De hofhouding: zakelijk en efficiënt personeelsapparaat zonder valse romantiek Drakensteyn krijgt oude bestemming terug Koninklijk gezin gaat behoren tot wijkgemeente Mariahoeve de leden van de hofhouding als „heel plezierig" omschre ven. Hoewel het hofpersoneel de koningin zonder uitzonde ring formeel als „majesteit" aanspreekt en de prins met „koninklijke hoogheid" beti telt, is de sfeer in hofkringen zeer ontspannen. „Beslist niet stijfjes. Verre van dat", zo verzekerde een zegsman ons. Het koninklijk paar ge draagt zich dienovereenkom stig. Met vele leden van het hofpersoneel heeft het een uitstekende persoonlijke rela tie. „Het gaat allemaal heel gewoon en menselijk", aldus iemand die het hofleven da gelijks meemaakt. Sprookjes Dat corps van verzorgers, be wakers en raadgevers van de koninklijke familie spreekt desondanks nog altijd tot ve ler verbeelding. In sprookjes bestaat het hofpersoneel doorgaans uit Immer pom peus geklede, uiterst onder danige mannen en vrouwen, die zich geruisloos door het paleis bewegen en onder het veelvuldig fluisteren van „sire" of „koninklijke hoog heid" de vorst of vorstin zo veel mogelijk werk uit handen nemen en ervoor zorgen dat het de majesteit aan niets ontbreekt. In de beroemde sketch „De stalmeester" van Wim Sonnevëld krijgt het hof personeel gestalte in de vorm van een bekakt-plat sprekend heerschap, dat zijn dienende taak elk jaar tijdens de kerst viering ten paleize beloond ziet met het nuttigen van een door de koningin eigenhandig ingeschonken kopje warme chocolademelk. „Was 't maer vast weer advent", verzuchtte stalmeester Sonneveld, nadat hij omstandig had verhaald hoe hij zich had bekwaamd in het achter de rododendrons werpen van „goedbedoelde rotzooi", die de koningin tij dens het jaarlijkse défilé altijd weer krijgt aangeboden. Realiteit De realiteit waarin het hofper soneel van de Oranjes dage lijks functioneert, wijkt verre af van de beelden die in het voorgaande worden opgeroe pen. De hofhouding is een za kelijk en efficiënt werkend personeelsapparaat waarin de veronderstelde romantiek slechts een zeer bescheiden plaats inneemt. Onder „de hofhouding" verstaat men hier te lande het gezamenlijk personeel dat voor alle leden van het Koninklijk Huis werk zaam is: voor koningin Beatrix en prins Claus en hun kinderen, voor prinses Juliana en prins Bernhard en voor prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven en hun kinderen. De totale hof houding bestaat, van de tuin lieden tot en met de hoogste rang, uit circa 240 personen. De personeelsopbouw van de hofhouding is te vergelijken met die van een ministerie. Op een departement staat aan het hoofd van het ambte narenapparaat een secreta ris-generaal. Hij heeft de al gemene leiding over de ver schillende diensten of afdelin gen waaruit een ministerie bestaat. De afzonderlijke diensten staan op hun beurt weer onder leiding van een directeur-generaal. Grootmeester De hofhouding kent ook een algemene „chef" en coördi nator, die de scepter zwaait over een aantal afzonderlijke diensten, die elk ook weer een eigen hoofd hebben. Het hoofd van de hofhouding draagt de titel „grootmees ter". Sinds enkele jaren is dat mr. C. J. van Schelle, die In de tweede helft van de jaren zestig particulier secretaris van prinses Beatrix en prins Claus was. Daarna werd hij ambassadeur in Brussel, tot dat hij in 1975 op verzoek van Beatrix door koningin Juliana weer naar het hof werd gehaald. Van Schelle kreeg toen de opdracht, de hofhouding te reorganiseren en een meer efficiënte werk wijze te bevorderen. Als Beatrix koningin zou worden, moest er een personeelsap paraat klaar staan waarmee het Koninklijk Huis naar de eisen van deze tijd zou kun nen functioneren. Er moesten ook nogal wat nieuwe men sen worden aangetrokken, omdat een aantal leden van de hofhouding met pensioen ging of functioneel leeftijds ontslag kreeg. Sommigen van hen werkten al sinds de troonsbestijging van Juliana aan het hof. Met name door de aanwezigheid van die oud gedienden was er de laatste jaren in de werksfeer en werkwijze van de hofhouding Coördinatie Was de organisatie van het hofpersoneel tot die tijd dan zo slecht? „Welnee", ant woordt desgevraagd iemand die veelvuldig in hofkringen verkeert, maar die verder anoniem wil blijven. „De structuur was alleen een beetje verouderd. Het liep niet altijd even gesmeerd. Dat kwam onder meer omdat alle afdelingen van de hofhouding een zelfstandige status had den, zodat er bijvoorbeeld af en toe wat problemen met de coördinatie ontstonden. Het belangrijkste resultaat van de reorganisatie was, dat de ver schillende afdelingen onder de éénhoofdige leiding van grootmeester Van Schelle werden gebracht en dat de afdelingen afzonderlijk over zichtelijker en doelmatiger werden ingericht. Het perso neelsapparaat werkt nu een stuk soepeler. Laat ik zeggen: minder stroef dan voorheen". In de nieuwe organisatie komt het niet meer voor, dat hoge functionarissen binnen de hofhouding voor het leven worden benoemd, zoals dat onder koningin Juliana vaak nog wel het geval was. Geko zen is nu voor het systeem van „detachering". Dat wil zeggen dat belangrijke func tionarissen voor een bepaal de tijd worden „geleend", van rfiinlsteries, zoals onder meer van Buitenlandse Zaken of Defensie. Na een aantal ja ren aan het hof te hebben ge diend keert zo iemand dan weer terug naar zijn oor spronkelijke functie. Koningin Beatrix heeft zich persoonlijk Intensief met de reorganisatie van de hofhou ding bezig gehouden. Zij ging onder meer te rade bij konin gin Margarethe van Dene marken en Koning Boudewijn van België. „Dat ging een beetje in de sfeer van: Hoe Is dat nou bij Jullie georgani seerd? Hoe wordt hier dit of dat geregeld? Zou dat ook iets voor ons zijn?", aldus een ingewijde. Zeven afdelingen De structuur van de hofhou ding ziet er nu als volgt uit. Grootmeester Van Schelle staat aan het hoofd van ze ven afdelingen: 1. Het Militaire Hols, onder leiding van vice-admiraal b.d. E. Roest. Deze afdeling Is verantwoordelijk voor het mi litaire ceremonieel en voor de relaties tussen het Koninklijk Huis en de krijgsmacht. Tot het Militaire Huis behoren ook de zogeheten adjudanten van de leden van het Konink lijk Huis. Een adjudant is een persoonlijk assistent, die al lerlei zaken regelt bij bezoe ken van leden van het Ko ninklijk Huis aan binnen- en buitenland. De adjudanten zorgen, dat voor dergelijke bezoeken een compleet draaiboek wordt gemaakt, waarin het „protocol" tot in de finesses wordt beschre ven. 2. De afdeling Uitvoerende Diensten. Deze afdeling be slaat uit: het bureau van de Cere moniemeester (de heer Ph. W. Osieck). de departementen van de hofmaarschalk (luitenant-ko lonel P. A. Blussé van Oud- Alblas) die belast zijn met de organisatie van officiële ont vangsten in elk der paleizen. De Koninklijke Stallen, on der leiding van Eerste Stal meester majoor J. C. van den Hout, vorig jaar benoemd tot opvolger van de inmiddels al bijna legendarische opper stalmeester W. K. F. Bischoff van Heemskerk, die al sinds 1946 aan het hof werkzaam was. De Intendant, de heer G. Pauli, die met zijn staf belast is met het beheer van de pa leizen, terreinen en inventa rissen, met uitzondering van de archieven, bibliotheken en kunstvoorwerpen. 3. De Thesaurie. Deze afde ling staat onder leiding van drs. H. J. Wijers. De Thesau rie regelt alle financiële aan gelegenheden van het Ko ninklijk Huis. Koningin Beatrix heeft daarnaast nog een per soonlijk financieel adviseur: dr. H. D. Pierson. 4. De afdeling Secretariaten en Voorlichting. Aan het hoofd'van deze afdeling staat algemeen secretaris mr. O. A. Thissen. Hij heeft de leiding over het centrale secreta riaat, dat speciaal voor konin gin Beatrix en prins Claus werkt en over de particuliere secretariaten van de andere leden vap het Koninklijk Huls. De heer Thissen verzorgt ook de contacten tussen het Ko ninklijk Huis en de Rijksvoor lichtingsdienst. 5. Het Huisarchief, onder lei ding van de heer L. van Dorp. Aan het hoofd van de afde- Sinds vorig jaar ia majoor J. ling Secretariaten en Voor- van den Hout belast met de lichting stat algemeen se- leiding van de Koninklijke cretaria mr. O. A. Thissen Stallen. Deze afdeling beheert het ar chief van het Koninklijk Huis, en de bibliotheken en kunst verzamelingen van de leden van het Koninklijk Huls. 6. De Houtvesterijen, die on der aanvoering staan van op perhoutvester ir. J. H. Kuper. 7. De afdeling Personeelsza ken, onder leiding van de heer M. H. M. van Ruijven. Bij de vervulling van vacatures pleegt de heer Van Ruijven overigens altijd een belangrij ke stem toe te kennen aan de koningin zelf. Bij elke benoe ming wordt de koningin nauw betrokken. Hofdames Tenlotte zijn er nog de hofda mes. Zij behoren niet tot een van de genoemde afdelingen, maar staan rechtstreeks oni 1 der grootmeester van Schel le. De hofdames van koningin Beatrix, prinses Juliana en prinses Margriet functioneren 1 als persoonlijke geleides, die i overal mee naartoe gaan (en dan bijvoorbeeld zorgen voor (j Ijet in ontvangst nemen en registreren van cadeaus of bloemen) en die de vrouwellj-j ke leden van het Koninklijk Huis dagelijks op allerhande gebied met raad en daad ter zijde staan. „De hofdames van koningin Beatrix hoeven echter nooit kledingadviezen te geven, want alles wat met kleding te maken heeft regelt de koningin het liefst hele maal zelf", zo valt In hofkrin- gerr te beluisteren. DICK VAN RIETSCHOTEN Drakensteyn wordt weer „weekeind-woning" LAGE VUURSCHE Kasteel Drakensteyn in Lage Vuur- sche krijgt na vele eeuwen zijn oude bestemming terug. Nu koningin Beatrix en prins Claus er niet meer permanent hun domicilie hebben, zullen zij het achthoekige landhuis gebruiken als „weekeind-wo ning". Het toeval wil dat de eerste bewoner van Draken steyn, Frederik van Draken burg, het fraaie pand in de veertiende eeuw voor een soortgelijk doel liet bouwen. Van Drakenburg toenter tijd burgemeester van Utrecht, zo blijkt uit stoffige geschriften bracht zijn weekeinden in dit kasteel door, om bij te komen van al te vermoeiende vergaderin gen. De Nederlandse verhuisbe drijven hebben likkebaardend gewacht op verhuizing van het koninklijk paar van kas teel Drakensteyn naar Huis ten Bosch in Den Haag. Wat is immers een betere aanbe veling dan dit karwei te mo gen uitvoeren? Het onder werp werd onder de adspi- rant-„hofverhuizers" al snel een gevleugeld grapje. „Heb jij 'm al gehad?". „Wie?". „Nou, Beatrix natuurlijk". Verschillende verhuizers heb ben de laatste maanden aan geboden de klus tegen een vriendenprijsje te klaren. Eer~ ste kandidaat was verhuizer De Haan uit Alblasserdam, die tenslotte prinses Irene al driemaal tot ieders tevreden heid heeft verkast. „Degene die mij die order bezorgt krijgt een standbeeld voor de deur", beloofde hij royaal. De Haan en veel van zijn col lega's hebben drie maanden lang voor niets geduimd. Aangezien Beatrix en Clau! hun huis in Lage Vuursche willen aanhouden, blijven de meeste meubels er gewoor staan. „De indeling van he huis verandert niet", meld een woordvoerder van de Rijksvoorlichtingsdienst des gevraagd. „Er wordt nief verbouwd, de inboedel is ei gendom van Beatrix en blijft grotendeels in Lage Vuur sche". Beatrix heeft haar privé-ver- trekken in Huis ten Bosch in de residentie ingericht met moderne meubels, voor een deel gekocht in Italië en En geland: voor de overige rgim- ten zijn antieke spullen (af komstig van de opslagruim ten onder paleis Noordeinde) gebruikt. Een echte verhui zing- was dus niet nodig, al zijn er wel wat spullen over gegaan zoals kleren en der gelijke. Het in baksteen opgetrokken landhuis Drakensteyn werd in 1959 overgedaan aan Beatrix. Vanaf 1806 waren het huis en het twintig hecta ren omliggend terrein eigen dom van de familie Bosch Van Drakenstein. De koningin heeft achttien jaar in het. kas teel gewoond; ze betrok het in het voorjaar van 1963. Het Militaire Huis staat on der leiding van vice-admi- raal b.d. E. Roest. DEN HAAG De verhuizing van kasteel Drakensteyn in Lage Vuursche naar paleis Huis ten Bosch in Den Haag brengt niet alleen voor het koninklijk gezin ingrijpende veranderingen met zich mee, maar ook voor een deel van de hofhouding. Enkele tien tallen leden van het hofperso neel, die in veel gevallen al jarenlang in de rustige omge ving van Soestdijk woonden, waren min of meer gedwon gen hun domicilie te verplaat sen naar de randstad, in of nabij de residentie. Dat die o- peratie niet bij iedereen zon der gemor verliep, moge dui delijk zijn. „Overigens woon de altijd al een deel van de hofhouding in Den Haag", vertelt een woordvoerder van de Rijksvoorlichtingsdienst. „De grootmeester, de hof maarschalk, de opperstal meester en een aantal men sen in administratieve func ties hebben bijvoorbeeld nooit in de buurt van Soest dijk gewoond. Dat kwam, om dat Hare Majesteit, mede vanwege haar betrokkenheid bij het hele staatsgebeuren, altijd al veelvuldig in Den Haag verbleef". De mensen die de afgelopen tijd wél naar Den Haag moes ten verhuizen, hebben zoals bij ambtenaren in rijksdienst gebruikelijk is, een speciale toelage gekregen om de fi nanciële lasten gepaard aan de overplaatsing enigszins te compenseren. Wie overigens mocht denken, dat er in of om de residentie al een nieu we woning voor hen klaar stond, heeft het mis. Het ver huizende hofpersoneel moest zelf een nieuw onderkomen zien te vinden. Pas als dat echt niet goed lukte, wilde de gemeente wel eens behulp zaam zijn. Het aantal personeelsleden dat in Den Haag zelf in een van de paleizen woont, is ui terst gering. De huismeester van de Haagse paleizen, de heer De Graaf, woont in een woning pal achter Huis ten Bosch. Verder zijn in een vleugel van het paleis Huis ten Bosch enkele kamermeis jes en een aantal leden van het keukenpersoneel „intern" gehuisvest. Heel plezierig De verhouding tussen konin gin Beatrix en prins Claus en het hofpersoneel wordt door De Kruispuntkerk aan de Diamanthorat in Mariahoeve DEN HAAG Het koninklijk gezin, dat Nederlands hervormd is, gaat behoren tot de wijkgemeente Mariahoeve. Het gods huis van deze gemeente, wijk 33 van de hervormde gemeente in Den Haag, is de Kruispuntkerk aan de Diamanthorst. Wljk- predikant is ds. J. Verburg. Het is overigens helemaal niet zeker, dat het koninklijk paar en de prinsjes voortaan in de Kruispunt ter kerke zullen gaan. Daarover is althans tussen koningin Beatrix en haar echtge noot enerzijds en de hervormde gemeente in Den Haag ander zijds nog geen overleg geweest. „Het kan heel goed dat men straks elders In de stad naar de kerk gaat", aldus een woord voerster van de hervormde gemeente Den Haag. Op de eerste plaats kan dan worden gedacht aan de Grote of Sint-Jacobs- kerk aan de Groenmarkt, de kerk waarin destijds zowel konin gin Beatrix als (kroon-)prins Alexander is gedoopt en waarin prinses Juliana en prins Bernhard en prinses Margriet en Pie ter in het huwelijk zijn getreden. In Baarn ging de koninklijke familie niet alleen in de Nederlands hervormde kerk, maar ook wel bij de Nederlandse Protestantenbond en de Doopsgezin den ter kerke. 'Het paleis Huis ten Bosch kent overigens net als kasteel Drakensteyn geen hofkapel. En het instituut hof prediker bestaat officieel nog wel, maar sinds ds. G. I. A. B. Forget, pasteur de l'Église Wallonne in Den Haag, in maart 1967 met emeritaat ging is er geen andere benoemd. Ds. Verburg van de Kruispuntkerk houdt over de toekomstige koninklijke leden van zijn gemeente stijf zijn mond. „Dat is strikt privé. Ik heb me voorgenomen daarover naar buiten niets mee te delen. Ik zou het ook niet in mijn hoofd halen over de kerkelijke activiteiten van anderen iets te zeggen. De andere leden van mijn gemeente zien het wel als binnenkort een van de leden van het koninklijk gezin in de bank bij schuift".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 14