'roeders acobusen >osmos op ?Je buis Paul Citroen dit jaar 85 „Zoveel kwatsch over kunst... Paul Citroen„In december vijfentachtig, als ik het haal..." WASSENAAR „Ze tekenen een beetje en ze noemen zich kun stenaars, de jongeren van tegenwoordig. Ze hangen rond en doen niks en ze begrijpen niet, dat tekenen een vèk is". Aldus Paul Citroen, immer druk en bezig, maar niettemin ouder wor dend. Hij wil daar niet te veel aan worden herinnerd, maar geeft uiteindelijk toe: „Nou ja, laat ik er maar voor uitkomen, in de cember word Ik vijfentachtig, als Ik het haal". De mening van Ci troen over kunst en kunstenaars Is echter onveranderd. „O ja, misschien zijn er uitzonderingen, maar het gelummel neemt de laatste tijd wel toe. De uitdaging ontbreekt, we zijn een verwend volk, er zit geen moeten meer achter. Als mensen mijn portretten bekijken dat zijn er inmiddels zesduizend en vinden dat het niet lijkt, verbaas ik me over hun domheid; ik ben zelf al ruim voldoende dom, ik heb de domheid van anderen niet nodig. Voor de leek is het hoofdzaak, dat een portret lijkt. Maar hoe kan men over 'een portret oordelen, als men toevallig de mens niet kent, die ik tekende? Ik maak tekeningen, portretten en landschappen, die met mij samenhangen, zoals ik vroeger ook foto's maakte. Ik ben geïnteresseerd in mensen, de laatste tijd steeds meer in de ouder wordende mens. Maar ik heb zoveel kwatsch over kunst horen vertellen..." Paul Citroen staat bekend als een zeer beminnelijk mens en hij blijft dat. „Ik geloof niet dat ik grimmiger word of juist milder; wel ga ik steeds meer relativeren. Ik denk vaker na over de dood en over het ontstaan van de mens als natuurprodukt: de een brengt de ander voort, we zijn afhankelijk van wat de natuur in je gedeponeerd heeft; ik heb mezelf niet gemaakt, ik ben gemaakt door alle generaties voor me". De tekenaar wisselt ernst, ironie en grapjes in hoog tempo af; Citroen, samenvattend: „Weet je wat de zin van het leven is? Dat ie er zin in hebt". Citroen glundert. „Hoe vind je die?" Hij heeft meer van dit soort aforismen in huis; zo veel, dat hij zijn gedach ten bondig in druk liet brengen in het boek Bij benadering", dat In een oplage van 1000 exemplaren in 1979 verscheen. „Maar het is nog steeds niet uitverkocht". Paul Citroen heeft altijd zin in het leven gehad, en heeft dat nu nog. Galerie Broekhoven aan de Amsterdamse Keizersgracht 536 exposeert veertig werken van hem, van eind oktober tot 11 november. „En eind van dit jaar verschijnt een herdruk van het boek Palet, waarvan de eerste druk precies vijftig jaar geleden verscheen. Ik schrijf opnieuw een voorwoord". Palet was het eer ste Nederlandse boek over de nieuwe Nederlandse schilderkunst en nu, een halve eeuw later, is het boek een historisch interes sant document geworden, een bij antiquairs zeldzaam en ge- zocht boek. Citroen: „Ik denk vooral ook door de vele eigen bij dragen van de kunstenaars". De interviewer geportretteerd. Het ouder worden valt Citroen zwaar en hij kan er alleen met lichte gram en spijt over praten. Het atelier in Kasteel Duinrell heeft hij verlaten te ver weg" en wat hij tekent, gebeurt in zijn woonhuis. „Portretten. Al had ik dit jaar graag wat land schappen geschilderd. Maar het is er te slecht weer voor ge weest. Ik moet toch stilzitten en het warm hebben. Daar was het weer niet naar; ik kon er niet uit". Misschien vervelend voor Citroen, die er zelfs niet toe kwam zijn achtertuin te bewerken. Maar ook zijn laatste portretten zijn ju weeltjes. Zo juist kwam gereed het portret van een oudere dame, heel licht neergezet in zacht potlood. Waarmee Citroen bewijst, dat een portret niet hoeft te lijken. Het portret straalt de warmte uit van een voor ons onbekende, oudere vrouw, gezien door Ci troen die zich de laatste tijd tot de ouder wordende mens voelt aangetrokken. „Met deze mensen voel ik me verwant". Wanneer Citroen spreekt over „meer relativeren dan vroeger", dan betekent dit eerder, dat hij ruimer afstand neemt van allen, die hem minder interesseren. Gelijktijdig voelt hij zich meer aan getrokken tot grote voorgangers: „Ik ben pas heel laat Matisse leren begrijpen, die zei: als ik tijdens het schilderen ga nadenken, is het afgelopen. Ik ben meer van mijn grote voorgangers pas later gaan begrijpen, reuzen, bij wie ik me klein voel". Hurenkamp (links) en Theo van Trijp als de broeders Kosmos en Jacobus aan het babysitten. Theo's dochtertje liet zich voor de proefopnamen zonder morren met rsuiker behandelen. klooster van Braschaat in België terecht. Ik heb hun mijn plannen verteld en ze waren meteen enthou siast. Ze begrepen ook dat het absoluut niet mijn bedoeling is om het kloos terleven belachelijk te ma ken. Dat wil ik helemaal niet. Maar dat neemt niet weg dat er om gelachen kan worden. Het Is op de eerste plaats een komi sche serie. Vergelijk het maar een beetje met Een dagboek van een herders hond. Op die toer gaan wij ook. Het moet in de eer ste plaats ontspanning zijn. Er is rotzooi en tram melant genoeg op de tv te nomen. De zwakzinnigen zelf speelden mee. Ze gin gen er helemaal in op. Ik heb een aardig voorbeeld. Een zwakzinnige jongen speelde de rol van lamme. Die knaap liep al moeilijk en hij groeide zo in zijn rol dat hij echt die lamme was. Hij liep zelfs wat har der toen hij in de film de man die werd genezen moest spelen. Dat heeft toen een enorme indruk op me gemaakt". Karst van der Meulen vond het kennelijk een goede film, want hij vroeg me op deze weg door te gaan. Ik voelde er eerst niet zoveel voor omdat ik het druk zat heb met mijn werk. Ik moet het allemaal in mijn vrije tijd doen, maar ik kreeg de zaak niet meer uit mijn hoofd. Kon er soms niet van slapen. Ik zocht naar een bepaal- is ook in de praktijk ge- echte mannen mochten er beurd. Ook ik wilde inder- natuurlijk niet aan te pas tijd vanuit het klooster komen. Ik ben toen acht naar de maatschappij toe- keer naar dat nonnen werken. Hetzelfde doen klooster geweest. Konden de broeders Jacobus en ze tenminste dansen als Kosmos. Zij gaan bijvoor- ze een feëstje hadden, beeld babysitten, maar ze Ook dat komt in de serie bakken er helemaal niets voor", van. Zo moet het kind ge- „Van mijn 19e tot en met poederd worden, maar in mijn 24e ben ik bij de plaats van babypoeder gebruiken Jacobus en Kosmos poedersuiker. Ze ondernemen ludieke ac ties waarbij een scène is opgenomen met biervat- rollen en een steprace. Zo kreeg ik jaren geleden het verzoek van een aan- nonnen die graag mos en Jacobus. Twee broeders, die min of meer op de sociale toer gaan". VUURDOOP Eén van de problemen die iLLO Als het aan buut. „Ik maakte een van Trijp ligt ver- filmpje over milieuvervui- Inen in het komende ling en dat sloeg erg aan. tiferseizoen de broeders In het dagelijks leven ben 'bus en Kosmos ik groepsleider van de ilf maal op de buis. Lathmer, een zwakzinni- 'erpleger uit het Gel- geninrichting in Wilp. Ik s Twello heeft zich verzorg elke week een ra- formule en kwam toen •gen over een nieuwe dioprogramma voor de in- ult op 06 Dro©uers Kos- moe cn laoohne Twaa isieserie, waarin twee terne omroep daar, waar- iterbroeders een voor ik bekende mensen (drol vertolken. Van vraag. Van Toon Her- verbleef zelf in zijn mans, tot Pelleboer en va- jaren in een kloos- der Abraham. Nog nooit en zijn belevenissen heeft iemand nee tegen hij aan het papier me gezegd. Op die manier Theo als eerste moest op- legeven. De NCRV hebben we erg fijne con- lossen was het vinden van vastomlijnde plan- tacten weten te krijgen een goede tegenspeler, om met Van Trijp in met mensen van de grote Hij vond die in Ludy Hu- :e gaan. De eerste op- omroepen". renkamp, een 18-jarlge len staan begin vol- AVONTUREN jongen die in het gezin Ie maand al op het ^vv"" w van Trijp zo nu en dan als iramma. Theo van „Op een gegeven moment babysitter optrad. Theo heeft niet alleen de wilde ik een film maken van Trijp: „Wij hebben geschreven, hij over de laatste vijf dagen eerst samen geoefend en it ook een grote rol van Jezus. De plannen zijn toen dat steeds beter ging :ich. De andere broe- gerealiseerd en tijdens de vond ik dat Ludy zijn wordt gespeeld door première was Karst van vuurdoop maar moest Hurenkamp, een 18- der Meulen van de NCRV hebben. Dat was tijdens medewerker van aanwezig. Die man was zo een ouderdag van dienst- groot warenhuis, enthousiast dat hij me plichtigen in 't Harde. We amateurspelers dus vroeg door te gaan. Ik heb zijn daar heengegaan in het leeuwendeel voor er lang over nagedacht ons habijt. We hebben rekening nemen van maar uiteindelijk ben ik niemand van onze komst komische tv-serie. toch aan het schrijven ge- als broeders op de hoogte bijzondere gebeurte- gaan. Met als resultaat de gesteld. Het ging werkelijk |in omroepland. zien. Ik wil laten zien dat dansles wilden hebben, er broeders zijn die veel Dat was echt wat voor mij i vijftien jaar geleden d Theo van Trijp het isterleven voor gezien, leefde gewoon te veel door te gaan", vertelt „Ik paste eenvoudig meer in het keurslijf, edoel ik daarmee niets atiefs. Ik heb een ge lige tijd in het klooster ad, maar je moet er helemaal achter staan je door wilt gaan. Ik 'ben gezet achtte ik plaats in de maat- appij meer geschikt 'r mij. Toch heb ik nog I contact met het isterleven. Onder de eders zitten nog eds mijn beste vrien- Toen ik hun vroeg hun medewerking bij otstandkoming van de en goed werk doen" POEDERSUIKER „En het is bepaald niet uit de lucht gegrepen, want alles wat we gaan filmen hè. Ik heb meteen ja ge zegd en de zusters de quick-step en de foxtrot bijgebracht. De ene non moest als man dansen en de andere als vrouw, want avonturen van de broe- fantastisch. Aangezien ik ders Jacobus en Kos- jarenlang In kloosterkle- mos". ding heb gelopen was het Regionaal geniet Theo voor mij geen probleem, enige bekendheid dank zij maar Ludy moest zich zijn radioprogramma voor echt aanpassen. Hij is ge- de Lathmer en zijn disco- wend grote stappen te ne- show. Bovendien werpt hij men en dat kan natuurlijk zich samen met Ludy Hu- in zo'n habijt niet. Hij renkamp op als ca ba re- deed het echter prima, tier. „Als amateur wel te Zelfs de aalmoezenier verstaan." zegt Theo met kwam ons een handje ge- nadruk. „Ik ben maar een ven. Hij accepteerde ons gewoon verplegertje. zonder meer als geestelij- Maar het succes van de ken, want hij vroeg verder een keuze maken film over Jezus is toch wel nergens naar", ia alles op een rijtje te een stimulans geweest om „Verder hebben we onze door te gaan. Ik ben hele- eerste foto-opnamen op maal niet zo'n heilig boon- locatie al achter de rug. tje, maar ons tehuis heeft Dat was in Antwerpen. We nu eenmaal een katho- kregen alle medewerking lieke signatuur en met van de politie daar. We mijn achtergrond voelde hadden veel bekijks. Wel ik me erg aangetrokken vijfhonderd man stond te tot het onderwerp van de kijken. Fijn hoor, om zo- Christus-figuur. Het werd veel medewerking te krij- uifeindelijk een film over gen. Dé Belgen hebben de periode van Palmzon- daar trouwens meer ge- hebben ze ook allen dag tot en met Pasen. In voel voor dan Nederlan- itief gereageerd". de Heilige Land Stichting ders. Als we straks echt ht jaar geleden maakte in Nijmegen hebben we gaan filmen kunnen we ®o van Trijp zijn filmde- de film grotendeels opge- ook bij de broeders irt het Broeders Penitenten Apeldoorn geweest. Dat is een zijtak van de Francis caner-orde. Ik zag het als een groot religieus avon tuur. Ik kwam uit een nest van 12 kinderen en het was een soort traditie dat minstens één kind het klooster zou ingaan. Ik was daarvoor misdienaar en koster en had wat je noemt pastoorsogen. Ik had misschien wel wat herderlijks over me. Was altijd van plan om naar Zuid-Amerika te gaan als missionaris. Uiteindelijk De broeders Kosmos en Jacobus op locatie in Antwerpen. ben ik toch uitgetreden, al zie ik niet in wrok om. Ik kom nog steeds bij de broeders Penitenten. Maar ik was een type dat erg veel hield van organi seren. Van alles op touw zetten. Ben ik eigenlijk nog. En die eigenschap pen kon ik niet genoeg kwijt". „In mijn huidige werkkring kan ik mezelf beter kwijt. Het is ontzettend dank baar werk. Van alles heb ik gedaan. Op diverse plaatsen het jeugdwerk gestimuleerd en opgezet. En het bejaardenwerk niet te vergeten. Zo ook de jaarlijkse dierenshow die we op de Lathmer organi seren. En dan dat radio programma. Ook de be woners uit de buurt van de Lathmer luisteren mee. Op die manier betrek je de mensen bij hetgeen er op de Lathmer gebeurt. Verder houd je er waarde volle contacten aan over. Zo ook met Hilversum. De mensen die Ik in de loop der jaren voor het radio programma heb uitgeno digd hebben altijd spon taan hun medewerking toegezegd. Nog nooit heb ik mijn neus gestoten". AANGEVER Ook aan de tv-serie denkt Van Trijp zich niet te ver tillen. „Uiteraard zijn we maar amateurtjes, maar dat maakt zo'n serie al leen maar aantrekkelijker. Kijk, Ik hoef er niet rijk van te worden. De formule is goed doordacht. De jongste broeder, Ludy dus, is de aangever. De ander doet alles verkeerd. Dolkomische situaties le veren die belevenissen op. Ik heb de serie De Schoapkes genoemd. De Schaapjes. Nu al noemen Ludy en ik het de Schoap- kes-show. Regionaal is daar vrij veel vraag naar. En met succes mag ik wel zeggen. Wij vinden het in elk geval fijn om te doen. Daarbij komt dat je straks gaat werken met mensen die professioneel denken. Ik schrijf de serie, speel een hoofdrol, maar de fil mers doen het beroeps halve. Zij brengen een stuk ervaring mee. Onze spontaniteit en hun erva ring. Daar moet toch Iets goeds van te maken zijn. Als figuranten kunnen we altijd een beroep doen op echte kloosterlingen. Kortom, het zal aan goede samenwerking niet ont breken. De serie is voor iedereen bedoeld. Het is niet de bedoeling om ie mand te schokken. Puur amusement dus In vorm van 12 films van elk drie kwartier. Ik hoop dat de mensen het leuk zullen vinden". DAVID LEVIE Kritisch opstellen Een aantal jaren geleden schreef Citroen al: Dat is ook zo'n leuke revolutionaire leuze: „wij moeten ons kritisch opstellen" 70 jaar ben ik nu al bezig, geef ik me de moeite het wezenlijke van de kunst van het tekenen en schilderen te begrijpen, aan te voe len en zij die niets weten en net komen kijken, moeten zich „kri tisch opstellen". Spot, met zichzelf en met zijn medemens, houdt Citroen ook let terlijk op de been, maar achter deze spot huist een kundig teke naar die weet wat hij kan. Als hij tekent, verdwijnen zijn kritsche of beminnelijke opmerkingen; is de geïnteresseerde glimlach er niet meer. Citroens ogen versmallen zich en zijn gezicht wordt leeftijdloos hij vergeet tijd en plaats en hij mompelt losse zin netjes, steeds meer in het Duits, als terug in vroegere jaren. Zijn gezicht is even bezig als de tekenende hand, opmerkzaam en in beweging. Zó zou Citroen nooit een goed zelfportret kunnen ma ken, of het moesten er tientallen zijn, van slechts één moment. Citroen over het zelfportret: „Zelfportretten zijn vaak het allerbe ste werk van schilders, het lijkt wel dat zij met zichzelf het meest vertrouwd zijn, zij hoeven met zichzelf geen egards te hebben, zoals soms met opdrachtgevers, zij voelen zich helemaal thuis, vrij en los en wat de uiterlijke gelijkenis betreft komt het er niet zo precies opaan". Ook Citroen heeft zijn zelfportretten, waarvan hij er éEn, onontkoombaar met enige spot meteen toont. „Kijk. Precies Rembrandt". FRITS BROMBERG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 19