De afslachting in Auriol: misdaad met vergaande vertakkingen Bij de loto's: Rechts boven: Het Proven^aalse landhuis, La Bastide de la Douronne, waar op 18 juli 's avonds de slachtpartij plaats vond. Links onder De familie van politie-in specteur Jacques Massié. Van links naar rechts de schoonouders van Massié; Ma rie Dominique, de vrouw van Massié; een niet geïdentificeerd kind; Alexandre, het vijfde kind van Massié; zijn zus Marina; een onbekend persoon en politie-inspec teur Massié zelf. Rechts onder In deze mijngang in Le Luc werden de stoffelijke overschotten van de slachtoffers aangetroffen. In Frankrijk raakt men nog niet uitgepraat over de mysterieuze afslachting in de buurt van het Zuidfranse plaatsje Auriol, waarbij in het weekeinde van 18 juli een politie-inspècteur en zijn gezin werd uitgemoord door leden van de gaullistische militantengroepering SAC. De daders van de moordpartij zijn gegrepen, maar wat zijn hun drijfveren geweest Onze correspondent in Parijs, Jan Drummen, belicht de affaire en gaat in op de hypotheses die over deze zaak in Frankrijk de ronde doen. AUBAGNE (Bouches du Rhöne) Het Is een oude Provenpaalse „bastide", een klein Zuidfrans landhuis, iets buiten het dorp Auriol gelegen aan de voet van het Regaignas-gebergte, „La Bastide de la Douronne". Een typisch Provenpaals land schap waarboven de hete lucht staat te trillen en waar duizenden onzichtbare kre kels in de pijnbomen, cypressen en plata nen de traditionele achtergrondmuziek voor dit landschap spelen. In de nacht van zaterdag 18 op zondag 19 juli heeft zich hier een gruwzaam en mysterieus drama voltrokken, waarbij zes personen (waaron der een achtjarig kind) wreed vermoord werden. En niemand weet nog precies waarom. De bastide was het bezit van Ja- ques Massié, aankomend politie-inspec teur van Marseille, dat op minder dan 30 km van Auriol ligt. Tot voor relatief korte tijd was Massié nog maar politieagent. Vrij plotseling kreeg hij de mogelijkheid om in specteur te worden. Ondanks het feit dat hij bij verschillende oplichtingen betrokken was geweest. Massié leefde, zoals dat ge noemd wordt, boven zijn stand. Hij had voor deze oude bastide miljoenen franks neer moeten tellen. Hij reed in een Merce des, was steeds elegant gekleed, ging uit en lunchte en dineerde in befaamde res taurants en herbergen van de Calanques, de kust even ten oosten van Marseille. Zondagmorgen 19 juli zag een metselaar die een zwart karweitje wilde gaan verrich ten, rook uit de bastide van de jonge in specteur komen. Hij verloor geen tijd, brak een deur open, doofde het vuur en zag dat er de grootste wanorde heerste, dat er bloedplassen op de keukenvloer en op de trap waren, dat er geen mens thuis was. Een kwartier later was de politie ter plaat se. Al enkele uren later arresteerde de po litie van Marseille een zekere Jean-Bruno Finochietti (31), onderwijzer, die al eerder verhoord werd omdat de politie ervan overtuigd was dat hij degene was, die eind april op de Mercedes van Massié. gescho ten had. Op een coca-colafles in de basti de van Auriol waren zijn vingerafdrukken aangetroffen. Finochietti legde snel een volledige bekentenis af. Hij bekent zelfs met een bijna fanatieke ijver: Ja, hij had deel uitgemaakt van een uit vijf personen bestaand moordcommando, dat „van ho gerhand", van een zekere „Monsieur Z" opdracht had gekregen Massié uit de weg te ruimen. Ja, Massié was het hoofd van de SAC (een van oorsprong gaullistische militantengroep) en ook hij, Finochietti en de anderen behoorden tot de SAC. Ja, het f*' /A. was een interne aangelegenheid van de SAC. En ja, hij, Finochietti, had Jacques Massié vermoord. Toen de moordgroep Dij het landhuis aankwam, stond daar een auto en aangenomen werd dat Massié thuis was. Maar hij was niet thuis. En zijn familieleden (zijn vrouw, zijn achtjarig zoontje, zijn schoonouders en de vriend van zijn zuster) herkenden een of meer le den van het moordcommando. Vermoede lijk aan hun stem. Daarom werden ze vol gens Finochietti uit de weg geruimd. Meer kon hij niet zeggen. Ook niet waar de lij ken verborgen werden. Hij verklaarde de kleine Alexandre in zijn bedje met een Ijze ren staaf de schedel ingeslagen te heb ben. De anderen waren daarop met de vijf lijken weggegaan e>» hij, Finochietti, was achtergebleven om op Massié's terugkeer te wachten. Deze kwam tegen drie uur in de morgen thuis; Finochietti viel hem on verhoeds van achteren aan. De lijkschou wing wees uit dat de inspecteur zes steken met twee verschillende messen of dolken toegebracht waren. De onderwijzer had gezegd, dat hij hem „de keel afgesneden had". Hij wees ook aan waar hij het lijk begraven had. Meer wilde Finochietti niet loslaten, maar het was al heel wat I Kort daarop werden Lionel Collard (42), han delsreiziger, voormalige legioensoldaat die „de man met het afgesneden oor" ge noemd werd, en Jean-Joseph Maria (50), bedrijfsleider en wegens zijn kaalhoofdig heid „Kojak" bijgenaamd, gearresteerd. Zij zijn leden van de half-clandestiene gaullistische milltantenorganisatie SAC. Er wordt ook nog een zekere Paul Sinibaldi aangehouden, maar hij blijkt uitsluitend voor de duur van het weekeinde zijn wa gen aan Finochietti geleend te hebben. Enkele dagen later wordt in Parijs Pierre Debizet, „nationaal secretaris van de SAC" gearresteerd, omdat Finochietti had laten doorschemeren dat de opdracht tot de moord „van de hoogste SAC-kringen in Parijs" afkomstig was. Op 28 juli weigert Finochietti, wiens verklaringen blijkbaar alle op feiten berusten, voor de vrouwelij ke onderzoeksrechter zijn eerder gedane bekentenissen te herhalen. Daags daarna arresteert de politie binnen anderhalf uur tien of elf personen, onder wie drie beambten van de PTT: Jean-Franpois Massoni, Didler Campana en Ange Polettl, bij hun superieuren uitstekend aange schrevenMassoni valt door de mand en verklaart te kunnen aanwijzen waar de lijken van de familieleden van Massié ver borgen zijn. Tot dan toe had men daar te vergeefs naar gezocht, ofschoon drie da gen na de misdaad in een woest heideter- rein nabij Le Luc in het nabije departe ment Var een half uitgebrande bestelwa gen aangetroffen was, die blijkbaar lijken of bloedende gewonden vervoerd had. Omdat ondanks naarstige nasporingen de- lijken niet ontdekt waren, en omdat de po litie verklaard had dat analyses van de bloedplassen in het huls, de tuin en de koffer van de wagen van Massié uitgewe zen hadden dat het bloed uitsluitend tot de bloedgroep van de vermoorde inspec teur behoorde, meende men dat het mo gelijk was dat de vijf anderen ontvoerd, gegijzeld of gevangen gehouden werden. Maar deze hoop ging In rook op toen Mas soni de rechercheurs naar de verlaten bauxlet-mijn van Le Pic Saint-Martln nabij la Grande Frelnet bracht waar de vijf zwaar verminkte en al In verregaande staat van ontbinding verkerende stoffelijke overschotten in een diepe verlaten mijn gang aangetroffen werden. Intussen had den de andere verdachten Lionel Collard als de leider van de moordexpeditie aan gewezen. Deze ontkende hardnekkig en beloofde sensationele onthullingen ie zul len doen. De vrijdag daarop werden nog vier personen aangehouden, eveneens le den van de SAC. Als gevolg daarvan bleek het betrekkelijk eenvoudig het verloop van de misdaad te reconstrueren en weet men hoe de afslachting verlopen is en zelfs dat de echtgenote van Massié voordat zij ter dood gebracht werd door twee of drie van de mannen verkracht werd. Theoriëen mmmmmmmmmmrnmmmm mm Alarm Maar over het motief, de drijfveren en het „eigenlijke scenario" tast men nog in het halfduister. Er zijn merkwaardige tegen stellingen, tegenspraken en onwaarschijn- lijkheden in de hele aangelegenheid. De pers wijst erop dat commissaris Sanguy tijdens de geruchtmakende persconferen tie in het Paleis Van Justitie van Marseille op vrijdag 31 juli enkele woorden uitsprak, die de journalisten ontgaan zouden zijn als ze niet op bandrecorders vastgelegd wa ren. Sanguy verklaarde namelijk: „Op 18 juli werd alarm gegeven!" 18 juli. Dat was de zaterdag waarop in de avond de mis daad gepleegd werd. En de politie was eerst zondagmorgen 19 juli door de met selaar gewaarschuwd. Bovendien sprak de commissaris enkele malen van „ontvoe ring". Al eerder was gezegd dat er alleen bloed van de groep van Jacques Massié op de plek van de misdaad gevonden was. Zijn de vijf anderen inderdaad ontvoerd en elders vermoord? Volgens de politie was „Jacques Massié d man die uit de weg geruimd zou moeten worden". En zijn fa milieleden en de vriend van zijn zuster zouden vermoord zijn omdat zij „getuigen waren". Getuigen waarvan? Van de mis daad? Of omdat zij leden van het moord commando herkend hadden? Of omdat, zoals Massié eens gezegd zou hebben, zijn hele familie „van alles op de hoogte was"? Er is twijfel gerezen omtrent de recon structie van de misdaad. Men vraagt zich nu af of alles wel zo verlopen Is als Fino chietti en de anderen verklaard hebben. En als de zaak wel zo verlopen Is, waarom heeft de politie dan die vreemd aandoende uitlatingen laten vallen? En waarom, zo vraagt men zich af, weet men tot op de dag van vandaag nog niet waar het lijk van Massié precies gevonden is? En waarom heeft men de lijken van de vijf anderen niet aan de familie teruggegeven? Omdat, zoals het heette, zij in verregaande staat van ontbinding verkeerden? En waarom heeft men in de kranten foto's gezien van de mijngang waarin de stoffelijke over schotten gevonden zijn? Maar waarom Is verklaard dat het lijk van Massié op de hoogvlakte van Nans-les-PIns gevonden was, terwijl andere, even officiële verkla ringen de bossen van de bergpas van Le Petit Galibier als vindplaats noemen? En Collard, de „man met het afgesneden oor"? Is hij de mysterieuze „Monsieur Z"? Was hij Inderdaad de leider van de moord groep? En die hele moordgroep? Waarom vijf mehsen uitzenden om één man uit de weg te ruimen? Drie PTT-beambten, een onderwijzer, een handelsreiziger. Die ove rigens nogal gepraat schijnen te hebben, want nu blijkt dat misschien tientallen lie den ervan op de hoogte waren dat een „moordcommando" ergens „orde op za ken ging stellen". De journalisten hebben tegenstrijdigheden vastgesteld In de rollen die de diverse leden van de moordgroep gespeeld zouden hebben. En dat geldt ook voor het taalgebruik. Er is melding ge maakt van „verraad" (Massié zou verraad gepleegd hebben), van „executie", van „uitvoering van bevelen", van „militaire o- peratie". Finochietti heeft gezegd: „Ik ben een soldaat, ik gehoorzaam aan mijn meerderen". En waarom zes mensen af slachten als er „een verrader" is die „van hogerhand ter dood veroordeeld is"? Er zijn diverse hypotheses opgesteld. Han del in verdovende middelen. Wapensmok kel. Verduistering van SAC-gelden. Ach terhouden van zeer belastende documen ten door Massié, die de manie had over al les rapporten op te stellen. Een omme zwaai van de inspecteur, die nu het nieuwe socialistische bewind zou aanhangen en die eventueel dingen zou verteilen die rampzalig zouden kunnen zijn voor aan hangers van De Gaulle, en Glscard. Rivali teit tussen Massié en Jean-Joseph Maria die de leidende SAC-functie in Zuldoost- -Frankrijk van Massié zou ambiëren. Per soonlijke veten. Er blijken drie hoofdtheo rieën te zijn, die op enige waarschijnlijk heid zouden kunnen berusten. De eerste van deze theorieën is ook de oudste; die welke daags na de ontdekking van de misdaad geopperd werd. Een kwestie yan geld. Zoals gezegd was Mas sié betrokken bij een aanta) oplichtingen. Verder zijn drie grote diefstallen en roofo vervallen na de ontdekking van de moord partij van Auriol weer in de aandacht ge komen: de overval op het postkantoor van La Pomme, waarbij meer dan een miljoen frank buitgemaakt werd. En de diefstal van 28 juli 1979 in de kantoren van een onderneming belast met het verzorgen van geldtransporten In Marseille, „Protection Sud", waarbij 3 miljoen in de wacht ge sleept werd. En verder was er nog de dief stal van een fameuze schilderijencollectie in Aix-en-Provence, waarvan de dader be kend, maar nimmer gearresteerd is: een zekere Lionel Leroy, voormalig legioensol daat, die in hetzelfde regiment in het vreemdelingenlegioen diende als de „man met het afgesneden oor", Lionel Collard. De man achter de schermen van al deze operaties zou de politieman Jacques Mas sié geweest zijn. De tweede theorie betreft de aanslag op president Glscard d'Estaing op de lucht haven van Campo deil'Oro van Ajacclo op 16 april j.l. Twee buitenlandse toeristen kwamen bij de explosie om het leven, maar de president werd niet gedeerd. Al leen heeft „iemand" enkele foto's geno men voor en na de bomontploffing, en op deze foto's zouden enkele leden van de SAC van Marseille voorkomen, die de aan slag uitgevoerd zouden hebben. Sommi gen beweren dat ook de nationale secre taris van de SAC, Debizet, op deze foto van de luchthaven te zien is. Massié zou de negatieven in handen gehad hebben. Bovendien had hij ovendeze aanslag twee koffers vol documenten, naar het heet, en deze zouden na de moordpartij In het landhuis verdwenen zijn. Overigens had Massié tonnen documenten en archieven in zijn woning in Auriol opgeborgen en had daarvoor een perfect kaartensysteem ont wikkeld. Het gebeurde herhaaldelijk dat hij vanuit het hoofdbureau van politie in Mar seille naar huis opbelde om zijn vrouw te vragen even een document op te zoeken en hem de inhoud daarvan over de tele foon voor te lezen. De andere inspecteurs In het bureau waren altijd verbijsterd ge weest over het feit dat hun collega zijn ei gen archieven had en vooral dat de gege vens daarin blijkbaar volkomen betrouw baar waren.... Schilder De derde theorie is die van Gabon. In 1970 vertrok een zekere Robert Luong, halfbloed van Guyaanse en Vietnamese af komst, vanuit een vluchtelingenkamp voor Vietnamezen in Frankrijk naar Libreville in Gabon. Hij was huis- en decoratieschilder met meer dan gewone begaafdheid en door middel van relaties had hij de op dracht gekregen om een aantal woningen van naaste medewerkers van president Omar Bongo op te knappen. Zijn presta ties vallen zeer in de smaak en enige tijd later doet president Omar Bongo een be roep op hem om zijn presidentieel paleis onder handen te nemen. De echtgenote van de president, de mooie Marie José- phlne in de wandeling Marie-Jo ge noemd kwam vaak kijken als Luong aan het werk was. Er ontstond spoedig hechte vriendschap tussen de presidentsvrouwe en de decoratieschilder, de vriendschap ging vérder dan vriendschap en goedbe doelende zielen stelden de president daar van op de hoogte. Luong werd onder han den genomen door Demba N'Daye en As- sane Diom, twee leden van de presidentië le lijfwacht, bekend om hun „doeltreffend heid" en Luong ondertekende alle beken tenissen en verklaringen die men hem voorlegde. Met name dat hij handelaar is in verdovende middelen en pornografische literatuur. Hetgeen een uitstekend motief Is voor uitwijzing. Op 16 januari 1979 wordt hij, begeleid door N'Daye en Dlom en een zekere Casimir (voormalig lid van de Franse strijdkrachten, maar nu lid van de Gabonese geheime dienst) met een mi litair vliegtuig naar Frankrijk gebracht en zijn begeleiders tonen de Franse politie „een order van president Omar Bongo van Gabon" dat het bevel inhoudt Luong te verhinderen gedurende minstens tien da gen Villeneuve te verlaten. Maar de deco ratieschilder weet te ontglippen en op 6 februari wordt hij door diverse leden van de geheime dienst van Gabon „op heter daad" betrapt in gezelschap van Marie- -Joséphlne in een hotel in de Rue de Pro vence in Parijs. De echtgenote van de*pre- sident wordt „aangeraden" met het gezel schap naar Libreville terug te keren; Ro bert Luong wordt zwaar bedreigd, maar hij verklaart meteen dat hij alles zal doen om Marie-Joséphine terug te zien. Op 27 ok tober wordt hij in Villeneuve vermoord door twee blanken, van wie nimmer een spoor gevonden wordt. Na enkele maan den sluit de onderzoeksrechter zijn dos sier met de aantekening: „Het onderzoek heeft niet tot het achterhalen van de schuldigen mogen leiden". Maar vier da gen geleden heeft het ministerie van justi tie aan het Parket van Agen opdracht ver strekt „nadere gegevens te verstrekken over het onderzoek naar de omstandighe den van de dood van Robert Luong". Er wordt verband gelegd met de liefdesge schiedenis van Luong en de vrouw van de Gabonese president. Pierre Debizet, hoofd van de SAC en sedert lange tijd bevriend met president Bongo, is ook hoofd van diens geheime dienst, tegen een vergoe ding van 20.000 franks per maand. Men neemt nu aan dat Debizet aan Massié in het kader van de SAC opdracht gegeven had Robert Luong uit de weg te ruimen. Verdere hypothese: twee SAC-leden zou den van Massié opdracht gekregen heb ben „iets te ondernemen" in Villeneuve- -sur-Lot. En een nog verdergaande veron derstelling luidt dat deze twee SAC-leden tot de verdachten van de moord op Mas sié behoren. Massié zou Pierre Debizet ge chanteerd hebben om zijn leidende func tie, die Jean-Joseph Maria („Kojak") tijde lijk overgenomen had maar niet meer wil de afstaan, terug te krijgen...... Daarop zou de SAC in Parijs een commando naar Au riol gezonden hebben om Massié op zijn vingers te tikken; Massié zou gezegd heb ben: „Als mij iets overkomt, helpt jullie dat niets: heel mijn familie is nauwkeurig van alles op de hoogte". En daarop zou het commando, om te voorkomen dat iets van de affaire zou uitlekken, de vijf familiele den van de Inspecteur afgeslacht hebben. Te elfder ure is een vierde theorie ran 1 ren gekomen. Dldier Campana, eenen leden van het commando, heeft s onderzoeksrechter verklaard dat fi va de bedoeling was iemand te vermoet maar dat één van de leden alle zestgt C offers om het leven gebracht heeften hij of een ander lid van de groep d echtgenote van inspecteur Masslijn zijn stem) herkend was. Maar dit ijde, volkomen ih strijd met een nieuwe laflc tenis; namelijk dat het graf van iwoi twee dagen voor diens vermoording Ba dolven wasVolgens Campana woer de bedoeling de twee dlplomaterfoep tjes, dje Massié altijd bij zich had entte mee hij zelfs naar bed ging, te bentot gen. Deze koffertjes zouden vol<«rd geweest zijn met documenten: palsticfi cassettes, fotocopieën en microfilflie zouden betrekking hebben op eerfring reeks misdaden, aanslagen, overvaitot diefstallen die leden van de SAC vfen gebied van Marseille gepleegd hin Met die documenten zou Massié chPes, hebben kunnen uitoefenen en hijjde daarmee mogelijk herhaaldelijk gedjn Beide koffertjes zijn verdwenen en jissii ders van de moorden hebben ze zeéij u moedelijk vernietigd. Afgezien vanen moorden, blijkt nu ook dat de ovefldaa het postkantoor van La Pomme (eevar tenwijk van Marseille) gepleegd wajuitz twee van de huidige arrestanten, [t h een derde achter het loket het slacluyl speelde, maar in werkelijkheid medpB, tig was en alle aanwijzigingen vemer had. Voorts is gebleken dat Polflfor Campana betrekkingen onderhieldeerv extreem linkse bewegingen, terwijfmai bepaalde vakbewegingen waren in g treerd om daar een soort spionagöso oefenen. Maar zij hadden ook deéaati men aan het opblazen van een üiterper se boekhandel; Campana -had (bijnaki van camouflage) deelgenomen aaiffiee -militaristische demonstraties enz. Bn c slotte is gebleken dat een ander vol de staand lid van de SAC in het Zuidjmil verdwenen is; een zekere Yves Cop. die in dezelfde fabriek werkte als „dp c met het afgesneden oor", Lionel Cll c met wie hij hechte betrekkingen ètie hield. Courtois is sedert twee maan< volkomen spoorloos en hij was bli) de penningmeester van de organisai zou verder de man geweest zijn diebf( Marseille en Corsica op en neer reisf de aanslag op ex-president Giscardpc* luchthaven van Ajaclo te organiseretfle' Het is niet waarschijnlijk dat Pierrer zet en de daders van de zesv^Hij moord alles onthullen, aangenom thans dat deze serie hypotheses opj berust. Het is zelfs goed mogelijk j affaire van de bastide van Auriol noj lemaal opgehelderd zal worden, een oude Provenpaalse bastide en (pte ietwat buiten het dorp Auriol aan c van het Regaignas-gebergte dorp heette het dat zij onheil en over haar bewoners bracht. Enkel# geleden had er zich in het huis een n ke secte gevestigd en op de muil nog hun tekeningen en arabesken tj die de kaalgeschoren monniken geschilderd hadden en die Massié ri verwijderd had. Zij zijn ietwat getP door de brand die de moordenaars haast en slordig gesticht hebben] sporen van hun wandaad uit te wisj die door de metselaar, die naar zljfj zondagskarweitje ging, gemakkelijk] doofd kon worden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 14