omend kabinet nog niet eensgezind inistersploeg kabinet ROONREDE ERG KORT; REGERINGSVERKLARING OP 13 OKTOBER stnnenland LEIDSE COURANT/ WOENSDAG 9 SEPTEMBER 1981 PAGINA 9 het) 'an onze parlementaire redactie) '"de|EN HAAG De kandidaat-mi- °™"sters voor het komende kabi- t-Van Agt-Den Uyl zijn gister- 5*1 iddag tijdens hun eerste geza- enlijke bespreking op een aan- "1e 1 problemen gestuit waar zij l§ loralsnog geen oplossing voor inden vinden. De problemen troffen voornamelijk de in- lch" ud van de regeringsverklaring het kabinet van CDA, PvdA D'66 aan de Tweede Kamer aanbieden. Naar verwachting zal de beoogde premier van Agt de regeringsverklaring van zijn kabinet op 13 oktober in de Ka mer voorlezen. Morgenochtend komt het beoogde kabinet opnieuw bij elkaar voor het „constituerend beraad", de offi ciële oprichtingsvergadering van het kabinet, die voorafgaat aan de beëdiging. Tijdens deze vergade ring hopen beoogd premier Van Agt en de veertien overige minis terskandidaten het eens te worden over de formulering van de belang rijkste beleidsvoornemens in de re geringsverklaring. Als de beraads lagingen donderdag veel tijd in be slag nemen, zal de beëdiging van de ministers door de koningin niet meer diezelfde dag, maar pas vrij dagmorgen plaatsvinden. De woordvoerder van formateur Van Agt wilde gisteravond niet bekend maken, over welke zaken het kabi- net-in-spe het gisteren nog niet eens is geworden. Hij deelde overi gens mee dat de vergadering van gistermiddag, die ruim vier uur duurde, ondanks de gerezen pro blemen „in een zeer positieve sfeer is verlopen". Verder zei hij, dat de kandidaat-ministers hebben afge sproken dat de troonrede die ko ningin Beatrix komende dinsdag (Prinsjesdag) onder verantwoorde lijkheid van het nieuwe kabinet zal uitspreken „zeer summier" van in houd zal zijn. Pas in de regerings verklaring van 13 oktober zal uit gebreid op het toekomstige beleid van het nieuwe kabinet worden in gegaan. Het aankomende kabinet heeft gis teren met opzet besloten, pas mor gen met het constituerend beraad te beginnen. Men wil namelijk eerst afwachten hoe het PvdA-con- gres, dat vanavond in Utrecht bij eenkomt, reageert op de bereikte formatieresultaten. Pas als het con gres ja heeft gezegd tegen het be oogde kabinet en daarmee de kan didaat-bewindslieden van de PvdA heeft gemachtigd, aan het nieuwe kabinet deel te nemen, kan het constituerend beraad beginnen. De PvdA-kandidaten hebben dan een veel grotere vrijheid van handelen. De kandidaat-bewindslieden van CDA en D'66 hebben van hun par tij al een machtiging (een zogehe ten vrij mandaat) om als minister of staatssecretaris aan het nieuwe kabinet deel te nemen. Inmiddels zijn de problemen rond de CDA-kandid^at voor Justitie, mr. J. de Ruiter, opgelost. De Rui ter eiste maandag van formateur Van Agt de garantie dat er in de' komende regeringsperiode vol doende geld zal zijn voor uitbrei ding van de rijkspolitie en de rech terlijke macht en voor verbetering van het gevangeniswezen. In het regeerakkoord is nu alsnog de pas sage opgenomen dat aan de door De Ruiter genoemde punten priori teit zal worden toegekend. De ove rige ministerskandidaten hebben hiermee gisteren ingestemd. 'EN HAAG Nu, naar het zich te tat aanzien eind deze week het :al leuwe kabinet wordt beëdigd, jn plffcn hieronder de levensbe- ]ei hrijvingen van hen die als mi deel van het tweede kabi- et-Van Agt zullen gaan uit ma- ifan Agt Jr. A. A. M. van Agt (50), CDA- linister-president van het vorige 11977 uit CDA en VVD gevormde abinet, zal leiding gaan geven aan et nieuwe kabinet bestaande uit DA, PvdA en D'66. Hij krijgt als linister-president het departement an algemene zaken onder zijn oede. 'rie van Agt was minister van jus- tie in de kabinetten-Biesheuvel t -Den Uyl van 1971 tot 1977. In et kabinet-Den Uyl ('73-'77) was ij tevens vice-premier. Bij de tot- andkoming van dit kabinet speel- mr. Van Agt een rol als infor- ateur; een functie die toen tevens erd bekleed door zijn partijgenoot vorige minister van sociale za- en Albeda. en rol speelde Van Agt ook samen et de andere CDA-ministers bij et voortijdig einde, vlak voor de irkiezingen, van het kabinet-Den yl, dat in 1977 sneuvelde over de ondpolitiek. Bij de kabinetsfor- latie die volgde op de verkiezin- en van dat jaar werd eerst ge oogd een kabinet te vormen op asis van PvdA, CDA en D'66. Wat u is gelukt, mislukte toen: er wam een CDA/VVD-kabinet. oor zijn benoeming als minister an justitie in het kabinet Biesheu vel was Van Agt hoogleraar in het rafrecht en strafprocesrecht aan katholieke universiteit in Nij- egen. Daarvoor was hij onder eer werkzaam op het ministerie an landbouw en op het ministerie an justitie bij de stafafdeling wet- :ving publiekrecht. Van Agt be- >n zijn carrière als advocaat in indhoven, nadat hij in 1955 slaag voor zijn doctoraal examen achten aan de katholieke universi- it in Nijmegen. van de hoofdstad. In 1956 werd hij lid van de Tweede Kamer. Den Uyl slaagde in 1942 voor het doctoraal examen economie aan de gemeente universiteit van Amster dam. Daarna werkte hij als ambte naar op het ministerie van econo mische zaken, Tot zijn benoeming in 1949 als directeur van de Dr. Wiardi Beckmanstichting, het we tenschappelijk bureau van de PvdA, was hij werkzaam als redac teur bij achtereenvolgens het dag blad Het Parool en het weekblad Vrij Nederland. Drs. Den Uyl werd in 1980 voorzitter van de federatie van socialistische partijen in Euro pa. Terlouw )en Uyl rs. J. M. den Uyl (62), fractievoor- tter van de PvdA in de Tweede amer, is in het nieuwe kabinet en voor Nederlandse begrippen nieke rol toebedeeld. Naast de ost sociale zaken en het vice-pre- 'ierschap krijgt hij tevens de func- ie van projectminister voor de kerkgelegenheid en integrerend minister voor de sociaal-economi- phe sector. Bovendien zal hij An- lliaanse zaken behartigen, oop den Uyl was van 1973 tot 1977 remier van een kabinet bestaande it PvdA, PPR, D'SS, KVP en RP. Van Agt was toen „zijn" ice-premier en tevens minister an justitie. Na de verkiezingen in 977 en de daarop volgende voor de ^dA mislukte kabinetsformatie eerde Den Uyl terug in de Twee- e Kamer als fractievoorzitter. )eze functie had hij ook van 1967 tot 1973. Daarvoor was hij minister J'an economische zaken in het ka- bmet-Cals van 1965-1966. Den Uyl begon zijn actieve politie ke loopbaan als lid voor de PvdA van de gemeenteraad van Amster dam in 1953. Negen jaar later volg de zijn benoeming als wethouder Dr. J. C. Terlouw (49), fractievoor zitter van D'66 in de Tweede Ka mer, is de nieuwe minister van eco nomische zaken en een van de twee vice-premiers. Economische zaken is van oudsher een zware post in de sociaal-economische driehoek, waartoe verder sociale zaken en financiën behoren. Het zwaartepunt in het nieuwe kabinet is echter verschoven naar Den Uyl, die als minister van sociale zaken tevens projectminister is voor de werkgelegenheid en integrerend minister voor de sociaal-economi sche sector. Jan Terlouw, die zich als kamerlid voornamelijk bezig hield met economische zaken, energiepol itiek en milieubeheer, zorgde bij de afgelopen formatiebe sprekingen voor een doorbraak toen hij als eerste Van Agt accep teerde als minister-president. Na hem volgde Den Uyl. Terlouw werd één jaar na de op richting van D'66 lid van die partij. Voordien was hij nooit lid geweest van een politieke partij. In 1970 werd hij door D'66 gekozen als lid van de gemeenteraad in Utrecht. Terlouw bleef dat één jaar, waarna hij werd gekozen als lid van de Tweede Kamer. Toen de toenmali ge fractievoorzitter, Hans van Mierlo, wegens persoonlijke ge schillen met enkele fractieleden, aftrad, volgde Terlouw hem als „middenfiguur" op. Dat was in 1973. Behalve als politicus is Ter- louw bij het publiek bekend als schrijver van kinderboeken. In 1972 en 1973 verwierf hij de „gou den griffel" voor het beste jeugd boek. Terlouw slaagde in 1956 voor het doctoraal examen wis- en natuur kunde aan de rijksuniversiteit Utrecht. In 1963 promoveerde hij aan dezelfde universiteit tot doctor in e wis- en natuurkunde. Voor zijn politieke loopbaan hield hij zich ge durende dertien jaar bezig met kernfusieonderzoek, waarvan an derhalf jaar aan het Massachusetts Institute of Technology in Cam bridge in de Verenigde Staten. vaak tot felle botsingen met zijn opvolger-staatssecretaris Brokx. Van Dam studeerde sociologie aan de rijksuniversiteit Utrecht. Hij deed in 1965 zijn doctoraalexamen. Na twee jaar reserve-officier te zijn geweest werd Van Dam weten schappelijk medewerker bij de Wiardi Beckmanstichting. Weer twee jaar later %1969) trad hij bij de omroepvereniging Vara in dienst als ombudsman. Door dat tv- programma verwierf hij grote be kendheid. Afgelopen winterseizoen presen teerde hij voor dezelfde omroep het programma „De achterkant van het gelijk". Een van de redactiele den daarvan was Van Dams nieu we collega-minister Van Mierlo (defensie). Voor dit programma werd Van Dam vorige week onder scheiden met de zilveren Nipkov- schijf. Van Dijk net-Van Agt/Wiegel, wordt minis ter van ontwikkelingssamenwer king in het nieuwe kabinet. Kees van Dijk, sinds september vo rig jaar voorzitter van de CDA- fractiecommissie voor financiën, was ook lid van de CDA-fractie'- commissie voor ontwikkelingssa menwerking en voor buitenlandse zaken en defensie. Op het terrein van ontwikkelings samenwerking is hij geen onbeken de. Van 1973 tot 1977 was hij zelf standig economische adviseur voor ontwikkelingsvraagstukken en van 1966 tot 1973 was hij chef onder- wijsdivisie Wereldbank in Was hington. In de twee jaren daarvoor was hij consultant onderwijszaken van de Organisatie voor Economi sche Samenwerking en Ontwikke ling (OESO) en van 1964 tot 1965 werkte hij bij deze organisatie in Parijs. Van Dijk behaalde in 1954 het doc toraalexamen economie aan de Ne derlandse economische hogeschool in Rotterdam. nister van onderwijs en weten schappen. Dezelfde post bekleedde hij ook in het kabinet-Den Uyl (1973-1977). Jos van Kemenade maakte zich toen onder andere sterk voor de invoering van de middenschool. Zijn „terugkeer" is tijdens de afgelopen formatiebe sprekingen zwaar bevochten. Het CDA zag liever een „eigen" man op onderwijs dan de socialist Van Ke menade. Voordat Van Kemenade in 1973 werd aangezocht als onderwijsmi nister door Den Uyl, was hij vanaf 1970 buitengewoon hoogleraar on derwijssociologie aan de katholieke universiteit Nijmegen. Tien jaar daarvoor was hij aan dezelfde uni versiteit geslaagd voro zijn docto raal examen in de sociologie. In 1968 promoveerde hij tot doctor in de sociologie. Voor zijn benoeming tot hoogleraar in Nijmegen was Van Kemenade onder meer vier jaar directeur van het instituut voor toegepaste socio logie in Nijmegen. Voorts bekleed de hij diverse functies, zoals onder meer voorzitter van het college van curatoren van de school voor jour nalistiek in Utrecht, lid van de on derwijscommissie van het NVV en voorzitter van de onderwijscom missie van de Dr. Wiarde Be ckmanstichting, het wetenschappe lijk bureau van de PvdA. Van Ke menade is sinds 1978 buitengewoon hoogleraar onderwijskunde aan de rijksuniversiteit van Groningen. De Koning Gardeniers Van Dam Drs. M. P. A. van Dam (43) keert als PvdA-minister van volkshuis vesting en ruimtelijke ordening te rug op het departement waar hij in het kabinet-Den Uyl (1973-1977) onder minister Gruyters staatsse cretaris was. Marce van Dam is sinds het aantre den van het eerste kabinet-Van Agt (1977) voor de PvdA Tweede Kamerlid geweest. In die periode kwam het tijdens kamerdebatten Mevrouw M. H. B. Gardeniers-Be- rendsen (56), minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk in het vorige kabinet, komt in het nieuwe kabinet terug als minister van volksgezondheid en milieuhy giëne. Ook nu weer is zij de enige vrouwelijk minister. Voordat Til Gardeniers in 1977 werd aangezocht om zitting te ne men in het kabinet-Van Agt/Wie gel, was zij vanaf 1971 KVP-Twee- de Kamerlid. Mevrouw Gardeniers-Berendsen had voor haar huwelijk (1950) de leiding van de exportafdeling van een textielfabriek in het Brabantse Deurne. Zij werd geboren in Rot terdam als dochter van een hoofd onderwijzer. Zij haalde haar eind diploma HBS-B toen het al oorlog Van Kemenade Dr. J. A. van Kemenade (44), sinds 1977 lid van de Tweede Kamer voor de PvdA, keert na een onder breking van vier jaar terug als mi- Drs. J. de Koning (55) verruilt zijn post als minister voor ontwikke lingssamenwerking in het kabinet- Van Agt I voro die van minister van landbouw en visserij in het ka binet-Van Agt II. De Koning (CDA) is evenals zijn partijgenoot Lubbers en de nieuwe PvdA-mi nister van binnenlandse zaken Van Thijn als informateur mede verant woordelijk voor de totstandkoming van het nieuwe kabinet. Jan de Koning was na zijn doco- traal examen sociale geografie aan de rijksuniversiteit Utrecht onder meer werkzaam als wetenschappe lijk ambtenaar bij het instituut voor sociale wetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Van 1964 tot 1971 was hij algemeen se cretaris van de Nederlandse chris telijke boeren- en tuindersbond. Voordat De Koning minister voor ontwikkelingssamenwerking werd in het kabinet-Van Agt in 1977 is hij gedurende zes jaar lid geweest van de Tweede Kamer. Daarvoor ligt nog een tweejarig lidmaatschap van de Eerste Kamer voor de ARP. De Koning is verder voorzitter ge weest van de ARP, lid van het Eu ropese parlement, lid van de stich ting oecumenische hulp en be stuurslid van de Novib. Van der Louw Burgemeester A. A. van der Louw (48) van Rotterdam verlaat de Maasstad om PvdA-minister van cultuur, recreatie en maatschappe lijk werk te worden in het tweede kabinet-Van Agt. Voordat in 1974 zijn benoeming tot burgemeester viel was Van der Louw drie jaar voorzitter van de PvdA. Vooraf gaand daaraan had hij een klein jaar voor die partij zitting in de Tweede Kamer. André van der Louw (Mulo en avondhandelsschool) was vroeg po litiek geïnteresseerd. Hij was enige tijd hoofdbestuurslid van de AJC (voormalige socialistische jongeren organisatie) en richtte het progres sieve weekblad „Twen" op, later omgedoopt in „Taboe". Ook was hij redacteur van de jongerenbladen Hitweek (Witheek) en Aloha. Hij begon een rol te spelen in de lande lijke politiek met de doorbraak van „Nieuw Links". Hij werkte toen sa men met zijn nieuwe collega-minis ter Van Dam en met Hans van den Doel. Van der Louw was een van de auteurs van „Tien over rood". Van der Louw werkte van 1957 tot 1971 bij de omroepvereniging Vara, als redacteur van de Vara-gids en later als perschef. In 1967 werd hij vice-voorzitter van de PvdA onder Anne Vondeling. Toen Vondeling kamervoorzitter werd, schoof Van der Louw door naar het voorzitter schap van de PvdA. Zijn benoeming tot burgemeester van Rotterdam in 1971 lokte nogal wat protesten uit. De PvdA in de Maasstad had laten weten geen an dere burgemeester te zullen aan vaarden. Van der Louwmaakte in 1976 deel uit van de conflicten tus sen bestuur en personeelsleden van de Vara. Van Mierlo Mr. H. A. F. M. O. van Mierlo (50) keert na vier jaar buiten het licht van de politieke schijnwerpers te hebben gestaan terug in Den Haag als minsiter van defensie. Hans van Mierlo heef tien jaar (1967-1977) voor D'66 in de Tweede Kamer gezeten. Hij verdween in dat laatste jaar uit het politieke beeld na onenigheid met zijn frac tie over de opstelling tegenover het toenmalige kabinet-Den Uyl. De man die tien jaar het politieke beeld van zijn partij bepaalde heeft sindsdien een aantal functies in ambtelijke commissies vervuld. Van Mierlo was onder meer lid van de adviesraad defensiaangelegen- heden (ADA) en sinds 1980 advi seur van de Cons, de commissie ontwikkelingssamenwerking Ne- derland-Suriname. Met buitenland en defensiebeleid deed de man die eens „de Nedelandse Kennedy" werd genoemd al ervring op in de Tweede Kamer-fractie van D'66 na zijn terugtreden als fractieleider. Van de „tweede keus" van D'66 voor defensie (aanvankelijk had de partij oud-staatssecretaris van bui tenlandse zaken Brinkhorst op het oog) is bekend, dat hij plaatsing van kernwapens voor de middel lange afstand niet onvoorwaarde lijk afwijst. Tijdens de formatie liet de nieuwe minister van defensie weten slechts akkoord te gaan met zijn ministerschap wanneer aan twee voorwaarden werd voldaan; zo wilde hij dat de nog niet opge loste problemen in het regeerak koord met betrekking tot defensie tot zijn tevredenheid zouden wor den opgelost Ook zouden met de minister van buitenlandse zaken zodanige afspraken mogelijk moe ten zijn, dat het door hem als mi nister van defensie beoogde beleid voldoende ruimte kreeg. Van Mierlo, geboren in Breda, deed in 1960 doctoraal examen rechten aan de katholieke universiteit in Nijmegen. Voordat hij in 1966 met een aantal medestanders de politie ke partij Democraten '66 oprichtte Van Agt was Van Mierlo journalist bij het toenmalige Algemeen Handelsblad. De Ruiter Mr. J. de Ruiter (51) verlengt zijn ambtsperiode van vier jaar als mi nister van justitie met wellicht nog eens vier jaar. Job de Ruiter (CDA) ontwikkelde zich in het kabinet-Van Agt als een „vakminister", die ook bij de oppo sitie respect afdwong. Voordat hij in 1977 werd aangezocht om zitting te nemen in het kabinet-Van Agt was hij vanaf 1976 rector magnifi cus van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Aan dezelfde universi teit werd hij in 1970 hoogleraar in het privaatrecht Voor zijn hoogleraarschap vervulde De Ruiter diverse functies bij de rechterlijke macht. Zo was hij ze ven jaar lang, vanaf 1963, rechter in de arrondissementsrechtbank in Zutphen. In de rechtbank in Utrecht was hij gedurende één jaar, tot 1963, subsituut griffier. De Ruiter deed in 1953 zijn docto raal examen aan de rijksuniversi teit Utrecht. Tien jaar later promo veerde hij daar tot doctor in de rechtsgeleerdheid. Van der Stee Mr. A. P. J. M. M. van der Stee (53) prolongeert zijn ministerschap van financiën. Fons van der Stee (CDA) begint, voor de tweede maal onder leiding van en met Van Agt, aan zijn vierde kabinet sinds 1971. Hij was staatssecretaris van finan ciën in zowel het kabinet-Biesheu vel als in het kabinet-Den Uyl. Toen minister Brouwer van land bouw en visserij in het kabinet- Den Uyl om gezondheidsredenen ontslag nam volgde Van der Stee hem in die functie op. Hij maakte in die hoedanigheid met Van Agt de overstap naar het CDA/VVD-kabinet onder Van Agt. Binnen die regeringsploeg keerde hij terug op financiën na het ontslag van Andriessen door verschil van mening over de bezui nigingen. In het tweede kabinet- Van Agt met socialisten en demo craten blijft Van der Stee op finan ciën, zij het niet langer belast met Antilliaanse zaken. Van der Stee deed doctoraal exa men rechten aan de katholieke universiteit Nijmegen (1956). Ver volgens maakte hij tot 1971 deel uit van een maatschap van belastin gadviseurs. In 1971 werd hij voor de KVP lid van de Eerste Kamer, tot zijn benoeming tot staatssecreta ris in datzelfde jaar. Van der Stee was onder meer penningmeester (1965-1968) en voorzitter (1968- 1971) van de KVP. Van der Stoel Mr. M. van der Stoel (57), lid van de Tweede Kamer voor de PvdA, zal voor de tweede keer in zijn loopbaan het ministerschap van buitenlandse zaken op» zich nemen, de post die hij eveneens had in het Zeevalking kabinet-Den Uyl (1973-1977). Tij dens deze ambtsperiode maakte hij vooral naam als pleitbezorger voor de mensenrechten. Van der Stoel was voorts staatssecretaris van bui tenlandse zaken in het kabinet- Cals (1965-1966). Max van der Stoel werd na zijn studie aan de rijksuniversiteit in Leiden in 1953 medewerker van de Dr. Wiardi Beckmanstichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Van 1958 tot 1968 was hij in ternationaal secretaris van de PvdA. In 1960 werd hij gekozen als lid van de Eerste Kamer. Drie jaar later volgde zijn verkiezing als lid van de Tweede Kamer. Van der Stoel bekleedde voorts tal van internationale functies. Zo was hij lid van de assemblee van de Raad van Europa en de Westeuro- pese Unie, lid van bestuur van de socialistische internationale, lid van het Europjese parlement en lid van de Noordatlantische Assemblee. In 1979 werd Van der Stoel benoemd tot lid van de commissie voor de rechten van de mens van de Vere nigde Naties. Van Thijn Drs. E. van Thijn (47), ondervoor zitter van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer, wordt in het nieu we kabinet minister van binnen landse zaken. Ed van Thijn heeft als er later bijgehaald informateur een be langrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit kabinet. Ervaring als onderhandelaar degd hij op bij de kabinetsformatie in 1977. Hij schreef er een boek over: „Dagboek van een onderhande laar". Van Thijn kwam na zijn doctoraal examen p>olitieke en sociale weten schappen aan de gemeente-univer siteit Amsterdam in 1961 als mede werker terecht bij het wetenschap pelijk bureau van de PvdA, de Dr. Wiardi Beckmanstichting. In 1962 werd hij lid van de gemeenteraad in Amsterdam. Dat bleef hij negen jaar, waarvan de laatste zes jaar als fractievoorzitter. In 1967 werd hij lid van de Tweede Kamer. Tijdens het kabinet-Den Uyl (1973-1977) werd hij fractie voorzitter. Tweede man werd hij weer bij de terugkeer van Den Uyl als oppositieleider na de verkiezin gen in 1977. Zeevalking Mr. H. J. Zeevalking (59) keert na ruim twee jaar door D'66 terug op het Binnenhof als minister en op volger van Tuijnman van verkeer en waterstaat. In het kabinet-Den Uyl volgde hij in 1975 partijgenoot Glastra van Loon op als staatsse cretaris van justitie onder Van Agt. Na de val van dat kabinet in 1977. werd Zeevalking lid van de Twee de Kamer. In 1979 volgde zijn be noeming tot burgemeester van Rijs wijk. In datzelfde jaar werd hij voorzitter van D'66. Henk Zeevalking studeerde rech ten aan de rijksuniversiteit Utrecht In 1949 deed hij doctoraal examen. Hij werkte enkele jaren op een advocatenkantoor in die stad en werd in 1952 algemeen secreta ris van de Nederlandse Amateur Toneel Unie. In 1964 trad hij in dienst als adinistrateur van de orde van vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. Zes jaar later werd hij voor D'66 lid van de gemeenteraad Utrecht en in hetzelfde jaar wethouder verkeers zaken en openbare werken in die stad. Mr. Zeevalking was met zijn college-minister Van Mierlo een van de oprichters van de Democra ten '66.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 9