\Er zit nog steeds 1 i muziek in de kermis Leids IDierenasiel leeg- verkocht Publiek wil hoger, snellersensationeler '1M1 —ET AD/REGIO LEIDSE COURANT ZATERDAG 3 OKTOBER 1981 PAGINA 5 ïlt LEIDEN Het gezicht van de kermis mag dan in de loop der eeuwen sterk veranderd zijn, kermisvieren is en blijft een volksvermaak van de eerste orde. Dat blijkt overduidelijk vandaag, wan neer de kermis bij Molen De Valk door de drukte nauwelijks meer te betreden is. Maar ook elders vinden de attracties doorgaans gretig aftrek. Gemeenten zien de exploitanten met gepaste vreugde hun grenzen binnentrekken. De kermis is een aardige pleister op de wonde, ont staan door financiële tekorten op de jaarlijkse begroting. Die plegen de laat ste jaren zo lek te zijn als een zeef en de kermis is een aardig hulpmiddel om de gaatjes enigszins te dichten. Kortom, de kermisbaas dient diep in de buidel te tasten om zich van een plaatsje te verze keren. Leiden is één van de weinige ge meenten, waar de situatie iets anders is. De gemeente heeft nauwelijks iets met de kermissen te maken. De exploitatie van de kermis is voor 3 oktober toever trouwd aan de Drie October Vereeniging die uit de enorme inkomsten haar vele activiteiten financiert en de voor- en najaarskermis is in handen ge legd van de VW. De gemeente wordt fi nancieel niets wijzer van de kermissen. „Integendeel, het kost alleen maar geld," aldus een woordvoerder. Bij de meeste gemeenten krijgt alleen de hoogste bieder een aardige plek om zijn tenten op te slaan. Helaas heeft dit ook gevolgen voor de kermisganger. Voor een kwartje zit hij niet meer op de eerste rang. Naast de hoge onkosten die de exploitant moet maken, ondervindt hij steeds meer concurrentie van de pretparken die als paddestoelen uit de grond schieten. Een pretpark is immers een ander woord voor permanente ker mis. Het publiek wordt steeds kritischer en verlangt steeds iets nieuws. Het liefst hoger en sneller dan voorheen. De pret parken springen op deze wensen in, maar de kermisexploitant heeft niet zo veel geld voor handen. Een beetje attrac tie komt hem op bijna een miljoen gul den te staan, een investering die hij ge zien de gezwollen rentevoet nauwelijks aan kan. Toch is de kermis niet ten dode opgeschreven. Met een beetje goede wil van de kant van de lagere overheid valt er nog een aardige boterham in deze ver- m aakssec tor te verdienen. „Maar dan moet er wel heel snel iets veranderen anders redden we het niet langer", zegt Frits Ropers die met zijn „enterprise" stad en land afreist om aan de kost te komen. „Onze onkosten zijn de laatste tijd enorm gestegen. Neem alleen al het geld dat we kwijt zijn aan energie". Ber- tus Donks, voorzitter van de BOVAK, Nederlands grootste kermisbond steunt hem in zijn mening. „De gemeente moet de kermis niet langer als een melkkoe zien anders is er geen droog brood meer te verdienen". ONDANKS FINANCIËLE MOEILIJKHEDEN VOOR EXPLOITANTEN: belangstelling van de kermisbezoeker richt zich de laatste jaren meer op de „bewegende attracties" dan op de gokautomaten. Bertus Donks is een bekende in de ker- miswereld. Hij is voorzitter van de BOV AK, de bond van kermisbedrijfhouders waarvan ongeveer 75 procent van de ex ploitanten lid is. Verder is hij directeur van het bondsbureau dat in Apeldoorn gevestigd is en heeft hij zitting in het o- verlegorgaan van georganiseerde ker- misbedrijven. Daarnaast neemt hij het vice-voorzitterschap waar van de Euro- pëische Schausteller Union, een interna tionale organisatie die in Luxemburg zijn domicilie heeft. „De kermis moet be taalbaar blijven" is zijn motto en om dat te bereiken moet hij praten als Brugman. „We hebben te maken met een achter uitgang van de economie", gaat hij ver der. „Wij als kermisbedrijfhouders heb ben daar als eersten mee te maken. Voor sommigen is het heel moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Hoge in schrijfgelden, tonnen investeringen, een oplopend rentepercentage en het duur der worden van de energie". Om maar met het eerste te beginnen. De gemeenten proberen eruit te halen wat er in zit. Men kijkt vaak alleen maar naar de hoogste opbrengst, niet naar de variëteit van de kermis. Onze bond pro beert de gemeenten van gedachten te doen veranderen. Dat moet en bloc ge beuren. En dan zijn er de verschillende gemeentebepalingen. Wat bij de ene ge meente mag, kan bij de andere weer niet. Dat verschilt van Groningen tot Maastricht. Algemene verpachtingsvoor- waarden kennen we hier niet. Wij ver wachten van de VNG, de vereniging van Nederlandse Gemeenten een mentali teitsverandering. In Nederland kennen we twee bonden. Onze BOVAK en de NKB, de katholieke organisatie waarvan ongeveer eenderde van de exploitanten lid is. In het georganiseerd overleg or gaan proberen we samen een vuist te maken. Dat bedoel ik met en bloc. De concurrentie van de kermisbedrijfhou ders onderling is scherp maar aan de an dere kant is er de bereidheid om samen te werken. Bijvoorbeeld om als het nodig is een kermis besmet te verklaren". De VNG heeft inmiddels alle gemeenten een lijst met aanbevelingen ten aanzien van de exploitatie van kermissen toege stuurd. De gemeenten zijn echter vrij in het overnemen van deze aanbevelingen. Pretparken De ouderwetse zweefmolen is nog altijd in trek bij de jeugdigen. „Dan zijn er de pretparken. Ongetwijfeld concurrenten maar we kunnen die con currentie aan. Die pretparken gaan uit van een eenheidsprijs van pakweg zeven gulden vijftig. Leuk op het oog maar het klopt niet helemaal met de werkelijk heid. Om er te komen is de consument geld kwijt aan benzine en men wil wat eten. Bovendien moet men lang wachten voordat men bij een bepaalde attractie aan de beurt is. Duidelijke nadelen ver geleken met de kermis. En dan de eigen sfeer, die een traditionele kermis heeft. Onvergelijkbaar met de pretparken. Op de kermis ontmoet men de eigen ge meenschap. Men kent elkaar en dat komt de sfeer ten goede. In zo'n pret park is men een individu. Het is niet een echt sociaal gebeuren". „Moeilijker wordt het wanneer we kij ken naar willekeurige feestjes van win keliers die met kermisattracties worden opgeluisterd. Feestjes die men zelf op touw zet compleet met het rad van avon tuur en een loterij. Heeft een plaats een dergelijk gebeuren gehad zo'n 14 dagen voor een traditionele kermis, dan merkt de exploitant dat wel degelijk aan zijn portemonnee. Nog een belangrijk aspect is het kritischer worden van de consu ment. Men is prijsbewuster, maakt steeds meer een selectie en men wil een groot keuzepakket. In de vermaakssector heeft een evolutie plaatsgevonden. Men wil steeds hoger en sneller. Het liefst wil men zelf daarbij actief zijn. Men wil meer zelf doen. Ik denk aan de swing- mill, de cakewalk en de zweefmolen. De exploitant moet reageren op die verlan gens en dat betekent investeren. Gezien de huidige economische ontwikkelingen moet hij maar afwachten of hij uit de kosten komt". Hoger en sneller. Het verlangen van het publiek gaat hand in hand met de veilig heidseisen. Diverse gemeenten houden via de afdeling bouw en woningtoezicht weliswaar een oogje in het zeil, maar landelijke verordeningen ontbreken. Donks: „Er gebeuren relatief weinig on gelukken op de kermis. Als er wat ge beurt dan is het publiek in negen van de tien gevallen daaraan zelf schuldig. Hoe gevaarlijker een attractie eruit ziet, des te mooier men het vaak vindt. Het bra- vour neemt toe. In het algemeen meen ik dat bravour van het publiek de veilig heid niet ten goede komt. Verder zijn er geen speciale eisen van de kant van de overheid bij de constructie van nieuwe attracties. Die controle zou strenger moe ten zijn. Niet dat ik geen vertrouwen heb in de Nederlandse constructiebedrij ven, maar als het in Duitsland goed ge regeld is waarom kan men dat hier dan niet. Daar kent men een Tüfrapport. Al les wordt daar uitgetest. De molen wordt 48 uur lang aan een nauwkeurig onder zoek onderworpen. Belast en onbelast. In Nederland hebben we bouw- en woning toezicht. Die kunnen wel bekijken of het goed zit met de druk en trekkracht maar het is de exploitant, die de knelpunten door en door kent. Aan dat veiligheid saspect zitten veel kanten. De exploitant heeft enorm veel routine. Zijn kennis staat in het algemeen garant voor een veilige kermis. Ongelukken kennen we nauwelijks". Winst. Daar draait het allemaal om. Ook in het kermisbedrijf. Voor het vermaak moet nu eenmaal worden betaald. Hoe veel kost nu een paar aardige uurtjes voor een gezin met twee kinderen. Donks: „Dat hangt er natuurlijk van af van wat men wil, maar die familie kan voor vier tot vijf tientjes behoorlijk ker mis vieren. Men kan voor die prijs ook nog met een zak oliebollen naar huis. Zoals ik al eerder heb gezegd, met een beetje goede wil van de kant van de ge meenten moet en kan het betaalbaar blijven. Het aantal decibels mag dan wat zijn teruggegaan, er zit heus nog wel mu ziek in de kermis". Onderhoud Voor die „muziek" moet de kermisbaas hard werken. Frits Ropers de exploitant van de „enterprise", een soort reuzenrad waaraan gondels hangen die over de kop gaan, heeft ruim 20 kermissen per jaar af te werken om aan een belegde boterham te komen. Ropers: „De situatie in Neder land wordt steeds moeilijker. Als het zo doorgaat zijn alle mooie attracties over vijf a zes jaar verdwenen. Heb je in Bel gië, Frankrijk of Duitsland een mooie zaak dan mag je op een meerjarig con-, tract reken. Je hoeft dan niet meer te wachten of je een plaats krijgt. Buiten het seizoen moet ik nog harder werken dan in de periode van de kermissen. Je hebt te maken met je onderhoud en je probeert je te verzekeren van de beste standplaatsen. Er is een grote onderlinge concurrentie en dat komt de sfeer niet ten goede. Het kermisvak is Frits met paplepel in gegoten. „Ik ben geboren en getogen op de kermis. Sinds een paar jaar heb ik een eigen bedrijf. Ieder jaar moet je maar afwachten of je uit de kosten komt. Tegenwoordig is iedere gemeente arm lastig. Een standplaats kost veel geld. Veel gemeenten melken ons uit. Ze doen er weinig voor terug. Je moet maar zien hoe je de eindjes aan elkaar knoopt. En je onkosten nemen toe. Energie, personeel, verzekeringen en noem maar op. Alleen om te draaien ben ik over een paar dagen berekend zo'n 2000 gulden kwijt. Verder heb ik drie vrachtwagens nodig voor mijn be drijf. En dan de concurrentie van de pretparken. In en rondom Slagharen hoef je niet te gaan staan. Daar kun je beter met een grote boog omheen rijden en zo zijn er meer plaatsen in Nederland. Het wordt hoog tijd dat de overheid wat aan onze problemen gaat doen. Dat komt ook de kermisvierder ten goede. Ben je veel geld kwijt dan gaat onze prijs om hoog, kost het minder dan gaat de prijs omlaag. Echt, de kermis moet betaalbaar blijven anders is het met ons gedaan. Zoals het nu is, kan het nog net. Een avondje naar de kermis is echt niet duurder dan een potje bowlen of een middag naar het pretpark". DAVID LEVIE De voorliefde van Beestenspul bezoekers voor de in het Dierenasiel verblijvende huisdieren heeft er toe ge leid, dat onze wekelijkse hondenrubriek geen door gang kan vinden. Wat is er namelijk gebeurd? De ge hele inventaris van het Leids dierenasiel, te weten 13, honden en 12 katten, is verkocht op de Beestenspul tentoonstelling. Slechts vijf honden bezetten momenteel de hokken van het asiel. Zij werden na zaterdag binnengebracht. Voor twee van hen is inmiddels een geïnterresseerde op komen dagen. Twee anderen, een zwarte reu met lichtbruine poten en een wit bastaardje met zwarte kop, wachten nog op hun rechtmatige eigenaar. De bei de dieren werden begin deze week gevonden in de Leidse Hout en de Havikshorst. De eigenaar kan ze binnen veertien dagen bij het asiel af komen halen. Het vijfde hondje, een zesjarige spaniel, werd door haar baas aan het asiel afgestaan. Zij moet echter nog veer tien dagen binnen blijven om de nodige inentingen te krijgen. Asielbeheerder Wil Tiele is niet ontevreden zijn met deze gang van zaken. Hij heeft nu eindelijk de tijd om het asiel een verfbeurt te geven. Voor ons bete kent het evenwel dat we het zonder de wekelijkse hond moeten stellen. Wellicht zijn daar volgende week weer gegadigden voor. Twee van de vijf nog aanwezige gasten in het asiel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5