umoerrond voetbal op tv rgeen NVB 1® Gardeniers haalt uit AG ÏSf t. tuil iG - De verwikkelingen rond de sportsponsoring en het van reclameborden rond de velden kenden in 1979 een incident. Herman Belinfante, voorlichter van de Neder- Sport Federatie, stapte op een goede dag met twee lood- koffers de burelen van het ministerie van CRM binnen om Igens ten overstaan van een meer dan verbouwereerde -etaris Wallis de Vries en diens hoofd Sportzaken Jan il zo'n slordige vijfhonderd met allerlei reclame-op- ten bedrukte sportshirts uit tevoorschijn te toveren. Een ete textielkraam, waarmee de radeloosheid van de NSF grote onbegrip van CRM ten aanzien van het verschijn- ilame in de sport" nog eens overduidelijk en aanschouwe- lird onderstreept. llc sjechts een fragment lachwekkend dat wel van de •dam lijdensweg, die uiteindelijk resulteerde in een laat- ientt_ beschikking van CRM-bewindsvrouwe Til Gardeniers __^eperkende maatregelen bij het uitzenden- van sportwed- ^in op de televisie. En omdat de KNVB, na een onduidelijke ^^hting over die beschikking aan dè betaalde clubs, het Dde besluit nam om de televisie dan maar de televisie te la- ond prompt heel Nederland op zijn kop. Geen of nog maar ■Olijks voetbal op de buis? Een absolute onmogelijkheid! cdichtheidcijfers van het programma Studio Sport liegen er l,serTn. Zitten er tijdens het voetbalseizoen per uitzending ge ijld zo'n vier miljoen Nederlanders naar het wel en wee van pord, Ajax, F.C. Den Haag, Veendam en SVV te kijken, in zomermaanden loopt dat aantal met ongeveer procent (twee miljoen kijkers!) terug. Chef Cees Boerhout tudio Sport mag daar ter nadere verklaring ook de nadelige den van de vakanties voor aanvoeren, de cijfers blijken min tekenend. Geen wonder dus, dat de voetbalbond zich mel erleve van die tv-kijkende achterban nu in alle bochten I om de Zwarte Piet naar minister Gardeniers terug te spe- rdeifen kort chronologisch overzicht van de zich al over een pe- van ongeveer drie jaar uitstrekkende gebeurtenissen be- ichter zonneklaar, dat het voetbalbestuur in deze slechts ing past: de hand in eigen boezem te steken. ecommissie 1979 ontving de Nederlandse Sport Federatie als overkoe- I orgaan van de vaderlandse sportbonden van CRM een jver op handen zijnde ingrijpende wijzigingen in de tot dan de losse pols gehanteerde bepalingen, die de omroepwet inzien van reclame in de sport kende. De NSF reageerde bij ran spreken per kerende post. Er diende een codecommis- die eerst de hele materie no9 eens nadrukkelijk ian onderzoeken. Gardeniers ging akkoord, de door de 1 lewenste commissie kwam er. Zowel de NOS (Van der Zee pak - later diens opvolger Boerhout), de NSF (Van der Haar infante), CRM-sport (Menne en Happel) als CRM -en ra- pers (Hessen, Rijnholt en Klein) was erin vertegenwoor- il jaar werd na intensief overleg met de sportbonden be- om tot een juiste inventarisering te komen. Daarna ging an de opstelling van de door de minister gewenste nieuwe nen werken. Daarbij diende overigens in de commissie ma andje te worden geblust, omdat de tegenstellingen tussen M:vertegenwoordigers en de overige commissieleden vaak groot bleken. ■■I ipresentant Herman Belinfante: „Toen we eenmaal aan het |ll en van de richtlijnen waren begonnen wenste de CRM-de- ten opzichte van shirtreclame bijvoorbeeld niet verder te lan een beeldhoogte van drie centimeter op de borstzijde, irgrootglas zou bijgeleverd worden Na veel gehakketak n we die hoogte tot tien centimeter kunnen opvijzelen. Ook lep we na erg veel moeite overeenstemming over de hoog- ,<te reclameborden. Voor de zaalsporten vijftig centimeter, e veldsporten tachtig centimeter. Daarbij er steeds van uit- b dat het hier om twee rijen reclameborden op de sportvel- erc bleek overigens, dat ook hier CRM de in de commissie Je overeenkomst onjuist interpreteerde en slechts over één Wen sprak. Dat gebeurde duidelijk onder politieke druk van eede Kamer, die tegen beter weten in het huidige omroep- compleet met de STER nog, wenste te beschermen. Als r een jaar of vijf een het hele land dekkende kabel-tv is en endien de nodige tv-satellieten boven ons hoofd zweven, - deze zaken immers op slag achterhaald. Maar goed, als ssie kwamen we met uitzondering van de snelheidssporten en motorraces, wielrennen) tot een bevredigend vergelijk. VB vormde in deze een hoofdstuk apart. Als NSF hebben er vijf maanden met de KNVB-delegatie gesproken, maar j_ endpunt van de voetbalbond bleef onduidelijk. De heren lan?.n kenne,'jk dat het allemaal wel zo'n vaart niet zou lopen. 1£U Ie gevolgen van dien". emoedstoestand, die de KNVB mogelijk werd ingegeven isciet keiharde feit, dat de NOS de geldelijke vergoeding voor tentenden van competitie- en bekerflitsen. zijnde 3,6 miljoen :httf.voor drie jaar. reeds voor de aftrap van het seizoen '79- ;e W overgemaakt. rSectiebestuurslid Dé Stoop over dit vermoeden: „De hui- Iroblemen zijn de onze niet, maar die van de NC3. Die is in formeel gesproken de onderhandelingspartner van Dus doet ook dat reeds door de NOS gehonoreerde con- fflet de KNVB niet terzake. Overigens staan die 3,6 miljoen - voor drie seizoenen in geen enkele verhouding met de jaarlijkse opbrengst van de bordreclame, die zeker 6 miljoen gulden be draagt. En hét betaalde voetbal, dat met een geraamde schuld van 40 miljoen toch al noodlijdend is, kan en wil die inkomsten bron niet missen". Ongeveer 6 miljoen per jaar aan Inkomsten uit bordreclame. Een juiste voorstelling van zaken of zo maar een slag in de lucht? Harry de Haas, die zich als directeur van Haas Sport BV met het plaatsen van die borden bezighoudt, en de heer Van Aarst van het gelijksoortige Apeldoornse bureau AKA, bevestigen de juist heid van dat bedrag. De Haas: „Dat neemt echter niet weg, dat de KNVB in deze zaak uitermate onzorgvuldig gehandeld heeft. Net zoals het met de zaalsportbonden is gelukt om tot een goe de overeenkomst te komen, zo had dat met de KNVB gekund. En wat het eventueel opzeggen van reclamecontracten voor die bor den betreft, ik geloof niet dat veel bedrijven zich op korte termijn terug zullen trekken, want het gaat hier vrijwel allemaal om lang lopende overeenkomsten. Duurt de affaire echter te lang, ja dan zijn de consequenties niet te overzien". Kleine clubs de dupe Collega Van Aarst beaamt die uitspraken. „Onze zaak verzorgt exclusief de reclameborden van een negental betaalde clubs. Voor hen sluiten we contracten af. Veelal met een looptijd van drie jaar. In die contracten wordt met geen woord gerept over eventuele tv-uitzendingen. De prijzen van die borden variëren van 15.000 tot 20.000 gulden per strekkende tien meter. Van in cidentele bijplaatsing is in deze getallen geen sprake. Alles ver loopt correct. Had de KNVB zich In deze zaak wat tactlscher op gesteld, dan waren er geen brokken van gekomen. Ik begrijp, dat de minister orde op zaken wil stellen, eventuele wildgroei, hoewel daar nauwelijks sprake van is, wil tegengaan". „Zoals de zaken nu liggen dupeert ze echter andermaal de kleine clubs, omdat die nu eenmaal over heel wat kleinere accommoda tie beschikken dan bijvoorbeeld Feyenoord, Ajax of PSV. Plaats je in het Feyenoord-stadion 800 strekkende meter reclame, dan valt dat nauwelijks op. zet je diezelfde hoeveelheid borden rond het veld van Heerenveen of Vofendam, ja, dan heb je één com plete reclamezuil. Bovendien hebben juist die regionale clubs veel bordreclame, zeker zo'n 80 procent, van plaatselijke mid denstanders, die niet met het oogmerk van een eventuele televi- sie uitzending zo'n bord plaatsen, maar die óf de plaatselijke club willen steunen óf slechts uit zijn op regionale naambekend heid. Geen potentiële ST E R-ad verteer ders dus. En zo kleven er nog veel meer oneffenheden aan die nieuwe richtlijn". Waar ging het mis? De beschuldigende vinger wijst dus van vrijwel alle richtingen na drukkelijk naar de KNVB. Maar waar en wanneer is het misge gaan? Cees Boerhout: „Eigenlijk vanaf begin 1979. Toen al heeft programmaleider Carel Enkelaar van de NOS via een rondschrij ven de bonden en dus ook de KNVB gewaarschuwd voor het geen komen zou. Voor wat betreft de voetbalbond bleef ook toen al enige reactie uit". Dó Stoop: „Ik zeg niet dat de KNVB een ander standpunt zou hebben ingenomen, maar van bondszljde zijn er inderdaad fou ten gemaakt. Zo heeft de KNVB zich op de beslissende bijeen komst van 20 Juli j.l. laten vertegenwoordigen door een lagere bondsfundlonaris, terwijl ik als sectiebestuurslid vind, dat daar voorzitter Eric Vité aanwezig had behoren te zijn". Herman Beiinfante: „Op 20 juli is het inderdaad definltef fout ge gaan voor waar het de voetballerij betreft. Als werkgroep, de co decommissie dus, hadden we op die dag een laatste onderhoud met de KNVB. maar wie schetst onze verbazing toen daar alleen tweede secretaris Schoenmaker kwam opdraven. De man deed bovendien zijn kaken niet van elkaar. Met alle respect voor de betreffende bondsfundlonaris, het was een grove onderschatting van onderhandelen op niveau. Voorzitter Viló had de plicht om op die bijeenkomst aanwezig te zijn. Ik ben er nu nog heilig van overtuigd, dat ondanks de voortdurend verdeelde interpretatie in onze' commissie over één dan wel twee rijen borden om de sportvelden, er op dat moment een doorbraak had kunnen wor den gevonden, met twéé rijen borden. Al was het dan maar voor een periode dat de lopende contracten zouden zijn beëindigd. En wie daarna, met alle onzekerheid rond het huidige omroepbestel, leeftOp CRM is men terecht verbolgen geweest over die on volwaardige vertegenwoordiging van de KNVB. waarna men prompt voor de eigen interpretatie koos: één rij borden dus". Geen topsport meer Waarom spant met name de Nederlandse Sport Federatie zich zo voor deze zaak in? Belinfante: „Vergeet niet, dat het Neder landse bedrijfsleven per jaar zo'n 80 miljoen gulden in de Neder landse topsport pompt. Een gigantisch bedrag, dat zonder meer behouden dient te worden. Zonder die financiële inbreng zou er In ons land geen topsport meer bestaan. En de geschiedenis heeft geleerd, dat het juist de topsport is, die de amateur- en de recreatiesport op de been houdt. Sterker nog, stimuleert. Zeker via het medium, dat nu in geding is, de televisie". Zijn in grote voetballanden als Engeland en West-Duitsland de televisierechten voor het uitzenden van voetbalflitsen inmiddels opgelopen tot gigantische jaarbedragen in Engeland rond de 20 miljoen en in de Bondsrepubliek ruim 7 miljoen hoe is de situatie in een met Nederland vergelijkbaar land als België? Albert Roossens, als secretaris de machtigste man van de Ko ninklijke Belgische Voetbal Bond, heeft zojuist onderhandelingen met de BRT over een nieuw driejarig contract succesvol afgeslo ten. „Over het juiste bedrag mag ik op last van de televisielei ders geen uitspraken doen, maar het ligt op dezelfde hoogte als het bedrag dat de NOS aan de KNVB voor een periode van drie jaar betaalt. Ten aanzien van de reclame op de velden en'de shirtreclame, die bij ons ook op voetbal van toepassing is, zijn er echter wel grote verschillen. Wat de reclameborden betreft, wor den de stadions door de televisie geaccepteerd zoals ze zijn. Dus met alle aanwezige borden. Bijplaatsing is niet toegestaan, maar daar wordt nog al eens de hand mee gelicht. Dat heeft in het verleden wel eens moeilijkheden opgeleverd. In 1972 bij de halve finale van het Europese kampioenschap tussen België en West- Duitsland in het Antwerpse stadion en in 1981 bij een Europa bekerwedstrijd te Lokeren. In beide gevallen is er echter op het laatste moment toch tot uitzending besloten". Over de voorschriften ten aanzien van shirtreclame in België zegt Roossens: „In België mogen voetbalclubs shirtreclame voeren op de voorzijde van het tricot. De toegestane maten daarbij zijn 800 vierkante centimeter. De toevoeging aan een clubnaam, zoals bijvoorbeeld in Oostenrijk en in de Belgische basketballerij, is- niet toegestaan. Bovendien mag de reclametekst niet van politie ke, confessionele of ideologische aard zijn. Overigens geloof ik dat ook in België binnenkort van het ministerie van cultuur, dat de voogdij over de sport voert, strengere maatregelen ten aan zien van bordreclame te verwachten zijn. Nederland kende al normen, in België bestaan ze eigenlijk nog niet". Wat doet UEFA? Het Feyenoord-stadion heeft zich bij de UEFA (Europese voetbal bond) voor het komende seizoen kandidaat gesteld voor een van de drie Europè-Cupfinales. De UEFA- reglementen bepalen in zo'n geval dat het betreffende stadion geheel reclamevrij wordt opgeleverd, waarna een speciale UEFA-commlssie zich belast met het aanbrengen van eenmalige en uiteraard internationaal vèrdragende reclameborden. Daarbij heeft de UEFA zich tot nu toe minder gestoord aan de in die betrokken landen geldende bepalingen. Voor de hand ligt dan ook, dat bij een eventuele toewijzing van een Europa-Cupfinale aan Nederland de nu van kracht geworden nieuwe richtlijnen inzake het plaatsen van reclameborden zullen worden overtreden. Waarmee het uitzenden van de betrokken fi nale door de Nederlandse televisie onmiddellijk althans voor het Nederlandse publiek op de tocht komt te staan. Omdat echter de finale wel in andere Europese landen zal worden uitge zonden. kan de minister van CRM in zo'n geval gebruik maken van een zogenaamde ontheffingsmaatregel (geldt bijvoorbeeld ook voor evenementen als de Grote Prijs van Zandvoort), waar door uitzending in eigen land alsnog mogelijk wordt. Wordt zo'n ontheffing verleend, dan toont CRM in feite tegelij- kertijd de ondeugdelijkheid van zijn eigen beschikking aan. KEES JAGERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 13