Vrouwen in de F16: een sprong in de schemer Vrouwelijke 16 vlieger mag sen nationale l guur worden' pW W H'v t§8 (0 Jn dat een vrouw zijn, daar in die cockpit van de F-16? Nu nognieUnMriiM98^tai^anin3erdao^!(Tflevarz!jn^!^eret^!!mdiSt^ J lel '/oor Frank Vogelpoel, commandant van Hl, top de Vliegbasis Leeuwarden gestatlo- We 322 squadron (het eerste operatlo- B F-16 squadron van de Nederlandse Smacht) en zijn collega Ben Drost van het 323 squadron, zijn er redelijk van overtuigd dat ook vrouwen de F-16 zullen kunnen vliegen. Maar zeggen ze het Is natuurlijk wel jammer dat er tot dusver nog maar één vrouw daadwerkelijk in op leiding Is. „Ze loopt daarmee het risico een soort nationale figuur, een beziens waardigheid, te worden, terwijl ze juist op voet van gelijkheid in een team met man nen zou moeten woren opgenomen..". „Toen de plannen om de opleiding voor F- 16 vlieger ook voor vrouwen open te stel len, In de publiciteit kwamen, is er bij ons op het squadron natuurlijk wel even wat gegniffeld", geeft Vogelpoel toe, „maar dat was gauw over. Vergeet niet, dat heel wat van onze vliegers nog jonge knapen zijn (nog geen 25 jaar), die ook al door hun mlddelbare-schoolperlode In zeke re zin al aardig vertrouwd zijn geraakt met de vrouw als partner op gelijk niveau. Voor hen zit er zelfs een zekere logica In dat de vrouw nu óók de kans krijgt om de F-16 te vliegen. Ik geloof, dat de tijd voor bij Is dat je kon spreken van typische mannenberoepen... G-krachten Fysieke problemen met name door de versnellingskrachten, die bij bepaalde ma noeuvres (bijvoorbeeld tijdens een lucht gevecht) kunnen optreden kunnen ook voor de vrouw een negatieve rol gaan spe len, maar dat zal, zo meent majoor Drost, dan toch eerst goed moeten worden uitge zocht. „Persoonlijk ben Ik van mening, dat het met dèt probleem best wat mee zal vallen. Je wordt niet zómaar tot zo'n oplei ding toegelaten. Trouwens, ik zou niet graag de mannen de* kost geven die tij dens de vliegeroplelding toch nog moeten afvallen, omdat ze om maar een voor beeld te noemen niet meer dan twee G kunnen verdragen...", aldus Ben Drost. Frank Vogelpoel ziet eigenlijk maar één probleem, wanneer het aantal vrouwelijke F-16 vliegers behoorlijk zou toenemen. „Stel je voor, dat de helft van Je vliegers uit vrouwen bestaat en het merendeel van hen raakt in de loop van één tot twee Jaar In verwachting. Hoe onaardig dat mis schien ook moge klinken, dat kén gewoon niet. Je squadron zou In zo'n geval nauwe lijks meer aanspraak kunnen maken op zoiets als operationele status. Afspraken of Iets dergelijks in dit opzicht? Ik spreek me daar niet over uit, maar er zal toch echt op de één of andere manier rekening mee moeten worden gehouden. Continuï teit Is in de militaire vliegerij nu eenmaal vreselijk belangrijk". Mentaliteit Over de mentaliteit van de vrouw die F-16 vlieger wil worden, maken Vogelpoel en Drost zich absoluut geen zorgen, ook niet wanneer het om de uitvoering van pure gevechtstaken gaat. Zeker, de meeste vliegers hebben het vak gekozen omdat ze enthousiast zijn voor de luchtvaart In het algeméén en hebben aanvankelijk niet al tijd en nadrukkelijk stilgestaan bij de con sequenties, die van primair belang zullen zijn wanneer het tot een gewapend conflict zou komen. „Maar Ik ben ervan over tuigd", zegt Vogelpoel, „dat onze vliegers onverschillig of het nu vrouwen of man nen zijn zonder enige aarzeling zullen opstijgen om hun taken uit te voeren, wan neer hier in West-Europa de grond wordt omgeploegd... Majoor Drost vindt het van het grootste belang dat (eventuele) vrouwelijke vliegers met hun mannelijke collega's op voet van gelijkheid een team vormen. „Er wordt wel eens beweerd, dat de vrouw in het alge meen wat indivlduqlistischer Is aangelegd dan de man. Dat zou dan problemen kun nen opleveren, al verwacht ik die toch nauwelijks", zegt Drost. „We oefenen nu regelmatig luchtgevechten en uit zo'n tref fen komen onveranderlijk een winnaar en gere lichamelijke prestaties, de psycholo gische wrijvingen, maar ook door een doodnormale biologische zaak als zwan gerschap". Drs. Teerink en majoor Van den Biggelaar halen in vereniging de schouders op. Als er problemen zijn, vinden ze, zullen die niet verschillen van de problemen in de ci viele maatschappij. Geen punt. Evenmin vormt de mogelijkheid van zwangerschap een punt. Van den Biggelaar: „Het is na tuurlijk uit medisch oogpunt zo, dat een F 16-pilote die in verwachting raakt, on middellijk met vliegen zal moeten stoppen. Ze raakt dus, inclusief de herstelperiode na de bevalling, twaalf volle maanden uit de running. Maar dat weten ze van tevo ren. En ze weten, dat ze na zo'n jaar weer helemaal opnieuw moeten beginnen. Je kunt niet doodleuk in de cockpit van een F 16 gaan zitten als je een jaar op non-ac tief bent geweest. Je moet helemaal wor den bijgeschoold. Op die grond lijkt het me voor een vrouw die een carrière als vlieger wil, nadelig om kinderen te krijgen. Zwangerschap zou voor zo'n carrière een ernstige handicap zijn. Nou, dat weten ze zelf heus ook wel". Supervrouwen zoekt de Luchtmacht niet voor zijn F 16's. Evenmin als er superman nen worden gevraagd. De lichamelijke ei sen beperken zich tot een normale goede gezondheid (met de nadruk op het hart vaatsysteem en de longen), een maximale lengte van 1 meter 93 bij een volgroeid li chaam, geen bril of contactlenzen, niet ou der dan vierentwintig jaar. Geestelijk wordt een peil verwacht dat ligt op HAVO- of VWO-niveau, „want", aldus drs. Teer ink, „het beroep eist intellectueel nogal wat, op het gebied van concentratie, coör dinatie, aandachtsverdeling en vooral: psychische belastbaarheid. De kandidaten, ook de vrouwelijke, moe ten zich realiseren, dat niet alleen de vlie gerij, maar vooral de opleiding een enor me belasting betekent. Vliegen leer je in je eentje, doe je in je eentje. Het is een indi vidueel vak. Anderzijds zou de druk te groot worden als je geen hulp kreeg van de groep. En je moet je, hoewel je een in dividualist bent. toch helemaal over kun nen geven aan de leiders. Je hebt dus ook sociaal aanpassingvermogen nodig". Geen heroïek Plus motivatie. Daar letten ze bij de Lucht macht sterk op. Het stoere, heldhaftige, krijgszuchtige van vroeger moet men er niet hebben; wellicht heeft mede die op stelling het vak dichter bij de vrouw ge bracht. Drs Teerink: „Je vindt de heroïek tegenwoordig ook niet meer terug als je naar de motivatie van de kandidaten zoekt. Wat ze willen, is een verzorgd be- 'staan, een verzorgde oude dag en daar naast nog vliegen. Nou, dat bieden we. Dat ze misschien ooit nog eens een bom zullen moeten gooien, daar hebben ze niet eens bij stilgestaan wanneer ze zich aan melden. Ze zijn er zich nauwelijks van be wust wat er straks operationeel van hen verwacht kan worden". De psychiater dr. D. Mulder, specialist op het gebied van terrorisme, heeft dezer da gen in een verhandeling voorspeld, dat we In de toekomst te maken zullen krijgen met vooral vrouwelijke terroristen die „mede op grond van een sterke imponeer- drang gemakkelijk kunnen verworden tot een persoon, die de man moet overtreffen in kilheid en hardheid en die aldus haar onderdrukte machts- en rancunegevoelens omzet in wreedheid tegenover het slacht offer". Zou zo'n ontwikkeling, waar het om gevechtstaken gaat (en laat niemand zich Illusies maken over wat daarmee bedoeld wordt) ook denkbaar zijn bij vrouwelijke F 16-piloten? „Het spreekt mij niet aan", zegt majoor Van den Biggelaar. „Ach, de Amerikanen hebben wel eens het grapje gemaakt: zet in 's hemelsnaam nooit vrouwen in ge vechtsfuncties, want vrouwen tegenover vrouwen dat vecht mekaar meteen dood. Nee. Ik denk wel dat vrouwen die slagen in mannenvakken, hele goeie zijn. Want het valt niet mee voor ze". Vrouw de baas Vrouwen op de F 16. Een van de hoogst gekwalificeerde banen. De emancipatie- golf, hij rolde voort. „En dat zal voorlopig toch wel een groot probleem geven", voorspelt drs. Teerink aan het slot van het gesprek. „Want die vrouwen zijn officier. Mannen zullen hun bevelen moeten opvol gen.» En bevelen van vrouwen opvolgen dat hebben mannen nooit meer behoeven te doen sinds ze kind-af waren. Dat zijn ze niet meer gewend. De acceptatie van de vrouw als F 16-plloot, als officier.... verge leken bij dèt sociaal-psychische probleem zijn alle andere problemen die we tegen kunnen komen, minuscuul". PIET SNOEREN een verliezer naar voren. Het zou eigenlijk best goed zijn, dat een vrouwelijke vlieger ook in dat opzicht goede resultaten zou boeken tegenover mannelijke collega's... En meteen er achteraan: „Ze moet natuur lijk ook weer niet stééds beter zijnl". frank Vogelpoel: „Eerlijk, ik hoop echt dat het niet bij die ene vrouw blijft. Dat zou geloof ik niet goed zijn. Maar ik hoop ook, dat onze toekomstige vrouwelijke col lega's nooit uit het oog verliezen dat ze in de eerste plaats vrouw zijn en geen imita tie-mannen. Dat laatste zou alleen maar triest zijn, niet alleen voor ons en voor het team dat we als squadron vormen, maar vooral ook voor hen zelf". Op de door de herfstregen natgllmmende baan tussen Jelsum en Marssum gaan brullend twee grijze F-16's van start, pijl snel verdwijnend In de loodzware wolken gevaarten boven de basis. De vliegers zijn mannen, nóg wel. Maar de eerste vrouwe lijke F-16 piloot Is In aantocht. SJOERD V.D. WERF De F-16, een aardig toestelletje voor vrouwen om boodschappen mee te doen? Ver geet het maar. Het beroep van"Straaljagerpiloot is qua zwaarte slechts te vergelijken met dat van een Formule-1-coureur of een bergbeklimmer. vrouw van één miljoen aan een knuppel met toebehoren van en miljoen. Die werkelijkheid is dik vijf jaar ver weg, maar zij zit n te komen. „Omdat de maat- ppij niet bij de poort van de ka- e ophoudt", heeft de Koninklijke itmacht zijn eerste kandidaat- iljagerpilote in opleiding geno- In 1986, wanneer ze ermee zal zijn, heeft ze het Rijk één >en gulden gekost. Daar staat tegenover, dat ze volledig be- )d en bekwaam zal zijn de vijf miljoen dure F 16 te besturen, meest verfijnde, ingewikkelde, treffende wapentuig, dat de vaartindustrie ooit heeft afgele- Ze zal, kortom, een beroep uitoefenen dat qua zwaarte its te vergelijken is met dat van Formule 1-coureur of een berg- Immer. een vrouw dat beulswerk geestelijk en melijk aan? Een vraag waarop nie- d het antwoord weet, domweg omdat oor zover bij de Luchtmacht bekend, nergens ter wereld ervaring mee is idaan. Er bestaat een Russisch filmpje et eind van de jaren vijftig, dat vrou- te straaljagerpiloten toont, maar on- |r is of die ook werden getraind voor chtstaken. Voorts kent Amerika vrou- te straaljagervliegers, maar alleen instructiefuncties, niet voor gevecht- En de Koninklijke Luchtmacht is ders gezegd: je gaat negen maal je eigen gewicht wegen; je drukt met zevenhon derd kilo op je stoel inplaats van met ze ventig. Onder die omstandigheden zakt het bloed weg uit hoofd en bovenlichaam naar de benen. Het hart moet tegen de druk inpompen en kan dat ook wel aan, maar toch niet zonder hulpmiddelen. Nou, bij de vroegere types straaljager van de Luchtmacht kon je volstaan met bescher mende kleding die ervoor zorgde, dat het bloed niet kon wegstromen naar de been- vaten met als gevolg: zuurstoftekort in de hersenen. Het was kleding met ingebouw de luchtbellen; ik bespaar u de technische details. Maar bij de F 16 zijn de optreden de G-krachten zo hoog, dat dergelijke kle ding onvoldoende bescherming biedt". Dus zijn er speciale ademhalingstechnie ken ontwikkeld die het neerwaarts weg vloeien van het bloed tegengaan. Van den Biggelaar: „En die vergen vrij veel kracht, van de nekspieren, de borstspieren, het middenrif, de buikspieren, de beenspieren, van heel het spierstelsel eigenlijk. Dat moet echt goed ontwikkeld zijn, wil je in de situatie waarin er hoge G-krachten op treden, optimaal blijven functioneren. Bo vendien is een groot longvolume belang rijk. Nu weten we allemaal uit de topsport dat vrouwelijke atleten iets minder preste ren dan mannelijke, omcjat ze gewoon een iets kleiner longvolume hebben en een iets minder sterk ontwikkeld spierstelsel. Vrou wen zijn anders gebouwd dan mannen en gelukkig maar. Geen ervaring wervingscampagne die zowel op mannelij ke als op vrouwelijke F 16-vliegers was ge richt, leverde zegge en schrijve vier aan meldingen van meisjes op, van wie er slechts één door de selectie kwam. Zesen dertig serieuze aanmeldingen in totaal zijn er tot op heden binnengekomen. Ter ver gelijking: het aantal jongens, dat zich jaar lijks meldt, beloopt de duizend. Drs. Teerink: „Teleurstellend, ja. Feitelijk is de oorzaak van dat geringe aanbod niet bekend, maar ik denk dat het te maken heeft met het uitermate mannelijke aure ool dat het beroep van jachtvlieger altijd omgeven heeft. En er komt iets bij. De duizend jongens die zich jaarlijks aanmel den, blijken dikwijls al affiniteit met de luchtvaart te hebben. Ze zijn modelbou wer, ze zijn vliegtuigspotter, ze verzamelen vliegtuigfoto's. Het is een kringetje van luchtvaartfanaten waarin je toch al weinig meisjes aantreft". „Jammer, zo weinig interesse bij vrou wen", vindt ook majoor Van den Bigge laar. „Ik heb liever vijftig procent vrouwen onder de F 16-piloten dan één procent. Dan zou het nieuwtje er tenminste af zijn. Wanneer een vliegende gevechtseenheid uit slechts één of twee procent meisjes be staat, blijven ze zo verschrikkelijk opval len. Ze trekken de aandacht naar zich toe; als ze maar even hinken, zullen ze al wel wat hebben. „Anderzijds komt juist uit Amerika het be richt, dat de legerleiding aldaar het aantal vrouwen wil gaan verminderen, omdat hun aanwezigheid de paraatheid van de troe pen zou schaden. Dat zou dan weer ko men door het geringere uithoudingsver mogen van de vrouwelijke militairen, de la- voornemens zijn vrouwelijke F 16-piloten wel degelijk op te leiden voor het gevecht. Een sprong in het duister dus? „Nee", wordt eenstemmig uitgeroepen door drs. F. Teerink, sous-chef personeelsbeleid en majoor H. van den Biggelaar, hoofd sectie vlieg-medische zaken bij de Koninklijke Luchtmacht. „Als we de zekerheid had den, dat vrouwen gevechtstaken niet aan zouden kunnen, waren we er natuurlijk niet aan begonnen. Dat zou onverant woord zijn. En wanneer we zouden vrezen, dat het vliegen in de F 16 voor een vrouw psychisch of lichamelijk gevaren zou kun nen opleveren, zou precies hetzelfde gel den. Onverantwoord. Maar alles wijst erop, dat geen van beide dingen het geval is. Een vrouw hoeft ons inziens als vlieger niet onder te doen voor de man, ook niet bij gevechtstaken". ze worden blootgesteld aan de extreem hoge G-krachten in de F 16. Maar we we ten het niet. Er Is geen ervaring mee. We zijn nu bezig onze centrifuge voor mensen op Soesterberg om te bouwen, zodat we volgend jaar proeven kunnen doen. Mis schien blijkt dan dat een vrouw wel 12 G kan trekken. Maar het is ook mogelijk, dat ze niet meer aan kan dan 7 G. Dat is de schemer waarin we gesprongen zijn met ons besluit ook vrouwen te gaan opleiden voor gevechtstaken met de F 16". In ieder geval hebben de Nederlandse vrouwen er een sport in de maatschappe lijke ladder bijgekregen, mochten ze die tot aan de fysieke top willen beklimmen. De deur naar een beroep met een tot dus ver uiterst mannelijk imago is wagenwijd opengezet. De Luchtmacht handelt hier mee geheel in de geest van het Verdrag van New York, waarin is vastgelegd dat alle openbare functies in de maatschappij ook voor vrouwen toegankelijk dienen te zijn. Drs. Teerink: „Toen Nederland dat ver drag ratificeerde, hebben wij geen enkel voorbehoud gemaakt dit in tegenstel ling tot sommige andere landen. Duitsland bijvoorbeeld accepteert helemaal geen vrouwen in militaire dienst. Andere landen doen dat wel, maar alleen in verzorgende functies. Nederland heeft het standpunt in genomen: wij gaan in geen enkel opzicht discrimineren. Alles wat bereikbaar is voor de man, moet bereikbaar zijn voor de vrouw". jn de cockpit krijgshaftig kijkende mannen. Maar hoe moet dat met de vrouw... it die vrouwen zijn officier. Mannen zullen hun bevelen moeten opvolgen en dat en ze niet meer behoeven te doen sinds ze kind-af waren"... Anders gebouwd Weinig weerklank Even later in het gesprek echter zal drs. Teerink toch wel gewagen van „een sprong in de schemer". Hij blijkt dan situ aties denkbaar te achten waarin de gemid delde vrouw misschien lichamelijk te kort zou kunnen schieten, gewoon omdat ze anatomisch anders gebouwd is dan de man. Majoor Van den Biggelaar vult aan, dat met zo'n situatie de langdurige bloot stelling bedoeld wordt aan de zogenaam de hoge G-krachten, zeg maar: de versnel lingskrachten die ook een kermisganger in de zweefmolen ondergaat, maar dan vele malen krachtiger. „Wanneer met een F 16 een steile bocht wordt gedraaid", aldus majoor Van den Biggelaar, „krijg je soms wel negen maal de versnelling van de zwaartekracht. An- Dolle blijdschap onder de Dolle Mina's? Het blijkt bar tegen te vallen. De eerste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 19