In Mürren wordt de duivel bedwongen in langste skirace ter wereld Wie niet bang is voor steile hellingen of voor snelheid en over een allround skitechniek beschikt zou eens kunnen denken over deelneming aan de Infernorace, die volgend jaar januari voor de veertigste keer in het Zwitserse Mürren wordt gehouden. Deze klassieke, ruige nog onvervalste skirace, waarbij men voor de duivel niet bang moet zijn, dateert uit 1928, maar tot februari van dit jaar had nog geen Nederlander tot de deelnemers behoord. Onze verslaggever zag zich als deelnemer toegelaten en maakte aldus een einde aan het verzuim. In bijgaand verslag vertelt hij van zijn ervaringen. MÜRREN In de trein van Interlaken naar Lauterbrunnen bekruipt me een ge voel van onzekerheid. Het bergdecor, dat aan het raam van mijn coupó voorbij schuift, wordt steeds mooier. De bergen worden steeds hoger en langzaam nader ik het historische geboorteland van de ski- sport. Ik zal toch niet aan Iets begonnen zijn dat ik niet aan kan? De onzekerheid blijft. Als het treintje de laatste kilometers naar Lauterbrunnen af legt, komt het schitterende bergtrlo Elger, Jungfrau en Mönch te voorschijn en dat imponeert. Op het station van Lauterbrun nen stopt de trein. Mijn bestemming is Mürren, maar eerst moet Ik me In Lauter brunnen melden bij het wedstrijdbureau, een groot oud gebouw, dat er stoffig en grijs uitziet. Als ik de deur doorga, kom Ik In een statl- ge marmeren gang en dat gevoel van „waar ben Ik aan begonnen" wordt wel erg sterk. Want In die gang hangt een lijst van bijna acht meter lang. Op geel papier staan de namen van alle 1443 deelnemers Ik doe niet de moeite om mijn naam te zoeken maar meld me direct bij het secre tariaat, waar men mij een dikke enveloppe toeschuift. Daarin zitten de startlljst, het wedstrijdreglement, een tekening van het parcours en... mijn startnummer: 1236. Achterin het grote veld, maar dat deert niet. Ik heb het geluk, dat ik mee mag doen en voor zover men In Mürren kon achterhalen heeft nog nooit een Nederlan der deze wedstrijd gesklëd. In Nederland heeft men me gewaarschuwd: de Inferno race Is de klassiekste, maar ook de lang ste afdalingswedstrijd ter wereld en ver schrikkelijk zwaar. Maar ik heb mijn start- nummer en er is geen weg terug. Prille begin De geschiedenis van de Infemorace de wedstrijd door de hel begint in 1928. Op 29 Januari van dat Jaar vertrekken acht skiërs vanuit Mürren naar de top van de 2970 meter hoge Schilthom. Het zijn voor- 2ÜT •4> Op sommige stukken vsn het parcours (rechts) moet hoog worden geklommen. namelijk Britten, leden van de befaamde Kandahar-skiclub. Alle skiërs starten tege lijk voor een wedstrijd zonder reglementen en zonder vast parcours. Wie het eerst de finish in Grütschalp bereikt, heeft gewon nen. Aan de finish staat maar één man om de tijd op le nemen. Ook hij zou meedoen aan de wedstrijd, maar de dag te voren heeft hij zijn enkel verstuikt. Zijn horloge Is gelijk gezet met dat van de deelnemer, die de starttljd heeft opgenomen. De winnaar van de allereerste Infernorace over een af stand van elf kilometer en een hoogtever schil van bijna 1500 meter wordt de En gelsman Harold Mitchell. HIJ doet er één uur en twaalf minuten over. Sir Arnold Lunn, de grondlegger van het skiën als wedstrijdsport en oprichter van de Kanda har-skiclub, doet ook mee. HIJ wordt zes de. De enige dame in het gezelschap, Doreen Elliot, wordt vierde. Ze dwingt met die prestatie groot respect af, want onderweg heeft ze zeker tien minuten verloren, om dat ze eerste hulp verleende aan een skiër die met een gebroken rib op de skihelling lag. Na die eerste editie van de Infemorace zouden er nog vele volgen. Er zijn een paar reglementen gekomen, maar de sfeer van de wedstrijd is er niet door veranderd. Om veiligheidsredenen Is het verplicht een skihelm te dragen. Om de grote massa van veertienhonderd skiërs een beetje te lelden zijn er vijf verplichte poorten In het parcours opgenomen en de groep start niet meer tegelijk. Elke dertig seconden gaan er twee skiërs weg om het Inmiddels veertien kilometer lange parcours naar Lauterbrunnen af te leggen. Het hoogte verschil Is 2144 meter. Bronzen speld Maar de piste Is ongeprepareerd. De weg die je kiest is niet belangrijk, mits Je de poorten maar neemt. Tijdens de tocht kom Je werkelijk alle soorten sneeuw en Ijs en bulten en hellingen tegen. Meedoen is De traditionele opening van de wedstrijd: de duivel gaat in vlammen op. belangrijker dan winnen. Het mooiste is als je er in slaagt binnen de dubbele tijd van de winnaar te eindigen. Dan krijg je als bewijs voor je skivaardigheid eeh bron zen speld uitgereikt met de afbeelding van de duivel. Je bent door de hel gegaan en Je hebt de duivel overwonnen. Of zoals Kurt Huggler, voorzitter van het organisatiecomité, oud-wedstrijdsklër van de Zwitserse nationale ploeg en vier maal winnaar van de Infemorace, het stelt: „Al leen wie drager van de beroemde Infer- nospeld (de duivel) is, mag zich trots tot de beste skiërs ter wereld rekenen. Het is een bewijs, dat men de sklsport beheerst, want er Is geen test, die In dezelfde mate zoveel vraagt in alle variaties van de skl- techniek." De Infemorace Is een Internationaal ge beuren. Uit alle landen van Europa komen de skiërs naar Mürren. Alleen de eerste Ja ren was het een puur Britse aangelegen heid, maar toen in 1936 de skiclub van Mürren de organisatie van de Kandahar- club overnam, kwamen ook de Zwitsers naar de race. In de oorlogsjaren wordt de wedstrijd niet georganiseerd, maar in 1947 verzamelt men zich weer op de top van de Schilthorn. Het aantal deelnemers schom melt in die na-ooriogse Jaren rondom de vijftig. Vooral militairen nemen dan deel. Veldmaarschalk Montgomery trok voor zijn wintervakanties ook naar Mürren en hij is een van de grote stimulators geweest bij het internationaliseren van de Infemo race. Doorbraak De echte doorbraak evenwel kwam pas na het bouwen van een grote cabinebaan naar de top van de Schilthom. Daar staat nu een geweldig groot restaurant dat lang zaam ronddraait. Een zekere James Bond, ook wel bekend als 007, heeft daar nog een paar avonturen beleefd In dienst van „Her Majesty's Secret Service". In 1972 komt voor het eerst het aantal deelnemers boven de honderd en de groei blijft enorm. In 1977 worden er al meer dan ne genhonderd skiërs geteld en in 1981 star ten er 1443. De grens van de capaciteit Is daarmee bereikt, al zijn er meer dan drie duizend aanmeldingen. Nu start de eerste skiër om negen uur en vertrekt de laatste om precies zes minuten over half vier. Uit de startlljst maak Ik op dat ik zelf om exact veertien minuten voor drie mijn „drie... twee... één... start" te horen zal krijgen. Maar die start Is nog ver weg. Mijn eerste zorg In Mürren Is het huren van een skihelm, die Ik de volgende dag al nodig heb als Ik het parcours ga verkennen. Een wandeling door het sfeervolle dorp Mürren brengt me de volgende ochtend bij de Schllthombaan. Smalle sneeuwstraatjes tussen mooie hulzen, die vaak met houten schubben zijn bekleed, verklaren de grote voorliefde van Engelsen voor deze plaats, Voor hot eerst doet een Nederlander mee een de kleeeleke Infemorace: onze verslaggever eulst met startnummer 1236 de „duivelse" skihelling af. Geheeld of niet? Ne afloop verdringt men zich bij het ecorobord. een sfeervol autovrij dorp, rustig en met die gezellige sportieve atmosfeer, zo ken merkend voor de wintersport. Top trekt Ik heb er die eerste dag nauwelijks oog voor. De top van de Schilthom trekt en ik moet vandaag eindelijk weten of al die waarschuwende woorden wel juist zijn ge weest. Is de wedstrijd echt zo zwaar? BIJ de Schllthombaan blijken vele andere deelnemers hetzelfde voornemen te heb ben als ik. Er staat een lange, lange rij voor het draalhekje en de meeste skiërs hebben helmen bij zich. Overal een blik van gelatenheid In de ogen. De spanning ontlaadt zich soms in wat geglnnegap. Ik voel me wat verloren tussen al dit sklge- weld. Het moeten allemaal profs zijn. De meesten hebben ski's van ver boven de twee meter bij zich. Echte wedstrijdski's. En Ik sta daartussen met mijn latten van ééri meter tachtig. Ze zijn eigenlijk te kort, maar ik heb deze ski, de Atomic Mid Do- mlnator, leren kennen als een echte all round-ski. Lekker draaiend In diepe sneeuw, een goed houvast op Ijsplstes en behoorlijk stabiel bij hoge snelheden. Echt een ski om In het onbekende gebied van de Infemorace op te vertrouwen. Bij het zien van al die lange latten om me heen wordt dat vertrouwen minder. De grote schrik komt als Ik boven op de Schilthom sta. Voor me zie ik een helling die pas echt steil is. Voor het schitterende panorama heb Ik geen aandacht. Wél voor de bulten op de skipiste, die zeker een meter hoog zijn. Ik ski de eerste meters als een beginner en komt niet goed rond. Maar als de erg ste bulten achter me liggen gaat het weef. Ik verken die dag stukje bij beetje het hele traject naar Lauterbrunnen. Het valt me ei genlijk erg mee. Het zogenaamde „Kano- nenrohr" Is mijn enige punt van echte zorg. De skipiste wordt er smal en waf er tenslotte overblijft Is een Ijzig pad, dat zig zagt over een stelle helling. Overal zie Je groepjes mensen discussiëren over de meest voordelige route. Ook ik moet een plan maken en ik kies tenslotte voor een eigen pad door de diepe sneeuw. Ik krijg maar geen houvast op het spiege lende ijspad. Ik maak de ene fout na de andere. Waarom eigenlijk? Als er niets op het spel stond zou Ik zo'n helling zonder moeite nemen. En dan moet ik erkennen, dat het me toch gaat om die speld. Terug In het hotel weet Ik zeker, dat Ik de wedstrijd goed zal beëindigen, maar of mijn tijd goed genoeg zal zijn? Ik heb er zo mijn twijfels over. Heinz Frlnger uit Arosa, had vorig jaar maar achttien minuten en vijftien seconden nodig. Zesendertig minu ten moeten derhalve genoeg zijn voor een speld, tenzij het dit Jaar sneller gaat. Zo kwam het Die avond tref Ik In het hotel Peter Lunn. HIJ Is de zoon van de grote promotor van de sklsport. Samen met zijn beide zoons Stephen en Bernard is hij hier om mee te doen aan de wedstrijd. Hij vertelt me iets over het ontstaan van de Infernorace. Het is niet zo geweest dat zijn vader er het Ini tiatief toe nam. Het was een soort protest tegen het reglementeren.van de wedstrij den. Sir Arnold Lunn hield zich daar mee bezig. Door hem werd de slalom tot een wedstrijd, zoals we die nu kennen en sa men met Hannes Schneider uit Oostenrijk zorgde hij voor uniforme afspraken voor alle wedstrijden. Een groep Jonge Britten van de Kandahar- club kwam hiertegen in verzet, omdat zij vonden, dat een wezenlijk deel van de ski- sport verloren ging, namelijk het zelf zoe ken Van een geschikte route door de sneeuw. Onder druk van deze groep ont stond toen de Infemorace: van de top van de Schilthom naar een finish ergens in het dal. De sfeer van het begin Is er nog, evenals de opvatting, dat het meedoen belangrij ker Is dan het winnen. Praktisch iedereen haalt de finish. De mentaliteit is altijd be langrijk geweest. Zo Is het voorgekomen, dat iemand die zijn ski's brak, de lift naar het dorp nam, daar een paar ski's huurde, weer naar boven ging en gewoon zijn wed strijd beëindigde. Ook zijn er ettelijke skiërs gefinlshed op maar één of zelfs zon der ski's. Het is in de beginjaren zelfs gebeurd, dat In de Lauterbrunnen een begrafenisstoet een weg passeerde, die de deelnemers juist moesten oversteken. De deelnemers wachtten eerbiedig en vervolgden hun strijd pas toen de stoet uit het gezicht was verdwenen. De volgende dag sta Ik al vroeg op de pis te. Ik wil zien hoe de 67-jarige Peter Lunn naar beneden komt. Hij start In de eerste groep al om negen uur. Het is een schitte rende skidag: een strak blauwe lucht en een brandende zon. Dat voorspelt niet veel goeds voor het sklspoor laat In de middag. Het „Kanonenrohr" zal dan wel helemaal tot een onneembare Ijsvlakte zijn geworden. Ik verbaas me over het grote aantal toeschouwers dat bij de verplichte poorten staat. Mooiste punt Het mooiste punt is de haarspeldbocht vlak na het „Kanonenrohr". Daar staan de mensen drie rijen dik en ze worden be loond. Menigeen gaat hier onderuit. Er zijn ook veel verslaggevers. Een Japanner schiet het ene filmpje na het andere vol voor een reportage in een Amerikaans ski magazine. De Zwitserse televisie is er met een filmploeg en een helikopter. Ik ben toch niet de enige Nederlander. Pe ter Lunn vertelde me, dat één van de le den van de Kandahar-skiclub een Neder lander Is. HIJ woont en werkt in Londen en heeft nog geen startnummer gekregen, maar zodra er Iemand uitvalt mag hij mee doen. Ik ontmoet hem pas na de wedstrijd op het galafeest. Het Is Bart Komhorst. Na de steile afdaling van de top van de Schilthorn volgt een lang pad, waar h Is geen snelheid te verliezen. De skiör op de foto is nauwelijks een kilometen weg. Op de top, aan de bovenrand van de foto, ia het ronddraaiende restaura de start van de strijd Is. Net als alle deelnemers aan deze wedstrijd is hij bezeten van de sklsport. Om zestien minuten voor drie valt voor mij het startschot. Ik ben langzaam door een sluis gevoerd endredes op tijd sta Ik In een half open tent voor de grote klok, die de seconden wegtikt. Naast mij een Jonge knaap, die me wat nerveus verteld heeft, dat hij fanatiek van start zal gaan. Dat is het beste voor de zenuwén. Ik weet het niet en besluit maar kalm aan te doen. Je kunt vanaf de start twee kanten op: de bulten nemen en dan In een steil stuk veel snelheid krijgen voor een nogal vlakke tra verse; je kunt ook om de bulten heen, maar dan wordt je snelheid wat minder. Ik kies voor het eerste. Mijn mede-starter kiest de andere weg. We komen drie meter na elkaar in het gro te, niet te stelle afdalingsstuk. Zo zal het blijven de eerste kilometer. Tot mijn ver rassing haal ik hier al een voorganger in. Dat geeft moed. De bocht om, een steil stukje en dan een heel lang pad over van maar dertig centimeter breed langs een steile helling. Aan belde zijden van het pad ligt diepe verse sneeuw. Als Je hier valt kun Je je speld wel vergeten. Opletten dus, maar het pad is uitgesleten door de zon en door de 1.234 deelnemers die mij voorgin gen. Het lijkt een tocht In,een hobbelende kermisattractie. Ik heb er meer moeite mee dan de vorige dag. Op een kritiek punt staat ineens ie mand op het pad. Hij heeft problemen met zijn binding. Ik kan er ternauwernood langs. Het Is nu niet ver meer naar het Ka nonenrohr. Maar ik voel mijn knieën al. De vorige dag heb ik op dit stuk steeds wat gerust, maar nu moet Ik door. Ik verkijk me dan ook op de volgende stukken. Mijn snelheid wordt veel groter dan ik had ge dacht. Hier maakte ik steeds ruime boch ten maar nu neem Ik de rechte weg. Als een kanonskogel schiet Ik het Ijspad van de nauwe passage tussen de rotsen in. Een soort noodstop voorkomt een yoortij- dlge uitschakeling. Dan gebeurt het... Anders dan de meesten kies Ik mijn pad door de diepe sneeuw. Het kost wat tijd, maar het i3 zekerder. Mijn mede-starter zie Ik nu een meter of twintig voor me, maar Ik heb zelf al een man of Wet haald. Het loopt goed. Ook de h; bocht van de Höhlücke neem ik vallen en dan moet Ik het bos wacht een klimpartij, een meter omhoog en dat kost enorm veel Dan volgt een vrij vlak ^tuk wj zaak Is om snelheid te houden en beurt het verschrikkelijke.... Op een helling die schuin moet overgestoken komt een skiër van die mij geen voorrang geeft. HIJ omver en sleept me zeker twlntl| mee naar beneden. Ik scheld hem alles wat Ik op dat moment In kan bedenken. Mijn hoop op de speld Is voorbij. Toch komt de Olyi gedachte, dat meedoen belangrijk* winnen naar boven en ik ga di aan, naar boven klimmen en voortzetten. Maar ik ben geslagen. Het kost me om me te concentreren en ik kom bij de volgende bobbelplste In de men. Toch blijf Ik overeind en tweede klim, nu een echt zware, goed door. Ik haal zelfs weer e< mensen In en als op de brug over d baan, halverwege het parcours, mij staan aan te moedigen komt n loof terug. Ik moet nog een lanj naar Lauterbrunnen. Het Is een Ijz pad, dat vooral vlak bij de finish erj sleten is. Soms heb Ik het gevoel In tunnel van een bobsleebaan te sl het begin probeer Ik door de hurk vat snelheid te krijgen, maar mijn dreigen met kramp. Aan het eind van de tocht, wat moe, neerh Ik nog haast het v< pad. Een zwaaiende fotograaf wijsl goede richting en dan hoor Ik een een toeter blazen: Het teken, dat een skiër de helletocht heeft volbn dertig minuten en tien seconden sl der het flnlshdoek door. Ik heb h< en nooit heeft de Ovomaltine mij gesmaakt. Op het nippertje Beneden heeft zich een grote gro en belangstellenden verzameld rol grote scorebord. De belangstelling d naar de snelste tijd. Ook ik dring r te zien of mijn dertig minuten vol zijn. Her en der zie ik verdrietige I ten. Net niet gelukt. Het is mijn r ter die me komt gelukwensen. Je fi gered, zegt hij. En dan zie Ik ookj tijd van de winnaar. Vijftien mini vijfenveertig seconden. Ternau' maar trots ben ik wel. t Twee weken na het Infernogebeuren ©en dikke brief In de bus. Het is een ma. Het geeft aan, dat ik 351-ste t> worden in de dulvelsrace en dat fi recht heb om voortaan de bronzen nospeld te dragen. Ook Bart Kof heeft het gered. De sfeer en het sportieve wedstrljdel van de Infernorace hebben me aan pen. Ik ben er volgend jaar weer bij Ui neer op zaterdag 16 en zondag 17) V/I 1982 de volgende Infernorace var gaat. Skiërs, die er aan mee willen A kunnen zich het beste op zo kort mt U| termijn wenden tot het Zwitsers Ved v bureau In Amsterdam. Daar kan m< dere mededelingen doen over de voorwaarden en over eventuele vooi arrangementen. Van de skiërs won gevraagd, dat ze over een allrouiv techniek beschikken en bepaald nlel 00 zijn voor snelheid en/of stelle heim Ljj Het Inferno wacht... ul KOOS BLO0 thln

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 18