Interlingua sleutel tot alle talen Liefdevoor het zoemvolk werd Ridder van Rappard met honinglepel ingegoten „Hoe beter de mens het heeft, des te slechter hij wordt" GORINCHEM Op de 50e imkerdag, die vandaag n Apeldoorn wordt gehouden, ontbreekt mr. ..R.J. Ridder van Rappard natuurlijk niet. Hij mag Jan in 1977 de voorzittershamer van de Vereni- jing tot Bevordering van de Bijenteelt in Neder- and hebben neergelegd, internationaal is de rid der nog steeds actief aan het bijenfront. Al meer dan 40 jaar zet hij zich in voor de bijenteelt en met succes. Na de oorlog zocht hij contact met imkers uit de hele wereld met als gevolg een vereldwijde organisatie, de Apimondia, die meer lan 70 landen omvat. „Bijen kennen geen gren en", zegt Van Rappard, „vandaar dat ik mij heb ngezet om ook de landen van het Oostblok er bij e halen. Inmiddels hebben we in dat deel van :uropa al drie congressen gehad, dus ik mag tellen dat mijn initiatief weerklank heeft gevon- Te liefde voor het zoemvolkje werd Van Rappard net de honinglepel ingegoten. Zijn moeder was een ictieve imker die hem de fijne kneepjes van het vak aerde. Ridder van Rappard: „Vanaf 1932 heb ik elf bijen gehouden. Maar ik ben een echte vereni- lingsman. Zo werd ik in 1936 voorzitter van een leine regionale bond. Ik was toen burgemeester an Zoelen. Een jaar later werd ik benaderd door Ie landelijke organisatie. Er was een vacature ont- -taan omdat de voorzitter was gestorven. Ik heb jezegd dat ik er wel voor voelde maar dat men dan /el diende te fuseren met mijn bond. Ik verbaasde nij over de grote verscheidenheid aan bonden. Er varen tegenstellingen tussen katholiek en niet ka- holiek en het was mij absoluut niet duidelijk wat lat nu met het houden van bijen te maken had. Om :ort te gaan, de helft van mijn kleine bond ging nee en ik ben 40 jaar voorzitter gebleven". ,ln 1939 bezocht ik mijn eerste internationale con- res in Zürich. Een tijd van politieke beroeringen, o mochten de Duitsers en Italianen van hun rege- ing riiet verschijnen. Het volgende congres zou in 941 in Nederland gehouden worden maar de oor- >g brak uit met alle gevolgen van dien. Na de oor- >g heb ik er naar gestreefd de internationale con- acten uit te breiden. Ondanks mijn weerzin tegen „Als bijenhouder ben ik redelijk succesvol, al ben en blijf ik een amateur". de Duitsers was ik van mening dat ook zij op het volgende congres ïanwezig moesten zijn. In 1949 ;wam men tijdens het 13e congres n Amsterdam bijeen. De landen an het oostblok waren er toen nog liet bij. In 1954 werd het internatio- lale congres in het oostblok be- egd". Kennis „Ik mag veronderstellen dat men veet dat ik het systeem daar veraf schuw maar dat neemt niet weg dat )Ok imkers uit die landen met hun cennis kunnen bijdragen tot bevor dering van de bijenteelt. Zoals ge- legd, bijen kennen geen grenzen. Wij imkers zijn met ons allen bezig aan een gemeenschappelijke ïobby. Door die contacten te leg- jen werd de mogelijkheid geopend >m intermenselijk met elkaar om te jaan". Van Rappard zou Van Rappard niet ijn om in zijn speeches niet een jolitieke boodschap te verpakken. lo zette hij in 1965 zijn stekelige mgel in het pijnlijk getroffen „rode /lees". „Ja dat was in Boekarest, ïerst mocht ik van de autoriteiten laar mijn openingsspeech niet /oorlezen. Wel, heb ik ze toen ge- egd, dan ga ik maar weer naar ;uis met de congresleden van de iverige westerse landen. Ik heb mij .tamelijk nooit in mijn leven de wet laten voorschrijven. Het hielp maar mijn speech zou niet in het Roe meens vertaald worden. Zo nu en dan gaf ik een gevoelige steek en tot slot haalde ik een oude commu nistische leuze aan maar dan wel op mijn eigen wijze geïnterpreteerd. Imkers, sprak ik, imkers uit alle lan den. verenigt u. Er ging een sidde ring door de zaal. Ze konden er niet om lachen want dat hebben die mensen daar al lang verleerd". „Ik wenste mij verder niet te con formeren aan de gebruikelijke slo gans. Zo trok men een vergelijking tussen Marxisme en de bijenwereld. Door een bij speciaal voedsel te ge ven kan men in sommige gevallen namelijk een koningin verkrijgen. Dus stelde het regime dat als je het de mensen materieel beter maakt,- dan krijg je vanzelf betere mensen. Lariekoek. Hoe beter de mens het heeft, des te slechter hij wordt. Kijk maar om je heen. Van dienstbaar heid ten opzichte van de medemens is in deze uitgeholde maatschappij nauwelijks sprake meer". Magie „Juist de dienstbaarheid van een bij trekt mij persoonlijk zo aan. De grenzeloze magie die uitgaat van de onderlinge samenwerking. Het is waarlijk ongelooflijk wat zo'n bijen volk presteert. Elk individu zet zich in terwille van de gemeenschap. Een bij is wel humeurig maar zijn egoïsme is geheel geneutraliseerd. Door die samenwerking stijgt de produktie. De mens daarentegen wordt verteerd door het virus van het egoïsme. Daar heb ik mij mijn hele leven ai tegen verzet". „Aan de andere kant acht Ik het absoluut niet acceptabel om de lijn van het bijenvolk door te trekken naar de mensenmaatschappij. Daarvoor heb ik te veel hoogach ting voor het individu. Ik ben sterk gehecht aan de individuele verant woordelijkheid van ieder mens. In stinctief voelt de mens dat hij ver antwoording moet afleggen voor zijn daden". „Wij, Van Rappards zijn al vanaf 1400 aristocraten. Ik ben voor een pyramidale opbouw van de maat schappij. De mens moet een voor beeld hebben om na te volgen. Dat houdt in dat ik mij persoonlijk ver plicht voel om te dienen. Mijn vader zei ooit tegen mij, jongen ik heb er altijd voor gezorgd dat de mens minder kan gappen van zijn mede mens. Probeer dat na te streven. Ik dacht dat ik die opdracht goed heb vervuld. Nu zitten we met een maat schappij in ontbinding. Men heeft geen voorbeelden meer". Als een rode draad slingert de poli tiek door elk gesprek met de ridder heen. Hij kan en wil het niet laten. Zelfs in Rusland schroomde Van Rappard niet om uit te halen. „In 1975 kreeg ik een uitnodiging van de Russische regering. Ditmaal werd mijn toespraak niet door de autoriteiten onderschept. De toe spraak had ik bij me gehouden. Ik hield mijn rede, maar op het eind was het weer eens tijd voor een min of meer schokkende uitspraak. Ik zei, de eerste, de enige en wellicht laatste technisch goed onderlegde arbeider uit de Russische historie heeft het vak in ons land geleerd. Uw tsaar Peter de Grote. De voor zitter van Apimondia dacht dat ik het land niet meer zou uitkomen, maar dat .is wel meegevallen". Tijdschrift Van Rappard mag dan in 1977 als voorzitter van de Vereniging tot Be vordering van de Bijenteelt in Ne derland zijn afgetreden, als decaan van de ereleden van Apimondia houdt de stekelige bestuurder een stevige vinger in de honingpap. „Je mag wel zeggen dat de voorzitter en ik de zaken regelen. Deze maand ben ik nog naar een sympo sium in Roemenië geweest. Api mondia is een onderdeel van de bij enteelt. Wij geven Apiacta uit, een internationaal tijdschrift dat in vijf talen verschijnt. Ik hecht veel waar de aan die internationale contacten. Daarom heb ik ze tót heden ten dage aangehouden". „De imkerij van mijn moeder ge leerd hebbende mag Ik stellen dat Ikzelf als bijenhouder redelijk suc cesvol ben ai oefen ik mijn hobby uit als amateur. Ik ben geen weten schapper. Op de eerste plaats ben ik bestuurder. Mijn vader en een halfbroer van mijn vader waren zeer actief binnen de Gelderse Maat schappij voor Landbouw. Het be sturen heb ik dus niet van vreem den. Ik ben dan ook niet een bij zonder bekwaam imker. Ik heb vijf volken en haal daarmee zo'n hon derd pond honing dit jaar. Redelijk. Ons land is nu eenmaal niet opti maal geschikt voor de imkerij. Kli matologisch lenen andere landen zich daar beter voor. Over het eind- produkt honing is veel geschreven. Honing is een vetsuiker en makke lijk verteerbaar. Of het gezond is weet ik niet. Medisch gezien is het zeker niet onmisbaar. Al is een bij- produkt als het bijengif heilzaam voor rheumapatiënten. Het heeft zeker zijn gezondheidswaarde, Api mondia kent verschillende weten schappelijke afdelingen". „Ik zelf zie grote filosofische waar den in de imkerij. Op de onderlinge samenwerking heb ik reeds gewe zen. De bijenteelt is het oudste be roep in samenwerking met de na tuur. Het is een kwestie van harmo nie. Zo is een goed bestuursstelsel bepalend of er harmonie heerst of niet. De bij houdt ons voor hoe het in de mensenmaatschappij wèl goed kan gaan. Laten we er onze lering uit trekken". DAVID LEVIE DUURSTE TALENPROJECT ALLER TIJDEN BEEKBERGEN Wie denkt dat het Latijn zo dood ie als een pier heeft het mis. Weliswaar maakt deze taal geen bloeitijd door zoals in de tijd van de Caesara gebrui kelijk was, maar dank zij Interlin gua ia het Latijn weer nieuw leven ingeblazen. Interlingua staat voor modern en vereenvoudigd Latijn. Sterk vereenvoudigd zelfs want wie een beetje talenkennis heeft kan zich het Interlingua vrij een voudig meester maken. „Deze we reld kent vele latente linguïsten of hoe je ze ook noemen mag", zegt de heer Frits Goudkuil uit het Gel derse Beekbergen. Hoewel de meesten nog nooit van Interlingua gehoord hebben, levert zeker het vertalen geen enkel probleem voor hen op. Echt, mensen die ta len leren kennen automatisch In terlingua. De woordenschat van Interlingua vindt men namelijk voor 90 procent terug in het Spaans, Portugees en Italiaans, voor 80 procent in het Frans en in iets mindere mate in het Engels, Duits en Russisch". Goudkuil is de man die zich bezig houdt met de boekenservice van Interlingua. Hij is uitgever van Interlingua-litera- tuur en regelmatig verschijnen ar tikelen van eigen hand in diverse Interlingua-bladen. Over de hele aardbol verzendt hij de gewenste boeken die hij veelal uit de Vere nigde Staten importeert. Goüdkuil neemt verder het secretariaat waar van de Nederlandse Interim- gua-afdeling. „het kost me erg veel tijd maar dat heb ik er graag voor over", vertelt hij. „Ik zie het als een soort roeping want deze wereld heeft behoefte aan een eenvoudig en duidelijk communi catiemiddel. Interlingua kan de mensen daarbij helpen". „Interlingua is een sleutel tot de ta len van de belangrijkste talenfami lie", aldus Goudkuil. Ook ons eigen Nederlands heeft een ruim deel van de Latijnse erfenis meegekregen. Naar schatting vindt men 65 pro cent van de woordenschat van het Interlingua in onze taal terug, zij het dan met een iets andere schrijfwijze en uitspraak. Voor een groot deel zijn dat bekende woorden zoals concert, instrument, radio, televisie, artiest maar ook minder bekende als urbanisatie, integriteit, renove ren en adequaat. Woorden waarvan men de betekenis ni9t altijd weet. Zo kan zelfs de studie van Interlin gua er toe bijdragen dat men zijn eigen moedertaal kent". Kunsttalen Moeilijke woorden vormden de aan zet voor Goudkuil om zich in de taal te verdiepen. „Dat was in de zeven de klas van de lagere school. Ruim vijftig jaar geleden. In de krant stonden heel wat woorden waarvan ik de betekenis niet kende. De meester op school gaf me de op dracht al die moeilijke woorden op te schrijven. Later werd dan de be tekenis daarvan behandeld. Zo is het eigenlijk gekomen. Voor de oor log ben ik op de fiets naar Parijs, België en Duitsland geweest en in die landen hoorde je vreemde talen. Ik werd er door geboeid. Toen de oorlog uitbrak was het afgelopen met die reisjes. Ik heb me toen op Esperanto toegelegd. Op een gege ven moment las ik ergens een arti kel over de vijf kunsttalen. Zo kwam ik bij Interlingua terecht en wat me meteen opviel was het feit dat deze taal veel makkelijker te leren was dan Esperanto. Na de oorlog heb ik een brief geschreven naar ene me neer Berger in Zwitserland om na dere informatie. Hij heeft me een folder toegestuurd en er ontstond een briefwisseling in Interlingua. Berger was zo enthousiast dat hij me vroeg het secretariaat van Ne derland op me te nemen. Van het een is het ander gekomen. Later ben ik toen gestart met die boeken service". Nederland kent slechts een handvol officiële interlinguïsten. „Van een echte vereniging is nauwelijks spra ke", legt Goudkuil uit. „Het* is niet zo als bij de esperantisten. Er zijn wel onderlinge contacten maar we komen niet regelmatig bij elkaar. Wij zijn wel een onderdeel van de internationale vereniging de UMI. De Union Mundial pro Interlingua is een internationale vereniging voor de verbreiding en praktische toe passing van Interlingua, met leden in de belangrijkste landen. De UMI geeft een tijdschrift uit, Currero, de bode, waarin diverse informatieve artikelen staan. De kosten van een abonnement zijn gering, zo'n acht gulden per jaar en men kan tevens gratis lid worden van de vereniging. Periodiek geeft de UMI een adres- senboekje uit met de namen en adressen van interlinguïsten die contact zoeken met buitenlanders. Dit voor bijvoorbeeld vriendschap pelijke correspondentie, talen of andere studies, toerisme of filate lie". Tijdschrift „Verder geeft de Servicio de Libros elk jaar een biblioaraphia de Inter lingua uit, waarin nieuwe publikaties In Interlingua worden opgenomen. Deze catalogus, met dacht Ik, inte ressante lectuur en documentaires wordt op aanvraag gratis toegezon den. En dan is er nog een aardig boekje met de titel „Un introduc tion in Interlingua". Het bevat de uitspraak, de eenvoudige taalre gels, woordenlijsten en veel korte verhaaltjes in Interlingua, compleet met vertaling van de mogelijk moei lijke woorden in het Nederlands. Bovendien bevat het veel informa tiemateriaal, zoals een jaar lang gratis het tijdschrift Currero, een bi bliografie over Interlingua en nog het een en ander. De kosten zijn bewust laag gehouden". Aanzienlijk hoger waren de kosten om deze kunstmatige taal een venskans te goven. Goudl spreekt van het duurste taalproj aller tijden. Het begon in de jai twintig. In 1924 werd met financl steun van met name Amerikaai filantropische instellingen en univ siteiten de „International Auxilia Language Association (IALA) opg richt, die tot doel had zich diep gaand bezig te houden met de stP die van de mogelijkheden om t f een kunstmatige taal te kome[ Langzaam groeide uit tientallen j ren van research en vergelijken taalstudie, het Interlingua, een ta geënt op de belangrijkste talen vrijwel onmiddellijk te begrijpen, terlingua genoot veel belangstellii van de kant van de wetenschap. C moderne en vereenvoudigde Lati werd kort na zijn publikatie door verse wetenschappelijke tijdschr ten, congressen en instellingen to gepast. Een paar voorbeelde American Heart Journal. Journal i Dental Medicine, het congres voi dermatologie in Stockholm, h derde wereldcongres voor psychi trie in Montreal en het demogi fisch instituut in Gotenburg. Experimenten Goudkuil: „Het aloude Latijn, ee de universele taal voor de wetei schap wordt steeds minder op scholen gedoceerd doordat dei gecompliceerde taal te veel studi tijd vereist. Voor het wetenschai i pelijk onderwijs is het echter noo< j zakelijk kennis te hebben van hP technisch-wetenschappelijk voc bularium, dat als Latijnse erfenis de nationale talen is geabsorbeer Interlingua biedt hier uitkomst, de Scandinavische landen in bijzonder in Zweden waar r veel waarde hecht aan een effici' te wetenschappelijke opleidii leert men het thans veelal in scholen in plaats van het veroudi de klassieke Latijn. Verder hebbf experimenten in de Verenigde Sti ten aangetoond dat leerlingen vlug ger tot een goede beheersing va het Spaans komen door eerst Inteif I lingua te leren". „Maar er zijn nog meer voordelef Zo wordt iedere Nederlande k geacht de wet te kennen. Maar wi I het Latijn of het Interlingua niet belli heerst is veelal niet in staat het wetdi boek, officiële stukken of contrack ten naar behoren te begrijpen. I n citeer nu een stukje uit de kranll Een oude dame schreef aan de ge i< meente of haar bouwvallig huisje m kon worden opgeknapt. De gs - meente liet haar een epistel doerf» toekomen waarin stond dat haaft huisje op de nominatie stond voa* amovatie en of ze hiermede ako koord kon gaan. Blijkbaar verkeens de die dame in de mening dat am vatie hetzelfde is als renovatie. Torv; dat de slopers kwamen. En op m» disch gebied. Op potjes met pilll staat vaak voor oraal gebruik. Hl' is gebleken dat vele patiënten oral verwarren met anaal. In plaats va de pillen in de mond te stoppé steken ze die in hun anus. Aldi verdwijnen jaarlijks voor vele du zenden guldens aan dure mediaF' menten in de WC". st. I iciër I idinjJ in dl 'ude^ Vakantie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 16