erenwijk: cumene een cuüm Dik en Dien van den Berg wo- ^een ruime steenworp afstand van J, bescheiden Regenboog-kerk, die M ofsgemeenschap in de Leidse Me- sinds drie jaar als onderkomen jJH,Veronderstel even, dat we niet Merenwijk waren verhuisd, zes —leden en ons huis in Zoetermeer behouden. Ons kerkelijk leven zou (rend bergafwaarts zijn gegaan, gasir'ijk waren we helemaal niet meer T^erk gekomen. Nee. Je kan toch jcharistie vieren met een priester jT-riert je kind te dopen?" 14 Ole en Dien (33) vormen een zogehe- g.st.mengd echtpaar". Zij komt uit een Dms nest; hij genoot een hervorm- ieding. Nou en?, aldus hun overwe- - ,in ze besloten te trouwen. De Delft- L éter die hun huwelijk inzegende 3.0(7 net zo over. i sta helemaal niet principieel afwij- "TTqigenover het katholicisme. Aan de 13 kant: Garanderen, dat ik onze conle kinderen een katholieke opvoe- leeig geven dat ging me te ver. Des- HaQelft hóefde dat ook niet. De belof- >ieen „christelijke opvoeding" was de en daar konden mijn vrouw en (W^lfsprekend volkomen achterstaan. 2055:ik de oude gewoonte om op zon- JL "IJnet Dien mee te gaan naar de mis, voortgezet. Maar op den duur is 0175 nauwelijks vol te houden. Je kan echt mee doen aan de viering. Je SpeCJS maar zo'n beetje bij. Passief. Als juw te communie ging, bleef ik in bank zitten. Wat moet je anders? s twee verschillende kerken opzoe- W. ID weigering van de priester in Zoe- afarji om onze Karin te dopen als we ipenle,'jkertijd een afspraak maakten ag eerste communie, het Vormsel en ■=jr:niet wat nog allemaal meer, deed IK/lust wel helemóól vergaan". bruid ««li geloven kern van de Merenwijk-ge- ïap telt tal van „gemengde echt- Waar de op traditionele leest ge- j—je kerken de deur voor hen hooguit L BUI kier zetten, grijpen ze de Regen- trekifk aan als een unieke mogelijk- 15.^ samen te geloven. Hun antwoord (Vragenderwijs geformuleerde the- morgen te houden jubileumvie- u- ifle Regenboog „Oecumene: be- uy*of bevrijding?" laat zich raden, .ooop Simonis van Rotterdam daaren- i34onder wiens bisdom Leiden valt, ,niet terug voor „bedreiging" als "tie van de liturgie, zoals die in de I wortel heeft geschoten. „De In rijk gegroeide situatie met zijn :ien van Eucharistie en gewijd ^grensoverschrijdende praktijken >r mij niet gedoogd. Ik keur en X0??er nadrukkelijk af", aldus dr. Si- 1ie vooral doelt op de „open com- - van het protestantse Avondmaal I "^katholieke Eucharistie tot een ge- bappelijke Maaltijd van de Heer, is begin af aan het fundament ge- aarop het verdere gebouw van de 197 ijkse oecumene is gefundeerd. Bij vief1 leenschappelijke viering kan een "iet zo goed voorgaan als een pre tief terzake kernontwapening, nieuwe le vensstijl, pastorale zorg, catechese, kerk en samenleving, liturgie. Blijheid Penningmeesteresse Dini van den Berg: „En dat zijn geen loze werkgroepen, hoor. Daar wordt gewerkt. Leuren met klusjes, dat is er niet bij. Wanneer er een nieuw bestuur moet worden gekozen zijn er altijd meer kandidaten dan vacatures. Op zon dag frappeert mij nog elke keer de kenne lijke blijheid waarmee de mensen naar de kerk gaan. Je ziet nooit eens iemand met een serieus gezicht". Dini bestrijdt niet, dat ze voor blije gezich ten ook op het hockeyveld terecht kan. „Wat écht voor mij telt, denk ik, dat is het plezier van steeds nieuwe dingen ontdek ken. Het stapje voor stapje ontwikkelen van een steeds beter zicht op jezelf, de mensen om je heen, op God. Wij zijn een zoekende gemeenschap, het ware geloof hebben we voorlopig nog niet gevonden. Doordat je zoekt, stel je je open voor de ander. En dan kan je ook leren van die an der. Protestanten en katholieken hebben elkaar heel veel te bieden, is mijn ervaring. Voor mij was bijbellezen een nieuw feno meen. Wat weet je als katholiek nou van de bijbel? Terwijl dat toch de bron is waar we In laatste instantie alles aan ontlenen. Dank zij de bijbelclubjes heb ik op Jezus Christus een veel helderder visie gekre gen". Echtgenoot Dik: „Een element uit de ka tholieke traditie dat op mij grote indruk heeft gemaakt is de „overgave". De notie, dat er op een gegeven moment een eind moet komen aan al dat denken en redene ren en interpreteren. Dat je na of naast alle verstandelijke activiteiten ook moet kunnen zeggen: „Ik geloof, punt uit". Een belangrijke katholieke inbreng in de Me- renwijkse geloofspraktijk vind ik ook: het wekelijks terugkeren van de Avondmaal vieringen. In de hervormde traditie waarin ik ben opgegroeid, gebeuren die vieringen niet vaker dan drie, vier keer per jaar. Voor mij is het erg waardevol om elke zon dag samen met mijn vrouw in de kerk naar voren te kunnen komen voor de Maaltijd van de Heer". Verschil vervaagd Marlnus de Jonge (55), hoogleraar Nieuwe Testament in Leiden is lid van de theologi sche begeleidingscommissie in de Meren wijk. Vraag aan hem: „De Merenwijkse gang van zaken is toch ook met de her vormde en gereformeerde theologie moei lijk in overeenstemming te brengen?". De hervormde professor: „Theologisch klopt misschien niet alles, akkoord, maar dat de christelijke kerken gescheiden op trekken, klopt theologisch nog veel min der. Dat die verscheidenheid aan kerken die we nu kennen, nooit de bedoeling van de Heer is geweest, dat staat hoe dan ook als een paal boven water. Als je de Meren wijk bekijkt, is het zinvol om onderscheid te maken tussen theorie en praktijk. Theoretisch zijn er allerhande uiteenlopen de opvattingen op te sporen tussen de sa menwerkende kerken. Maar in de praktijk worden die verschillen niet langer ervaren. De mensen beleven het verschil niet meer tussen een dienst waar'n een dominee voorgaat en een die door een rooms-ka- tholiek priester wordt geleid. Onlangs nog zei een katholieke mevrouw tegen me: „Ik heb nog nooit zo'n goede preek over Ma ria gehoord als die van ds. Hortensius. Onder die omstandigheden mag je de vraag stellen: wat is de theorie nog waard? En: is de winst, ook de theologi sche winst, dat de barrières tussen de ker ken zijn geslecht niet veel meer onze aan dacht waard?". Met dat al blijft het opmerkelijk, dat de Merenwijk tot nu toe de enige radicaal oe cumenische gemeenschap is gebleven die in Nederland op het plaatselijk vlak, in een gewone stadswijk, van de grond is geko men. Op landelijk niveau verkeert de oe cumene al weer jarenlang in een impasse. Zeker door een katholieke bril bekeken heeft de Merenwijk veel weg van een stuk je niemandsland, door eenzame vrijbuiters veroverd en door de officiële kerk zoveel mogelijk genegeerd. Geen stimulans Pastor Van Well: „Het is vreselijk jammer, maar je kan de situatie hier inderdaad ver gelijken met een vacuüm. De officiële ker ken bewaren het stilzwijgen. Ook de gere formeerde en hervormde. Ze doen niets om ons te stimuleren. Nou is de oecumene niet afhankelijk van de kerken, maar het zou wel helpen als ze eens een aanmoedi ging lieten horen. Het zou teleurstellend zijn als onze gemeenschap de enige in zijn soort bleef in Nederland. Op den duur kan dat ook een bedreiging voor ons gaan vor men. De enorme belangstelling en sympa thie die we van allerlei geloofsgemeen schappen elders ondervinden, is op zich zelf niet voldoende. Als het initiatief ner gens wordt overgenomen en de officiële kerken blijven ons negeren, raken we toch in een zeker isolement". De weigering van bisschop Simonis om de Merenwijk ter gelegenheid van het jubi leum met een bezoek te vereren, vindt Jan van Well „pijnlijk". Niet voor hem zelf of voor zuster Frederike. Zij zijn er van over tuigd een goede en eerlijke weg te bewan delen. „Maar wel voor de katholieken in onze gemeenschap. Door zijn nadrukkelij ke afwezigheid kan de bisschop hun het gevoel geven, dat ze min of meer buiten de kerk zijn komen te staan, terwijl zij zich evenzeer met de kerk verbonden voelen als alle andere katholieken. We doen alle maal verschrikkelijk ons best om de band met de kerken, ook de katholieke kerk, goed te houden. En eenvoudig is dat echt niet. Als de bisschop met ons praat, infor meert hij nooit en te nimmer hoe we de catechese aanpakken, hoe het met de doopplechtigheid gaat, hoe we het doen met huisbezoek. Onze gesprekken gaan louter over de liturgie. Daardoor ver schraalt het blikveld". De felheid, rancune en soms zelfs regel rechte kwaadaardigheid van katholieken in de Merenwijk die het met de oecumeni sche aanpak niet eens zijn is een pro bleem, dat Van Well zwaar op de maag ligt. „Ik heb een plan, het begin te rijpen, om ook voor de mensen die het echt vol komen oneens met ons zijn, ruimte te scheppen binnen onze gemeenschap. Ook zij moeten hier kunnen aanhaken. Oecu mene betekent, dat iedereen er bljhoort". WILLEM SCHEER De vier van „de regenboog": zuster Frederike Meijer, pastor Jan van Well, ds. Henk Hortensius en ds. Jan van Leeuwen. dikant. Als het zo uit komt communiceren de katholieke gelovigen dus bij een predi kant en de protestanten bij een priester. Bisschop komt niet Die praktijk verdraagt zich niet met de of ficiële kerkelijke geloofsleer. Het voorgaan in de eucharistie is uitdrukkelijk voorbe houden aan een katholiek priester. Bis schop Simonis heeft de uitnodiging van de Merenwijk-gemeenschap om de herden king van het tienjarig bestaan bij te wonen dan ook uitdrukkelijk afgeslagen. Zijn aan wezigheid, vreest hij, zou kunnen worden uitgelegd als een aanvaarding van de oe cumenische liturgie. Kerkelijke gezagsdra gers van hervormde en de gereformeerde huizen hebben hun aanvankelijke beden kingen tegen de „Merenwijk" inmiddels overwonnen en staan er volgens Regen boog-pastor Van Well nu zelfs betrekkelijk positief tegenover. Ds. A. C. Hofland bij voorbeeld, praeses van de generale syno de van de gereformeerde kerken, neemt wel deel aan de jubileumviering. Elders naar de kerk Toch zijn er ook tientallen, vermoedelijk zelfs honderden protestantse gelovigen onder de 17.000 inwoners van de riante nieuwbouwwijk die elders in Leiden ker ken, omdat ze de praktijk van de oecume ne in de Regenboog veel te ver vinden gaan. Een katholiek die zich gedwongen voelt in de Leidse binnenstad naar de kerk te gaan is Frans P., een 59-jarige rijks ambtenaar, die veelvuldig met publiek in aanraking komt en daarom liever niet met zijn achternaam wordt aangeduid. „Wat in de Regenboog-kerk gebeurt is geen echte oecumene", stelt de heer P., niet zonder felheid. „In de Regenboog wordt het begrip „oecumene" gebruikt als dekmantel om de werkelijkheid te verhul len en die werkelijkheid is dat men op weg is naar een zelfstandige kerk, los van de hervormde, los van de gereformeerde, los ook van de katholieke kerk. Ik ben vóór samenwerking met onze protestantse broeders. Samen een kerkgebouw gebrui ken, gezamenlijke gebedsdiensten, sa menwerking bij het diaconaal werk daartegen heb ik geen bezwaar. Dat zijn vormen van oecumene waarmee we alle maal blij kunnen zijn. Maar in de Regen boog-kerk gaat men veel verder." „Gelijkschakeling van Eucharistie- en Avondmaalviering kün je niet accepteren als katholiek. Je mag niet zomaar iedereen tot de communie toelaten. Ook de blijven de aanwezigheid van Christus onder de gedaanten van het brood en de wijn (na de viering) wordt ontkend. Als je het ge loof zo ruimhartig interpreteert, negeer je fundamentele geloofswaarheden. En dan moet je kiezen: vasthouden aan je eigen opvattingen en de katholieke kerk verla ten, óf binnen de kerk blijven, maar dan ook gehoorzamen aan het katholieke leer gezag. Als je in de kerk blijft en toch je ei gen ideeën volgt, misleid je in feite de ge wone gelovigen, die van al die theologi sche kwesties natuurlijk niet het fijne we ten. Persoonlijk vind ik dan ook, dat bis schop Simonis harder zou moeten optre den en de praktijken in de Regenboog kerk openlijk zou moeten verbieden". Dik van den Berg mag af en toe graag eens zuchtend in de verte staren: „Er staat toch geen prikkeldraad om deze kerk?. Als iemand zich bij een andere vie ring, in een andere geloofsgemeenschap beter thuis voelt, moet hij of zij vooral dóór heen gaan. Maar daarom kunnen we toch wel binnen een kerk blijven. Dat is nu juist wat de oecumene beoogt: met res pect voor ieders eigenheid toch proberen een grote gemeenschap te vormen". Opbouw Toen het duo Van den Berg in de Meren wijk neerstreek was de opbouw van de kerkgemeenschap nog in volle gang. De katholieken gaven nog wel eens blijk van heimwee naar wierook of een mooi Sanc- tus, terwijl de protestanten bij vlagen te rugverlangden naar zo'n echte, voedzame betoog-preek. Met het verstrijken van de tijd groeide echter de verbondheid van de verschillende „bloedgroepen" en verwierf men een nieuwe, gezamenlijke identiteit. De voortgaande woningbouw in de nieuw bouwwijk zorgde er voor, dat er elke maand weer nieuwkomers aanschoven op de klapstoeltjes in het destijds nog provi sorische onderkomen. De twee geestelijke pioniers, pastor Jan van Well (r. k.), en ds. Henk Hortensius (geref.) kregen verster king van ds. Jan van Leeuwen (herv.) en de plagenderwijs als „protestantse non" aangeduide zuster Frederike Meijer (r. k.). Van de nu tweeduizend gelovigen die door dit viertal pastoraal terzijde worden ge staan, vormen er driehonderd het organi satorische hart van de gemeenschap. Een hart, dat volgens pastor Van Well zo ge zond is, dat het, ook als hij en zijn colle ga's zich zouden terugtrekken, prima zou blijven doorkloppen. „Als we toevallig met z'n vieren onder de tram lopen, ploft de boel zeker niet uit elkaar, nee". Beleidsbepalende instantie is de Algemene Kerkelijke Merenwljkraad, die bestaat uit vijftien gekozen leden (vijf hervormden, vijf katholieken en vijf gereformeerden) plus de vier pastores. De AKM legt verantwoor ding af aan de gelovigen èn aan de kerk, waarvan die gelovigen lid zijn. Verder zijn er 23 verschillende werkgroepen. Die hou den zich bezig met koffie na de dienst, jongerensoos en crèche, maar zijn ook ac Echtpaar Van den Berg ^zoekende gemeenschap... Katholieken vieren de Eucha ristie en de protestanten het Avondmaal. Door het intieme kerkje van de Leidse Meren wijk klinkt het zondags: „We gaan nu over tot de viering van de Maaltijd van de Heer". Een handigheidje? „Welnee", beklemtoont prof. dr. Marinus de Jonge. „De Maaltijd van de Heer is een term die wezenlijk is voor zowel de katholieke als de protestantse traditie. In die term verenigen zich de ver schillende opvattingen". Marinus de Jonge (hervormd hoogleraar Nieuwe Testament aan de universiteit van Leiden) is een van de tweeduizend le den die samen de geloofsge meenschap „Merenwijk" vor men. Tien jaar bestaat de ge meenschap nu. En in dat de cennium is het begrip „Meren wijk" in het spraakgebruik van kerkelijk Nederland een syno niem geworden voor „oecu mene aan de basis". Nergeris anders is de godsdienstige eenheid in een „gewone stadswijk" zo radicaal doorge voerd. Jan van Well en Henk Horten sius, de twee pastores die op 5 september 1971, toen nog in een stoffige bouwkeet, de eer ste Merenwijkse kerkdienst hielden: „Het is gelukt. De in tegratie van de gereformeer de, de hervormde en de katho lieke geloofspraktijk is nu vrij wel volledig". Deze en volgen de week vieren ze dat met al lerhande bijeenkomsten. Van daag is er een nationale con gresdag onder het motto: „Kerk als samenleving onder de regenboog". SSsyain t m&mm m

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 17