et heilig uur is |een beetje erdwenen I.G.A. WAGNER: ttiinezen waren hlumbusvoor rdreven optimistisch is mr. G. A. Wagner, president- nmissaris van Koninklijke Shell en voorzitter van de raad van 1»,fimissarissen van de Nederlandse Bank niet in bijgaand >«k rview. Maar mogelijkheden voor ons land ziet hij zeker. Een jjrtuiging, die wordt gedeeld door de „Adviescommissie nifake het industriebeleid", waarvan mr. Wagner voorzitter is gidie enkele maanden geleden de regering rapport uitbracht {Miar de toekomst van onze industrie. "•heer Wagner betoogt, dat het niet alleen gaat om het buiten van onze sterke industriële kanten, maar ook om Ier idealisme en meer realisme. Een verschuiving, die lens de heer Wagner langzaam maar zeker op gang komt. :e economische situatie, zegt hij, is moeilijk, maar niet loos. Als we niet meer geloven in een oplossing van de ige problemen, dan is dat het begin van het einde. doemdenkerij of pessimisme moet er zijn, maar geloof en ousiasme. Mr. Wagner bepleit een nieuw élan. Dat moet weer uit het slop halen. Niet wijzen en zoeken naar isdoeners" als oorzaken van alle misère. Die zijn letwijfeld interessant voor de economische ihiedschrijvers, maar wie vooruit wil, moet kijken waar hij itaat en van daaruit verder gaan. HAAG Bij de huidige economische l3men heeft Nederland in vergelijking idere, grotere landen met twee extra T«IJkheden te maken: de open econo- 3®lfdie we als klein land gedwongen zijn onberen leidt enerzijds tot een concur- in b In de eigen thuismarkt; anderzijds aarfen we als klein land exporteren en Y ,de concurrentie aangaan op andere Tl? [ten. „Als dat gebeurt In een tijd, de hele wereld een soort verzadl- ipunt schijnt te hebben bereikt, rt dat onze posltii pwoon moeilijk". sombere, maar nuchtere constatering mr. G. A. Wagner. De vroegere presi- i-directeur nu president-commissa- - van de Koninklijke Shell houdt er van al te tragisch te doen. Bij de pak- neerzitten is iets wat hem duidelijk ligt. Daarom ziet hij er ook het nut niet ^Jn om lang stil te blijven staan bij de de misère. ^■moeten de schuld niet geven aan de ^d om ons heen. Wij horen daar zelf bij. We moeten bekijken wat we óók b omstandigheden ten goede kunnen i. ik vind, dat het onze eerste taak is Bre afbrokkeling te remmen, zo niet te komen en tegelijk nieuwe dingen te 'lieren". rapport, dat de commlssle-Wagner is heeft uitgebracht is nadrukkelijk sterke punten van onze Industrie in. En sterke punten zijn er om juist te buiten. Hoewel de heer Wagner iport geen „blauwdruk" wil noemen, hij, dat er voldoende punten in zijn len om bij aan te knopen. „Onze llg- onze havengebieden met een achter van 300 miljoen mensen, zijn uniek. Ik wel, dat iedereen dat weet, maar la te het niet vergéten. Want de voorde- laarvan zijn niet uitgeput", lelden ook voor de landbouw en de iingsmiddelenindustrie, maar er zijn V meer terreinen waarop Nederland in W Blijking met het buitenland duidelijk delen heeft. Men zou denken, dat die n de heersende somberheid zouden jen wegnemen. Toch lijkt dat er niet maal op. Een kwestie van onderschat- i nodig ir: „Ik kan niet categorisch zeggen, ij onszelf onderschatten. Dat durf ik laar het risico, dat Ik die indruk wek, wel lopen. Daarom spreken wij In ïapport ook van élan, dat geloof, ver ven, inzet, doorzettingsvermogen en isiasme suggereert. Wat koop je voor? Volgens mij een heleboel, want rat wij in de hand hebben, kunnen we Jwat doen, ook al hebben we heus wel fokke punten. Maar dan moeten we ons ïy l| wel gezamenlijk voor inzetten. Het "imoet van de mens komen. Laten we Heft niet de natuur en de geografie 'luid geven". llige vuur, dat net van elk initiatief is kan maken, is wat verdwenen, wijt deze enigszins gemakzuchtige ëASlng aan het feit, dat het allemaal zo Bkkelijk is geweest in de naoorlogse groeiperiode, In schril contrast met Japan. „Wij zaten In een wereld, die aan alle kan ten groeide. Europa had een geweldige historie en traditie en toegang tot de oude koloniën. Japan had niets. Alleen maar een massa mensen, maar geen grondstof fen. Alles moest geïmporteerd worden. Het wapen van de Japanners bestond niet alleen uit hard en efficiënt werken, maar vooral kwaliteit en betrouwbaarheid. In mijn jeugd lachte je om een Japanse fiets. Als je nu familieleden ontmoet en ze heb ben een nieuwe auto gekocht, dan is dat een Japanner. Die auto's vindt men zulke goeie dingen en ze zijn ook nog een paar honderd gulden goedkoper". Hiermee wordt, volgens Wagner, heel zui ver het onderscheid aangegeven tussen de westerse en de Japanse produkten, ook zoals de consument dat aanvoelt: eerst kwaliteit en dan pas de prijs als beoorde- llngsfactor. Wij zijn voortdurend bezig met efficiency, maar Japan, zoals Wagner het noemt, vooral met „excellency", een com binatie van kwaliteit en efficiency. Een uit gangspunt, dat hij van harte onderschrijft: „Onze kracht over de hele linie moet wor den gevonden in kwaliteit en service en moet natuurlijk op het stuk van de kosten concurrerend zijn. In die volgorde zou ik bijna zeggen. „Kosten, kostenl", wordt er voortdurend geroepen, maar als de kwali teit, betrouwbaarheid en service goed Is, kun je je op het gebied van de kosten toch wel wat meer permitteren". Samenwerking Nederland kan volgens mr. Wagner nog meer van de Japanners leren. Dat betreft vooral de samenwerking tussen de grote multinationale bedrijven en talloze kleine bedrijfjes. „Wij hebben ook verschillende multinationale bedrijven, waarvan vaak ai- leen de nadelen die er ook wel zijn worden genoemd. Maar er zijn ook niet te verwaarlozen voordelen. Die liggen bij voorbeeld in de samenwerking met kleine re bedrijven, die kan worden opgevoerd. Japan is daar sterk in. Wij kijken wel naar al die Sony's en Mitsubishi's, maar zij zijn Japan niet alléén; daarachter zitten hon derden, duizenden bedrijven, die voor en met hen werken". Over de kwaliteit van de Nederlandse pro dukten wil mr. Wagner niet zonder meer stellen, dat zij niet goed zou zijn. Integen deel, vindt hij zelfs, maar wil men een klant winnen of behouden, dan blijft het zaak waakzaam te zijn en te verbeteren wat er nog te verbeteren valt. „Het klinkt natuurlijk vreselijk ouderwets, maar de wereld is hard. Natuurlijk, er zijn sociale aspecten en die zijn net zo belangrijk, maar economisch gezien werk je voor de klant, die het produkt moét kopen. Hij moet het betalen met geld, dat hij zelf eerst verdiend moet hebben. Dat Is voor hem ook een sociaal-economisch pro bleem. Hij wil zijn geld niet verkwisten en doet dat ook niet. Dus koopt hij bij jou als Je aan zijn eisen voldoet en hij geen betere keus heeft. Voor hém, niet voor joul Nie mand vindt, dat hij ons levensonderhoud verschuldigd Is. Ethisch zou het misschien anders moeten zijn, maar zo zit de wereld niet in elkaar". WASHINGTON De Amerikanen hebben de afgelopen week Columbus-dag gevierd. Nou ja gevierd, In sommige staten is het een officiële feestdag, andere staten rom melen maar wat aan. Hoe dan ook, op 12 oktober was het precies 489 jaar geleden, dat Chrlstoffel Columbus zoals het In de geschiedenisboekjes heet „Amerika ont dekte. Ware het niet, dat de man ook nog een verwoestende stunt heeft uitgehaald met, een el, dan konden we de heer C. Colum bus net zo goed vergeten, of hooguit bij zetten in de rij van wakkere borsten, die eeuwen geleden In feite de eerste ruimte vaarders waren. Om te beginnen arriveer de Columbus op die twaalfde oktober 1492 niet bij het vasteland van Amerika, maar bij een van de Bahama-eilanden. Magelhaan, naar wie een straat in het ui terste zuiden van Zuid-Amerika is ge noemd, zou volgens nogal wat historici de eerste zijn geweest, die voet aan wal heeft gezet op het Amerikaanse vasteland. Maar ook op andere wijze Is er al flink aan de poten onder Columbus' stoel (en daarmee ook die van Magelhaan) gezaagd. Afgezien van het feit, dat Amerika al vele eeuwen voor Columbus werd bewoond door India nen (vla de ooit vaste noordelijke verbin ding tussen Azië en Amerika overgekomen Aziaten) zijn er nogal wat aanwijzingen, dat Columbus ook Is voorafgegaan door Vikingen onder leiding van ene Leif Erlk- son. Intussen is echter al weer een nieuwe the orie aan de reeds bestaande verwarring toegevoegd. Vrijwel op Columbus-dag pu bliceerden twee Amerikaanse geologen de resultaten van een onderzoek, waarmee ze bijna zeven jaar zijn bezig geweest. Vol gens Larry J. Plerson en James R. Mo- riarty Is Amerika ontdekt door de Chine zen. Het begon allemaal In 1975, toen kreeften- visser Bob Melstrell uit Los Angeles geen kreeft meer kon verschalken en de zeebo dem begon af te schrapen op zoek naar schelpen. En wat haalde hij op, geen drie- pits- petroleumstelletje, waarvan het mid delste pitje nog brandde, maar een grote steen met een gat in het midden, over blijfsel van een oud schip. Geologische la boratoria In de Verenigde Staten, Japan, Taiwan en China kwamen tot een conclu sie: De steen komt uit China én vertoont grote overeenkomst met de stenen, die meer dan tweeduizend jaar geleden als ankers werden gebruikt op Chinese sche pen. Een Chinese historicus heeft al eens gezegd het bewijs te hebben, dat een Boeddhistische monnik in de vijfde eeuw Is teruggekeerd van een reis naar een land dat hij Fusang noemde en dat volgens de Chinese historicus vrijwel zeker het huidi ge Mexico moet zijn geweest. •Pierson en Moriarty vinden in eigen land overigens weinig gehoor met hun nieuwe theorie. Ze publiceerden hun bevindingen in het antropologische tijdschrift van Ca nada en zijn van plan bij verdere onder zoekingen nauw samen te werken met Chinese deskundigen. De meeste Ameri kanen blijken niet erg geïnteresseerd in de nogal warrige ontdekkingsgeschiedenis. Sommige Amerikanen menen trouwens dat „het echte Amerika" pas Is ontdekt door ene Ronald Reagan. DICK TOET Mr. G. A. Wagner Kwaliteit en betrouwbaarheid moeten niet alleen gelden voor de produkten, maar net zo goed voor de houding en het gedrag van de mensen zelf. „Het gemak, waarmee mensen In het algemeen afspraken niet of te laat nakomen, Is ontstellend. Maar ik denk, dat het in deze harde tijd wel beter gaat worden. Hier en daar zie je dat al. Het is wel hoog tijd. Het Is alleen hard, dat er zulke omstandigheden voor nodig zijn". Wat voor mensen geldt, gaat volgens Wagner ook op voor de commerciële in dustriële dienstverlening. Hij heeft het ge voel, dat de afgelopen jaren de mensen en niet alleen in Nederland teveel van de veronderstelling zijn uitgegaan, dat de wereld hen zonder meer levensonderhoud verschuldigd was. Correctie „Er komt nu een grote, hardhandige cor rectie. Het grote gevaar is alleen, dat we bij het herzien en herijken van de criteria voor hetgeen de mensen zelf voor hun re kening moeten nemen en wat anderen voor hen moeten doen, naar de verkeerde kant doorslaan. Dat zou best kunnen. Dat is een stuk van de politieke strijd van dit moment. Ik weet het antwoord ook niet op dit probleem. Met vallen en Opstaan zullen we naar een nieuw evenwicht toe moeten, waarschijnlijk op een iets lager niveau. Maar er kan ook wel iets af zonder dat het een echte ramp wordt". Men komt dan terecht bij vraagstukken als nivellering. De hele theorie daaromheen, waarbij sommigen maximum grenzen stel len van een inkomen van drie of vijf maal modaal, Interesseert Wagner niet zo. Het sociaal-economisch systeem, waarbinnen de mens moet leven en werken, acht hij veel belangrijker. In zijn ogen zou dat ge baseerd moeten zijn op de mens, zoals deze in wezen is. „Ik geloof niet, dat je uit moet gaan van de mens zoals die zou móéten zijn. Dat werkt niet. Als je toch uitgaat van dat wensbeeld de sociaalvoelende, goede, betrouwbare, eerlijke mens en je merkt, dat dit niet bestaat, dan loop je het gevaar te komen tot een politiek systeem, dat het dan wel eens zal opleggen. Als je die dwang niet wenst, moet je terug naar de mens zoals hij is. Dan moet je prikkels en beloningen inbouwen en risico's tolereren. Natuurlijk met vangnetten voor de zwak ken. Die gedachte zit unaniem in ons rap port". Terug dus van het Idealisme naar het rea lisme, een verschuiving, die volgens Wag ner al wel op gang begint te komen. Het probleem blijft echter, dat de samenleving vol precedenten, structuren en systemen zit, die gezamenlijk tot een verstarring hebben geleid die veranderingen bemoei lijkt. „Dat is ook weer die menselijke na tuur". Vrijheid Het blijft de vraag hoever je moet gaan met een aanpassing van het systeem aan de mens. De commissie-Wagner sprak van het herstel van de opvatting, dat extra In spanning en groter risico ook daadwerke lijk beloond zouden moeten worden, na tuurlijk met alle noodzakelijke bescher ming van hen, die daartoe niet in staat zijn. Mr. Wagner wijst ook op het vraagstuk van de sociale grenzen aan de groei. Bij het bereiken van de grenzen van de ex pansie In het algemeen, kwamen er tal van remmende effecten op de Individuele vrij heid ten gunste van het grotere geheel. „Wat is het juiste midden tussen grote vrijheid en grote gebondenheid? Bij Je keuze, voor zover je die hebt, tussen de vrijheid van ondernemen en de gebonden heid van de planeconomie, moet je ook denken aan de persoonlijke en algemene politieke consequenties. Vrijheid spreekt de menselijke natuur het meeste aan en gebondenheid is iets wat hij eigenlijk niet wil". „Sommige mensen roepen wel dat alles gelijk moet zijn. Een reuze sympathieke gedachte. Maar als ik weet, dat die gelijk heid alleen kan worden verkregen op het kerkhof of in een samenleving waar gewel dige dwang heerst en de mens in zijn uitin gen, Initiatief en aspiraties onderdrukt wordt, dan wil Ik die prijs niet betalen. Als ik dus de volledige vrijheid niet kan krij gen, omdat we de grens hebben bereikt, dan moeten we met minder genoegen ne men. We hebben een gouden tijd gehad na de oorlog, toen de wereld volledig ka pot was en de economische stimulans overal was. Maar het werk is nu voor het grootste gedeelte geklaard. Een extra pro bleem vormt de economische opkomst van landen, die we zelf hebben vrijge maakt en terecht hebben geholpen". Overigens meent de commissie-Wagner, dat juist in die opkomende landen nieuwe mogelijkheden liggen voot de industrie van de „oude"wereld. Daar zijn ook nieu we markten te vinden. Groei is niet iets dat alleen jezelf aangaat. De expansie van één persoon raakt ook mensen in zijn directe of zelfs wijdere om geving. En daarmee wordt men gevangene van de eigen verantwoordelijkheden, zoals mr. Wagner dat noemt. Je krijgt dan te maken met de sociale grenzen die aan de groei worden gesteld. „Het strand van Ne derland is praktisch oneindig, behalve als alle Nederlanders op hetzelfde tijdstip op dezelfde plaats willen zijn. Dat zijn sociale grenzen. Alles wat jezelf opneemt van de groei gaat ten koste van je buurman. Dat geeft niet, zolang Je geen buurman met aspiraties hebt of wanneer je buurman ie mand Is, die je een schop kunt geven. Maar In een democratie is je buurman Je gelijke. Als die ook wat wil zeggen, ook naar .het strand wil of een auto wil hebben, ja dan...l. Voorlichting Soortgelijke grenzen spelen ook een rol bij de vraag hoever we kunnen gaan met het verlenen van uitkeringen. „Daar zijn we nu al aan begonnen. Wij spreken In ons rap port ook over de werkelijke minima. Een goed principe, maar het is heel moeilijk om het eens te worden over wie dat nu zijn. Maar dat moet wel". Mr. Wagner is er een voorstander van om openhartig over deze zaken te praten. Als de mensen het niet begrijpen kan van hen niet verwacht worden, dat zij ermee akkoord zullen gaan. Het is noodzakelijk, dat er veel meer voorlichting komt, waarin de mensen ver trouwen hebben. Maar voorlichting lost niet alles op, omdat volgens Wagner, de mensen, zelfs als zij accepteren, dat er niet genoeg is voor iedereen, zich blijven afvragen waarom er dan toch nog verschil len moeten zijn. Desondanks pleitte de commlssle-Wagner voor meer verscheidenheid In de inko Hoe ver moet worden gegaan met die gro tere differentiatie weet mr. Wagner nieL Onderhandelingen per bedrijfstak kunnen al tot verbeteringen lelden. Wagner vindt ook, dat de grootste werkgever van ons land, de overheid, een eigen loonbeleid moet voeren ten aanzien van de ambtena ren en niet zomaar het bedrijfsleven moet volgen. Niet alleen zijn de twee arbeids markten totaal verschillend, maar vooral moet het particuliere bedrijfsleven, vol gens mr. Wagner, de mogelijkheid hebben Iets extra's te doen, afhankelijk van de prestatie van de onderneming of de situa tie in de bedrijfstak. „Dat hoeft toch niet direct vertaald te worden in de lonen van hen die niet bij die onderneming of be drijfstak betrokken zijn? Doe Je dat wel, dan trek je alles op en gaan we met z'n allen de grond in. Maar men Is erg bang, dat iemand anders iets meer verdient. Dat is een slechte angst. Ik denk niet, dat die voortkomt uit jaloezie, maar uit het feit, dat de mensen niet gediscrimineerd willen worden. Het gaat niet zo zeer om de hoog te van wat iemand krijgt, maar om de ver houdingen". Mr. Wagner heeft het vertrouwen, dat het realisme steeds verder zal doorbreken. HIJ gelooft, dat Nederland zoveel gezond ver stand heeft, dat het zich niet door een ir reëel Idealisme te gronde zal richten. .Je kunt niet alleen vertrouwen op de goed heid van de mens, van de ondernemer, de vakbondsman of de politicus. Je moet een politiek en democratisch systeem hebben, waarin er rekening mee wordt gehouden, dat de mens niet volmaakt Is en zijn eigen motieven heeft. Dat realisme hebben we nu wel hard nodig". BERT MOLENAAR mens, tegen verdere nivellering. „Dat beantwoordt weer aan de aard van de mens. Wij zijn te ver gegaan met de nivel lering. Uit veel dingen blijkt dat. Vooral uit de onvrede van de „gewone" man. Ik heb het niet over de onvrede van de directeur, die een nog iets hoger inkomen wel leuk vindt, maar wiens levenswijze daar niet door zal veranderen. Dat is maar een hele kleine groep. Neen, de massa heeft onvre de met het feit, dat zij meer werk, meer in spanning of vakkennis niet voldoende tot uitdrukking ziet komen in het inkomen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 21