Overschrijver" Douwe Slofstra is zich van geen kwaad bewust Walter Matthau als verrukkelijk ondeugend geheimagent En Verder „Thunderstorm" in De Schakel LODSE COURANT VRIJDAG 17 JULI 1981 PA( Laten we voorop' stellen dat de acteur Walter Matt hau bij mij geen kwaad kan doen. Bij vele anderen blijkbaar ook niet, want hij hoeft in „Hopscotch" met zijn droevige honde- kop Glenda Jackson al leen maar teleurgesteld aan te kijken of zij be zwijkt en stemt er in toe hem te assisteren in een waanzinnige wraakoefe ning op zijn vroegere chef. Matthau werkt al jaren voor de Amerikaanse geheime dienst en wordt door zijn collega's bewonderd om zijn vakmanschap. Maar als hij een Russische spion (Herbert Lom) expres laat lopen „Ik ken zijn werkwijze en als hij vervangen wordt kost het ons maanden om te ont dekken wie zijn opvolger is en hoe die weer opereert" wordt hij door zijn chef naar het archief verbannen. Zijn eerste daad daar is alle gege vens over hemzelf te vernie tigen. Vervolgens duikt hij onder bij een oude vriendin (Glenda Jackson) nu een in Salzburg wonende rijke we duwe. Daar begint hij aan zijn zeer gepeperde memoires en stuurt het eer ste hoofdstuk naar alle ge heime diensten van de we reld. De paniek is niet te be schrijven. Iedereen maakt jacht op de auteur, die met duivels genoegen zijn erva ring gebruikt om ze allemaal t «SB Glenda Jackson en Walter Matthau maken een „plan de campagne". Maar het is toch bovenal Matthau's film geworden, die of hij nu de verstokte vrijgezel speelt als in „The odd couple" en „Hello Dolly", een niets ontziende hoofdredacteur als in „The front page" dan wel heel eventjes onder zijn eigen naam Matasschanskayasky een doorgezakte barbe- zoeker neerzet in een ram penfilm als „Aardbeving" meteen zo aanwezig is op het doek, dat je je ogen bijna niet van hem kunt afhou den. Regisseur Ronald Neame heeft dat ook geweten, hij laat Matthau rustig zijn gang gaan. MILO STUDIO: Hopscotch (12) met Walter Matthau en Glenda Jackson. Regie: Ro nald Neame. net een stap voor te zijn...en te blijven. Walter Matthau als de on verstoorbare aan de dijk ge zette spion is een lust om naar te kijken. Glenda Jack son in „House calls" al een perfecte lakonieke part ner staat hem voortreffe lijk terzijde, evenals Sam Waterston als Matthau's vroegere ondergeschikte die met nauwelijks verholen plezier de escapades van zijn vroegere chef volgt. LUXOR De Gendarme ziet ze vliegen (a.l.) Louis de Funes en Michel Galabru in een kostelijke film van Jean Girault (reprise, eerste week). CAMERA The Shining (16) Jack Nicholson en Shel ley Duvall in een spannende film vol beangstigende mo menten van Stanley Ku brick (reprise, eerste week). LIDO I en LIDO II For your eyes only (12) Een van de meest onderhoudende Ja mes Bond-films, die alleen nog maar de naam van de hoofdfiguur gemeen heeft met de geestelijke vader, Ian Fleming (derde week). LIDO III Zij noemden hem platvoet (14) Als puur menselijke politie-inspecteur neemt de zwaargewicht Bud Spencer iedereen voor zich in. Het is opnieuw een ver makelijke film van Spencer, waarbij dit keer de montage van de knokscenes te dol is, om geloofwaardig te zijn. (vierde week) LIDO IV Private Benja min (a.l.) Goldie Hawn in een wat mager verhaaltje over een warhoofdige solda te. Een film die het midden houdt tussen een komedie en een suikerzoet verhaal, (vijfde week) TRIANON De twee mis sionarissen (a.l.) Vermake lijke film met het duo Te rence Hill en Bud Spencer onder leiding van spaghetti- western-regisseur Franco Rossi (reprise, eerste week). REX Hoe heter, hoe be ter (16) Pornofilm. EUROCINEMA I en EURO CINEMA II (Alphen aan den Rijn) For your eyes only (12) Zie LIDO I en II (derde week). EUROCINEMA III (Alphen aan den Rijn) Buddy goes West (a.l.) (derde week) EUROCINEMA IV (Alpen aan den Rijn) Privat Benjamin (a.l.) Zie Lido IV (eerste week). „Thunder storm", zondag te zien en te horen in „De Schakel". HAULERWIJK De Frie se kantoorbediende Douwe Slofstra haalde de landelij ke pers door een boek te schrijven dat al eens eerder verscheen. Uitgeverij Wever in Franeker haalt de 5000 exemplaren haastig terug uit de winkels en spreekt van plagiaat. Douwe Slof stra blijft kalm en wacht op een nieuwe kans. Hij is de enige die zeker weet dat het boek ontsproten is aan het brein van Douwe Slof stra. Douwe heeft alleen maar opgeschreven wat de romanfiguren hem dicteer den en blijft dat doen om te bewijzen dat hij geen op lichter is. Hij ziet er niet uit als een op lichter. Blauwgrijze ogen combineren in een degelijk gezicht en een pluizig snorre tje beweegt boven een smalle mond, waarin af en toe een pijp wordt gestoken. Douwe Slofstra (26) lijkt een kantoor bediende van de oude stem pel. Eentje die niet gewend is zonder stropdas naar de baas te gaan. „Ik werk ook op een kan toor", zegt hij zacht, „ik ben beslist geen veehandelaar zoals uitgeverij Wever op het omslag van mijn boek heeft vermeld. Mijn vader heeft een kalvermesterij gehad. Ik heb de uitgever nog gezegd dat het niet klopte met die tekst, maar daar haalde men de schouders over op. En ik ben ook beslist geen ijzerhan delaar. Ik begrijp niet waar al die onzin vandaan komt". Hij is nog een beetje aangesla gen over de publiciteit rond zijn eerste boek, dat volgens de uitgever een kopie is van een roman van Jo van Dorp- Ypma, die het verhaal 30 jaar geleden schreef. „Ik heb be slist geen plagiaat gepleegd", zegt Douwe ernstig. „Om dat te bewijzen kom ik binnen kort met een vervolg op dit boek. Ik schrijf al vanaf 1974 en blijf dat ook beslist doen. Ik ben niet bang voor de toe komst want ik weet dat ik het recht aan mijn kant heb". Hij staat op en haalt een stapel dichtbeschreven vellen te voorschijn. „Kijk, dit is mijn manuscript en daar is door mij erg veel in veranderd. Als ik een boek zou overschrijven dan zou ik er toch niet zoveel fouten in maken, wel. Bij We ver liggen nog vier manus cripten waarvan een opeens ook overgeschreven blijkt te zijn. Dat is een jongensboek en ik weet uit ervaring, dat het in dat soort boeken vaak over dezelfde zaken gaat. Het is best mogelijk dat het ergens op lijkt, maar het is beslist geen plagiaat". Als ik vraag hoe het mogelijk is dat delen van zijn roman „De Vrouw uit het Staphor- sterveld" grote gelijkenis ver tonen met het boek van Jo van Dorp zwijgt hij een tijdje. Rookwolken kringelen uit zijn pijp. „Ik heb er misschien een verklaring voor", zegt hij dan aarzelend. „Ik kon al als kind vooruitzien in de toe komst. Als er iemand sterft in het dorp weet ik dat een paar dagen van tevoren. Als ik een sollicitatiebrief schrijf kan ik altijd zeggen wanneer het ant woord komt' en ook de inhoud van de brief ken ik al voor hij wordt verzonden. Mijn verha len schrijf ik aan de hand van beelden die ik voor me zie. Het kan zijn dat ik dit verhaal heb opgevangen uit een bron waaruit ook Jo van Dorp heeft geput". Hij vertelt hoe hij als jongen van negen jaar merkte dat hij de bidprentjes van de zon dagsschool uit zijn hoofd ken de als hij ze twee keer had ge zien. En al heel jong zag hij beelden en hoorde stemmen die hem een verhaal vertel den. „Ik zie nu een vrouw", zegt hij bedachtzaam en kijk langs me heen. „Ze staat aan een dijk en ze wenkt, ze draagt klederdracht. Het stormt en ik weet dat ze me vertellen wil dat er een schip in nood is. Ja, nu weet ik het zeker, er is een schip in nood. Als ik haar zin zou doen zou ik nu meteen moeten op schrijven wat ze te zeggen heeft, maar ze moet maar wachten want ik ben nu met iets anders bezig". Hij legt uit dat het omstreden boek vier jaar onderweg is geweest bij verscheidene uitgevers. „Nie mand heeft ooit over plagiaat gesproken", zegt hij beslist. „Ik denk dat Wever de eerste uitgave van Jo van Dorp snel op de markt brengt en daar dan, gesteund door alle publi citeit die er nu is een slaatje uit wil slaan. De publiciteit werkt echter ook in mijn voordeel. Mijn debuut wordt in de grond getrapt maar ik zal de mensen bewijzen dat ik geen oplichter ben. Ik weet zeker dat ik een uitgever zal vinden voor het tweede deel en voor de andere boeken die klaarliggen. Maar met Wever doe ik geen zaken meer". Hij kijkt weer langs me heen en beschrijft hoe de wenkende vrouw nu huilend in een ka mer zit. „Het schip is gezon ken, ze heeft veel verdriet en moet dat kwijt. Ik zou nu meteen moeten kunnen gaan schrijven". Ik vraag of hij ze ker weet dat de huilende vrouw haar verhaal nooit eer der heeft gedicteerd en Dou we verscherpt zijn blik. Na een tijdje zegt hij beslist: „Dit verhaal is niet eerder verteld. Het kan best weieens een bestseller worden". Met een duidelijke aarzeling vertelt hij dat hij haast nooit over zijn gave heeft gespro ken. „Mijn familie weet het wel, maar gaat er eigenlijk nooit op in. Je moet met die dingen ook erg voorzichtig zijn, want de mensen denken vlug dat je met molentjes loopt". Als de kalveren'van vader ziek waren ging Douwe het veld in om kruiden te plukken. „Op mijn gevoel maakte ik dan een smeermid- deltje of een drankje en meestal waren de beesten na een paar dagen weer kernge zond", vertelt hij en laat een bloempotje zien waarin een gele substantie naar smeer kaas geurt. „Dit helpt tegen wondjes, als er een fabrikant is die het recept wil hebl kan hij het krijgen. WanMS weet nog precies welke klicl den ik gebruikt heb". n Douwe is van huis uit gelole en zijn verhalen zijn stre< geïnspireerd door het evaific lie. „Vorige week ben ik gonnen aan een nieuw v q haal en ik moet zeggen ge! het me soms weieens te ^ai gaat. Ik zit achter de schk j machine en word gedicteLn Als je ziet hoe dat gaat motL wel geloven dat er iets acfyai me staat". Lji „Het is niet altijd gemakken om me los te maken vanan figuren die me iets vertef willen. Soms spreekt iemi me in een taal aan die ik r:' versta. In het weeke» voelde ik dat een oude vra.. uit het dorp ging stervend lag op bed en heb het ergPn nauwd gehad. Vanmorr.n' werd er verteld dat ze dK0* was maar ik wist dat al en re deed het niet zoveel als m familie, die het nu nog nv- verwerken". Als de moeder van Dc koffie brengt vraag ik wat ze denkt van alle vervl kelingen rond haar zoon.l zucht en kijkt me verdril aan. „Ach meneer, het is 1 schrikkelijk. Hij heeft jal en jaren zitten schrijven I nu heeft hij het eindelijk vl elkaar. Nu trappen ze hem?? grond in. Nu wordt zijn go£" naam door heel Nederig door het slijk gehaald. Ik het in één woord verschi. kelijk". AB DRIJV3, A 'LANGERAAR De formatie 'Thunder storm' treedt zondag 19 juli op in jonge rencentrum De Schakel. De tien 'man ster ke groep zal vanaf half negen disco-ach- tige klanken ten gehore brengen. Eén nummer dat daar ongetwijfeld bij zal zijn, is de aanstormende hit „Funky Grandpa". Een lied dat verhaalt over een door de dis- cothekenkoorts bevangen bejaarde. Dat liedje over die swingende grootvader dat nog een hit dreigt te worden ook bete kent overigens niet het eerste succes voor de groepsleden. Als 'Twinkle Stars' mochten zij met geestelijke vader Oscar Harris menig succesje mee maken. Harris ging echter op de solotoer en 'Twinkle Stars' werd 'Thunder storm'. Drie jaar geleden werd de eerste sin gle uitgebracht. Het ding kreeg de titel 'Red Lights On' mee, maar ontsnapte aan de aan dacht van de Hilversumse platendraaiers. Platenmaatschappij Dureco liet het er niet bij zitten, wijzigde de titel en bracht de plaat ruim een jaar later opnieuw uit. De truc bleek succes te hebben. 'Red Ligths On' werd als 'Hey you, get ready' tussen haakjes 'Red Lights on' een bescheiden hit. Met 'Funky Grandpa' blijkt een dergelijke zet niet nodig, want de plaat prijkt reeds op de hitladder. Mede door dit succes en de jaren lange ervaring van de Thunderstorm-leden kan men zich in Langeraar opmaken voor een uitstekend live-optreden. De tien heren, die een plaatsje op het podium van het jonge rencentrum moeten zien te vinden zijn: Beni to Darthuizen en Billy Jones (zang), Stan Lockin, Alfred Ommen en Herman Ristie (blaasinstrumenten), Ernie Anches (gitaar), Edgar Darnout (drums), Eugene Bona (per cussie), Imro Wielkens (bas) en Glen Gaddum (keyboards).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 6