Bibliotheek Morsk wartier geopend Engel en Bram Favier begonnen hun opvallende Engelbertha-hoeve Schouwburg-Hans van Dam betrapt bij Vacature-bank GEDURFD ONDERNEMER SCHAP VAN BEJAARD LEIDS HORECA- ECHTPAAR Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. „Eigenlijk te gek om los te lopen", zei, enigszins onthutst en nog de slaapkorrels wegwrijvend, mr. Cornelis Goekoop, van de weeromstuit benoemde burgemeester van Leiden, toen hij afgelopen zaterdagmorgen vertelde, dat Nederlands .jongste ondernemers" iets aangedurfd hadden op een leeftijd, dat verreweg de meesten onder ons allang hun portie aan Fikkie hebben gegeven. In het VUT-tijdperk bijna ondenkbaar; en er zijn er Is marinemensen en I politiefunctionarissen die 1 er mee ophouden als ze 55 of 1|' 60 jaar oud zijn. De Irburgemeester doelde «daarmee op de „engel en 'aartsengel" van de Leidse F horeca: Bram Favier (zogoed als 82) en zijn Engelbertha (Engel, van 68), geboren Zandbergen. Een Leidense traditional. Beiden hebben inmiddels al bergen verzet, en de laatste berg werd zojuist, op gepaste hoogte, ten doop gehouden aan de Hoge Morsweg. Een droom van een horecawens; een boerderij-restaurant, aan de realisering waarvan rmenig jeugdige ondernemer in deze dagen niet durft te beginnen. De verwerkelijkte droom kreeg de naam mee van „Engelbertha-hoeve". Niet Brams Optrekje, of Abrahams Nachtmerrie; nee, het was „de Engel" van het Leidse gastheerlijke wereldje die de bloei van een familiebedrijf in een investering van drie miljoen gulden vastlegde, en voor een nieuw geslacht opzette. Kranige Bram (bless him), kreeg er weliswaar zijn hoenderpark, waar zijn ettelijke troeteldieren uit de poten kunnen. In een kostelijk houten en doortimmerd onderkomen. Zoals eens Rome veilig kon ■slapen bij de waakzaamheid van de ganzen die het Kapitool beveiligden, zo zijn het nu de kalkoenen van Bram Favier, die aan de boorden van de Oude Rijn moord en brand zullen schreeuwen als er iets, Qf niets, loos is, bij nacht en ontij. Maar het hotel, (zes Burgemeester Goekoop (links) en Engel en aartsengel Bram Favier heffen het glas op de toekomst van een jonge, oude onderneming. kamers, voor bijzondere gevallen)- restaurant (en dan erg speciaal) „Engelbertha-hoeve" is een feit geworden, na een jarenlange vorbereiding. De Engel praalde er zaterdag glorieus onder een uitwaaierend kapsel, en nog steeds nauwgezette Bram, in streepjeskostuum en met de verstilde air van een bijna tot rust gekomen sophisticated lord, hield zijdelings toezicht op de in de openingsplechtigheid opgenomen, ingestudeerde manoeuvres van de witte en zwarte brigades. Het systeem marcheerde, en de Faviers, als de feestvarkens, konden (met toegeknepen hartjes) tevreden zijn. Een „hooiberg" vol genodigden, klaar ter bezichtiging der (op)stallen, aanhoorde speeches, onder de regie van een breedsprakige opperstalmeester, een goede relatie van het huis, cursussendirecteur Van der Horst. De ongekroonde - horecahoofden van een ancient regime zaten, als een specialiteit, op een platform; als wachtten ze op een intronisatieplechtigheid in de kathedraal van Reims. De burgemeester, net uit de Leidse veren, of zojuist gearriveerd vanuit Amsterdam (men leze over de essentie van een hem, of liever zijn vrouw, toegedichte controversie, in een boulevardblad, dat er alles van weet), memoreerde volgens het gewenste patroon de voorgeschiedenis: de hoeve dateerde reeds van 1766 en de Faviers „legden hun ogen erop" een paar jaar geleden en maakten er een kostelijke nieuwe nederzetting van, waar ze ook beiden hun levensavond konden slijten, omgeven met de roem die hun niet te vernietigen doorzettingsvermogen toekwam. Bram en de Engel: in '45 begonnen aan de Vrouwensteeg 11, en nu de gastheer en gastvrouw van Leiden, gezien door brede lagen van het potentiële bestand. Tot ver over de grenzen weet men van het rijk der Engel te vertellen. De Engel, die niemand afwimpelt, maar wel weet te zeggen hoe ze over de dingen denkt, in wat voor taal ook. Tot half twaalf 's avonds. Daarna is het Feierabend, maar om tegen vóór zes staat Engelbertha weer naast d'r nest, al dan niet ingehouden vloekend, maar met het oog steevast gericht op de afrekeningen en op het naderend vorstelijk ontbijt dat vanaf 7.00 hrs p.m. geserveerd wordt, met een medium gekookt ei, of daaromtrent. Vanuit haar warm gemeubileerde zithoek in Nieuw Minerva dirigeert de Engel dagelijks haar gasten, die doorgaans gedwee haar richtlijnen volgen en breeduit zittende Engel vervolgens een good night, gute Nacht, buona notte, buenas noches, god not of bonne nuit toewensen. Waarop de Engel dan, naarmate het middernachtelijk uur Na de min of meer feestelijke en officiële opening van de 20ste Leidato in de Groenoordhallen, vrijdagavond, verspreidden de talrijke genodigden zich over s lands grootste huishoudbeurs" om een kijkje te nemen bij al die op leven wachtende stands. Daar was ook Leise schouwburgdirecteur Hans van Dam, die al zijn theatrale beslommeringen even achter zich had gelaten. Want hij is een veelgeplaagd man die graag het publiek zowat elke avond in zijn sierlijke zaak ontspannende cultuur zou willen voorzetten, maar zich gebonden weet door een beperkt budget, en op zijn onnavolgbare paden die hem tot in het buitenland brengen, als hij even van tevoren wil zien hoe één of ander „stuk" eruit ziet ook veel onbegrip en oppositie ontmoet. De fotograaf vond het daarom waarschijnlijk niet zo vreemd, dat hij Van Dam zag rondscharrelen bij de bakken van de Vacature bank, ingericht door het Gewestelijk Arbeidsbureau. In die bakken kun je namelijk de baantjes vinden; ze liggen er als het ware voor het opscheppen, onder de gebruiksaanwijzing:„Hoe en bij wie". Van Dam voelde zich enigszins betrapt en probeerde verschrikt een andere wending aan zijn rondgang te geven. Maar de camera klikte. Zou het dan toch waar zijn, dat- nadert, reageert met een uitdrukking die het midden houdt tussen: welterusten, hannes nu maar op, en laat maar zitten. Dat is sinds tientallen jaren Nieuw Minerva. Onverwoestbaar. Maar op de Engelbertha-hoeve zullen die geluiden niet meer klinken. Daar is het voltooide tijd. Daar is het super, met die Stal en een Hooiberg, de uitgebalanceerde keuken, het Koetshuis, met de koepel- en opkamer. Vader Bram kan er nog, ergens langs een gang, een uiltje knappen en welhaast tegelijk het oog houden op de uitgedokterde service. Meubilair: exquise, evenals de menu's, en uitgekozen door de gastvrouw, met haar niet falende smaak voor stijl. Tot en met de voortreffelijke bloemen, die, zoals in Nieuw Minerva, bijna dagelijks ververst worden en toeven vormen die op de rijkste exposities een prijs zouden wegslepen. Dame des fleurs: een erenaam voor de Engel. En niemand die het haar zal verbeteren. Mr. Cees Goekoop verwonderde zich erover en toch ook weer niet, want sinds zijn studententijd kent hij de Faviers dat hier een volslagen nieuw bedrijf kon worden opgetrokken. „Maar we hadden het in Leiden wel nodig, met z'n gebrek aan hotelruimte (een opmerking die de plank enigermate missloeg, want de Engel en haar Bram houden de nieuwe bedden „onder ons" en onder gasten, die na een avondje doorzakken niet meer onmiddellijk licht uit de voeten kunnen)". De burgemeester ontvouwde niettemin tussen neus en lippen en een glas champagne de idee van een „accommodatieplan", waarin de Leidse horeca voor iedereen kan etaleren welk volledig horecapakket voorhanden is. 'Druk op de knop, en mr. Goekoop ontketende, bij wijze van verrassing, de serenade van Tosselli, waarop de oude horecameester Bram zo immens gesteld is. Ik kreeg zelfs even de indruk, dat je hem er, bij wijze van spreken, voor wakker kunt maken. En de hele Hooiberg luisterde quasi eerbiedig mee. Strijkers en een „uno voce solo". En er was een prent van een oude prunus, een voldragende bloemenboom, die later in de lusttuin van de hoeve geplant gaat worden. Champagne in de kelen en, klets glas, op de glanzende plavuizen. Zo moet dat, bij een inwijding te land. Tegeltableau van de hoeve: Het damestoilet: muzikale en royale tegemoetkoming aan de meest noodzakelijke behoeften. geschenk van de goed- en hooggemutste staf. De architect, wijsgeworden ir. M.P.Schutte, schonk (in zijn diepste innerlijk betreurend dat het karwei geklaard was) namens het bouwteam een windwijzer voor op een schoorsteen: een vergulden, bazuinende engel, die het was kostenverhogend steeds waait in de richting van de Engel. Rondgang door de hoeve. Hele hordes „hogere" gemeenteambtenaren. Een CRM-wethouder, die bij de „lopende" lunch zich bijkans vergreep aan hapjes eend en sterke paté. Overal de spitse kelken klaar voor enige aanvulling met mousserende wijn. Hier en daar hoek- volières met tierige vogeltjes; antieke aankleding. Steeds weer de herkenbare hand van de Engel. En de damestoiletten. Voor mij een onbereikbaar hoogtepunt in de gehele aankleding. De mannelijke bezoekers dromden er tezamen, mekkerend en gekscherend, maar mochten er niet op. Daar stond, majesteus, een donkerbruine houten troon, een „gemak" waarop het erg fijn toeven moet zijn. De dames (waarom niet zo'n voorziening voor de veeleisende heren gaan daar niet zomaar op de doos, nee, ze hebben een speeldoos te hunner beschikking. Men licht maar even het deksel, en een alleraardigste melodie begeleidt de afwikkeling der allernoodzakelijkste behoeften. En trek je aan de ketting van het „Alarme", dan gaat er ten overvloede een bel rinkelen. Enfin: dit is de Engelbertha-hoeve. Een complex der kostelijke ervaring. Je moet die boerderij zelf gaan zien en proeven om er een juist beeld van te kunnen vormen. uummv«■■.wwiox EIDEN Het Morskwartier teft eindelijk zijn biblio- ieek. Na bijna tien jaar actie i praten opende wethouder Schoute het filiaal van de Knbare bibliotheek aan de obijnstraat vanmiddag door 'n gigantisch lint door te nippen. Het lint was over ei dak van de bibliotheek ten gespannen met een grote trik voor deur. „We wilden p deze manier symboliseren, it we de wijk een cadeautje 'ven,aldus Son ja van der 'aart van het nieuwe filiaal. 1 in 1973 werd een handteke- ingenactie in de wijk gehou- en. Het zou echter tot maart prig jaar duren, voordat de ibliotheek werkelijk gestalte reeg. Toen bleek opeens, dat e gemeente ook snel kon 'erken. Binnen drie maanden adat gemeente-architect W. en Haring zijn ontwerp af- ad. werd met de bouw begon- ?n. De kosten van de biblio- £ek bedragen 1,2 miljoen plden. Voor een dergelijk Roject is dat goedkoop. De Psten konden onder meer Jpg worden gehouden door de iventaris en de boeken van voormalige bibliotheek aan f Steenschuur over te nemen, [gt filiaal is geheel voor ge- andicapten toegankelijk. De electie van het nieuwe filiaal estaat uit 27.000 boeken. „Het torskwartier krijgt hiermee zeer evenwichtige collec- Zegt directeur T. de Calu- Deze bliotheek waar de wijk zolang op heeft gewacht, wordt een bibliotheek „nieuwe stijl". De bibliotheek wil meer zijn dan een doorgeefluik van boeken. Door intensief samen te werken met scholen, club huizen en bejaardencentra wil de bibliotheek extra aandacht besteden aan groepen, die minder makkelijk van een bi bliotheek gebruik maken. Daarnaast wil het informatie verschaffen over allerlei prak tische zaken. „Dat is ook de reden dat we op dinsdag en donderdag gesloten zijn," legt Sonja van der Waart uit. „Dat zijn de dagen dat er groepen in huis zijn uit allerleid instellin gen. Zo kunnen we ze meer aandacht geven en ons ook voorbereiden op dergelijke be zoeken. We hebben die tijd echt hard nodig." De „nieuwe stijl" uit zich ook in andere za ken. Tijdens de uren dat de bi bliotheek open is, is perma nent iemand beschikbaar voor het geven van informatie over wat er te krijgen is. Op woens dagmiddag is er een speciaal uurtje voor de kleinste lezers: van één tot twee is de biblio theek alleen- voor de jeugd •iopen. Aan de opening is een groot aantal activiteiten verbonden. Vanavond is er van half zeven tot half tien open huis. Ook morgen is er open huis, maar dan van tien tot twaalf uur en van twee tot zes uur. Vrijdag is er 's morgens een speciale och tend voor de bejaarden uit de wijk. Vrijdag start ook de uit lening. De openingstijden zijn als volgt: maandag en vrijdag van twee uur tot half zes en 's avonds van half zeven tot half negen. Op woensdag is de bibliotheek van tien tot twaalf én van twee tot half zes open. LEIDSE COURANT DINSDAG 15 SEPTEMBER 1981

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5