuk minder. Niet dat zijn spel het grootmeesterniveau niet waard is, maar hij speelt erg behoudend en rustig. En dat spreekt me niet zo aan. Gantwarg speelt veel attractie ver. Interessanter ook. Bij hem kun je nog wel eens een be paald plan verwachten, waar van je opkijkt", aldus Wiersma tenslotte uitkijkend naar de nieuwe ontmoeting met Gant warg. mogelijk probeert te zien en over de geringe finan ciële middelen waarover hij in die periode beschik te. Roy Somer heeft het moeilijk gehad, dat wordt wel duide lijk. Maar hij heeft zich er bo venuit geknokt, zegt hij, en in middels ziet de toekomst er voor Somer er weer een stuk zonniger uit. Hij heeft een nieuwe levensgezellin gevon den en vult zijn dagen nu vol ledig met boksen. „In 1978 ben ik al prof geworden", zegt So mer. „Maar toen had ik die rij school er gewoon bij. Eigenlijk kan zo'n combinatie niet, 0171- dat je op die manier je aan dacht niet alleen bij het bok sen hebt, maar Ook bij je zaak. Bovendien kon ik, doordat ik door de week rijlessen gaf al leen maar in de weekends naar Rotterdam om te trainen. Ik heb dat een paar jaar ge daan, maar bevordelijk voor het boksen was dat natuurlijk niet. Vandaar waarschijnlijk ook dat ik een beetje ben blij ven stilstaan in mijn ontwik keling. Nu train ik tweemaal per dag en dat bevalt mij uit stekend". Basta met boksen Toch heeft het er enige tijd naar uitgezien, dat Roy Somer voor de bokssport verloren zou gaan. In de moeilijke periode die hij nu achter de rug heeft, speelde Somer regelmatig met de gedachte niet meer in de Roy Somer, inmiddels eerste serie, hoopt over niet al te lange tijd in een Europees titelgevecht uit te komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 10