„Ik kom snel weer terug" -Sl verdrietigs -de palmares =li Alcatraz Jean Toots Thielemans, een globetrotter, maar „Ik ben van Nederland gaan houden" annfet Brusselse tongval uitgesproken is doorspekt met Amerikaanse uit- fen. Geen wonder. Hij woont en bijna permanent. Om precies te Montauk, één van de vele voor van New York. Van daar uit reisde ings nog naar Hollywood, om er jlbekende producer Norman Granz bewerking te verlenen aan de tot- jming van een prachtige dubbel-el- "ee* Ella Fitgerald, evenals die van Rita ig pgedragen aan de beroemde com- Antonio Carlos Jobim. ;werfas één'van de hoogtepunten uit rbo^Pbaan- Ja. Norman had een stelle- lcali»stische muzikanten bij elkaar ge it po)d Paulinho da Costa, de Brazi- DierPP percussion, Alex Acuna, de Ooi«r uit Peru, de Mexicaanse bassist m Laboriel, trompettist Clark Terry, list Zoot Sims en een stuk of wat citatie gitaristen. Ja, en dan Ella, niet terieen ontzettend vitale vrouw, maar J steeds bij stem. Een wat bezadig- juid misschien dan uit haar prille in, maar nog altijd een stem-perso- Fantastisch, wat een timing, wat yoel. We hebben overigens maar gen over het hele album gedaan, jseptember van het vorig jaar. drie borjaar. Eerlijk ik ben er trots op, fan die session heb mogen deelne- Erland fe is dus zijn tweede vaderland ge- I In het Mekka van de jazz voelt de Belg zich helemaal thuis. Hij compo- Een van de groten, die België heeft voort gebracht is ongetwijfeld André de Boever, beter bekend als Joe Alcatraz. Deze 35-ja- rlge Gentenaar is een van de drie in Euro pa overgebleven ontsnappingsartiesten, sinds zijn Engelse collega niet méér mag van de dokter en een vakbroeder uit Frankrijk een paar weken geleden Is dood gevallen. Dat gebeurde bij het nummer met het brandende touw, dat de onver schrokken Belg eveneens doet. De laatste tijd Is ook Joe In het sukkel straatje geraakt en h/J heeft daarover In, „Humo", het beste van alle Belgische tijd schriften, zijn hart gelucht. Afgelopen zo mer maakte de van origine verwarmings monteur eerst een smak van zeven meter tegen de kasseien In Gentbrugge en zes weken later liep hij een hele reeks derde graads brandwonden op toen hij Iets te lang In de speciaal voor hem aangelegde vlammenzee was blijven treuzelen. „Mijn moeder had er meer pijn van dan Ik", zegt Joe. „Ze Is me komen opzoeken In het zie kenhuis, maar ze kon niks zien want Ik was helemaal omwonden. Ze heeft alleen maar geschreid". fn hvf van Kfnmknrkn tot Zoutenaale, Is Joe Alcatraz een veelge vraagd kunstenaar. Op braderljen, paar denmarkten en oogstfeesten mag het pu bliek hem knevelen met riemen, koorden en kettingen, waarna hij aan hijskranen en helicopters bij voorkeur ondersteboven hangend aan een In de fik gestoken touw ten hemel vaart, dan wel In een krat ge spijkerd op de brandstapel belandt of In een tot de rand gevulde waterkan het dek sel op de kop geschroefd krijgt. „Kom d'r maar uit Joe", roepen de men sen dan. En even voordat de elementen hem te grazen hebben kunnen nemen heeft de lepe Vlaming alle knopen, gespen en sloten losgemaakt en klautert of springt hij naar een veiliger positie om met een droevige uitdrukking op het besnorde ge laat de hulde van de toeschouwers in ont vangst te nemen- Gevraagd naar de artistieke betekenis van zijn prestaties zegt Joe: „Ik word wel eens verward met een boelenkoning. Dat Is nogal ambetant, want we zijn wel familie van elkaar, maar een ontsnappingsartiest Is hoger. Een boelenkoning Is een straat artiest, die wat drinkgeld krijgt van een handvol passanten. Als Ik ontreed loopt de hele stad te hoop en rukken de pompiers uit met ladders en spuiten. Ik breng iets bizonders. Dat trekt meer volk dan altijd die zesendertig Roemenen die volksdan sen". De tegenslagen, die hij afgelopen zomer te verwerken kreeg waren op zichzelf trou wens niet uitzonderlijk in zijn verre van smetteloze loopbaan. Jaren geleden had hij voor zijn allereerste vertoning reeds de grootste weigerachtigheid ondervonden van politie en kraanverhuurbedrijven. Lan ge tijd bleek geen private ambulance- flenst bereid om mee te werken, tot ten slotte toch een Gentse firma in hijsinstalla- tles het voldoende plezant oordeelde om de voor de gelegenheid In eer Amerikaan se dwangbuis gepropte Jongeman omhoog te trekken. Toen hij op aarde terugkeerde konden de uitgenodigde Journalisten (mensen waren er niet) vaststellen hoe Joe met uitpuilende ogen, een tweemaal te groot donkerpaars hoofd, en overgelukkig, door zijn knieën zakte. Ronduit vervelende herinneringen bewaart de meesterontsnapper aan een feestavond van Nederlandse zeeverkenners, die hem met een sleepkabel van twintla meter te lijf gingen. „Ze zijn drie kwartier bezig ge weest met knopen. Ik was ingepakt gelijk een worst. Ze hadden me net zo goed In de kelder kunnen gooien en een betonnen muur voor de deur gieten", zei Joe. „Ik zei: jongens, jullie hebt gewonnen, pak me maar weer uit. Daar waren ze een half uur mee zoet. Ik zag er schabouwelljk uit. Mijn bloed was niet meer normaal en ze moes ten 37 pleisters leggen". In Antwerpen ging ooit ook het nummer met de zU< compleet de mist In ten over staan van honderden kijkers, onder wie de procureur des konlngs en de bestendig gedeputeerden. Joe vindt het nog altijd een mooi nummer. Ze rollen Je met kettin gen gebonden in de zak, knopen die dicht en doen er nog een zak overheen die aan de andere zijde wordt toegebonden. Maar ingevolge een recent bedrijfsongeval prik ten die keer de schilfers van Joe's bekken In zijn blllevlees en kon hij geen kracht zetten. „Ik lag daar maar te duwen en te trekken maar dat ding verroerde niet en telkens schoot die pijn naar mijn lies. Ik bleef nog een tijdje stil liggen en riep toen: doen Jullie hem maar open". Ja. er staat veel verdrietigs geschreven in de palmares van Alcatraz. Zo zou de dap pere Belg graag nog eens aan de Eifelto- ren hangen, want die ene maal was geen succes. De mensen, die waren toege stroomd vermits er een zot aan de toren hing, konden de ontsnapplngsact niet zien, omdat Joe nissen een paar stalen balken kwam te bengelen. „Er stond daar in die H-balk bovendien een meter regenwater en daar lag Ik hulpeloos in te spartelen". Verantwoordelijk voor zijn (herhaaldelijke) pech is het wettig gezag, dat wel wielren ners langs ravijnen laat suizen maar een eerlijk ontsnappingskunstenaar het werk belet. Joe Alcatraz geeft echter niet op. Hij is In onderhandeling met het Atomium in Brussel en zou graag ook eens onderste boven een ontsnapping doen aan zo'n lan-' ge witte stok voor de boeg van een groot schip dat door het kanaal naar Oostende vaart. Het zit er voorlopig niet in, zodat Joe zich in vorm houdt met oefeningen thuis aan de zolderbalk. „Als Je het daar kunt. dan kun je het ook aan de kabelbaan In Di- nant". MARC DE KONINCK Indringende, bindende muzikale kracht.- maal niet verloochenen." briljant Coltrane dus het grote voorbeeld van Thielemans? „Absoluut. Melodisch probeer ik hem al tijd te volgen, zoals hij speelde tijdens zijn samenwerking met Miles Davis en in de daarop volgende Giant Steps-periode. Dat is niet eenvoudig. Coltrane is voor mij een ander woord voor briljant. Zonder hem zou ik nooit geworden zijn wat ik nu ben. En dank zij hem kan ik nu andere muziek maken. Want van de pure jazz alleen kon ik in mijn eerste Amerikaanse jaren niet le ven. Daarom heb ik bij het filmaanbod van Quincy Jones ook nooit gezegd: .Sorry, Quincy, ik speel alleen Coltrane.' Had ik nooit het grote publiek bereikt. Bovendien, door die andere muziek heb ik datzelfde publiek kennis laten maken met de jazz, wqht wat ik ook speel, mijn jazzy-inslag zal altijd te horen zijn." Toots Thielemans, momenteel nog min of meer gekluisterd aan zijn ziekenhuisbed in New York, dankt overigens aan een ander ziekbed, heel vroeger thuis bij zijn ouders, achter hun Brussels café, zijn niet te even aren vaardigheid op de mondharmonica. „Mijn eerste instrument was de gewone accordeon, de trekpiano. Op mijn derde jaar speelde ik al in de zaak van mijn ou ders. Later, toen ik eens langdurig ziek was, raadde men mij aan het ook eens op de mondschaaf te proberen. En dat lukte. Van jazz wist ik toen nog niet veel. Dat kwam pas rond mijn achttiende. Ik hoorde Django Reinhardt en dus wilde ik tevens gitaar leren spelen. Weet je overigens, dat ik een keer in de Londense Ronnie Scotts Club tegelijk op gitaar en mondharmonica heb gespeeld? Met mijn linkerhand deed ik de vingerzetting op de gitaar. Eddie Marshall tokkelde'de snaren. Mijn rechter hand bestuurde de chromatische mond- schaver. We speelden het succesnummer van Stevie Wonder, „Isn't she lovely". De mensen braken de zaal af." Voorlopig echter zal Jean Toots Thiele mans alweer tevreden zijn als hij op één instrument kan spelen. KEES JAGERS zal voortzetten, dat Thielemans zijn Nederlandse toernee met het kwintet van Dizzy Gillespie (november, december, januari) normaal zal kunnen afwerken, valt echter nog te bezien. Voorlopig heeft manager Wim Wigt daarvoor als mogelijke vervanger de Cubaanse saxofonist Paquito D' Rivera ingehuurd, maar de hoop lijkt gewettigd, dat Toots het staartje van die Nederlandse toernee alsnog zal kunnen maken. -.Pleziert het me niet, dan pak ik mijn gitaar. Dan komt het plezier vanzelf weer terug. neert en speelt er filmmuziek, begeleidt veel. commercials en concerteert er met beroemdheden van allerlei pluimage. Toch kijkt hij elk jaar verlangend uit naar zijn mogelijke uitstapje naar Europa. Naar Ne derland. Waarom? „In Nederland ben ik nu eenmaal beter bekend dan in België. Toch heeft het ook bij jullie vrij lang geduurd eer er werk kwam. Dat was pas nadat ik in 1962 „Bluesette" gecomponeerd had. Daarna de muziek voor „Turks Fruit". Willem Duys nodigde me toen uit voor de „Vuist". Het bleek een uitstekende commercial. Ik trad regelmatig op in het radioprogramma „Sesjun" en ik ging platen maken met Rita Reys en Rogier van Otterloo. Ja en ten slotte kwamen de concerten. En dat wor den er gelukkig nog steeds meer. Ik ben van Nederland gaan houden". „Toots" zegt het niet als,een loos compli ment. Hij meent het. Zoals hij ook bijzon der graag in Zweden speelt. Hij houdt nu eenmaal van landen, waar muzikaal talent als het ware voor het oprapen ligt. Dat ook heeft van hem een jazz-globetrotter ge maakt. Al jong maakte hij zijn eerste over steek naar The States. Na in de na-oorlog- se jaren langs Amerikaanse legerclubs in Duitsland te hebben gezworven, het ach terland van zovele Europese jazzmusici, vloog hij in 1947 vanuit Brussel naar New York, om zich daar aanvankelijk nog aar zelend tussen de jazzgrootheden van die tijd te voegen. Twee jaar later was hij er weer. Als deelnemer aan het vermaarde Paris Jazz Festival. Voor hem de werkelij ke start van zijn huidige carrière. doorbraak „Toen mij in 1950 door Benny Goodman gevraagd werd om met zijn orkest een Eu ropese toernee af te werken, wist ik het pas zeker. Ik wilde permanent in Amerika gaan wonen en werken. Vergis je niet. Dat was in die jaren een hele stap. Maar het lukte. Zes jaar op rij speelde ik in het com bo van George Shearing. Daarna was ik rijp. Quincy Jones, met wie ik veel platen had gemaakt, trok me naar de film. Ik maakte met hem de soundtracks voor de „Midnight Cowboy" en „The Gettaway" met Steve McQueen. Sommige jazzmusici kunnen dat niet goed verdragen. Ze vin den die muziek te commercieel, te gladjes. Het heeft me nooit gedeerd. Ik houd van muziek en ik geloof, dat je alle soorten muziek goed kunt interpreteren, al blijf ik natuurlijk op de eerste plaats jazzmuzi kant. „Anderzijds houden dergelijke uitstapjes je wakker. Ik vond het dan ook heerlijk om aan „Turks Fruit" van Jari Wolkers en aan „Salut l'Artiste" met Marcello Mastroianni mee te werken. Het scherpt je muzikale denken. Je leert er je instrument wel beter door beheersen en, wat wellicht nog be langrijker is, Ik heb plezier in het maken van allerlei soorten, muziek. De ene keer een stuk ter gelegenheid van de openstel ling van de Brusselse Metro, een tribute (eerbetoon) aan mijn geboortestad dus, dan weer een voor een film- of tv-commer- cial. Welk thema ik ook speel, er zal altijd iets in terug te vinden zijn van mijn per soonlijk idool, tenor-saxofonist John Col trane. Mijn jazzy-karakter laat zich nu een- r|de|en in Den Haag: „Ik ben beter bekend in Nederland dan in België" vermaarde Manhattan Hospital d i ije 73ste Straat in New York Jean „Toots" Thielemans al rastberaden aan zijn mogelijk ile herstel. De beroemde 59- Belgische jazzmusicus (gitaar, 'oornamelijk mondharmonica), ige week zondag in zijn in Montauk Point door een e werd getroffen, gelooft, j|s de hem begeleidende artsen, in een spoedige come-back op het concertpodium. Met slechts lichte verlammingsverschijnselen aan de linkerhand en -voet is hij er, naar het lijkt, goed afgekomen en zal er geen blijvende invaliditeit zijn. Zelfs lijkt het erop, dat de kleine Belg binnen afzienbare tijd zijn mondharmonica weer zal kunnen bespelen. Öf het genezingsproces zich zo snel 'ORK Jean Toots Thielemans »ver niet over hetgeen hem veertien geleden plotseling overkwam. Niet it feit, dat er toevallig een bevrien- aanwezig was op het moment dat ite verschijnselen van een ineen- zich voordeden. Niet over het feit, snel toegediende bloedverdunnen-r "idelen ernstige trombose in de her- aanlvoorkwamen. Zijn leven was mu- leven is muziek. Zelf ziet hij zich als een bescheiden onderdeel daar- [AOidus wenst hij slechts te praten over riftdde. de muziek, de jazz. bieiat van Harvey Siders, bekend jazz- aan) van „Downbeat", naar aanleiding Jt Mantery Jazz Festival in 1972: was voor mij het absolute hoogte- an Monterey. Ik schaam me er niet im te bekennen, dat er tranen in gen kwamen tijdens zijn vertolking y Brown's „Brown Ballad". De laat- ir, dat me zo iets aangrijpends over- was toen ik Nina Simóne „I love irgy" hoorde zingen. Waarschijnlijk het geheim van Toots: zijn indrin- bindende muzikale kracht. Hij haalt enselijke gevoelens uit die piepklei- dharmonica." llimlacht en reageert haast fluiste- Harvey kan mooi schrijven. Weet irec i jazz. En Nina Simone zingt inder- lusijetoverend mooi. Dat is waar. Maar om mijn muziek....?" Even is het een diepe zucht en vervolgens op Je tl/male stemvolume: „Ik kan er niets ;n len, maar ik kan nu eenmaal niet zo rSCtegen dergelijke lovende woorden. ndPjk. ze doen me wel iets. Ze beroe- ver'. Ik hecht er veel waarde aan, heus, jofOch— ggen het me zo vaak. Dat ik popu- n, beroemd. Maar ik vraag er niet doe er niets voor; zo lang het me 3rd ik die mensen dan ook meneer, dag madam". Ple- dan zal ik me waar- i en m'n mondschaaf >i- iarmonica) of mijn gitaar pakken. DGiimt het plezier vanzelf weer terug, rsial life." lijst! btepunt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 17