omend kabinet nog niet eensgezind
inistersploeg kabinet
ROONREDE ERG KORT; REGERINGSVERKLARING OP 13 OKTOBER
stnnenland
LEIDSE COURANT/
WOENSDAG 9 SEPTEMBER 1981 PAGINA 9
het)
'an onze parlementaire redactie)
'"de|EN HAAG De kandidaat-mi-
°™"sters voor het komende kabi-
t-Van Agt-Den Uyl zijn gister-
5*1 iddag tijdens hun eerste geza-
enlijke bespreking op een aan-
"1e 1 problemen gestuit waar zij
l§ loralsnog geen oplossing voor
inden vinden. De problemen
troffen voornamelijk de in-
lch" ud van de regeringsverklaring
het kabinet van CDA, PvdA
D'66 aan de Tweede Kamer
aanbieden. Naar verwachting
zal de beoogde premier van Agt
de regeringsverklaring van zijn
kabinet op 13 oktober in de Ka
mer voorlezen.
Morgenochtend komt het beoogde
kabinet opnieuw bij elkaar voor
het „constituerend beraad", de offi
ciële oprichtingsvergadering van
het kabinet, die voorafgaat aan de
beëdiging. Tijdens deze vergade
ring hopen beoogd premier Van
Agt en de veertien overige minis
terskandidaten het eens te worden
over de formulering van de belang
rijkste beleidsvoornemens in de re
geringsverklaring. Als de beraads
lagingen donderdag veel tijd in be
slag nemen, zal de beëdiging van
de ministers door de koningin niet
meer diezelfde dag, maar pas vrij
dagmorgen plaatsvinden. De
woordvoerder van formateur Van
Agt wilde gisteravond niet bekend
maken, over welke zaken het kabi-
net-in-spe het gisteren nog niet
eens is geworden. Hij deelde overi
gens mee dat de vergadering van
gistermiddag, die ruim vier uur
duurde, ondanks de gerezen pro
blemen „in een zeer positieve sfeer
is verlopen". Verder zei hij, dat de
kandidaat-ministers hebben afge
sproken dat de troonrede die ko
ningin Beatrix komende dinsdag
(Prinsjesdag) onder verantwoorde
lijkheid van het nieuwe kabinet zal
uitspreken „zeer summier" van in
houd zal zijn. Pas in de regerings
verklaring van 13 oktober zal uit
gebreid op het toekomstige beleid
van het nieuwe kabinet worden in
gegaan.
Het aankomende kabinet heeft gis
teren met opzet besloten, pas mor
gen met het constituerend beraad
te beginnen. Men wil namelijk
eerst afwachten hoe het PvdA-con-
gres, dat vanavond in Utrecht bij
eenkomt, reageert op de bereikte
formatieresultaten. Pas als het con
gres ja heeft gezegd tegen het be
oogde kabinet en daarmee de kan
didaat-bewindslieden van de PvdA
heeft gemachtigd, aan het nieuwe
kabinet deel te nemen, kan het
constituerend beraad beginnen. De
PvdA-kandidaten hebben dan een
veel grotere vrijheid van handelen.
De kandidaat-bewindslieden van
CDA en D'66 hebben van hun par
tij al een machtiging (een zogehe
ten vrij mandaat) om als minister
of staatssecretaris aan het nieuwe
kabinet deel te nemen.
Inmiddels zijn de problemen rond
de CDA-kandid^at voor Justitie,
mr. J. de Ruiter, opgelost. De Rui
ter eiste maandag van formateur
Van Agt de garantie dat er in de'
komende regeringsperiode vol
doende geld zal zijn voor uitbrei
ding van de rijkspolitie en de rech
terlijke macht en voor verbetering
van het gevangeniswezen. In het
regeerakkoord is nu alsnog de pas
sage opgenomen dat aan de door
De Ruiter genoemde punten priori
teit zal worden toegekend. De ove
rige ministerskandidaten hebben
hiermee gisteren ingestemd.
'EN HAAG Nu, naar het zich
te tat aanzien eind deze week het
:al leuwe kabinet wordt beëdigd,
jn plffcn hieronder de levensbe-
]ei hrijvingen van hen die als mi
deel van het tweede kabi-
et-Van Agt zullen gaan uit ma-
ifan Agt
Jr. A. A. M. van Agt (50), CDA-
linister-president van het vorige
11977 uit CDA en VVD gevormde
abinet, zal leiding gaan geven aan
et nieuwe kabinet bestaande uit
DA, PvdA en D'66. Hij krijgt als
linister-president het departement
an algemene zaken onder zijn
oede.
'rie van Agt was minister van jus-
tie in de kabinetten-Biesheuvel
t -Den Uyl van 1971 tot 1977. In
et kabinet-Den Uyl ('73-'77) was
ij tevens vice-premier. Bij de tot-
andkoming van dit kabinet speel-
mr. Van Agt een rol als infor-
ateur; een functie die toen tevens
erd bekleed door zijn partijgenoot
vorige minister van sociale za-
en Albeda.
en rol speelde Van Agt ook samen
et de andere CDA-ministers bij
et voortijdig einde, vlak voor de
irkiezingen, van het kabinet-Den
yl, dat in 1977 sneuvelde over de
ondpolitiek. Bij de kabinetsfor-
latie die volgde op de verkiezin-
en van dat jaar werd eerst ge
oogd een kabinet te vormen op
asis van PvdA, CDA en D'66. Wat
u is gelukt, mislukte toen: er
wam een CDA/VVD-kabinet.
oor zijn benoeming als minister
an justitie in het kabinet Biesheu
vel was Van Agt hoogleraar in het
rafrecht en strafprocesrecht aan
katholieke universiteit in Nij-
egen. Daarvoor was hij onder
eer werkzaam op het ministerie
an landbouw en op het ministerie
an justitie bij de stafafdeling wet-
:ving publiekrecht. Van Agt be-
>n zijn carrière als advocaat in
indhoven, nadat hij in 1955 slaag
voor zijn doctoraal examen
achten aan de katholieke universi-
it in Nijmegen.
van de hoofdstad. In 1956 werd hij
lid van de Tweede Kamer.
Den Uyl slaagde in 1942 voor het
doctoraal examen economie aan de
gemeente universiteit van Amster
dam. Daarna werkte hij als ambte
naar op het ministerie van econo
mische zaken, Tot zijn benoeming
in 1949 als directeur van de Dr.
Wiardi Beckmanstichting, het we
tenschappelijk bureau van de
PvdA, was hij werkzaam als redac
teur bij achtereenvolgens het dag
blad Het Parool en het weekblad
Vrij Nederland. Drs. Den Uyl werd
in 1980 voorzitter van de federatie
van socialistische partijen in Euro
pa.
Terlouw
)en Uyl
rs. J. M. den Uyl (62), fractievoor-
tter van de PvdA in de Tweede
amer, is in het nieuwe kabinet
en voor Nederlandse begrippen
nieke rol toebedeeld. Naast de
ost sociale zaken en het vice-pre-
'ierschap krijgt hij tevens de func-
ie van projectminister voor de
kerkgelegenheid en integrerend
minister voor de sociaal-economi-
phe sector. Bovendien zal hij An-
lliaanse zaken behartigen,
oop den Uyl was van 1973 tot 1977
remier van een kabinet bestaande
it PvdA, PPR, D'SS, KVP en
RP. Van Agt was toen „zijn"
ice-premier en tevens minister
an justitie. Na de verkiezingen in
977 en de daarop volgende voor de
^dA mislukte kabinetsformatie
eerde Den Uyl terug in de Twee-
e Kamer als fractievoorzitter.
)eze functie had hij ook van 1967
tot 1973. Daarvoor was hij minister
J'an economische zaken in het ka-
bmet-Cals van 1965-1966.
Den Uyl begon zijn actieve politie
ke loopbaan als lid voor de PvdA
van de gemeenteraad van Amster
dam in 1953. Negen jaar later volg
de zijn benoeming als wethouder
Dr. J. C. Terlouw (49), fractievoor
zitter van D'66 in de Tweede Ka
mer, is de nieuwe minister van eco
nomische zaken en een van de
twee vice-premiers. Economische
zaken is van oudsher een zware
post in de sociaal-economische
driehoek, waartoe verder sociale
zaken en financiën behoren. Het
zwaartepunt in het nieuwe kabinet
is echter verschoven naar Den Uyl,
die als minister van sociale zaken
tevens projectminister is voor de
werkgelegenheid en integrerend
minister voor de sociaal-economi
sche sector. Jan Terlouw, die zich
als kamerlid voornamelijk bezig
hield met economische zaken,
energiepol itiek en milieubeheer,
zorgde bij de afgelopen formatiebe
sprekingen voor een doorbraak
toen hij als eerste Van Agt accep
teerde als minister-president. Na
hem volgde Den Uyl.
Terlouw werd één jaar na de op
richting van D'66 lid van die partij.
Voordien was hij nooit lid geweest
van een politieke partij. In 1970
werd hij door D'66 gekozen als lid
van de gemeenteraad in Utrecht.
Terlouw bleef dat één jaar, waarna
hij werd gekozen als lid van de
Tweede Kamer. Toen de toenmali
ge fractievoorzitter, Hans van
Mierlo, wegens persoonlijke ge
schillen met enkele fractieleden,
aftrad, volgde Terlouw hem als
„middenfiguur" op. Dat was in
1973. Behalve als politicus is Ter-
louw bij het publiek bekend als
schrijver van kinderboeken. In
1972 en 1973 verwierf hij de „gou
den griffel" voor het beste jeugd
boek.
Terlouw slaagde in 1956 voor het
doctoraal examen wis- en natuur
kunde aan de rijksuniversiteit
Utrecht. In 1963 promoveerde hij
aan dezelfde universiteit tot doctor
in e wis- en natuurkunde. Voor zijn
politieke loopbaan hield hij zich ge
durende dertien jaar bezig met
kernfusieonderzoek, waarvan an
derhalf jaar aan het Massachusetts
Institute of Technology in Cam
bridge in de Verenigde Staten.
vaak tot felle botsingen met zijn
opvolger-staatssecretaris Brokx.
Van Dam studeerde sociologie aan
de rijksuniversiteit Utrecht. Hij
deed in 1965 zijn doctoraalexamen.
Na twee jaar reserve-officier te zijn
geweest werd Van Dam weten
schappelijk medewerker bij de
Wiardi Beckmanstichting. Weer
twee jaar later %1969) trad hij bij
de omroepvereniging Vara in
dienst als ombudsman. Door dat tv-
programma verwierf hij grote be
kendheid.
Afgelopen winterseizoen presen
teerde hij voor dezelfde omroep het
programma „De achterkant van
het gelijk". Een van de redactiele
den daarvan was Van Dams nieu
we collega-minister Van Mierlo
(defensie). Voor dit programma
werd Van Dam vorige week onder
scheiden met de zilveren Nipkov-
schijf.
Van Dijk
net-Van Agt/Wiegel, wordt minis
ter van ontwikkelingssamenwer
king in het nieuwe kabinet.
Kees van Dijk, sinds september vo
rig jaar voorzitter van de CDA-
fractiecommissie voor financiën,
was ook lid van de CDA-fractie'-
commissie voor ontwikkelingssa
menwerking en voor buitenlandse
zaken en defensie.
Op het terrein van ontwikkelings
samenwerking is hij geen onbeken
de. Van 1973 tot 1977 was hij zelf
standig economische adviseur voor
ontwikkelingsvraagstukken en van
1966 tot 1973 was hij chef onder-
wijsdivisie Wereldbank in Was
hington. In de twee jaren daarvoor
was hij consultant onderwijszaken
van de Organisatie voor Economi
sche Samenwerking en Ontwikke
ling (OESO) en van 1964 tot 1965
werkte hij bij deze organisatie in
Parijs.
Van Dijk behaalde in 1954 het doc
toraalexamen economie aan de Ne
derlandse economische hogeschool
in Rotterdam.
nister van onderwijs en weten
schappen. Dezelfde post bekleedde
hij ook in het kabinet-Den Uyl
(1973-1977). Jos van Kemenade
maakte zich toen onder andere
sterk voor de invoering van de
middenschool. Zijn „terugkeer" is
tijdens de afgelopen formatiebe
sprekingen zwaar bevochten. Het
CDA zag liever een „eigen" man op
onderwijs dan de socialist Van Ke
menade.
Voordat Van Kemenade in 1973
werd aangezocht als onderwijsmi
nister door Den Uyl, was hij vanaf
1970 buitengewoon hoogleraar on
derwijssociologie aan de katholieke
universiteit Nijmegen. Tien jaar
daarvoor was hij aan dezelfde uni
versiteit geslaagd voro zijn docto
raal examen in de sociologie. In
1968 promoveerde hij tot doctor in
de sociologie.
Voor zijn benoeming tot hoogleraar
in Nijmegen was Van Kemenade
onder meer vier jaar directeur van
het instituut voor toegepaste socio
logie in Nijmegen. Voorts bekleed
de hij diverse functies, zoals onder
meer voorzitter van het college van
curatoren van de school voor jour
nalistiek in Utrecht, lid van de on
derwijscommissie van het NVV en
voorzitter van de onderwijscom
missie van de Dr. Wiarde Be
ckmanstichting, het wetenschappe
lijk bureau van de PvdA. Van Ke
menade is sinds 1978 buitengewoon
hoogleraar onderwijskunde aan de
rijksuniversiteit van Groningen.
De Koning
Gardeniers
Van Dam
Drs. M. P. A. van Dam (43) keert
als PvdA-minister van volkshuis
vesting en ruimtelijke ordening te
rug op het departement waar hij in
het kabinet-Den Uyl (1973-1977)
onder minister Gruyters staatsse
cretaris was.
Marce van Dam is sinds het aantre
den van het eerste kabinet-Van
Agt (1977) voor de PvdA Tweede
Kamerlid geweest. In die periode
kwam het tijdens kamerdebatten
Mevrouw M. H. B. Gardeniers-Be-
rendsen (56), minister van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk
in het vorige kabinet, komt in het
nieuwe kabinet terug als minister
van volksgezondheid en milieuhy
giëne. Ook nu weer is zij de enige
vrouwelijk minister.
Voordat Til Gardeniers in 1977
werd aangezocht om zitting te ne
men in het kabinet-Van Agt/Wie
gel, was zij vanaf 1971 KVP-Twee-
de Kamerlid.
Mevrouw Gardeniers-Berendsen
had voor haar huwelijk (1950) de
leiding van de exportafdeling van
een textielfabriek in het Brabantse
Deurne. Zij werd geboren in Rot
terdam als dochter van een hoofd
onderwijzer. Zij haalde haar eind
diploma HBS-B toen het al oorlog
Van Kemenade
Dr. J. A. van Kemenade (44), sinds
1977 lid van de Tweede Kamer
voor de PvdA, keert na een onder
breking van vier jaar terug als mi-
Drs. J. de Koning (55) verruilt zijn
post als minister voor ontwikke
lingssamenwerking in het kabinet-
Van Agt I voro die van minister
van landbouw en visserij in het ka
binet-Van Agt II. De Koning
(CDA) is evenals zijn partijgenoot
Lubbers en de nieuwe PvdA-mi
nister van binnenlandse zaken Van
Thijn als informateur mede verant
woordelijk voor de totstandkoming
van het nieuwe kabinet.
Jan de Koning was na zijn doco-
traal examen sociale geografie aan
de rijksuniversiteit Utrecht onder
meer werkzaam als wetenschappe
lijk ambtenaar bij het instituut voor
sociale wetenschappen aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam. Van
1964 tot 1971 was hij algemeen se
cretaris van de Nederlandse chris
telijke boeren- en tuindersbond.
Voordat De Koning minister voor
ontwikkelingssamenwerking werd
in het kabinet-Van Agt in 1977 is
hij gedurende zes jaar lid geweest
van de Tweede Kamer. Daarvoor
ligt nog een tweejarig lidmaatschap
van de Eerste Kamer voor de ARP.
De Koning is verder voorzitter ge
weest van de ARP, lid van het Eu
ropese parlement, lid van de stich
ting oecumenische hulp en be
stuurslid van de Novib.
Van der Louw
Burgemeester A. A. van der Louw
(48) van Rotterdam verlaat de
Maasstad om PvdA-minister van
cultuur, recreatie en maatschappe
lijk werk te worden in het tweede
kabinet-Van Agt. Voordat in 1974
zijn benoeming tot burgemeester
viel was Van der Louw drie jaar
voorzitter van de PvdA. Vooraf
gaand daaraan had hij een klein
jaar voor die partij zitting in de
Tweede Kamer.
André van der Louw (Mulo en
avondhandelsschool) was vroeg po
litiek geïnteresseerd. Hij was enige
tijd hoofdbestuurslid van de AJC
(voormalige socialistische jongeren
organisatie) en richtte het progres
sieve weekblad „Twen" op, later
omgedoopt in „Taboe". Ook was hij
redacteur van de jongerenbladen
Hitweek (Witheek) en Aloha. Hij
begon een rol te spelen in de lande
lijke politiek met de doorbraak van
„Nieuw Links". Hij werkte toen sa
men met zijn nieuwe collega-minis
ter Van Dam en met Hans van den
Doel. Van der Louw was een van
de auteurs van „Tien over rood".
Van der Louw werkte van 1957 tot
1971 bij de omroepvereniging Vara,
als redacteur van de Vara-gids en
later als perschef. In 1967 werd hij
vice-voorzitter van de PvdA onder
Anne Vondeling. Toen Vondeling
kamervoorzitter werd, schoof Van
der Louw door naar het voorzitter
schap van de PvdA.
Zijn benoeming tot burgemeester
van Rotterdam in 1971 lokte nogal
wat protesten uit. De PvdA in de
Maasstad had laten weten geen an
dere burgemeester te zullen aan
vaarden. Van der Louwmaakte in
1976 deel uit van de conflicten tus
sen bestuur en personeelsleden van
de Vara.
Van Mierlo
Mr. H. A. F. M. O. van Mierlo (50)
keert na vier jaar buiten het licht
van de politieke schijnwerpers te
hebben gestaan terug in Den Haag
als minsiter van defensie.
Hans van Mierlo heef tien jaar
(1967-1977) voor D'66 in de Tweede
Kamer gezeten. Hij verdween in
dat laatste jaar uit het politieke
beeld na onenigheid met zijn frac
tie over de opstelling tegenover het
toenmalige kabinet-Den Uyl. De
man die tien jaar het politieke
beeld van zijn partij bepaalde heeft
sindsdien een aantal functies in
ambtelijke commissies vervuld.
Van Mierlo was onder meer lid van
de adviesraad defensiaangelegen-
heden (ADA) en sinds 1980 advi
seur van de Cons, de commissie
ontwikkelingssamenwerking Ne-
derland-Suriname. Met buitenland
en defensiebeleid deed de man die
eens „de Nedelandse Kennedy"
werd genoemd al ervring op in de
Tweede Kamer-fractie van D'66 na
zijn terugtreden als fractieleider.
Van de „tweede keus" van D'66
voor defensie (aanvankelijk had de
partij oud-staatssecretaris van bui
tenlandse zaken Brinkhorst op het
oog) is bekend, dat hij plaatsing
van kernwapens voor de middel
lange afstand niet onvoorwaarde
lijk afwijst. Tijdens de formatie liet
de nieuwe minister van defensie
weten slechts akkoord te gaan met
zijn ministerschap wanneer aan
twee voorwaarden werd voldaan;
zo wilde hij dat de nog niet opge
loste problemen in het regeerak
koord met betrekking tot defensie
tot zijn tevredenheid zouden wor
den opgelost Ook zouden met de
minister van buitenlandse zaken
zodanige afspraken mogelijk moe
ten zijn, dat het door hem als mi
nister van defensie beoogde beleid
voldoende ruimte kreeg.
Van Mierlo, geboren in Breda, deed
in 1960 doctoraal examen rechten
aan de katholieke universiteit in
Nijmegen. Voordat hij in 1966 met
een aantal medestanders de politie
ke partij Democraten '66 oprichtte
Van Agt
was Van Mierlo journalist bij het
toenmalige Algemeen Handelsblad.
De Ruiter
Mr. J. de Ruiter (51) verlengt zijn
ambtsperiode van vier jaar als mi
nister van justitie met wellicht nog
eens vier jaar.
Job de Ruiter (CDA) ontwikkelde
zich in het kabinet-Van Agt als een
„vakminister", die ook bij de oppo
sitie respect afdwong. Voordat hij
in 1977 werd aangezocht om zitting
te nemen in het kabinet-Van Agt
was hij vanaf 1976 rector magnifi
cus van de Vrije Universiteit in
Amsterdam. Aan dezelfde universi
teit werd hij in 1970 hoogleraar in
het privaatrecht
Voor zijn hoogleraarschap vervulde
De Ruiter diverse functies bij de
rechterlijke macht. Zo was hij ze
ven jaar lang, vanaf 1963, rechter
in de arrondissementsrechtbank in
Zutphen. In de rechtbank in
Utrecht was hij gedurende één jaar,
tot 1963, subsituut griffier.
De Ruiter deed in 1953 zijn docto
raal examen aan de rijksuniversi
teit Utrecht. Tien jaar later promo
veerde hij daar tot doctor in de
rechtsgeleerdheid.
Van der Stee
Mr. A. P. J. M. M. van der Stee (53)
prolongeert zijn ministerschap van
financiën. Fons van der Stee
(CDA) begint, voor de tweede maal
onder leiding van en met Van Agt,
aan zijn vierde kabinet sinds 1971.
Hij was staatssecretaris van finan
ciën in zowel het kabinet-Biesheu
vel als in het kabinet-Den Uyl.
Toen minister Brouwer van land
bouw en visserij in het kabinet-
Den Uyl om gezondheidsredenen
ontslag nam volgde Van der Stee
hem in die functie op.
Hij maakte in die hoedanigheid
met Van Agt de overstap naar het
CDA/VVD-kabinet onder Van
Agt. Binnen die regeringsploeg
keerde hij terug op financiën na
het ontslag van Andriessen door
verschil van mening over de bezui
nigingen. In het tweede kabinet-
Van Agt met socialisten en demo
craten blijft Van der Stee op finan
ciën, zij het niet langer belast met
Antilliaanse zaken.
Van der Stee deed doctoraal exa
men rechten aan de katholieke
universiteit Nijmegen (1956). Ver
volgens maakte hij tot 1971 deel uit
van een maatschap van belastin
gadviseurs. In 1971 werd hij voor
de KVP lid van de Eerste Kamer,
tot zijn benoeming tot staatssecreta
ris in datzelfde jaar. Van der Stee
was onder meer penningmeester
(1965-1968) en voorzitter (1968-
1971) van de KVP.
Van der Stoel
Mr. M. van der Stoel (57), lid van
de Tweede Kamer voor de PvdA,
zal voor de tweede keer in zijn
loopbaan het ministerschap van
buitenlandse zaken op» zich nemen,
de post die hij eveneens had in het
Zeevalking
kabinet-Den Uyl (1973-1977). Tij
dens deze ambtsperiode maakte hij
vooral naam als pleitbezorger voor
de mensenrechten. Van der Stoel
was voorts staatssecretaris van bui
tenlandse zaken in het kabinet-
Cals (1965-1966).
Max van der Stoel werd na zijn
studie aan de rijksuniversiteit in
Leiden in 1953 medewerker van de
Dr. Wiardi Beckmanstichting, het
wetenschappelijk bureau van de
PvdA. Van 1958 tot 1968 was hij in
ternationaal secretaris van de
PvdA. In 1960 werd hij gekozen als
lid van de Eerste Kamer. Drie jaar
later volgde zijn verkiezing als lid
van de Tweede Kamer.
Van der Stoel bekleedde voorts tal
van internationale functies. Zo was
hij lid van de assemblee van de
Raad van Europa en de Westeuro-
pese Unie, lid van bestuur van de
socialistische internationale, lid van
het Europjese parlement en lid van
de Noordatlantische Assemblee. In
1979 werd Van der Stoel benoemd
tot lid van de commissie voor de
rechten van de mens van de Vere
nigde Naties.
Van Thijn
Drs. E. van Thijn (47), ondervoor
zitter van de PvdA-fractie in de
Tweede Kamer, wordt in het nieu
we kabinet minister van binnen
landse zaken.
Ed van Thijn heeft als er later
bijgehaald informateur een be
langrijke bijdrage geleverd aan de
totstandkoming van dit kabinet.
Ervaring als onderhandelaar degd
hij op bij de kabinetsformatie in
1977. Hij schreef er een boek over:
„Dagboek van een onderhande
laar".
Van Thijn kwam na zijn doctoraal
examen p>olitieke en sociale weten
schappen aan de gemeente-univer
siteit Amsterdam in 1961 als mede
werker terecht bij het wetenschap
pelijk bureau van de PvdA, de Dr.
Wiardi Beckmanstichting. In 1962
werd hij lid van de gemeenteraad
in Amsterdam. Dat bleef hij negen
jaar, waarvan de laatste zes jaar als
fractievoorzitter.
In 1967 werd hij lid van de Tweede
Kamer. Tijdens het kabinet-Den
Uyl (1973-1977) werd hij fractie
voorzitter. Tweede man werd hij
weer bij de terugkeer van Den Uyl
als oppositieleider na de verkiezin
gen in 1977.
Zeevalking
Mr. H. J. Zeevalking (59) keert na
ruim twee jaar door D'66 terug op
het Binnenhof als minister en op
volger van Tuijnman van verkeer
en waterstaat. In het kabinet-Den
Uyl volgde hij in 1975 partijgenoot
Glastra van Loon op als staatsse
cretaris van justitie onder Van Agt.
Na de val van dat kabinet in 1977.
werd Zeevalking lid van de Twee
de Kamer. In 1979 volgde zijn be
noeming tot burgemeester van Rijs
wijk. In datzelfde jaar werd hij
voorzitter van D'66.
Henk Zeevalking studeerde rech
ten aan de rijksuniversiteit
Utrecht In 1949 deed hij doctoraal
examen. Hij werkte enkele jaren op
een advocatenkantoor in die stad
en werd in 1952 algemeen secreta
ris van de Nederlandse Amateur
Toneel Unie. In 1964 trad hij in
dienst als adinistrateur van de orde
van vrijmetselaren onder het
Grootoosten der Nederlanden.
Zes jaar later werd hij voor D'66 lid
van de gemeenteraad Utrecht en in
hetzelfde jaar wethouder verkeers
zaken en openbare werken in die
stad. Mr. Zeevalking was met zijn
college-minister Van Mierlo een
van de oprichters van de Democra
ten '66.