Dirigen t Louis Stotijn
neemt af scheid van het
Koninklijk Conservatorium
Uit talloos veel miljoenen",,Niets wordt er, niets
Tweeduizend jongeren
in herfst naar Assisi
Theologen .Concilium' pleiten voor
priester-ministers in Nicaragua
JCUNST
,IK HEB MIJN TAAK AL TIJD ALS EEN
OPDRACHT GEZIEN"
Engelse koorm uziek
opent Haarlems
Orgelfestival
NIEUWE ROMAN VAN W.F. HERMANS
Kapucijnen leggen nadruk op
vreedzame samenleving
1
KORTE METTEN
LE3DSE COURANT
WOENSDAG 1 JULI 1981 PAGINA 7
[>EN HAAG Na een dienstverband van
!6 jaar neemt Louis Stotijn vrijdagavond 3
uil a.s. afscheid van het Koninklijk Conser
vatorium met een concert onder zijn ver-
rouwde leiding. Hij gaat twee jaar eerder
lan nodig met pensioen. Al die jaren is hij
locent orkestdirectie geweest en dirigent
van de orkestklas en, niet in de laatste
)laats, fagotleraar. Louis Stotijn studeerde
Iran '38 tot en met '40 aan hetzelfde instituut
vaar hij nu zijn laatste lessen geeft en ver
scheen in die leerjaren ook als violist in ver
scheidene radioorkesten. Van '41 tot '61 was
lij eerste solo-fagottist in het Residentie-Or-
cest, waarin hij vanaf '53 tot aan zijn ver
trek functioneerde als assistent van dirigent
Willem van Otterloo. Uit dien hoofde von-
len zo'n 70 concerten onder zijn leiding
plaats.
Louis Stotijn is muzikaal en artistiek leider van
iiverse beroeps- en amateurorkesten geweest,
^Kvaaronder het door hem in opdracht van het
^ministerie opgerichte Ballet-Orkest. Nu staat hij
^®iog voor het Philips-Orkest, een uitstekend
unateurorkest dat hij al 20 jaar doet, voor het
Zeeuws-Orkest en het Nederlandse Studenten
Drkest.
„Men heeft mij weieens gevraagd hoe ik irr
fdeze tijd nog voor zo'n autoritair geleid insti
tuut kan staan. Wat wil je dan? Een orkest is
een veel te groot lichaam om zonder leiding te
kunnen functioneren. Haal je de dirigent weg,
dan bestaat er alleen maar een verzameling
musici. Met andere woorden, wanneer je de di
rigenten afschaft, dan leg je daarmee ook al die
orkestmuziek het zwijgen op. Een orkest vraagt
Uit zichzelf om discipline, om een dirigent die
overzicht heeft, inzicht in alle partijen, kortom:
iemand die de algehele verantwoordelijkheid
draagt. Je kunt natuurlijk lang en breed discus-
siëren over de manier waarop je als dirigent te
werk moet gaan, je doet het toch altijd op je ei
gen manier. Muzikaliteit en vakmanschap moe
ten buiten kijf staan. Trouwens, je kunt het
toch niet iedereen naar de zin maken. In het
Conservatorium Orkest zitten zo'n 80 musici.
Er zijn er altijd wel een paar die jou op de een
of andere manier niet moeten. Maar daar maak
ik mij niet druk over.
Louis Stotijn is niet een dirigent die vóór, maar
in het orkest staat. Dat komt omdat hij zelf lan
ge tijd orkestmusicus is geweest. Hij neemt geen
afstand maar is integendeel vaak persoonlijk,
ook wanneer er geen complimenten te verdie
nen zijn. Vanuit die positie staat hij zowel bla
zers als strijkers met raad en daad bij. Het Con
cert voor orkest van Bartók, dat vrijdagavond
gaat, is zowel technisch als structureel zeer in
gewikkeld. Stotijns opmerkingen en aanzijzin-
gen zijn daarbij van onschatbare waarde. Als je
hem goed volgt, dan krijgt de muziek inder
daad de vorm waarom zij vraagt. „Een dirigent
moet eigenlijk de partituur uit zijn hoofd ken
nen, zo heb ik geleerd van de grote Carl Schu-
richt. Maar je moet ook de componist kunnen
begrijpen, want ieder mens heeft zijn eigen
klank. Bij Brahms moet je de tussenstemmen
kunnen horen, terwijl Schubert juist om de to
taalklank vraagt. Ik beschouw het als mijn taak
het orkest daarbij te helpen, daartoe uit te nodi
gen. Mijn directietechniek is ook op dat idee ge
baseerd. Mijn gebaren zijn, zeker in de opma
ten, zo dat ik de musici uitnodig om muziek te
maken. Maar dirigeren is geen zoetsappige be
zigheid. Je moet precies weten wat je wilt en
dat allemaal duidelijk via het zeer bewuste ge
bruik van je bewegingen. Elk onderdeel van je
arm heeft daarin een eigen functie, bevat een
eigen bedoeling".
„Vertrouwen winnen, telkens weer opnieuw,
ook al sta je voor hetzelfde orkest, dat is een
van de moeilijkste opgaven voor een dirigent.
Je stelt je zodoende zeer kwetsbaar op. Tot het
laatste ogenblik ben ik zeer kritisch, maar wan
neer het grote moment daar is, toon ik mijn
vertrouwen in de kwaliteiten van het orkest
Het doet er dan niet toe hoe hoog die kwalitei
ten zijn. Het is dan immers aan het orkest om,
met mijn hulp, de partituur tot klinken te bren
gen. Voor het echter zover is moeten de musici
zich tijdens de voorbereidingen wel volledig be
schikbaar hebben gesteld. Niet voor mij, me
neer de dirigent, maar voor elkaar. Een orkest
kan alleen bestaan bij de gratie van continuï
teit. En juist dat besef ontbreekt nogal eens bij
muziekstudenten, de strijkers vooral. Strijkers
gaan over het algemeen liever strijkkwartet
spelen. Achter de rug van twintig anderen die
zelfde partij spelen, dat is niet interessant. Daar
is een soort discipline voor nodig die niet bij de
Nederlander past. Wij willen altijd de eerste
viool spelen. Dat is altijd zo geweest, zij het dat
dit probleem zich tegenwoordig duidelijker ma
nifesteert. Maar we hebben hier wel veel uit
stekende blazers en dat is tegen deze achter
grond gezien ook niet zo vreemd. Een blazer is
een solist, ook in een orkest. Een blazer heeft
dan ook van nature dat noodzakelijke gevoel
voor verantwoordelijkheid. Stel je voor dat er
opeens iets misgaat, dat hoor je meteen. Een
strijker wordt in zo'n geval gedekt door een
groep. Het lijkt erop dat blazers allang en
.voortdurend intensief met hun instrument be
zig zijn en zodoende ook het repertoire kennen,
in tegenstelling tot veel strijkers. Strijkwartet
spelen is iets totaal anders dan in een orkest
spelen".
Hoewel Louis Stotijn in zijn jonge jaren een uit
stekende violist moet zijn geweest spreekt hij
hier als blazer. Dat is onmiskenbaar. Hij wil
niet generaliseren maar zijn ongerustheid uit
spreken.
„De vraag naar strijkers is groot in Nederland
met die unieke hoeveelheid van zo'n 18 be
roepsorkesten op zijn kleine grondgebied. Het
aanbod is van nature al niet toereikend, maar
vermindert nog eens, omdat er een grote voor
keur bestaat voor kleine ensembles. Dat is dan
ook een van de redenen, waarom hier zoveel
buitenlandse musici werken. Maar de constella
tie van de muziekvakopleidingen helpt ook niet
mee. Het schijnt hier bijvoorbeeld onmogelijk
te zijn, om de top bij elkaar te brengen. Goede
en talentvolle musici leren van elkaar, stimule
ren elkaar. Daar kun je niet onderuit. Trou
wens, met talent alleen kom je er niet. Veel
conservatoria durven hun eisen niet te stellen,
waardoor het niveau er ook niet hoger op
wordt. Als je leuk speelt, word je hier al gauw
in de hoogte gestoken. Dat tast de wil om het
vak te leren aan. En dat terwijl een zeer gede
gen technische scholing de basis is van het mu-
ziekmaken. Je hebt daarvoor discipline nodig,
de wil om iets uit jezelf te bemachtigen. Som
migen hebben dat van nature in zich, maar dat
zijn die uitzonderingen. De rest moet het leren.
Louis Stotijn komt uit een bekende muzikale
familie, waartoe zijn oom Jaap Stotijn en diens
zoon Haakon behoorden. Vandaar dat muziek-
maken voor hem gelijk staat aan eten en drin
ken. Hij leerde al jong het vak kennen en de
noodzaak om allround musicus te worden,
vooral door toedoen van zijn vader die violist
was in het Residentie-Orkest. Datgene wat hij
toen leerde, draagt hij ook nu nog aan zijn leer
lingen over, op een heel eigen wijze. Hij mag
dan lastig zijn, soms zelfs heel lastig, hij is en
blijft een uniek vakman, een muzikant in hart
en nieren, maar ook een uitstekende pedagoog.
„Ik wil nu eens wat tijd aan mezelf besteden.
Ik heb me beschikbaar gesteld om in te vallen,
waar dan ook. Met mijn ervaring kun je wel te
gen een stootje. Maar het liefst doe ik Bach,
Beethoven, Brahms, Bruckner en Bartók, en
ook Schubert en Stravinsky en bepaalde wer
ken van Mahler en Reger. Vroeger kon ik niet
zomaar ergens als gastdirigent optreden, zeker
niet in het buitenland, omdat mijn taak dat niet
toestond. Voor de rest blijf ik het Philips Or
kest en het Zeeuws Orkest doen. Het Neder
landse Studenten Orkest, dat eenmaal per jaar
drie weken bij elkaar komt, wil ik ook heel
graag houden. Dat vind ik een fète champêtre".
LUC KNöDLER
AMSTERDAM Doordat de Haarlemse Grote Kerk, die
op het ogenblik wordt gerestaureerd, op z'n vroegst in 1983
weer gedeeltelijk beschikbaar komt, is het Haarlemse Or
gelfestival gisteravond geopend in de Amsterdamse Oude
Kerk. Het lag voor de hand dat er op het koororgel muziek
van onze grote Sweelinck zou worden gespeeld, want die
was rond 1600 aan deze kerk verbonden. Het grootste deel
van het openingsconcert kwam evenwel voor rekening van
The Clerkes of Oxenford, een ensemble van 7 jonge vrou
wen en 11 jonge mannen, die de Engelse koormuziek uit de
zelfde bewogen Reformatietijd zijn originele stijl en klank
weten te geven.
De Clerkes (het woord betekent hier: „zangers") vormden in
1961 een mannenkoor. Maar een jaar of vijf later kwam David
Wulstan, de oprichter en dirigent, tot de overtuiging dat hij een
authentieke uitvoering van 16e eeuwse Engelse koormuziek be
ter kon bereiken door ook jonge vrouwen in zijn ensemble op te
nemen. De befaamde „hemelse stemmen" in de Tudor-muziek
werden namelijk geproduceerd door hoge jonge sopranen. Mede
doordat de tegenwoordige jongens vroeger dan destijds muteren
(de baard in de keel krijgen), zijn ze minder bedrijfszeker, zodat
Wulstan naar een andere oplossing zocht voor sopranen die een
kleine terts bovennormaal, zuiver en exact kunnen zingen. Bij
speciale training bleken jonge vrouwen de bedrijfsonzekere kna
pen goed te kunnen vervangen.
De uitstekende getrainde vocalisten uit Oxford zetten zich in
voor religieuze werken van Thomas Tallis en diens leerling Wil
liam Byrd, beiden verbonden aan de Chapel Royal, van John
Shepherd en van de componist die weer een generatie jonger
was, Thomas Weelkes. Van de laatste was heel bijzonder „The
Nineth Service", een voorbeeld van briljant zingend contra.
Waartegen het veel ingetogener motet „Infelix Ego" van Byrd
afstak als zwart tegen grijs. Weer heel anders was de bijna ele
gante vijfstemmige hymne „O Nata Lux" van Tallis. De uitvoe
ringen in een glashelder klankbeeld waren voorbeeldig, ook al
waren niet alle stemmen op zichzelf even fraai.
Behalve de coralbewerking van „Puer Nobis Nascitur" en de
naar mijn mening veel sterkere variaties op het wereldlijke bal
let van de groothertog - vooraf ook buiten te horen op het fraaie
Hemony-carrillon - was Sweelinck vertegenwoordigd met zijn
tweede Fantasie. Evenals al zijn andere Fantasieën heeft Swee
linck dit tweede werk in het genre ontwikkeld vanuit eenzelfde
thema, dat zich in een rijke verscheidenheid van gedaanten pre
senteert. Vooral met deze Fantasie maakte Ton Koopman op het
krachtig klinkende koororgel veel indruk. JOHN KAS ANDER
Wraak genomen
DEN HAAG De Haagse po
litie heeft gisteravond drie
mannen aangehouden, die een
overigens gedeeltelijk misluk
te wraakactie op de Trekweg
in Den Haag hadden uitge
voerd. Bij deze actie werd een
auto gestolen, vloog een
verkeerde wagen in brand
werd van een derde auto
mobiel de ruiten ingeslagen.
De wraakactie was op touw
gezet door een 18-jarige kas-
senbouwer uit Den Haag, die
afgelopen vrijdag uit het Huis
van Bewaring in Rotterdam
was vrijgekomen, waar hij had
vastgezeten voor een aantal
inbraken.
99
p9
De nieuwe roman van Willem Frederik
\Hermans heeft de titel „Uit talloos veel
vniljoenenen uit het motto van het boek
ueen citaat van Jacob Winkler Prins
I blijkt dat deze vier woorden een deel zijn
I van de volgende dichtregel: „Niets wordt
^jer, niets, uit talloos veel miljoenen". Het
zou minder subtiel, maar toepasselijker
geweest zijn als Hermans de eerste vier
woorden van deze regel had gekozen als
v titel. Want van zijn personnages en van de
zaken die zij ondernemen komt niets
\maar dan ook niets terecht. Hermans
Jheeft zijn pessimistische kijk op het men-
liselijk bestaan ontwikkeld tot een waarlijk
I maniakale (en toch daarin toch nog in-
ydrukwekkende) misantropie. Werkelijke
mensenhaat, waarin niemand wordt ge-
spaard.
Het verhaal van het boek speelt zo'n beet
je in hetzelfde sfeertje als Hermans' vori
ge roman, die zes jaar geleden verscheen:
V „Onder Professoren". We volgen het wel
en wee van een aantal medewerkers van
een universiteit in een provincie-stad. Het
stel waar de aandacht zich voornamelijk
op richt, Clemens en zijn vrouw Sita, wo
nen in een nieuwbouwwijk in Paterswol-
de, leuke bungalowtjes.of wat daarop lijkt.
Clemens en Sita zijn niet gelukkig. Na een
paar pagina's wordt de lezer uitvoerig in
gelicht over de tragedie van hun huwe
lijk. Zij is van een veel lagere „afkomst".
Toen ze hem vanuit het cafetaria waar zij
werkte, verleidde, had zij al een kind, van
een Amerikaan. De zwangerschap na het
cafetaria-gebeuren werd weliswaar afge
broken, maar Clemens en Sita raakten er
toch door getrouwd. De dochter, Parel,'
leidt een wild leven, vol mannen, breuken
met mannen, nieuwe vriendschappen en
relaties.
Clemens en Sita zitten muurvast in hun
relatie en hun werk. Dat hangt natuurlijk
allemaal nauw samen. De jeugd is echt
voorbij, de carrière van Clemens heeft tot
niets dan frustraties geleid (hij is niet eens
meer in staat een artikel te schrijven); Sita
staat voor de jaren van de overgang en
beseft haar gemiste kansen in het leven.
Zij probeert zich nog te verweren door po
gingen te ondernemen een kinderboekje
te schrijven, versies over Berend Bomba
zijn. Ook dat mislukt totaal.
Het zijn alledaagse, vaak bijna triviale ge
beurtenissen, die Hermans beschrijft uit
het bestaan van Clemens, Sita en nog wat
andere mensen. Met dit verhaal komt hij
alweer dichter bij het realisme dat herin
neringen heeft aan Heijermans, of Johan
de Meester. Maar dan met niets van de
liefde van deze voorgangers. Wel belang
stelling voor de burgerlijkheid van leven,
kleinschaligheid van denken en gebrek
aan werkelijke durf en intiatief om iets te
veranderen aan de loop van de dingen.
Sita stelt wel pogingen in het werk om dat
te doen (zij is daarmee eigenlijk de hoofd
persoon van het boek), maar steeds mis
lukt het Om heel domme redenen, zoals
wanneer ze naar Zwitserland vertrekt in
het holst van de nacht, om haar dochter:
daar te gaan „redden". Parel heeft in een
telefoontje naar huis vanuit haar winter
sportvakantie meegedeeld dat ze totaal
klem zit Sita springt in een auto, maar
keert onverrichterzake terug, omdat ze de
goede autopapieren niet bij zich heeft. Het
verhaal van Parel blijkt dan bovendien
nog een leugen. De hele geschiedenis rond
het kinderboekje „Beertje Bombazijn", dat
Sita aan het bedenken is en waaromheen
ze van alles fantaseert, verloopt even
treurig, omdat het evenmin ergens toe
leidt. Via kennissen komt ze in kontakt
met een Amsterdamse uitgever, die haar
naar Amsterdam laat komen, al is het dui
delijk dat hij er niets in ziet. In Amster
dam wordt het manuscriptje gestolen door
twee jongens op een brommer, die haar
tas van haar schouder rukken. Het lijkt
allemaal aandoenlijk, al deze mislukkin
gen. Dat zou het kunnen zijn, ware het
niet dat er zo'n doem ligt op deze romanfi
guren van Hermans, dat je er niet meer
door geraakt wordt dat alles fout gaat.>
Hermans heeft zich kennelijk voorgeno
men dat er niets, niets goed zal gaan met
de door hem bedachte personen en het
lijkt wel of hij met grote kilheid dat plan
uitvoert.
Heel zelden raakt het verhaal je. Onnodi
ge uitweidingen, zoals het portret van de
Amsterdamse uitgever (Hermans model
leerde dit naar Geert van Oorschot, die
vroeger zijn boeken uitgaf en al jaren zijn
vriend niet meer is) en oeverloos lange
dialogen helpen je ook niet om je door het
boek heen te laten slepen.
Toch zit het konstruktief erg knap in el
kaar. De manier waarop van alles met el
kaar te maken heeft, elementen die tel
kens weer opduiken en een andere func
tie krijgen. Er lopen allerlei draden door
het verhaal, die onderling een heel geraf
fineerd netwerk van knopen vormen.
Maar die bewondering voor de techniek
van het verhaal leidt er ook niet toe dat
het je werkelijk raakt.
Er zijn wel momenten dat er iets van wer- j
kelijke emotie doorbreekt. Ik vind het LJp
einde een voorbeeld daarvan: Sita zit bij I?
de gynaecoloog en hij deelt haar na on
derzoek mee dat „alles er uit moet". Ver
der is er de dreiging van kanker. Sita zit
ontredderd en hulpeloos in de behandel
kamer en stamelt: „Maar soms, weet je,
soms heb ik de indruk....dat die dingen-
.'....dat die dingen toch altijd erg ver weg
blijven....dat ze feitelijk nooit binnen mijn
bereik gekomen zijn".
Een leven van niets, waarin het niets ge
worden is. Zelden heeft Hermans zijn pes
simisme zo onverhuld in een verhaal
vorm gegeven. Wat mij betreft te recht
streeks.
JAN VERSTAPPEN
W.F. Hermans „Uit talloos veel miljoe
nen", roman. Uitgeverij De Bezige Bij,
Amsterdam
Van 28 september tot 3 oktober wordt
in de Italiaanse stad Assisi een inter
nationale jongerenbijeenkomst geor
ganiseerd, waaraan ongeveer tweedui
zend jongeren tussen twintig en der
tig jaar zullen deelnemen. De uit
Oost- en West-Europa, Amerika, Afri
ka en mogelijk ook uit Azië afkomsti
ge jonge mensen uit Nederland
worden er vijfentwintig verwacht
behoren voor het merendeel tot fran
ciscaanse orden, congregaties en le
kenbewegingen.
De bedoeling van de bijeenkomst, ook
bestemd voor mensen, die in het francis
caanse leven zijn geïnteresseerd, is door
middel van contact, uitwisseling, ont
moeting en bezinning aandacht te schen
ken aan de drie onderwerpen waaraan
Franciscus in zijn „Testament van Sië-
na" belangrijke waarde hecht: armoede,
kerk en broederschap. Men zal zich
vooral afvragen wat Franciscus en het
franciscaanse leefmodel in deze tijd te
betekenen kunnen hebben.
In groepen zullen de deelnemers drie
routes afleggen langs plaatsen die voor
de franciscaanse beweging belangrijk
zijn, zoals Carceri, San Rufino, San Da-
miano, San Pietro, Rivo Torto en Santa
Maria degli Angeli. Op vrijdag 2 oktober
gaat de gehele groep naar Rome waar in
de Sint-Pieter een afsluitende bijeen
komst wordt gehouden, gevolgd door
een stille nachtwake.
De organisatoren verwachten tijdens de
congresdagen drie belangrijke gasten, te
weten de bekende bisschop Dom Helder
Cam ara, voorts Carlo Carretto een
Kleine Broeder van Charles de Fou-
cauld, die onlangs een boek over Fran
ciscus („Ik, Franciscus") in Italië publi
ceerde en zuster Herlinda van de
„Franciscaines Missionaires de Marie",
die werkt op de Filippijnen en daar in
opspraak kwam wegens haar kritische
houding.
Het evenement kan worden gezien als
de opening van het achtste Franciscaan
se eeuwfeest, te weten de viering van de
achthonderste geboortedag van Francis
cus van Assisi, waarover wij vorige week
hebben bericht Wie informatie wil of
zich voor deelneming wil melden kan te
recht bij de Franciscaanse Samenwer
king, Oude Gracht 23, 3511 AB Utrecht,
tel. 030-319321.
De internationale groep van
theologen rond het tijd
schrift „Concilium" heeft in
een open brief aan het epis
copaat van Nicaragua aan
gedrongen op bijzondere
consideratie voor de vier
priesters, die tegen de wens
van de bisschoppen in als
ministers in de regering de
hoogste politieke verant
woordelijkheid dragen.
De theologen dringen bij de
bisschoppen erop aan, dat zij
de kwestie van politieke ver
antwoordelijkheid van pries
ters in breed overleg bespre
ken om zo de best mogelijkè
oplossing voor de concrete si
tuatie van Nicaragua te vin
den. De theologen menen, dat
de bisschoppen deze aangele
genheid moeten behandelen
zonder bemoeienis van bui
tenaf en in waarachtige
dienstbaarheid aan de armen
van het land en van Zuid-
Amerika.
In Nicaragua hebben de San
dinisten in de zomer van 1979
de macht overgenomen. In de
bevrijding waren ook zeer
veel priesters en religieuzen
actief. Vier priesters, onder
wie de internationaal bekende
gebroeders Cardenal, werden
in de regering opgenomen.
Aanvankelijk waren hierover
bij de bisschoppen geen moei
lijkheden. Sedert vorig jaar
echter wordt door het Vati-
caan en door het episcopaat
druk op de vier priesters uit
geoefend hun politieke func
ties op te geven als strijdig
met de pastorale taak van de
priester.
De Conciliumtheologen
schrijven de bisschoppen, dat
de manier, waarop Nicaragua
paar maatschappelijke her
vorming streeft, een teken
van grote hoop is voor al de
genen, die in de hedendaagse
wereld in armoede leven en
uitgebuit worden. Zij wijzen
erop, dat de kerk in het verle
den het altijd moeilijk heeft
gevonden nieuwe situaties te
begrijpen, maar dat in Nicara
gua de christenen zich zeer
moedig hebben getoond juist
in de hardste strijd. Het chris
telijk getuigenis van Nicara
gua noemen de theologen van
betekenis voor heel de kerk.
Zij verklaren zich ermee soli
dair.
Vooral met het oog op de be
tekenis van het feit, dat chris
tenen meewerken aan de op
bouw van een nieuwe maat
schappij en gezien ook de uit
zonderlijke situatie van Nica
ragua dringen de theologen er
bij het episcopaat op aan, dat
de bisschoppen hiermee reke
ning houden bij de beoorde
ling van de vier priesters met
regeringsverantwoordelijk
heid.
De brief is opgesteld door de
redactiecommissie van „Con
cilium" tijdens de jaarverga
dering in Cambridge. Alle le
den hebben de brief onderte
kend, onder wie de Nijmeegse
hoogleraren Huizing, Van Ier-
sel, Schillebeeckx en Walf
De Nederlandse kapucijnen zullen de ko
mende jaren de nadruk leggen op de
vreedzame samenleving zowel in eigen
kring als binnen de „gepolariseerde kerk
en maatschappij". Dit hebben zij op hun
verjaardag besloten.
Alle kapucijnen wordt verzocht hun werk
zaamheden vanuit dat principe te herzien en
hun gemeenschappelijk bezit en hun gemeen
schappelijke macht in dienst te stellen van de
solidariteit met de armen. In antwoord op de
oproep van de Nederlandse bisschoppen zul
len de Nederlandse kapucijnen een speciale
gespreksronde organiseren over vrede en
ontwapening.
Omdat veel Nederlandse kapucijnen ouder
zijn dan 65, zullen huizen in stand gehouden
worden waar bejaarden, zieken en gezonden
onder één dak kunnen blijven wonen.
Als bestuursleden voor de komende drie jaar
hebben de kapucijnen Werenfried van Ven-
rooy (overste), Wim Weenink, Jan Scheffers,
Piet Vriens en Harrie van de Bosch gekozen.
De Europese commissie „Justitia et Pax" heeft
de secretaris-generaal van de Verenigde Naties,
Kurt Waldheim, verzocht alles te doen om de
geloofsgemeenschap van de Bahai's in Iran te
beschermen. De commissie, die onder voorzitter
schap staat van mevrouw dr. M. A. M. Klompé,
heeft in een telegram haar bezorgdheid geuit
over het lot van de Bahai's in Iran, van wie er
onlangs zeven werden terechtgesteld. Sinds de
fundamentalistische islamieten het in Iran voor
het zeggen kregen zouden veertig leiders van de
geloofsgemeenschap zijn geëxecuteerd. Ook
worden, aldus „Justitia et Pax" de Bahai's in
Iran stelselmatig getreiterd en wordt er laster
lijke informatie over hen verspreid,
Van 18 tot 27 juli zal in Estes Park in de Ameri
kaanse staat Colorado de achtste algemene vergade
ring van YMCA's worden gehouden. Vertegen
woordigers uit meer dan negentig landen zullen
hieraan deelnemen. Ook het Christelijk Jongeren
Verbond-YMCA Nederland zal een delegatie van
acht mensen sturen naar deze ontmoeting, die eens
in de vier jaar wordt gehouden. Het thema van
deze „worldcouncil" is: „Christus als bron van ver
nieuwing en hoop".
Talrijke Chileense vakbondsleden hebben aan
gekondigd de paus te zullen vragen om de onts
lagaanvrage van kardinaal Raul Silva Henri-
quez volgend jaar niet te aanvaarden. De kardi
naal wordt dan 75 jaar. De vakbondsleden wil
len, dat de kardinaal, die twintig jaar lang lei
ding heeft gegeven aan de Chileense katholieke
kerk, blijft „vanwege alles wat u voor ons bete
kent". Kardinaal Silva is altijd opgekomen
voor de rechten van de mens en heeft verschei
dene malen „politiek geïntervenieerd", zoals de
vakbondsleden het noemen.
De broer van de Amerikaanse minister van buiten
landse zaken Alexander Haig, de 52-jarige jezuiet
Frank Haig, is deze maand benoemd tot nieuwe
rector van het „Le Moyne College" in Syracuse in
de Amerikaanse staat New York. Pater Frank
Haig, geboren in Philadelphia, is expert op het ge
bied van de astrofysica. Het Le Moyne College
werd in 1946 op verzoek van de bisschop van Syra
cuse gesticht door de jezuieten. Het is genoemd naar
de jezuiet Simon Le Moyne, wiens naam verbonden
is met de stichting van de stad. Het telt nu 1800
leerlingen. -
Het Amerikaanse ministerie van justitie heeft
medegedeeld, dat de mogelijkheid wordt onder
zocht om Sun Myung Moon, leider van de „Vere
nigingskerk" en zijn vrouw het land uit te zet
ten. Omdat mevouw Moon Amerikaans staats
burger is, kreeg Moon zelf de status van Ameri
kaans staatsburger in 1971. Bekeken gaat nu
worden of Moon het staatsburgerschap ten on
rechte heeft gekregen. Is er sprake van een on
regelmatigheid, dan kan Moon het land worden
uitgezet