Knappe kinderen zijn
niet altijd gelukkig
Bollenexporteurs lopen
steeds grotere risico's
- - iV i/' ÏC K'
Brochure over energiebesparing glastuinbouw
Kapsel volgens „Flou 157"
Eerste herfstweek
zette goed in
riAND EN TUINBQUW/IN EN OM HET HUIS
LEIDSE COURANT.
MAANDAG 28 SEPTEMBER 1981 PAGINA 9
De directeur van de Dr. Bi-
netstichting, (Landréstraat
176 Den Haag) kwam kortge-
eden terug van het vierde
wereldcongres voor „Gifted
ind talented children" in
Montreal Canada, waar 1200
jeïnteresseerden uit 43 Ian*
fen samen kwamen. Met
Eveline van Dijck, van de
Haagse schooladvies en -be
geleidingsdienst worden zij
ifgevaardigden voor Neder
land. Het volgend congres
zal over twee jaar op de Fi
lippijnen in Manilla plaats
vinden.
Het is niet altijd een pré voor
een kind om meer begaafd te
De Dr. Binetstichting
(voorzitter dr. J.A. van Oordt)
Jbeijvert zich dan ook volwas
senen (en kinderen) te helpen
die door hun begaafdheden
uit de boot vallen. „De maat
schappij is niet op over-intelli-
gentie ingericht", zegt psycho
loge Juanita Rebel. Zoals men
zich vroeger niet realiseerde
dat er zwakbegaafden zijn,
ziet men nu de méér-begaafd
heid niet altijd. Een kind dat
op school de leerstof sneller
en beter verwerkt dan zijn
klasgenoten gaat zich vaak
geïsoleerd opstellen. Omdat
hij nergens moeite voor hoeft
te doen, valt hij uit de boot, hij
is „anders" net als de minder
heidsgroepen die zich „an
ders" en dus uitgestoten voe
len.
De meer dan knappe kinderen
worden betweters gevonden,
uitslovers als ze altijd als eer
ste in de klasse de vinger op
steken. 'Hou jij nou 'es je
mond, je weet het altijd bete-
r'.is 't dan. Nou, dan houdt
zo n kind zijn mond en gaat
zitten puzzelen".
Kleine prof
Een buitengewoon begaafd
kind interesseert zich al voor
sterrenkunde als een ander
nauwelijks rekenen kan. Die
(inderen passen nergens bij.
Ie kunnnen enorm veel weten
van een afzonderlijk onder
werp, misschien vertellen ze je
jop hun zevende jaar alles over
leculen en elektronen,
laar die kennis heeft geen
basis, is zinloos. Een dergelij
ke slimmerd wordt of „de klei-
Juanita Rebel
ne professor" genoemd of hij
wordt uitgelachen. Allebei
even ellendig. Bovendien is
door gebrek aan uitdaging bij
het normale leerprogramma
het gevaar van denk-luiheid
aanwezig. Tijdens de les zitten
ze te suffen, ze willen ook niet
opvallen door altijd de knap
ste te zijn, ze willen geen hoge
cijfers, maar de genegenheid
van hun vriendjes en misluk
ken vaak door hun begaafd
heid grondig. Want precies als
andere kinderen, vervolgt
drs.Rebel, „willen ze een aai
over hun bol en die krijgen ze
nooit. Als een zwakbegaafde
in een isolement dreigt te ra
ken, zijn er hondrerd-en-een
instanties voor de opvang. Als
hij hoogbegaafd is. staat hij
alleen. Deze mensen klagen
ook altijd dat „ze geen vrien
den hebben".
De Dr.Binetstichting (twee jaar
jong) wil dan ook de bevorde
ring van de opvang en bege
leiding van hoog-begaafden,
die wegens hun capaciteiten
in de samenleving moeilijkhe
den ondervinden. Dit zijn er
niet zo weinig! Vijf procent van
de Nederlandse lagere school
jeugd is begaafder dan ande
ren, d.w.z. zo'n 30.000 kinde
ren. Zij worden soms „zonder
lingen" genoemd of „be
moeials", thuis en in de klas.
Dan maar een vijf
,„Op het platteland zijn de
problemen dikwijls groter",
zegt Juanita Rebel. „Je hebt
er minder bibliotheken en an
dere ontwikkelingsmogelijkhe
den voor leergierigen. De
school in het algemeen heeft
niet veel begrip voor de hoog
begaafde leerling. Een onder
wijzer stelde bijvoorbeeld
eens voor een knappe bol een
vijf te geven als hij een tien
had verdiend. „Dit gebeurde
en de ouders schrokken zich
lam toen ze al die bekende
tienen naar „twijfelachtig" za
gen duikelen. „Daarmee is
een leerling ook niet gehol
pen. Met zulke hoge scores
hoort hij feitelijk op zijn tiende
al naar het VWO te gaan".
Speciale programma's
In Amerika, Engeland en an
dere landen wordt binnen het
bestaande systeem meer re
kening gehouden met afwij
kingen naar boven toe omdat
de houding is: „je mag best
geleerd zijn als je maar ge
woon blijft doen". Er is er- en
herkenning dat elk kind recht
heeft op de ontwikkeling van
zijn talenten. Daarom bestaan
over vrijwel de hele wereld
speciale schoolprogramma's
en aanvullend onderwijs in de
vorm van verrijking van het
lesrooster, door bijvoorbeeld
oworkshops op zaterdagmid
dag, zoals op de universiteit
van Brits Columbia. In Toron
to (Canada) gaat onder leiding
van rector H.D.Gutterdge een
heel nieuw project van start.
„Je moet gaan opletten als
een kind vóór de tweede of
derde klas vlot een boek
leest", oordeelt men. Extra
oefenstof is dan gewenst, er
moet een klimaat geschapen
worden waarin kinderen van
dit niveau zich aanvaard voe
len, een categorie op zichzelf
vormen die een potentiële bij
drage kan leveren tot heil van
de mensheid. Op politiek, ar
tistiek- of wetenschappelijk
gebied.
Tenslotte noemt Juanita Rebel
enkele vormen van benade
ring, die in Canada aan de
rode zijn gesteld: een versneld
doorlopen van het schoolpro
gramma, jonger naar school
gaan, een of meerdere klas
sen overslaan (gevaar voor
aanpassingsproblemen met
oudere kinderen), speciale
klassen of scholen instellen en
verdiepings- of verrijkingspro
gramma's maken, die in of na
schooltijd worden gegeven.
De inhoud kan gevarieerd zijn,
maar boven normaal knappe
kinderen krijgen dan in ieder
geval gelegenheid om te gaan
met speel- of klasgenoten van
hetzelfde niveau. In Nederland
loopt men op dit gebied ach
ter bij andere landen. De Ne
derlandse professor dr.Vele-
ma zei eens: het mag niet zo
worden dat de meest begaaf
den gaan behoren tot de kan
sarmen. „Hopelijk worden
deze door het nieuwe kabinet
beter aangepakt dan in het
verleden, besluit mevrouw Re
bel.
TINY FRANCIS
Alexandre met „Loulou".
„Hollywood" van Alexandre is uiterst
romantisch uitgevallen. Maar het past
dan ook bij een grootse velours avond
cape met barbaarse opstaande door
gestikte kraag en kroon in de vorm van
een gladde gouden band.
Samen met Thierry Mugier maakte
Alexandre dit winterkapsel voor me
vrouw met klasse.
De onlangs gehouden presentatie van de men. De naam is „Flou 157" (in korte- en
nieuwe haarmodelijn van het Syndicat de la lange versie).
haute coiffure" toonde een voorkeur voor Alexandre de Paris liet zich natuurlijk even-
het „verzorgde" kapsel, waarschijnlijk om te min onbetuigd. Hij onderstreept met zijn
passen bij de zwierige vrouwelijkheid in de kapsels de officiële Parijse opvatting,
mode. De keus viel op een lijn, die de lokken Resumerend: Deze winter hebben we Veel
vrijheid geeft en het gelaat mooi laat uitko- Haar I
Kort* versie van de „Flou".
Krullenhoofd van het Syndicat.
Ornamenten in het haar voor de komende winter. Ze worden
vooral in jeugdige lokken gestoken of gepind in de vorm van
strikken, bloemen en clips in de kleuren: goud, fuchsia, he
melsblauw, ivoor, rose, rood en marine.
Het is mede een gevolg van de matige gang van zaken in de
export, dat het met de bloemen niet zo best wil vlotten. Er
moet dan ook gesteld dat het prijsbeeld aan de veiling te wen
sen overlaat, op enkele gunstige uitzonderingen na. Afgelopen
week kwam er in het algemeen weinig verandering in de gang
van zaken aan de CCW$. Een goede uitzondering was er voor
wat betreft het snijgroen, de tros- en de standaardanjers. Dat
was mede te danken aan het feit dat de aanvoer van anjers
ongeveer twee miljoen verminderde tegenover voorgaande
week. Maar wel mag worden gesteld dat het met de kwaliteit
goed zat ën ook dat werkte mee aan een goede afzet. Ook de
aanvoer van trosanjers is afgenomen en kwam beneden de
tien miljoen. Het aanbod van freesia nam weer wat toe. Zo
langzamerhand kan ruimer aanvoer bloemen uit de landen de
Derde Wereld tegemoet worden gezien en ook Israël zal rui
mer aan de markt komen, oök al zijn er beperkende maatre
gelen voor de import. Opvallend matig is de belangstelling van
Duitse kopers. Wat gunstiger gaat het met de export naar an
dere landen zoals Engeland en Frankrijk. Uit de jongste cijfers
is gebleken dat de huismoeders in West-Duitsland het wat
rustiger aan doen met bloemen in huis. Anderzijds moet ook
worden vastgesteld dat bijvoorbeeld Kenia, Israel en Colum
bia stevige concurrenten zijn, waarmee terdege rekening moet
worden gehouden. Met de export van chrysanten uit ons land
gaat het wel goed. Blijkens de jongste cijfers hadden de twaalf
Nederlandse bloemenveilingen over de maand augustus een
omzet van 144 miljoen gulden, hetgeen 18 procent meer is
dan vorig jaar om deze tijd, waarbij het voornamelijk de snij
bloemen waren die tot de stijging bijdroegen. Intussen heeft
het bestuur van de CCWS besloten om na de geslaagde
proefperiode, de troschrysanten per stuk te veilen voor dege
nen die dat wensen, naast het veilen per bos van minstens vijf
takken. Overigens is gebleken dat de groei van potplantenver
koop via het bemiddelingsbureau zich voortzet, in de afgelo
pen maand met bijna 70 procent bij een totale aanvoerstijging
met ruim 37 procent. Gemiddelde prijzen afgelopen week wa
ren alstroemeria 3087,-amarillys 5874, bouvardia 4077,
anthurium 1.103.30, asparages 17—42, anjers 4274, tro
sanjers 3067, troschrysanten normaal 7055, freesia 23
62. Afgelopen week bleven de potplanten nogal achter bij de
bloemen in de prijzen, maar de omzet zelf kan gunstig worden
genoemd. In het algemeen zette de eerste herfstweek van de
bloemen goed in. Er is een nogal sterke wisseling niet alleen in
de aanvoerhoeveelheden, maar ook in de bloemsoorten,
.waaronder ook de chrysanten gerekend mogen worden. De
keuring van chrysanten met betrekking tot het optreden van
de mineervlieg en Japanse roest, wordt met de noodzakelijke
gestrengheid toegepast, gezien het belang tot handhaven van
de export, vooral wat Engeland betreft. Op het terrein van de
CCWS is een begin gemaakt met een nieuwe opstelling van de
bewegwijzering, mede als gevolg van de jongste uitbreidingen.
Er zijn speciale borden geplaatst met drie kruispunten voor de
verschillende richtingen van aanvoer. Er zullen in de naaste
toekomst meerdere aanwijzingen worden geplaatst wanneer
de gebouwen verder nog zijn uitgebreid, hetgeen een sneller
aan- en afvoer kan bewerkstelligen. De enorme uitbreidingen
welke de laatste jaren hebben plaatsgevonden, maakt een
juiste aanwijzing noodzakelijk.
De bloembollenexport naar
Zweden loopt terug. Zowel in
kilo's als in guldens. Neem de
tulpen. Exporteerde men in
1978 nog 169 miljoen stuks
naar Zweden, een jaar later
hield het met 154 miljoen
stuks al op. Vorig jaar steeg
de uitvoer tot verbazing van
vriend en vijand weer tot 164
miljoen stuks, maar dat aan
tal, zo zeggen de insiders, kan
men voor dit jaar wel verge
ten. Voor Zweden moet op
een terugval van zeker 10%
worden gerekend. Ook andere
bloembollen zoals lelies, iris
sen en narcissen worden in
Zweden steeds minder ver
kocht. Alleen de hyacintenom-
zet vertoont een meer con
stant beeld. Die blijft rond 15
miljoen stuks schommelen.
Gouden tijden voorbij
De oorzaak van dat alles? Om
te beginnen zijn de gouden tij
den ook voor Zweden voorbij.
In de sierteeltsektor waren het
ook daar vooral de stijgende
energiekosten die de kleinere
en middelgrote bedrijven die
puike kwaliteit gebruikten en
voor de bollen niet op een
gulden per 100 meer of min
der keken. Dat soort afnemers
is voor een groot deel wegge
vallen.
Broeifabrieken
Daar tegenover ontstonden
mammoetbedrijven, die enor
me aantallen bollen gebruik
ten, de zgn. broeifabrieken,
die voor vier, vijf miljoen tul
pen hun hand niet omdraaien.
Een concentratie van het ko
persbestand dus en dat bete
kende voor de exporteur dat
hij met steeds scherper ge
stelde offertes moest gaan
werken, wilde hij de order niet
missen, want de eigenaren
van de broeifabrieken speel
den natuurlijk de exporteurs
tegen elkaar uit. Men kreeg
dus te maken met steeds min
der, maar steeds grotere afne
mers en een steeds fellere
prijsconcurrentie.
Risico's
Dat impliceerde ook dat het
betalingsrisico voor de expor
teur beduidend groter werd.
Eén broeifabriek koopt voor
een volwassen kapitaal aan
bollen. Betaling bij ontvangst
is er niet bij. Dat is in de
bloembollenexport en spe
ciaal in de broeiershandel
nog nooit het geval geweest.
De exporteur heeft in het ver
leden zijn klanten op dit punt
veel te veel verwend. Hij lever
de de bollen „op de lat" en
gebruikte een lang crediet
mede als verkoopargument.
Vroeger werden de bollen die
in september waren geleverd
pas in maart betaald. Nu moet
hieraan onmiddellijk worden
toegevoegd dat de bollenex-
porteur dat ook gemakkelijk
kon doen. Want hij betaalde
de bollen die hij van de kwe
ker had gekocht, ook pas in
maart. De kweker fungeerde
dus zo'n beetje als geldschie
ter en de exporteur kon daar
mooi weer van spelen. Want
als de kweker zijn duiten eer
der wilde hebben, dan kon dat
In de meeste gevallen wel,
maar dan trok de export wel
een bepaald percentage van
des kwekers tegoed af we
gens, zoals dat heette... ver
vroegde betaling. Met andere
woorden: de producent be
taalde rente over zijn eigen
geld.
Later werd besloten dat de
vorderingen vpn de kweker
eerder betaald moesten wor
den. Een deel met 1 novem
ber en een deel met maart.
Toen dit voorstel in behande
ling kwam, betoogden de ex
porteurs in alle toonaarden
dat ze nu de helft minder bol
len zouden kunnen verkopen.
In de praktijk is daar echter
nimmer iets van gebleken...
Het is enkele jaren geleden
met veel moeite, veel onder
handelingen en veel diploma
tie voor elkaar gekomen dat
de exporteurs accoord gingen
met betalingstermijnen die
voor de kweker weer wat gun
stiger waren.
Requiem-mis
r V
Broei-„fabrieken" trekken miljoenen tulpen in bloei
Zoek het maar uit
krijgen hun bollen dus op ere-
diet, maar als het bij zo'n gro
te onderneming door de een
of andere oorzaak stuk loopt,
dan heeft de leverancier zijn
hals mooi in een Zweedse
strop gestoken. In het recente
verleden toen men met veel
afnemers te maken had, was
Nu wordt van kwekerszijde
wel eens gezegd: „Dat is niet
mijn pakkie-an. Dat zoekt de
exporteur maar uit". Daar is
misschien wat van waar, maar
daarmee is het probleem de
wereld niet uit. Het is nog al
tijd zo dat het eind de lasten
^Vr!finClrm^9eA?reidAen *^1. E" dat «ind iS in dit
veel minder groot. Als nu éen geval wel de kwekerij. Natuur-
heel (grote klant ten onder
gaat, dan kan de bollenexpor-
teur in vele gevallen voor zijn
onderneming ook wel de Re
quiem-mis laten lezen...
lijk zal men in het buitenland
altijd bollen blijven verkopen,
maar als iets scheef gaat en
de exporteur komt in de pro
blemen, dan zal eerst hij maar
een jaar later de kwekerij het
op zijn brood krijgen. Het be
talingsverkeer in het bollenvak
is een probleem dat niet een-
twee-drie aan een oplossing
geholpen kan worden. Hét
antwoord zou zijn: verkoop de
bollen alleen op de conditie:
„Betaling bij ontvangst". Maar
historisch gegroeide beta
lingsdata kunnen niet op korte
termijn gewijzigd worden. Nog
afgezien van de vraag hoeveel
broeiers in het buitenland in
staat zijn boter bij de vis te
geven!...
De glastuinbouw gaat een moeilijke
periode tegemoet. Een van de oorza
ken Is de onvermijdelijke stijging van
de energieprijzen, die in het verschiet
liggen. Gelukkig is de tuinder niet
weerloos. Via energiebesparende
maatregelen is het mogelijk het aard
gasverbruik zeer drastisch terug te
brengen.
Nederland Is momenteel de grootste
exporteur van glastuinbouwproduk-
ten in de wereld. Veruit het leeuwen
deel van deze export gaat naar
West-Duitsland. Als men deze voor
aanstaande positie wil blijven behou
den, dan is het van vitaal belang om
de energiebesparende maatregelen
ook daadwerkelijk op de bedrijven
toe te passen. Om de tuinder hiertoe
te stimuleren, heeft het ministerie
van landbouw en visserij in overleg
met het Landbouwschap een be
schikking energie besparende maat
regelen in de glastuinbouw opge
steld. Daarbij wordt 270 miljoen gul
den aan subsidie bechikbaar gesteld.
De regeling is evenwel nog niet defi
nitief, aangezien de Europese Com
missie nog haar goedkeuring eraan
moet geven. Bahalve de ruime voor
lichting, die de consulentschappen
aan deze regeling geven heeft de Ra-
bobankorganisatie een voorlichtings
brochure samengesteld, waarin een
handleiding wordt verstrekt vóór kri
tisch investeren in engeriebesparen-
de maatregelen. De brochure kwam
tot stand in samenwerking met het
ministerie van landbouw en visserij,
het, landsbouwschap, het publiciteit-
steam van de consulentschappen in
algemene dienst groenten en bloe
men, het Landbouw Economisch In
stituut en het instituut voor mechani
satie arbeid en gebouwen.
Met deze brochure wordt beoogd,
dat de tuinder zelf gaat berekenen
welke combinatie van energiebespa
rende maatregelen voor zijn bedrijf
optimaal is. De bouwstenen en de re
kenmethode worden in de brochure
aangereikt. Het creatieve „pas en
meet"-werk moet de tuinder zelf
doen.
De brochure behandelt ten eerste de
vraag wie er voor een bijdrage in het
kader van de beschikking energiebe
sparende maatregelen in de glastuin
bouw in aanmerking komt. Voorts
staat erin voor welke maatregelen
subsidie kan worden ontvangen,
wanneer dit gebeurt en hoe. De aan
vraagprocedure is als volgt: eerst
dient men men met behulp van de
formulieren EB1 en EB2 (bladz. 8-11)
de aanvraag in. De tweede stap is
dat men met behulp van het formu
lier EB3 (bladz 12-13) het energiebe
sparingsplan indient. Vervolgens
meldt men via formulier EB4 de
energiebesparende investeringen
(bladz. 16-20) aan. En tenslotte dient
men de opleveringsverklaring (bladz.
14) in.
Het onderdeel „Het opstellen van het
energiebesparingsplan" (bladz. 16-
20) is een handleiding voor het bere
kenen van het rendement van ener
giebesparende maatregelen. Hierbij
zijn globaal de kosten er besparin
gen per maatregel aangegeven,
waarbij ook gewezen wordt op pro-
duktiederving door lichtverlies. Voor
sommige isolerende kasdekken kan
dit laatste meer dan twintig procent
bedagen. Dit aspect is van groot be
lang, omdat voor sommige lichtge
voelige teelten het percientage pro-
duktieverlies zelfs nog groter is dan
het percentagee lichtverlies. Ten
slotte wordt de financierng van ener
giebesparende investeringen aan de
hand van een voorbeeld in de bro
chure behandeld, in bijlage 1 is
voorts uiteengezet hoe het genor
meerde energieverbruik, dat uitgang
punt voor de beschikking is, bere
kend kan worden. Voor vakmensen
zou deze bijlage ook buiten het ka
der van het sector beleid nuttig kun
nen zijn.