mBSBÊÊÊBÊÊ Kille conservatieve wind blaast overAmerika's nationale parken dchbatt $de maatjes "1 Libanezen WÉL V.i fM:' *^ti3 Foto boven: Sommige Nationale Parken bestaan uit uitgeatrekte prairies waarop nog volop buffels grazen. si-»**. Foto rechts: Het Canyonland is ongetwijfeld het Nationale Park van do Verenigde Staten dat het meest tot de verbeelding spreekt prrespondent ih Washington, iet, maakte de afgelopen zo- tn omvangrijke trip door de |de Staten. Hij legde bijna km af, bezocht 28 staten en f drie weken in Californië. Tij- Ijn rondreis bezocht hij een Rationale parken. In onder- Iverhaal geeft hij een impres- I zijn bezoek aan die parken, m door een portret van Ameri- idnister van binnenlandse za- js att, wiens politiek algemeen I gezien als een grote bedrei- I )or de natuurgebieden in de CANYON Het landschap lijkt »rste dag van de schepping verge- becfuige hoogvlakte van Arizona laat te len de 2000 meter naaldboomfor- ?e, die zich aaneenrijgen tot bos weg naar het Westen klimt hoger, irt ktter, de naaldbossen worden dich- icht ijler en koeler. Dan scheurt de en. De Grand Canyon. Op somml- X riten meer dan twee kilometer diep. in. Eaal van de aarde zelf. Als je naar der kijkt, kijk je twintig miljoen eeu- nééig- De vermetele die de tocht naar milu aandurft, maakt een kllmatologi- i van de wouden van Canada naar llingitijn van Mexico. De adelaar kan beweging van de vleugel naar I botfant zeilen, voor de eenvoudige naatlilist kan het een reis betekenen lëns 300 kilometer, als id Canyon is een van de schltte- modtionale parken in de Verenigde park beslaat bijna 3.000 vier- werpmeter. Vorig jaar waren er tegen vniljoen bezoekers. Maar de Vere- teid éten hebben meer van dit soort latuiBryce Canyon in het zuidwesten ihaffttaat Utah heeft een oppervlakte r óri 150 vlerkante kilometer. De ele- penhebben er in een eeuwigheid de onafllige vormen in de kalksteen ge- stenrin zacht rood, geel, oranje, roze, 1js en wit. Het heeft Iets van een t veflats van nlet-gebrulkte Walt Dis aak elen. De aanblik is van een adem- an etde decadentie. rf je tijdens je verblijf In de Vere- fooraten slechts één nationaal park In ordtnigde Staten zou mogen bezoe- bI op» zullen de kenners je adviseren n stJowstone te gaan. Het is het oud- park in de wereld (1872) en erulm 9000 vierkante kilometer het i het' In de Verenigde Staten. Yellow- noetedt zoals dat heet „voor elk wat rse i Is een zeer spectaculaire canyon, Foto linke: Deze merkwaardige rotsconetructie, bijgenaamd de vieeenoogboog, fa te zien in het Nationale Park van de Grand Canyorn. er zijn prachtige meren, eindeloze bossen, valleien, bergen, prairies en de wonderlijke geisers. In Yellowstone spreek je niet meer vertederd van „moeder aarde". Het geweld, dat zich onder onze voeten af speelt, is er voortdurend rommelend en borrelend aanwezig. Al sinds mensenheu genis spuit de befaamde geiser Old Faith ful er met kleine afwijkingen elk uur bijna 50.000 liter kokend water omhoog. Het lijkt druk in Yellowstone ruim 2,6 mil joen bezoekers In 1980 maar dat komt vooral omdat maar vijf procent van het park direct toegankelijk Is. Hangt men echter de knapzak om en betreedt men de smalle paden, dan is er stilte, leegte en deelt men de adembenemende natuur slechts met gelijkgestemde natuurvorsers, grizzly-beren, elanden, rendieren, bisons, gaffelantilopen en talloze andere dieren. Indianencultuur Maar niet alleen de mooiste natuur is in beschermde parken ondergebracht. Ook cultuur-historische monumenten worden in parken beschermd. Je hoeft niet naar Mexico of Peru om de verbazingwekkende overblijfselen van de Indianencultuur te aanschouwen. Met name In het zuidwesten van de Verenigde Staten vind je deze her inneringen. In het bergstadje Taos In Nieuw-Mexico bevindt zich een tot vier verdiepingen reikende „pueblo", die al meer dan 1.000 jaar onafgebroken door Indianen wordt bewoond. Mesa Verde In het uiterste zuiden van Colorado Is een van de meest Interessante nationale par ken. Rond 1870 werd er het oudste en grootste appartementsgebouw in de Vere nigde Staten ontdekt. Een stad van 500 woningen, uitgehouwen in de rotsen als bescherming tegen mogelijke vijanden en natuurkrachten. Waarom het rond 1300 werd verlaten, is nog altijd een raadsel. De meest waarschijnlijke verklaring is volgens historici een droogteperiode, die mogelijk 75 jaar heeft geduurd. Canyon De Chelly hier uitgesproken als „Diesjee" verdient als nationaal monu ment onder meer vermelding omdat het geen eigendom is van de Amerikaanse re gering. De canyon In Noordwest-Arlzona is eigendom van de Navajo-Indianen. Je kunt er dan ook alleen maar in met een Navajo- gids. Dat is niet alleen om de In de cany on landbouwende Indianen tegen ongere geld bezoek te beschermen, maar ook vanwege het verraderlijke drijfzand dat hier en daar In de canyon aanwezig is. Het is er ruig en heet. „Ik hou van dit werk" zegt de goedlachse 26-jarlge gids Sam, „al was het alleen maar om Jullie bleekge- zichten te zien veranderen In roodhuiden". Bezuinigingen De hierboven beschreven parken vormen nog geen twee procent van het totaal aan tal nationale parken In de Verenigde Sta ten. Tussen de twee oceanen zijn er In to taal 334 te vinden. Sinds het begin van de jaren zestig is een traditie ontstaan, waaraan tot hu toe elke regering zich heeft gehouden. Het be schermd gebied wordt elk jaar uitgebreid. Vooral de regering Carter heeft door gi gantische aankopen In Alaska het federale parkland meer dan verdubbeld. De nieuwe conservatieve wind van Reagan blaast echter ook z'n kille adem over wat wel genoemd wordt „de laatste omvangrij ke wildernis In de geïndustrialiseerde we reld". Meer nog dan de bezuinigingen, die ook het natuurbeheer hard treffen, maakte Reagans benoeming van James Watt op het vitale ministerie van binnenlandse za ken zijn koers duidelijk. In Nederlandse termen vertaald was het zoiets als de be noeming van Marcus Bakker op Defensie. Deze benoeming betekende een klap in het gezicht van de Amerikaanse natuurlief hebbers. Watt immers had sinds 1977 na tionale faam verworven als directeur van een organisatie in Denver, die zich beijver de om bedrijven en particulieren te helpen in hun strijd tegen zoals Watt het zelf pleegde uit te drukken, „de onderdrukking door extremistische natuurbeschermers". Hij heeft zich, zij het grotendeels bulten de internationale schijnwerpers, met gemak opgeworpen tot het meest omstreden lid van Reagans kabinet. Het wordt steeds moeilijker Congresleden of kranten en tijd schriften te vinden, die nog niet hebben aangedrongen op Watts aftreden. Zelfs Sports illustrated, Amerika's grootste sporttijdschrift, sloot zich onlangs aan bij de lijst van „weg-met-Watt-roepers". Newsweek opende een omslagverhaal over Watt met de dramatische tekst: „Het land bestond al voor de komst van James Watt, het zal hem overleven, maar het zal nooit meer hetzelfde land kunnen zijn". De Republikeinse partij in Californië zond een noodkreet naar president Reagan: „Gooi Watt eruit, anders gaan we hier flinke ver liezen lijden". Gevechtsklaar James Watt (43), een jurist met het uiter lijk van een studeerkamergeleerde, had niet lang nodig om de Amerikaanse na tuurliefhebbers gevechtsklaar te krijgen. Hij benoemde een jurist van een grote houtfabriek tot hoofd van de Bosdienst. Voor de dienst Visserij en Wild viel Watts oog op een inmiddels al legendarisch ge worden figuur, dokter Norman Roberts. Dr. Roberts liet weten in 1939-1940 zoölo gie te hebben gestudeerd in San Dlego, maar diverse kranten vonden al snel uit dat Roberts in die tijd slechts een botani sche cursus had gevolgd. Op een kennis makingsbijeenkomst in Washington sloeg Roberts genadeloos toe. Hij bleek een ware komiek en vertelde onthutste bezoe kers van de bijeenkomst zijn benoeming te danken te hebben aan het feit, dat hij de tuinmeubelen had gerangschikt in de tuin waar Reagan in 1965 zijn kandidatuur voor het gouverneurschap van California had aangekondigd. Hij vertelde ook enige tijd als veearts gewerkt te hebben, maar dat was niet zo'n succes geweest. Hij was gestopt na een vergeefse poging de eier stokken bij een kater weg te halen. James Watts uitlatingen hebben vrijwel vanaf de eerste dag grote deining opge roepen. Hij kwam binnen met de medede ling dat hij „50 jaar wanbeleid zou om draaien", hij ontsloeg 50 juristen en alle medewerkers die van enige binding met de regering-Carter blijk hadden gegeven. „De milieubeschermers zijn de sleutel van de voordeur van dit departement kwijt ge raakt. De deur staat nu open voor ieder een", aldus Watt. Het bedrijfsleven rea geerde aangenaam verrast. Carl Bagge, president van de National Coal Associa tion: „Hij heeft mijn baan weer plezierig gemaakt". Maar zelfs de olie-industrie was verbaasd, toen Watt aankondigde in vijf jaar bijna een half miljard hectare zeebo dem te willen uitgeven voor olieboringen langs de kust. Het overkoepelende Petro leum Instituut liet Watt beleefd weten ver eerd te zijn met zoveel aandacht, maar de capaciteit te missen om zo'n gigantische oppervlakte te lijf te gaan. James Watt Is een religieuze fundamenta list, waaronder in de Verenigde Staten die protestanten worden verstaan, die geloven in de letterlijke onfeilbaarheid van de bij bel. Religie speelt een belangrijke rol in het leven van de Watts. Mevrouw Lellani Watt leidt een gebedsgroepje van vrouwen van Reagans kabinetsleden, de enige dochter (20) is getrouwd met een theolo- gle-student, de enige zoon (19) wil domi nee worden. Watt gelooft niet in de evolu tieleer en meent dat de aardse tijd toch maar beperkt Is. Tijdens een hoorzitting In het Congres zei hij: „Ik weet niet op hoe veel toekomstige generaties we nog kun nen rekenen, voordat de Heer terugkeert." Hoewel Watt het ontkende, legden zijn te genstanders dat uit als een houding van „waarom de natuur sparen als het einde toch nabij is". In elk geval meent Watt, dat grondstoffen zijn geschapen om ze te ont wikkelen, ook als er unieke natuur voor moet verdwijnen. Olieboringen Een van Watts eerste daden was het verle nen van 34 concessies voor olieboringen langs een van de mooiste kustgebieden in de wereld, de kust van Mldden-Callfornië. Een federale rechter heeft er Inmiddels een stokje voor gestoken, maar Watt wil de zaak uitvechten tot aan het Hoogge rechtshof toe. Het hoogste Amerikaanse rechtscollege zal het nog druk krijgen met Watt, want inmiddels Is hij In nog veel meer rechtszaken verwikkeld, onder meer bij pogingen vergunning te krijgen voor olieboringen In wildernlsgebleden In Mon tana en Wyoming (vlakbij het Yellowstone Park). Aan het wetgevende front Is Watt bezig restricties voor boringen en ontgin ningen en luchtvervuillngsbepallngen aan zienlijk te verzachten, dan wel op te doe ken. Minister Watt heeft al menigmaal plechtig beloofd de nationale parken ongemoeid te zullen laten. De Amerikaanse natuurlief hebbers zijn er echter allesbehalve gerust op. Niet alleen zijn ze verontwaardigd over het feit dat Watt de ultbreldlngstradltie heeft doorbroken, ook vrezen ze dat de bezulnlglngsrage de parken hard zal tref fen. Watt zegt het geld, dat anders In de aankoop van nieuw parkland gestoken zou worden, nu te zullen besteden aan verbe tering van de bestaande parken. Tot nu toe is daarvan niets gebleken. Integendeel. In alle parken wordt hevig geklaagd over Ingrijpende besnoeiingen. De totale staf Is teruggebracht van ruim 9.000 tot 6.400 man. Grand Canyon bijvoorbeeld heeft dringend een nieuw waterleldlngssysteem nodig dat zeker 40 miljoen dollar kost. Het totale budget voor het park is Intussen echter teruggebracht tot 4,5 miljoen per jaar- Watt heeft laten weten de particuliere on dernemingen, die nu al onder zeer strikte bepalingen hotels, snackbars en souvenir winkels in de parken drijven, meer de vrije hand te willen geven en ook andere taken aan particuliere bedrijven te willen uitbe steden. Het heeft de Amerikaanse milieu groepen alleen nog maar furieuzer ge- maakt. Ook de National Wildlife Federa tion, met 4,7 miljoen leden de grootste mi lieubeschermingsgroepering in de Vere nigde Staten en tot nu toe van een nogal conservatieve signatuur, heeft Inmiddels In een brief aan Reagan het aftreden van Watt geëist. „Watt op deze post, waar hij het beheer heeft over bijna een derde van al het Ame rikaanse land", zo zegt men in natuurbe schermerskringen, „staat gelijk met een vos op wacht zetten bij een kippenhok". DICK TOET jk k nle onj jenl nda' ezerj v4 Vil 0' ft et ÉSÏ HARRIS TEL AVIVI „Alah Maak" (God is met je) klinkt het van verschillende kan ten, wanneer de 21-jarlge Nederlandse Unifil-korporaal Eric de Lange samen met zijn maten van de „sociale compagnie", die in het leven is geroepen om de contac ten met de plaatselijke bevolking te onder houden, in een van de dorpjes in het Uni- fil-gebied verschijnt. De soldaten van Dutchbatt, zoals het Nederlandse ruim achttienhonderd man tellende onderdeel van het VN-vredesleger wordt genoemd, zijn duidelijk geliefd bij de Zuidlibanezen. „Alah Maak, wij houden van de Neder landse soldaten", klinkt het telkens weer. Voor de bevolking van het dorpje Kafra is hospik Eric de Lange meer dan een gewo ne Unifil-milftair. Hij geniet, niet in de laat ste plaats door de Rode Kruisband om zijn arm, de reputatie van „dokter". Gedwon gen door het zeer gebrekkig functioneren van de Libanese gezondheidszorg de dichtsbljzijnde arts houdt op meer dan tien kilometer afstand spreekuur heb ben de inwoners van Kafra de weg naar de militaire gezondheidsdienst gevonden. De legerarts, de tandarts en de hospikken zijn voor hen heelmeesters, op wie wanneer het nodig is een beroep kan worden ge daan. Met name korporaal De Lange heeft het vertrouwen van de bevolking gewonnen, door zich vaak In het dorp te laten zien. De taai vormt bij de contacten nauwelijks een probleem. „Ik spreek een paar woord jes Arabisch. En voor de rest wonen hier veel mensen, merendeels zeelieden, die het Duits en Engels een beetje beheersen. En ais dat allemaal niet meer lukt, kan ik mij met handen en voeten wel verstaan baar maken", aldus Eric de Lange. Maar niet alleen op het terrein van de ge zondheidszorg profiteert de bevolking van Kafra en omgeving van de aanwezigheid van het Unifil-detachement. In het plaatsje Siddiqin werd met hulp van de Nederland se militairen een school afgebouwd en in Tibnin kwam met steun van de Hollandse Unifillers een weeshuis van de grond. Het initiatief om in Harris, waar het hoofdkwar tier van Dutchbatt gelegerd is, eveneens een schooi te bouwen, Is echter voorlopig in de Ijskast gezet. Welgestelde notabelen weigeren hun bijdrage aan het project te leveren. „Wij zijn Unlfil-soldaten, geen ont wikkelingswerkers", zegt de leiding van het Nederlandse Unifil-detachement. „Men mag ons niet als een melkkoe gaan be schouwen. Daarom hebben wij ons voorlo pig uit het project teruggetrokken, hoe jammer dat ook Is. We zijn wel goed, maar niet gek". Vrije dagen Op hun vrije dagen trekken Eric de Lange en zijn maten naar Tel Aviv. Wie op een willekeurige zondagavond in die stad de ruime kamer op de tiende verdieping van het Ramada Continental Hotel binnenwan delt, waant zich vele duizenden kilometers noordelijker. De kamer zit vol jonge, Ne derlands sprekende mannen. Een blik in de naastgelegen wasruimte maakt alles duidelijk. Daar hangen zo'n vijftig unifor men en staan evenveel paren schoenen netjes naast elkaar. De jonge en ook een aantal oudere mannen behoren al len tot het Nederlandse Unifil-detache ment in Zuid-Libanon, die hier in Israël hun vrije dagen doorbrengen. Hun vakan tie-onderkomen heet het „Hollandse Huls", een door het echtpaar Mak en Aat van der Pijl bestierd tehuis voor vakantie vierende Unifillers. In Harris, waar het hoofdkwartier van de Nederlandse troepen is gevestigd, bevindt zich een klein reisbureau, dat in samen werking met een echte touroperator de Unifillers zuidwaarts helpt. En wat het uit eindelijke doel ook is, een bezoek aan het Hollandse Huis staat bij vrijwel alle solda ten op het programma. Mak en Aat van der Pijl hadden, voor zij hun Intrek namen In het Ramada Conti nental Hotel, al een jarenlange ervaring met het werk in militaire tehuizen. Het werk met Unifil was ook voor hen iets ge heel anders. VooraJ In de eerste maanden, toen er van grote spanningen onder de militairen sprake was, was het niet gemak kelijk. „De jongens die nu bij ons komen boffen enorm in vergelijking met degenen, die twee jaar geleden In Zuld-Libanon za ten. De tijd dat de jongens echt nare erva ringen hadden en hier stoom moesten af blazen ligt gelukkig achter ons". Toch zitten de militairen die vandaag de dag het Hollandse Huis bezoeken vol ver halen over hun belevenissen. Bijvoorbeeld de leden van een radarploeg, die vorige maand bij het invallen van de duisternis door zwaar bewapende Palestljnen wer den aangehouden. De Nederlanders moesten onder schot gehouden hun wagen verlaten, waarna de overvallers wa pens en enkele blikken vruchtesap buit maakten en In de duisternis verdwenen. Een andere Unlfiller vertelt over enorme hoeveelheden gestampte muisjes en Jam, waarmee de keukenkast van zijn eenheid gevuld is. Het Unifll-voedsel meer dan zat, schreven de Unifillers brieven aan Neder landse fabrikanten waarin zij hun nood klaagden over het boterhambeleg. Het ge volg was dat dozen vol hagelslag, jam en muisjes richting Zuld-Libanon werden ge vlogen. Soldaten die ver van de bewoonde wereld dagenlang een uitkijkpost hebben be mand, verhalen weer andere ervaringen. „In de eenzaamheid leer Je jezelf erg goed kennen. Ook weet je na enige t»jd ver draaid goed. wat je aan je maten hebt. In Nederland leef je van weekeind naar weekeind. Hier lijkt alles tijdloos en ben je op elkaar aangewezen. Natuurlijk leidt dat tot stress-situaties. Maar daar doen we wat aan tijdens het „gespreksuur". Dan vervallen rangen en standen, kan ledereen zeggen wat hij wil, of het nu mooi of lelijk is; dan hoeft niemand van zijn hart een moordkuil te maken. Het gaat er vaak erg hard aan toe, maar het gevolg Is dat de Irritatie verdwijnt". Voor Mak en Aat van der Pijl Is stress on der de Unifillers een bekend verschijnsel. „Het is onze taak naar die jongens te luis teren, echt belangstelling voor hun erva ringen te tonen". Bezorgd zijn zij evenwel over de opvang van de Unifillers bij terug komst in Nederland. „Na thuiskomst mer ken de militairen en hun naaste omgeving dat het moeilijk Is om In het oude stramien terug te keren. Ze kunnen hun belevenis sen moeilijk kwijt. Ook de thuisblijvers, ouders, vrienden en verloofden, moeten op de thuiskomst van de Unifillers worden voorbereid. Men krijgt niet de Jongeman terug die zes maanden tevoren naar Zuid- Llbanon ging. Wie terug In Nederland met aanpassingsmoeilijkheden kampt kan wei contact opnemen met een hulpverlenings instantie-, maar als geheel is de nazorg voor dlenspllchtlgen en beroepsmilitairen onvoldoende". JAN A. BRUIN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 19