jsl de tering naar de ==4 nering ook niets beloven, want het moet gedecentraliseerd gebeuren. Maar wij kunnen wel zorgen dat die gede centraliseerde mogelijkheden er ko men". „Het bindend verklaren van een cao moet afgeschaft worden. Er is een wet. maar dat moet niet meer mogen. Hooguit kan de overheid cao's garanderen voor die gemid delde vijftig procent. Dat is dan die algemene inkomensgarantie. Mini mum-cao's kunnen ze garanderen. Het is de grootste fout dat wij cao's tot maximum-cao's hebben ge maakt met een algemene verbin dend-verklaring. Dat moet worden afgeschaft. Dat is een wettelijke ac tiviteit waar het parlement iets aan kan doen. Maar dat stond nergens in een partijprogram". Bedrijfsbelasting „Persoonlijk heb ik over de VAD mijn eigen ideeën. Ik ben van me ning dat er een centraal geleide rendementspolitiek moet komen, zodat de winstbelasting wordt afge schaft. In plaats daarvan moet er een uniforme bedrijfsbelasting ko men op basis van de vervangings waarde van het intrinsieke vermo gen van het bedrijf. Dat betekent in feite ook dat de winst van tevoren zeker gesteld wordt. Enerzijds moet je belasting betalen voordat je lo nen kunt betalen, anderzijds is de winst gemeenschapseigendom en de winst wordt gebruikt voor inves teringskredieten. Dus het is eigen lijk een collectieve vermogensaan- was". „In zoverre ben ik voorstander van een collectieve vermogensaanwas- deling voor honderd procent, maar via dat systeem van bedrijfsbelas ting. Het is een reusachtig aardig idee dat echter nog niet aangesla gen is. Het lijkt ook een revolutio naire verandering van het belas tingsysteem. Maar het is in wezen niet zo revolutionair: de bedrijven moeten gewoon op basis van vaste kapitaalkosten hun bedrijfsvoering voortzetten. Vaste kapitaalkosten vormen een gegeven en dan kun nen de bedrijven alle afzetplannin- gen halen, bedrijfs- en investerings planningen, en op basis daarvar hun loonplanning verrichten". „En tegelijkertijd hebben we dan een voldoende hoog investerings fonds om de nodige besparingen tot stand te brengen. Een prachtig systeem. Je kunt dan ook alle mul tinationals van de hele wereld hier heen halen, want hun investeringen kunnen ze hier financieren via dat investeringsfonds. Als tegelijk de oude aandeelhouders hun aandelen inwisselen tegen staatsobligaties die geïndexeerd zijn en een vasts reële rentevoet krijgen, dan zijn dis spaarders niet onteigend. Ze ont vangen het rendement dat ze moe ten krijgen en ze blijven sparen. Er ook buitenlandse spaarders wilier hier hun geld beleggen, want zc krijgen een reële rentevoet". „Het is een ingenieus plan dat al leen nog niet is aangeslagen bij dc politieke partijen, misschien omda- ze te weinig lezen. Maar dat zal t« zijner tijd toch wel aandacht krij gen. Het is een oplossing uit velt moeilijkheden zonder dat we inter nationaal helemaal gek gaan doen En de arbeiders hoeven dan heus niet te gaan staken, want zij krijgei wat het bedrijf aan netto opbrengs heeft. En die winst In het investe ringsfonds is gemeenschapsgeld ei dus niet in handen van een of ande individu maar van allemaal. En dat zullen ze ook inzien dat winst hui kapitaaltoename is, hun nieuwe at beldsplaats. En niet iets vies. ledei een kan sparen, dat is dan aantref kelijk". aldus Schouten. arbeiders moeten accepteren failliet verklaard te worden of doorgaan met een loon dat in overeenstem ming is met de concurrentiepositie van het bedrijf. De gedecentrali seerde loonvorming houdt natuur lijk wel in, dat de algemene werk loosheidsuitkering niet te hoog mag zijn. Anders kiest iedereen na tuurlijk voor werkloosheid in plaats van onder omstandigheden een la ger loon ter wille van het voortbe staan van het bedrijf" Lagere uitkering „Een lagere werkloosheidsuitkering en gedecentraliseerde loonvorming, dat is de oplossing voor onze werk- gelegenheidsproblematiek. De vak beweging zit in grote moeilijkheden, omdat wel tijdelijk alle schuld voor de werkloosheid aan de regering gegeven kan worden. Maar als blijkt dat een andere regering het ook niet klaarspeelt, dan denk ik dat de vakbondsleiders niet zo ge makkelijk meer blijven zeggen „het is de schuld van de regering", want dan worden ze door hun eigen ach terban tot de orde geroepen". „Bij een bedrijfsbezetting, als een bedrijf failliet wordt verklaard of het weer niet kan redden, worden de arbeiders met de neus op de feiten gedrukt: we kunnen wel doorgaan, maar onze loonkosten zijn te hoog en de schatkist is leeg, dus kunnen we niet op basis van subsidie door gaan. De enige mogelijkheid om door te gaan is: loonsverlaging". „Langzaam maar zeker wordt de acceptatie hiervan groter, naarmate de statistieken van de werkloosheid, angstaanjagender worden. Als men hoort: „Met ons bedrijf gaat het ook niet meer zo goed", dan wordt men ook realistischer. Maar zo lang zij nog van hun leiders te horen krij gen: „Het kan ook anders", of "Er moet een expansieve politiek ge voerd worden la Keynes, dan komt alles weer op zijn pootjes te recht", zijn zij er nog niet helemaal van overtuigd". „Het zou misschien noodzakelijk zijn dat een ander kabinet met zijn expansiepolitiek eerst eens bewijst dat het zo niet gaat. Dat is ook al bewezen door het kabinet-Den Uyl, dat met de expansieve politiek deze neergang niet heeft kunnen voorko men. Trouwens, bijna nergens in het buitenland werd deze Keyne siaanse politiek nog aangevoerd. Te lage prijzen ten opzichte van de lo nen betekent enerzijds te weinig nieuwe Investeringsprojecten, dus te weinig nieuwe arbeidsplaatsen en anderzijds faillietverklaring van bestaande bedrijven. Dus dubbel op. Volksverlakkerij „Voor een klein land moet je de prijzen verlagen, met name voor de afzet in het buitenland en moet jé de lonen nog meer verlagen om produktiecapaciteit te scheppen. Dan krijg je vraageffecten door de prijzen te verlagen en produktie-ef- fecten door de extra loonsverlaging ten opzichte van de prijzen. Het wordt dan rendabeler om af te zet ten en je krijgt afzetmarkten, waar mee de werkgelegenheidsproble- matiek opgelost wordt". „Ik geloof ook niet in het FNV-plan om met acht miljard 450.000 ar beidsplaatsen te creëren. Dat is echt volksverlakkerij. Het is geen kwestie van investeringsmiddelen die te kort schieten, want de finan ciering loopt altijd rond; als je in vesteringsprojecten hebt en ieder een kan zien dat ze rendabel zijn, dan krijg je financieringsmiddelen, desnoods uit het buitenland. Iedere buitenlandse bankier iedere bui tenlandse kapitalist, als je het zo wilt noemen is bereid zijn geld in Nederland te steken, als men kan aanwijzen waar zo'n investerings project is. Maar Nederland kan al leen maar rendabele investerings projecten op tafel leggen als ener zijds de lonen in verhouding tot de prijzen wat lager worden en ander zijds de prijzen zo zijn, dat de pro- dukten op de wereldmarkt kunnen worden afgezet". „Ik denk dat de lonen reëel min stens twintig procent te hoog zijn, gemiddeld genomen. Onze arbeids inkomensquote Is ruim twintig pro cent hoger dan het evenwichtspunt uit 1965. Ik noem '65 het even wichtspunt. In 1975 was onze ar beidsinkomensquote ruim twintig procent hoger en hij is sindsdien niet gedaald. Hij heeft een beetje geschommeld, maar was ook In 1980 nog ruim twintig procent ho ger dan in '65. En dat is nog maar de arbeidsinkomensquote. Als die twintig procent te hoog is, dan zijn de lonen eigenlijk dertig procent te hoog. Het ene is een quote en het andere een loonsom". „Je kunt ook zien dat In de Jaren 1970-80 de werkgelegenheid In de marktsector als je de seml-col- lectieve bedrijven die door de over heid worden meegefinancierd eruit haalt constant is gedaald. De zaak is dus eigenlijk zo klaar als een klontje. Het buitenland heeft hetzelfde gedaan. Op een gegeven moment kwam die hausse. En in een hause-stemming kan het niet op. In het buitenland steeg de ar beidsinkomensquote ook, maar hier een beetje sneller, terwijl we eigen lijk. gezien de groei van onze bevol king en zeker met onze aardgasbel, het beter hadden moeten doen. Want het buitenland, dat geen aardgas heeft, heeft de olieprijsstij gingen uit eigen inkomen moeten fi nancieren, terwijl wij ze hebben kunnen financieren door onze eigen aardgasfondsen". „Dus wat dat betreft hebben wij minder offers moeten brengen dan het buitenland. Toch hebben we het slechter gedaan. Dus hebben we meer, veel meer, opgesoupeerd. Ik herinner me nog dat we in 1952, tij dens de Korea-crisis, in SER-ver- band hebben afgesproken dat we vijf procent consumptiebeperking in een jaar zouden toepassen, via de valuatie en afschaffing van de in dexering. Binnen een jaar waren we er toen uit". „Maar de uitgangspositie was toen niet zo slecht als nu. Nu wordt het een kwestie vanja, dertig pro cent inleveren, reken maar uit hoe lang dat duurt. Men moet wel goed begrijpen: dertig procent inleveren ten opzichte van een normale groei van onze produktiviteit. Dus de nor male produktiviteitslonen blijven gehandhaafd. Maar ten opzichte van dat normale produktiviteitsloon moet er uiteindelijk dertig procent worden ingeleverd". „Voor de politici een moeilijk te verkopen zaak, want zij praten eer der volgens het principe van stem- men-maximalisatie. De meerderheid van het volk bestaat uit werkne mers. Men houdt dus rekening met de massa van werknemers die ge woon denken, dat hun belangen behartigd worden door loonstijgin gen. Eerst wilde men in de linkse politiek geen groei en moest je het bedrijfsleven kapot maken. Nu schrikt men zelf van die nul-groei en negatieve groei en gaat men met alle geweld het bedrijfsleven stimu leren op basis van „het moet. het kan". Of volgens een centraal in vesteringsplan dat is gelanceerd, overigens zonder dat iemand weet wat het inhoudt. Als je. het middel lange termijnplan van het Centraal Planbureau „Onze economie In 1985" leest, dan staat daar met zo veel woorden op bladzijde 388: „Er bestaat geen verzameling van In vesteringsprojecten waaruit wij kunnen kiezen welke de beste zijn, er bestaat geen gericht Investe ringsbeleid". Dat zijn de beste eco nomen die tot en met gestudeerd hebben op onze bedrijfstakken en sectoren. En zij weten dat begrip helemaal niet In te vullen. De PvdA en de FNV praten wel over investe- pjjden zijn somber. De werkloosheid blijft ien. De lijsten met failliet verklaarde be ren worden dagelijks langer. Voor de ver ingen voor de Tweede Kamer hebben de lieke partijen allerlei oplossingen aange- ien die de werkloosheid tot aanvaardba- rormen moeten terugbrengen en onze nomie weer gezond kunnen maken. De Üeke kopstukken praten nog steeds over drmatie van een kabinet dat tot een van telangrijkse taken de gezondmaking van economisch leven zal hebben. Maar hoe t dat? Matiging wordt er geroepen. Maar ESSiS 555 £25 it wel een oplossing om zo maar het mes m'wwm si tmm\[ Molenaar e lonen te zetten? Daarbij komt nog de sflua iwibi g of de politici de economisch meest SESS 5S5 selijke dan wel de politiek meest haalba- plossing willen kiezen. Wij hebben acht mde Nederlandse economen gevraagd naar hun mening deze problemen zijn ontstaan en wat in hun ogen eraan ge it moet worden. Zonder uitzondering stellen zij vast dat we hoe dan ook de ig naar de nering moeten zetten. Of dat nu de burger is of de overheid. En ook t voor hen vast dat het bedrijfsleven meer ruimte gegeven moet worden om it te maken, want daarin zit een heel belangrijke bron van inkomsten waaruit collectieve voorzieningen betaald worden. Na de hoogleraren Heertje, Van rn, Pen, Van den Doel, Hartog en Kuipers dit keer een interview met prof. D. B. chouten. Volgende week wordt deze serie afgesloten met een vraaggesprek prof. Langman. Professor dr. Dirk Bomhard Schouten werd op 25 januari 1923 te Frankfurt a.d. Main geboren. Na zijn doctoraal examen economie in 1946 en gijn promotie in 1950 (met lof) werkte hij bij het Centraal Planbureau (1947-1954). De Isatste drie jaar daarvan was hij tevens lector aan de Economische Hogeschool te Tilburg. In 1954 werd hij daar hoogleraar algemene leer en geschiedenis der economie. Hij Is kroonlid van de SER, voorzitter van de commissie Economische Deskundigen en lid van de commissie Ontwikkeling Nationale Economie. ÜRG Niet alleen Nederland, heel West-Europa kampt met economische problemen. In gevallen wordt de schuld ge in de enorm snel gestegen irijzen, die de industrie voor onmogelijke opgave zouden m. Volgens vele economische undigen is de olie in feite lts een bijkomend probleem, ernstig noemt de Tilburgse oom professor dr. D. Schouten «lledig scheef gegroeide ver- ling tussen lonen en prijzen. De n zijn veel te hoog volgens zelfs 30 procent en de prij- veel te laag. Hij ontwikkelde ilan dat tot een geheel nieuwe /prijsverhouding zou kunnen n: rigoureuze ingrepen in de Ie uitkeringen en slechts dat dat een bedrijf kan betalen, volgens hem nodig, omdat het slechter heeft ge- omliggende landen. H* UIIKCIIII n dat een t I Is volgens Iderland het nn dan de or houten: „Ik I ben altijd sceptisch meest over een al te enthousiast geven door de overheid. De ge- gen blijken nu. Ondanks toene- nde overheidsbemoeienis met alles en nog wat gaat het slech- fan ooit. Er is een tekort aan abele arbeidsplaatsen. Er is i sprake van rendabele overca- eit. En dit tekort kun je alleen r verminderen door de loon- en verhouding anders te stellen deze op het ogenblik is. Pas wordt er meer geïnvesteerd en len ook marginale bedrijven In zo'n grote sneltreinvaart uit- hakeld, zoals dat nu gebeurt, geldt internationaal. En voor land in het bijzonder, want wij ben het extra slecht gedaan". hebben de snelste stijging van rbeidsinkomensquote; ondanks aardgas, ondanks de voor- eng op anderen, hebben wij St de lonen ten opzichte van de nn te snel laten stijgen. MiS- ien dat de prijsbeheersing ook Nd gehad heeft. Als je met een «beheersing almaar rechtvaardi- irijzen wilt organiseren dan be nt dat, dat je op een gegeven inent zulke rechtvaardige prijzen dat er helemaal geen winst overblijft, 't Is ook weer een Ipen van de overheid dat ver- d heeft uitgepakt. Bovendien »n wij ook een indexloonme- lisme dat nog beter werkt dan ndere landen. En daarnaast *n wij een extra hoge groei- van onze beroepsbevolking, andere woorden, wij moeten 'lijk, gezien de groeivoet van i bevolking, achterblijven bij dè ontwikkeling in het buitenland, at wij méér moeten produceren het buitenland". moeten accepteren dat onze Idsinkomensquote minder hard stijgen dan elders. Een klein kan alles exporteren als het rendabele produktiecapaciteit nlseert. Dan kunnen we ook Idlge werkgelegenheid krijgen, ttaat dus buiten elke regerings- •d. Dat is een kwestie van de He partners. Want als die iets •erd doen, kan geen enkele re- daar wat aan doen, behalve Heren dat het begrotingste- H steeds groter wordt, wanneer tonen te hard stijgen. Omdat de kheld hier alle niet-werkenden ®t onderhouden en de uitkerln- I flekoppeld zijn aan de lonen". to's per onderneming zijn twee middelen om weer gezonde loon-prijsverhouding Iwljgon. Namelijk een centraal Jde loonpolitiek. Maar daar heb Wet veel vertrouwen In, omdat Irmee niet de juiste verschillen ilkt kunnen worden die nodig voor een flexibele arbeids- W. De andere methode, die wel flexibele arbeidsmarkt kan im- fren, is gedecentraliseerde politiek. Dus geen landelijke s meer, maar arbeldscontrac- l per onderneming. Per onderne- "9 bekijken wat de concurrentle- jWe is met het buitenland én ^overeenkomstig de lonen bepa- Je hoeven echt niet In zo'n snel vaart failliet verklaard te wor- "J. als men maar per onderne- *JÖ vaststelt, wat die concurren- toosltie is. En de desbetreffende eei k 8t tig procent van het landelijk gemid delde". „Natuurlijk mogen de mensen dan proberen bij de sterkste bedrijven te gaan werken. Ze kunnen zich wel aanbieden, maar de sterkste bedrij ven moeten mogelijkheden zien in expansie. Maar worden ze aange nomen, des te beter. Dan geschiedt die koude sanering zonder frictie werkloosheid. Het zou een politieke daad van formaat zijn als de politici verklaarden dat de overheid vijftig procent van het gemiddeld verdien de inkomen in de betreffende func tie garandeert en verder doet de overheid niks, zoek de rest zelf maar uit". Op uurbasis „Langzamerhand wordt de roep om decentralisatie bij CNV. VNO, NCW wel duidelijk, althans er wordt over gemompeld. Maar ik vrees dat men het toch eerst zal willen proberen via een centraal geleide loonpoli tiek. Over de arbeidstijdverkorting is men het over het algemeen al wel eens dat dat een gedecentraliseer de zaak wordt en dat men het maar per bedrijf moet regelen. Dat Is het begin al zo'n beetje". „Als men de gedecentraliseerde ar beidsvoorwaarde maar op uurbasis •afspreekt. Als een conjunctuur aan trekt en dus kortere uurlonen be taald kunnen worden, dan kunnen zich best mensen aanbieden om meer uren te maken. Maar ik zie die arbeidstijdverkorting nog niet zo snel gerealiseerd als men niet even redig loon inlevert. Dat moet, an ders speelt de werkgever het echt niet klaar. D'66 kan wel zeggen dat we daaruit 400.000 of iets derge lijks aan banen moeten halen, maar waar halen ze dat getal vandaan? Het Is toch een gedecentraliseerde zaak?" „De politici moeten eens eerlijk toe geven: „Jongens, wij hebben niks aan Instrumentarium. Wij kunnen ringspolitiek, maar ook die weten niet wat ze ermee bedoelen. Je moet eerst weten waar de gaten in de markt zijn eer je kunt richten. Die gaten zijn er niet meer, althans wij kennen ze niet. En als je sommi ge economen vraagt: „Kent u een gat In de markt", zeggen ze: „Weet ik niet, maar ik stem toch op de PvdA". Dat begrijp ik niet". Geen enkele partij „Ons Nederlandse volk moet besef fen dat geen enkele partij en geen enkele regering van welke samen stelling dan ook iets op het gebied van werkgelegenheid kan klaar spe len. Het Is alleen een kwestie van inzicht bij de sociale partners dat er Iets gedaan moet worden aan de loon- en prijsverhouding. Dat is een proces van inzicht dat misschien nog enige tidj zal duren. Tot men zegt: „Dit wordt me te gek, deze snelheid van faillietverklaringen. De beste bedrijven met de mooiste machines worden failliet verklaard, 't Is zonde. God. het kan toch niet". Ik heb regelmatig betoogd dat men moet komen tot een algemene in komensgarantie van overheidswe ge, van zeg vijftig procent van wat landelijk gemiddeld verdiend wordt In de betreffende functie. Een be drijf moet pas failliet verklaard wor den als deze vijftig procent niet meer gehaald wordt. En dan hoeft het nog niet failliet verklaard te worden, als de overheid voor een tijd lang die vijftig procent wil beta len, zolang die aanloopkosten er nog zijn". „Maar voor de rèst wordt de loon vorming bepaald door wat het re sultaat Is van het bedrijf, wat het kan dragen gezien de buitenlandse prijzen, gezien het prijsniveau dat haalbaar is voor het betreffende produkt. Dat moeten de arbeiders accepteren en dat zullen ze ook moeten accepteren, want méér is er niet. En lukt dat niet dan is er een werkloosheidsuitkering van die vijf-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 17