&idó® ©ou/tcmt Miljoenennota als ouverture ideologische bezinning Nieuw industrieel elan nodig abinet voorspelt jnlijke ingrepen Troon- koningin beatrix De rekening van een lange formatie Vervolg van de voorpagina) le „pijnlijke maatregelen" behoren verder: eslagen op de arbeidsongeschiktheidsverzekering worden in jaar afgeschaft. validen krijgen geen vrijstelling meer van de wegenbelas- engere aanpak van de bijstandswet: minder neveninkom- '(toegestaan, minder zak- en kleedgeld voor personen in in- J ingen. perking toename zelfstandige beroepsbeoefenaren in de 20 sgezondheid. be rdere vermindering van het aantal ziekenhuisbedden. 2! voering van eigen bijdragen in de AWBZ en in de genees- elenvoorziening. t overheidspersoneel en daarmee gelijkgestelden houden de salariëring het trendbeleid, maar op hun salaris zal het- e worden ingehouden als op de lonen in het bedrijfsleven I 0| urt. trlaging van de pensioenrechten voor ambtenaren c.s. door uw van de volledige AOW in plaats van maximaal 80 pet. nbtenaren krijgen geen kindertoeslag meer over het vakan- Icl. 'ontslagleeftijd voor bepaalde categorieën overheidsperso- zal worden verhoogd. irvAf kts is in de miljoenennota aangekondigd, dat de tarieven van iids- en streekvervoer met zes procent moeten worden ver- ..ggd bovenop de normale verhoging, die van de spoorwegen 'twee procent extra. Het autorijden zal duurder worden dat men de wegenbelasting wil vervangen door extra ac- op brandstof. Aardgas wordt duurder om de rijksinkomsten voeren. Er is in de miljoenennota en in de troonrede spra- van stabilisatie van de collectieve lastendruk, maar de pre- te zullen voor de burgers omhoog gaan, omdat de bezuinigin- op de sociale zekerheid vooral ten goede komen aan de "[evers. hindering van het begrotingstekort is nodig, omdat het le- |van geld ter dekking van het gat enorme bedragen gaat gn aan rente en aflossing: in 1982 moet hiervoor al ruim 15 jupd worden betaald. Het tekort, dat het rijk volgend jaar .zien te dekken door (voornamelijk) geldleningen zal, inclu- jat voor de lagere overheden, 6,5 procent van het Nationaal imen bedragen; dit jaar dreigt het uit te lopen tot rond 8 pet. i'de hoge rentelast en de geweldige stijging van de wer- llheidsuitkeringen er wordt voor volgend jaar uitgegaan gemiddeld 460.000 werklozen, maar in de troonrede is een kgelegenheidsplan aangekondigd, waarvoor geld zal worden [emaakt is het begrotingstekort van 1982 slechts drie mil- kleiner dan dit jaar, ondanks vijf miljard bezuinigingen. DEN HAAG Koningin Beatrix heeft van middag in de Ridderzaal van Het Binnenhof, tijdens de verenigde vergadering van de Sta- ten-Generaal, de nieuwe parlementaire zitting geopend. Zij deed dit met het uitspreken van de Troonrede. Leden van de Staten-Gene- raal, De omstandigheden waaron der deze Troonrede is opge steld zijn hoogst uitzonder lijk. Pas enkele dagen gele den is het kabinet dat sinds de verkiezingen van rhei de lopende staatszaken behar tigde, teruggetreden en opge volgd door een nieuw kabi net, van een andere politieke samenstelling. Het onlangs aangetreden ka binet heeft nauwelijks tijd gehad voor beraad over het te voeren beleid. Een uiteen zetting van dat beleid zal eerst over enige weken in de regeringsverklaring kunnen worden gegeven. Daarom zal deze Troonrede beknopt en sober zijn. Vandaag wordt, ter voldoe ning aan de voorschriften van de Grondwet, de begro ting 1982 aan de Tweede Ka mer aangeboden. De begro- tingsontwerpen en de memo ries van toelichting daarop zijn opgesteld onder de ver antwoordelijkheid van het vorige kabinet. De regering betuigt haar erkentelijkheid daarvoor aan hen die tot dat kabinet behoorden. De tijd heeft ontbroken om die ont werpen en de toelichtingen te toetsen aan het regeerak koord van het nieuwe kabi net. Voorzover deze staats stukken als uitkomst van die toetsing belangrijke wijzigin gen behoeven, zal daarvan in de regeringsverklaring me dedeling worden gedaan. Van de maatschappelijke problemen die zich in ons land voordoen is de werk loosheid het meest veron trustend, in het bijzonder die onder jongeren. De economi sche neergang heeft in alle landen van de Europese Ge meenschap de werkloosheid scherp doen stijgen. Daar komt bij dat in ons land het aantal mannen en vrouwen dat zich jaarlijks aanmeldt op de arbeidsmarkt naar ver houding veel groter is dan elders in West-Europa. Dat stelt ons in de jaren tachtig voor een bijzonder zware op gave. Te zwaarder zal die opgave zijn doordat van ons bedrijfs leven grote delen in ernstige moeilijkheden zijn geraakt. Met name de industrie staat er, globaal gesproken, slecht voor en ook de toestand van het midden- en kleinbedrijf is verre van rooskleurig. Gelukkig valt er een her waardering waar te nemen voor deze vormen van be drijvigheid, mede door toe doen van een baanbrekende studie van de Wetenschappe lijke Raad voor het Rege ringsbeleid. Ons bedrijfsleven moet weer vitaliteit krijgen. Een nieuw industrieel elan is nodig. Het is gewenst het produktief in vesteren aan te moedigen. Het kabinet zal zo spoedig mogelijk een meerjarenplan voor de werkgelegenheid op stellen. Daarvoor zal de no dige financiële ruimte wor den vrijgemaakt. Het finan cieringstekort van de over heid moet, juist ter wille van de werkgelegenheid, in de eerstkomende jaren worden verkleind. De druk van be lastingen en premies, waar van het regeerakkoord een nadere omschrijving geeft, mag niet zwaarder meer worden. Voor het welslagen van het te voeren beleid is een goed overleg nodig met de organi saties van werkgevers en werknemers, mede met het oog op de noodzaak van een jarenlange matiging van lo nen en andere inkomens. In het regeerakkoord zijn af spraken vastgelegd om de laagste inkomens te bescher men. Duurzaam economisch her stel moet hoofddoel van het beleid zijn: ter wille van de werkgelegenheid, maar ook omdat de hoge uitgaven die in ons land van gemeen- schapswege worden gedaan niet in stand gehouden kun nen worden wanneer door een neergang van de econo mie het nationaal inkomen ipeen schrompelt. Ook over een aantal andere belangrijke onderwerpen zal de regeringsverklaring be leidsvoornemens ontvouwen. Daartoe behoren het bevor deren van de woningbouw en de stadsvernieuwing, de bescherming van het milieu, het bewaren van onze rechtsstaat. Door de komst in ons mid den van grote aantallen per sonen van andere 'taal en cultuur is de Nederlandse sa menleving geschakeerder ge worden en gecompliceerder. Helaas blijkt niet zelden van een tekort aan verdraag zaamheid en begrip. Daar naast dienen zich niet te on derschatten problemen aan in het onderwijs, en ook met de huisvesting en de tewerk stelling van mensen die van buiten Nederland komen. Het ontwikkelen van een alomvattend beleid ten aan zien van de minderheden is een belangrijke overheid staak geworden. De wetsontwerpen tot alge hele herziening van de Grondwet zijn inmiddels ter behandeling in tweede lezing bij de Tweede Kamer inge diend. De regering vertrouwt erop dat deze herziening spoedig haar beslag zal krij gen. De regering hoopt dat spoe dig de voorwaarden vervuld zullen zijn voor de hervat ting van het overleg over de toekomstige verhoudingen tussen de Nederlandse Antil len, de eilanden van de Ne derlandse Antillen en Neder land. Het behoud van internatio nale vrede en veiligheid is in de letterlijke zin een levens belang voor ons allen. De re gering zal in bondgenoot schappelijk verband een evenwichtig veiligheidsbe leid voeren. Dat betekent: zorgen voor een deugdelijke defensie en tegelijk werken, aan beheersing en beperking van de bewapening, in het bijzonder van de nucleaire bewapening in Oost en West. Een vermindering van de spanning tussen Oost en West zal de meeste ontwik kelingslanden ten goede ko men en de totstandkoming van een rechtvaardiger wereldeconomische ordening naderbij brengen. Nederland zal, ondanks de economisch ongunstige tijden, zijn bijdra ge voor ontwikkelingssa menwerking ten minste handhaven op het tót dusver aangehouden peil. Leden van de Staten-Gene-> raai. Deze Troonrede kan zo kort na de kabinetswisseling geen opsomming bieden van con crete plannen voor de nabije toekomst. Van wezenlijk be lang is het echter dat wij al len de uitdaging onderken nen waarvoor ons land nu staat. Ingrijpende verande ringen zijn nodig voor econo misch herstel. Dan komt de ontwikkeling van de werk gelegenheid weer in het goe de spoor en kunnen onze col lectieve voorzieningen in stand blijven. Dat zal een zware opgave de kabinetsformatie heeft veel te lang geduurd, sprak dè kersverse minister Van Thijn van Binnenlandse Zaken gis termiddag bij de sluiting van het parlementaire jaar. Van Thijn had daarin groot gelijk. Zeker gemeten naar de grote; problemen waar ons land voor staat hebben de dames en he-, ren politici zich veel te veel tijd gegund in hun strijd om d«£ uitvoerende macht. Maar de uitspraak van Van Thijn was wél een aanklacht tegen zichzelf, en in breder verband tegeöj het kabinet waar hij sinds vorige week vrijdag voor optreedt' Want het zijn de aan dit kabinet deelnemende politieke par-J tijen die door hun oeverloos geruzie de mogelijkheden voor;, een onmiddellijke, daadwerkelijke aanpak van de problemen; op sociaal-economisch gebied hebben verhinderd. TERWIJL de sluiting van het parlementaire jaar door Van Thijn gisteren nog eens duidelijk maakte dat we een nieuw kabinet hebben, bleek vandaag bij de opening van het parle mentaire jaar door koningin Beatrix zonneklaar dat er nog geen nieuw beleid is. Noodgedwongen is vandaag de on macht van de politici uitgestald, onmacht veroorzaakt door de lange duur van de kabinetsformatie, die het tijdig uitstip pelen van een slagvaardig beleid onmogelijk heeft gemaakt Er is een miljoenennota, er zijn begrotingen voor de departe menten, maar dat zijn allemaal vrij krachteloze stukken. Niet omdat het vorige kabinet-Van Agt krachteloos zou zijn geweest, zoals de fracties van PvdA en vooral D'66 vandaag in hun eerste reactie wilden doen geloven. Nee, de miljoe nennota is vooral krachteloos omdat het eerste kabinet-Van Agt demissionair was toen het de begrotingen opstelde en dus geen vergaande politieke besluiten meer mocht nemen. MAAR zulke besluiten zijn wel nodig. Alleen diep ingrij pende maatregelen op sociaal-economisch gebied waaron der forse ombuigingen in de collectieve uitgaven kunnen onze economie nog uit het slop halen. Op een dag als van daag beseft men pijnlijk, dat de politici door drie maanden te talmen kostbare tijd verloren hebben doen gaan. In plaats van een miljoenennota, die noodgedwongen van weinig ge- wicht is, had er ook een volwaardige politieke beleidsaan- kondiging kunnen liggen, indien het nieuwe kabinet er afge lopen zomer al had gezeten. Het tweede kabinet-Van Agt staat nu onmiskenbaar voor een zeer forse krachttoer. Het kan dat beleid, dat anders op de normale wijze in de staatsstukken terecht was gekomen, alsnog met veel kunst en vliegwerk door nota's van wijziging tot stand brengen. Dat is temeer een krachttoer omdat het kabinet nog kersvers is en de ministers nog volop aan elkaar en hun ambtelijke staf moeten wennen. Niettemin is het ver- richten van die krachttoer een dringende noodzaak. Indien» de tweede ploeg van Van Agt daar vóór de twaalfde oktober de dag van de regeringsverklaring nog redelijk in slaagt, dan zal het kabinet daarmee zijn geslaagd voor het zwaarst denkbare toelatingsexamen. zijn, maar wel een die uit voerbaar is. Als iedere bur ger zich daarvoor wil inspan nen en bereid is de daartoe nodige offers naar draag kracht te brengen, is er goe de reden om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Van U, volksvertegenwoor digers, zal in het komende parlementaire jaar veel vol harding en toewijding wor den gevergd voor het vol voeren van Uw taak. U moge die taak vervullen in het vertrouwen dat velen U wijsheid toewensen en om zegen voor U bidden. i Hiermee open ik de nieuwe zitting van de Staten-Gene- raal. Bijgaande beschouwing werd op ons verzoek geschreven door prof. dr. C.J. Rijnvos, hoogleraar in de algemene economie aan de Erasmusuniversiteit te Rotterdam en lid van de Eerste Kamer voor het CDA. Prof. Rijnvos (50) werkte tot zijn 21e jaar als boerenknecht en bouwvakker, 's Avonds studeerde hij. In 1952 begon hij een cursus als vakbondsbestuurder aan het A.C. de Bruyn-instituut Later behaalde hij het diploma m.o. economie en ging hij studeren in Tilburg. Hij promoveerde in 1970 tot doctor in de economie met zijn proefschrift „Economische orde en Europese monetaire integratieIn de jaren vijftig was hij o.m. bestuurder van de Katholieke Handarbeidersbond en van de Goedhartstichting, coöperatief vormingswerk in De Steeg (Gelderland). In de jaren zestig was bij achtereenvolgens chef arbeidszaken H.K.I. Breda, docent A.C. de Bruyn-instituut te Doorn, hoofd voorlichting Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. In 1972 werd hij plaatsvervangend hoofd van het economische bureau van de Amro-bank in Amsterdam. In 1975 volgde zijn benoeming tot hoogleraar te Rotterdam. Zijn eerste opvallende publicatie dateert uit 1951 toen hij met „Jeugd en industralisatie" een eerste prijs won in een opstelwedstrijd van KRO, Vara en het ministerie van econmische zaken. Sinsdien publiceert hij veel over economische onderwerpen. 3brnenland LEIDSE COURANT dinsdag is september 1981 pagina 13 Door prof. dr. J.C. Rijnvos tijd tot tijd ontstaan er in het sociaal-econo- ch bestel van de Westerse wereld problemen, ke slechts moeizaam en enerverend met ingrijpende verandering kunnen worden op- ist. Zo moest destijds de liberale economie ral vanwege de crisis der dertiger jaren, voor :n met een ideologisch heroriëntatie, een gron- verandering, ondergaan. Het een en ander de tot de creatie van een gemengde volkshuis- ding na 1945. Het lijkt erop, alsof wij ander- il een ingrijpende ombuiging gaan beleven, gaat er nu om, dat de collectieve sector van economische bestel, dé laatste jaren té sterk is [ebreid ten laste van de private sector en daar in het bijzonder van het bedrijfsleven. Vele on- nemingen kwamen in de rode cijfers, waar- >r de werkgelegenheid ernstig wordt bedreigd, irom moet de collectieve sector worden be kt en wel op twee punten. Een stabilisatie, res- tievelijk vermindering, is nodig van de collec te druk, oftewel van de belastingen en de so le verzekeringspremies, terwijl voorts het om- ïgrijke financieringstekort van de overheid iet worden verminderd. andeweg komt het gesprek over de ombuiging gang en daarbij fungeert de zojuist gepresen- rde begroting in drieërlei opzicht als ouverture, t is op de eerste plaats het geval met betrekking de collectieve druk. Hierover is tijdens de ka- ïetsformatie reeds gesproken, maar het resul- it daarvan biedt nog maar weinig houvast. In t „resultaat van het programmatisch overleg" is lis waar gewezen op „de noodzaak van stabilisa- van de collectieve lastendruk". Daarbij kwam iter tegelijkertijd naar voren, dat over dit the- in onderscheiden politieke kringen nogal ver- lillend wordt gedacht. Er was heel opval- >d met name bij de Partij van de Arbeid een ote behoefte om bij die stabilisatie allerlei pos- R, met name binnenlandse aardgasbaten en -uit een ten behoeve van het werkgelegenheidsbe- d, buiten beschouwing te laten. De vraag rijst of dan van stabilisatie wel iets terecht komt; zij ijft op zijn minst een vage aangelegenheid, aarbij het belangrijke doel, het wegnemen van uk op het bedrijfsleven, te weinig aandacht »jgt. zekere zin is op dit punt de miljoenennota con- eter. De verantwoordelijke bewindslieden heb- an er duidelijk naar gestreefd een deugdelijk >orstel tot stabilisatie te doen. Dat blijkt reeds uit akele cijfers. Dit jaar belopen de belastingen en a sociale verzekeringspremies tesamen 52,3 pro- ant van het nationale inkomen. IJs en weder die- ende zal dit het volgend jaar, globaal gestabili- terd, 52,4 procent zijn. Daarbij vindt echter met &n zekere noodzaak een verschuiving plaats in e richting van de sociale verzekeringspremies, 'elke dit jaar 21,6 procent bedragen, en 22,1 pro- Bnt in 1982. De sociale premies vormen voor een root deel een element van de loonkosten. Bijge- °'g betekent deze stijging dat de loonkosten per- voorstel is immers dat het vrij reëel beschikbare inkomen van de modale werknemer zal dalen met 2,5 procent. Ongetwijfeld zal dit spanningen gaan oproepen. Twee aspecten worden daarvan reeds nu duide lijk. Wanneer de aktieven eisen stellen met be trekking tot hun inkomen, gaat het eigenlijk om de verhouding van hèm tot de niet-aktieven. Voorts vereist een zo groot mogelijk behoud van de arbeidsplaatsen een stabilisatie, respectievelijk vermindering van de collectieve druk op het be drijfsleven. Daarbij is er géén ruimte, ter wille van de werkgelegenheid, voor dure, geldverslin dende werkgelegenheidsprogramma's, wanneer deze niet duidelijk en concreet op het behoud en uitbreiding van de arbeidsplaatsen in de mark- tsektor zijn gericht. Deze probleemstelling met be trekking tot de collectieve sector is vooral in poli tieke kring nog lang geen gemeengoed. Het ge sprek erover is met de miljoenennota echter wel aangekondigd. Bescheiden begin De nota fungeert tevens ten tweede als ou verture voor het beraad over het financieringste kort. Ook hierover is tijdens de kabinetsformatie weliswaar reeds het een en ander gezegd, maar andermaal nog te weinig concreet. Het deficit van de overheid is intussen een nationaal probleem. In de bijgestelde voorjaarsnota, die minister Van der Stee begin juli presenteerde, werd het tekort ge raamd op 7,25 procent van het nationale inkomen, In zekere zin dient de miljoenennota als middel om ons mee te delen dat de zaken intussen nog verder uit de hand zijn gelopen. Momenteel wordt het tekort van 1981 geraamd op 7,75 procent van' het nationale inkomen, oftewel op ruim 24 miljard' gulden. Dat is uiteraard veel te groot. Volgens de structurele norm mag het slechts plusminus 4 pro-j cent zijn, maar die richtlijn is momenteel eenvou dig niet toepasbaar. Andermaal bevat de nota een bescheiden voorstel ter verbetering van de situa tie. Het ligt in de bedoeling om in 1982 het tekort terug te dringen tot 6,5 procent, oftewel tot 21,7 miljard gulden. Dat lijkt een koene ombuiging; maar is in feite niet meer dan een héél bescheiden begin. Het grote tekort noodzaakt momenteel tot eert overdreven groot kapitaalmarktberoep van over heidswege. In het eerste kwartaal van dit jaar ging het hierbij om 62,2 procent van het aanbod; Een belangrijke vermindering hiervan is nodig om de particuliere vraag weer enige kans te geven en om te komen tot een verlaging van de rent Voorts noopt het financieringstekort tot een veel te groot beroep op de creatie van nieuw geld. Al leen reeds in het eerste kwartaal van dit jaar ging het hierbij om ruim vijf miljard gulden. De voor gestelde verlaging van het tekort ad 2,3 miljard gulden is dan ook onvoldoende om werkelijk orde* op zaken te stellen, zodat ook in dit verband het beraad nog maar juist op gang is gebracht Rol overheid Het een en ander leidt tot de conclusie, dat de mil joenennota ten derde en tot slot ook kan worden aangemerkt als een ouverture tot een werkelijk fundamenteel gesprek over de noodr zaak en de strekking van de ombuiging. De revi sie van het liberale-economische bestel in de rich ting van een gemengde economie, strekt ook hier bij nog tot lering, omdat daaruit blijkt welke ne telige ideologische problemen hierbij een rol kun nen spelen. Dat kan nu wéér het geval worden. Want het gaat er in de huidige situatie om, dat de rol van de overheid, door een gepaste beperking van de collectie sector, wordt verkleind. Dat kan een moeilijk te aanvaarden aangelegenheid zijn voor degenen, die geneigd zijn voor de oplossing van sociaal-economische problemen snel en metr veel overtuiging een beroep te doen op de staat De noodzakelijke ombuiging waarmee wij mo menteel worden geconfronteerd, vraagt van hen nu een ideologische bezinning en heroriëntatie. Ongetwijfeld gaat dat met de zo juist gepresen teerde miljoenennota als voorspel in de naaste toekomst steeds duidelijker worden. werknemer sterk toenemen. Dit jaar bedraagt de stijging 4,5 5 procent en in 1982 8 procent Dat is niet gunstig. De internationale concurrentiepositie van net Nederlandse bedrijfsleven kan hierdoor ernstig worden benadeeld, terwijl deze juist als hoopgevend licht de laatste jaren is verbeterd. Voorts wordt hierdoor de rendementspositie van het bedrijfsleven verder onder druk gezet. Een in dicatie hiervoor is de stijging van de arbeidsinko mensquote van 95,5 naar 96,5. En dit alles is nodig ter financiering van de sociale verzekering; de voorgestelde loonkostenstijging komt eigenlijk de werkenden niet; ten goede. Een onderdeel van hét

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 13