3roadway
veer als vanouds
ren' 9s Euridicejft
boeien als oudste opera
Fabuleuze muzikanten niet langer
in treinen van Parijse metro
The Tallis
Scholars: sublieme
Engelse koorzang
ONDANKS VERRASSEND HOGE MUZIKALE KWALITEIT
NST
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 3IUNI1981 PAGINA 9
W YORK Broadway, 's werelds be-
mdste theaterdistrict in het hartje
a Manhattan, is al vele malen dood,
k of invalide verklaard, maar nooit
Hier leek Broadway zo dicht bij het
(ide als nauwelijks 5 jaar geleden. Met
stad New York zelf waren de meeste
aters dichtbij een bankroet. Verval,
sdaad, vandalisme en de oprukkende
industrie overspoelden wat eens het
lhalla van het theater was. Wat er
aan glitter te zien was, bevond zich
de tepels en haarscherp gesneden slip
van heupwiegende jonge vrouwen,
werden verondersteld „adult enter-
nment" te bieden.
ar Broadway is terug van weggeweest,
de herrijzenis van de stad voor het
t in bijna 20 jaar en in schrille tegenstel-
tot vrijwel elke andere overheidsbegro-
in de Verenigde Staten, vertoont de
iv Yorkse begroting op dit moment een
irschot heeft Broadway een even snel-
als spectaculaire come-back gemaakt,
oadway", waar op een gebied van min-
dan een vierkante kilometer tussen de
te en 53ste straat en de zesde en achtste
■nue 42 theaters zijn opeengepakt, bloeit
er als vanouds. Sterker nog, nooit eerder
rolkten zoveel theaterbezoekers het klei
gebied rond Times Square, waar Broad-
y als enige van de noord-zuid lopende
;nue's een opvallende kronkel maakt,
dat ooit -de Nederlandse gouverneur Pe-
Stuyvesant weigerde een stukje van zijn
ittuin op te geven. In het seizoen
0-1981 zullen waarschijnlijk 200 miljoen
cets verkocht worden, met een totale op-
ngst van rond de 500 miljoen dollar.
Dogvliegers
opvallende is, dat de come back van
>adway plaatsgrijpt via een gering aantal
culturele hoogvliegers en een overvloed aan
betrekkelijk onnozele showbussiness. Maar
een avondje Broadway is voor de enorm ge
groeide toeristen stroom een verplicht num
mer geworden. En niet alleen buitenlanders,
aangetrokken door de goedkope dollar, heb
ben de weg naar New York gevonden. Ook
voor de Amerikanen is New York City
weer een toeristische trekpleister van for
maat geworden. Een onderzoek in augustus
1980 wees uit dat bijna de helft van de thea
terbezoekers van buiten de stad kwam.
Ruim 10 procent was buitenlander.
Broadways herstel is volgens de meeste „in
siders" het gevolg van een serie factoren.
Het herstel van de stad als geheel, onder lei
ding van de in 1978 gekozen burgemeester
Koch, heeft een ongetwijfeld flinke bijdrage
geleverd. "Koch verbrak het patroon van
geëffende, maar versleten politieke paden.
Hij bleek ondermeer bereid de politie-sur-
veillance in het theatergebied aanzienlijk te
versterken. Bovendien verleende hij steun
aan diverse bouwprojecten in het gebied,
waaronder een appartementen gebouw dat
voor 70 procent werd gereserveerd voor de
artiesten. De „black-out" in de herst van
1977, toen een electriciteitstoring een golf
van plundering en vandalisme in grote de
len van New York teweeg bracht, had al
voor een soort schokeffect gezorgd. Een gro
te meerderheid van de bevolking, zo menen
experts, nam zich voor dat zoiets nooit meer
mocht gebeuren.
Strijdbijl
Een niet onaanzienlijke bijdrage leverde
ook het feit, dat de woelige en verdeelde
bond van New Yorkse theaterhouders en
producenten zo rond de helft van de zeven
tiger jaren besloot de strijdbijl te begraven
en de schouders er gemeenschappelijk ondér
te zetten. De jeugdbeweging van de zestiger
jaren, die vaak afzette tegen alles wat naar
Broadway, het wereldberoemde theaterdistrict van New York, waar op minder dan een vierkante kilomter
42 theaters zijn gevestigd.
establishment rook en dus ook Broadway
links liet liggen, had intussen plaatsgemaakt
voor een langzaam in meer behoudende
richting bewegend publiek, waarin de
scherpe scheiding tussen oud en jong ver
dween. Directe reclame via tv, de succesvol
le „I Love New York"-campagne en verde
re stroomlijning van de kaartverkoop droe
gen bij tot de popularisering van Broadway.
Zeker de helft van de kaartverkoop ge
schiedt via de telefoon en credit cards of
door middel van de halve prijs-verkoop, die
elke middag om 3 uur midden op Times
Square start voor nog niet volgeboekte
shows.
Niet ia het minst wordt de huidige theate
rexplosie, die ook buiten Broadway op vele
plaatsen merkbaar is, geholpen door nogal
opvallend schrale tijden in de tv- en film-
bussiness. Bij de tv gaat het volgens experts
voornamelijk om wat genoemd wordt „een
groeiende tv-moeheid". Voor het eerst sinds
de introductie van het medium is de gemid
delde kijktijd van een Amerikaans gezin
(nog altijd meer dan 6 uur per dag) enigszins
aan het dalen. Hollywood verkeert in een
ernstig lijkende impasse, die af en toe nog
wel een kassucces, maar nog nauwelijks
echte hoogstandjes voortbrengt. Nogal wat
vooraanstaande filmsterren zijn de laatste
tijd opgedoken op Broadway. Op dit mo
ment kan men er zelfs niemand minder dan
Liz Taylor aan het werk zien, maar andere
grote namen als Lauran Bacall, Mickey
Rooney en Linda Ronstadt. Grote sterren
als Mary Tyler Moore, Liv Ullman en Meryl
Streep hebben er recent „gestaan". En er
zijn thans vergevorderde plannen voor een
productie met Robert Redford en Paul New
man in de hoofdrollen.
Veel cultureel geweld heeft Broadway ove
rigens niet te bieden. Met uitzondering van
imposante toneelstukken als „Amadeus",
„Children of a Lesser God" en „The Elep
hant Man" gaat het voornamelijk om puur
amusement, oud (Annie, Chorusline, Evita,
Oh Calcutta) en mondjesmaat ook nieuw.
De produktiekosten zijn zo hoog, dat gokken
bijna niet meer mogelijk is, verontschuldi
gen de meeste theaterdirecties zich. Critici
menen, dat het op Broadway alleen maar
gaat om „showbussiness" en niet om thea
terkunst. De bussiness loopt op dit moment
in ieder geval uiterst voorspoedig, ondanks
een gemiddelde entree-prijs, diq tegen de 20
dollar ligt.
DICK TOET
Prinses Juliana
niet naar
festival
met terroristen
DEN HAAG Prinses
Juliana zal vrijdag niet in
de toneelzaal van het Ned.
Congresgebouw in Den
Haag zitten. Ook gaat niet
door het gespeelde terroris
me, wat voor de prinses aan
leiding was om niet te gaan
kijken op het vijfde festival
van Europese engelsspre-
kende toneelgezelschappen.
Het festijn duurt drie dagen.
Negen groepen amateurtoneel
spelers uit vijf landen voeren
dan negen eenakters op, waar
voor een hoge ambtenaar van
CRM de prijzen komt uitrei
ken. Het festival is georgani
seerd door de Anglo-American
Theatre Group in Den Haag.
De moeilijkheden begonnen
met de Amsterdamse groep
„The Inplayers". Zij wensten
„The worries on the doorstep"
van John Strange over terro
risme op te voeren. Ze zouden
in hun voorstelling via de pu-
bliektoegangen de zaal bin
nenkomen en een bom plaat
sen. De veiligheidsaspecten in
Den Haag, met een prinses en
tal van diplomaten, met een
onwetend publiek, dat tevoren
zoiets beslist niet kan ver
wachten, wogen zo zwaar, dat
de organisatoren op verande
ringen aandrongen. The In
players ontkenden dat er pro
blemen konden ontstaan. Ze
wensten geen wijzigingen aan
te brengen of een ander stuk
te spelen. De leiding van het
festival legde dit de prinses
voor die besloot niet te gaan.
Een en ander werd de reden
om The Inplayers te diskwali
ficeren. In hun plaats treedt
het English Speaking Theatre
uit Leiden op met „The zoo
story" van Edward Albee.
MSTERDAM Het Holland Festi-
al heeft zich zeer verdienstelijk ge
laakt door in de Waalse Kerk over-
ligend aan te tonen» dat Peri's „Eu-
lice", de oudste, bewaard gebleven
ïra, na bijna vier eeuwen het be
isteren nog ten volle waard is. Na-
rlijk moet het werk dan wel,
ls nu gebeurde, in een historisch
antwoord kader worden gepresen-
:rd. Verder geeft het zijn kwaliteit
leen prijs aan oren, die in de soepe-
vocale lijnen de subtiele nuance-
en van de expressie weten op te
ken en die weten te waarderen
het vaak verrassende, harmoni-
ie weefsel zo fijn is uitgewerkt
nd 1600 waren in Florence wetenschap-
rs en kunstenaars in de weer met de
tieke Griekse tragedie's uit de vijfde en
sde eeuw voor Christus. Wat zij daaro-
1 aan de wee,t konden komen, gaf hun
üeiding te veronderstellen, dat deze an
ke tragedie's geheel werden gezongen
een recitativische stijl, die het mogelijk
lakte woord voor woord te verstaan. Op
sis hiervan experimenteerden compo
nisten als Cavallieri, Caccini, Gagliano en
Peri met vormelijk muziektheater, waar
uit later de opera tevoorschijn zou komen.
Wat het toneelbeeld betreft, is de oude o-
pera van Peri natuurlijk uitgesproken sta
tisch, elegant en voornaam in gebaar en
mimiek, maar zelden me^ veel heftigheid
in de aktie. Regisseur Eddy Habbema en
ontwerper Rudolf Corens wisten met be
trekkelijk beperkte middelen de stijl van
de renaissance volledig waar te maken.
Meer moeilijkheden veroorzaakte de par
tituur waarin alleen de vocale solo- en
koorpartijen voorkomen en verder de on
uitgewerkte basso continuo. Kees Velle-
koop heeft de bas naar de trant van 1600
uitgewerkt en geïnstrumenteerd en twee
inleidende symphonia van Cavallieri toe
gevoegd.
Onder Ton Koopman zorgde het instru
mentale ad hoc-ensemble voor een doel
treffende. ondersteuning van de schitte
rende solozang en het heel dikwijls tref
fende aandeel van het Utrechts Kamer
koor Musica ViVa.
Het zou dwaasheid zijn te vallen over
kleine oneffenheden en intonatievlekjes
want de uitvoering als geheel was bepaald
meeslepend. Helaas kan op individuele
prestaties niet worden ingegaan, maar ge
noemd moeten in elk geval worden de
Spaanse sopraan Montserrant Figueras in
de titelrol (de enige buitenlandse) en ver
der Marianne Kweksilber en Jard van
Nes. Bij de heren vielen op Harry van der
Kamp als een heel goede Orfeo, Marius
van Altena, Michiel ten Houten de Lange
en Guy de Mey.
IBM Nederland, die deze bijzondere pro-
duktie mede mogelijk heeft gemaakt door
zijn financiële steun, zorgde ook voor een
buitengewoon fraai uitgevoerd en instruc
tief tekstboek.
Tussen 4 en 13 juni zijn er, alleen in Am
sterdam, nog zes voorstellingen. Op 12
juni is er een rechtstreekse radio-uitzen
ding over Hilversum II.
JOHN KASANDER
Vergissing met
aanvangstijd
Hertog
Blauwbaards
Burcht
DEN HAAG Op de kaar-
tenmarkten van het Holland
Festival zijn per vergissing
vouchers verstrekt met een
verkeerde aanvangstijd. Het
betreft de voorstellingen
Hertog Blauwbaard's
Burcht/De Wonderbaarlijke
Mandarijn in Theater Carré.
De uitvoering door het Con
certgebouw Orkest in samen
werking met Tanzforum Köln
begint op 16 en 17 juni niet om
kwart voor negen, maar om
kwart over acht.
Op 17 juni is er een recht
streekse televisie-uitzending,
die om tien voor negen begint.
De bezoekers worden uitgeno
digd om half negen hun plaat
sen in te nemen.
Engeland kan bogen op een zeer oude koor
traditie, die tot op de dag van vandaag de
mooiste kóren oplevert. Zo presenteerde het
Holland Festival gisteravond in de, Nieuwe
Kerk een^ klein vocaal ensemble The Tallis
Scholars,bestaande uit 4 vrouwen- en 6
mannenstemmen o.l.v. Peter Philips. Waar
vandaan ze komen, vermeldde het program
ma niet. Maar dat doet er ook niet toe. Want
overal in Engeland vindt men zulke koren,
van groot tot klein: zuiver, moeiteloos de in
gewikkeldste polyfone weefsels zingend,
strak, vrijwel vibratieloos van toon (de
vrouwenstemmen klinken als jongensstem
men) maar nooit steriel en altijd nobel en
voornaam.
The Tallis Scholars hadden hun programma
gebouwd op geestelijke motetten uit het
16de/17de eeuwse Engeland, de tijd tussen
Hendrik VIII en koningin Elisabeth, waarin de
Reformatie plaats had en Engeland zich tot gro
te natie vormde. De tijd ook van de grote bloei
in literatuur en muziek, en ondanks de ook in
Engeland optredende beeldenstorm, bleef een
deel van de muziekproduktie van katholieke
huize, merkwaardigerwijze vooral in de Chapel
Royal. Terecht bestond daarom het grootste
deel van het programma uit Latijnse kerkmu
ziek, geschreven in de pralende, flamboyante
stijl, zoals het geniale motet Gaude Gloriosa
van Tallis, met de negen aanroepen tot Maria
in steeds wisselende stemcombinaties of het 8-
stemmige Ad Dominum van Tallis' leerling en
collega william Byrd met de klagende, dalende
melodie (Eheu mihi) of Sheppard's Jesu Salva-
tor Seculi met de voortdurende afwisseling tus
sen Gregoriaanse intonatie en polyfone zetting.
Maar ook hoorde men, hoe even mooi de En
gelse bijbelteksten gebruikt.werden, zoals in
Weelkes" zeer uitdrukkingsrijke „When David
heard" (de dood van Absalom) en de stralende
7-stemmige anthem „O Lord, grant the king a
long life". Moge zulk Engels koorzingen een
even lang leven beschoren zijn.
NOES KOKEE
PARIJS Sedert enkele
weken zijn in de treinen
van de Parijse metro bord
jes aangebracht, waarop te
lezen staat, dat het maken
van muziek in de onder
grondse spoorweg verbo
den is. Er wordt een beroep
op de reizigers gedaan de
muzikanten „niet aan te
moedigen", met andere
woorden hun geen geld te
geven. De bordjes hebben
een zekere emotie veroor
zaakt, omdat er een metho
de mee toegepast wordt om
te pogen een probleem op
te lossen: het probleem van
te veel en te goede muziek
in de metro en de RER (ex
presse-verlening naar de
voorsteden). Er is altijd
muziek in de metro ten ge
hore gebracht, in de gangen
en hallen wel te verstaan.
Vroeger was dat meestal
geen goede muziek: kras
sen op een viool, tokkelen
op een gitaar, met roestige
stem zingen, of simpelweg
door middel van een tape
recorder muziek ten gehore
brengen. En doorgaans
trad de politie op tegen de
overtreders van het verbod,
dat zo oud is als de metro
(81 jaren zij het over
het algemeen met zachte
aandrang.
Enkele jaren geleden is een
besluit genomen, waarbij het
maken van muziek in de
gangen en stationshallen toe
gestaan werd, maar de muzi
kanten dienden daartoe een
soort examen af te leggen.
Het resultaat was verbluf
fend en tal van solisten en
groepen brachten in de metro
muziek ten gehore die van
uitmuntende, soms uitzon
derlijk hoge kwaliteit was.
Muziek van allerlei aard:
klassiek, modern, reggae,
Zuidamerikaans, Franse
chansons, hill-billie, jazz,
blues, pop-jazz, rock en Afri
kaans. Eén aantal metrosta
tions verwierf door de uitste
kende muzikanten die er ge
regeld werkten, een soort re
putatie. In een van de sta
tionshallen van Etoile-Char-
les-de-Gaulle stonden hon
derden mensen 's avonds te
gen zessen te wachten tot het
grote Latijns-Amerikaanse
ensemble begon te werken.
De kwaliteit van deze musici
was inderdaad zo hoog, dat
iedereen zich erover verwon
derde waarom zij niet in het
Lido, L'Olympia, L'Alcazar
of Bobino optraden. Na enige
tijd ontdekte men het waar
om: in de metro verdienden
zij meer en er waren, laten
wij zeggen, „fiscale voorde
len" aan verbonden.
In het station Les Halles was
een „eenman6orkest", een
man die op virtuoze manier
zijn nummers ten gehore
bracht. In het station Concor
de speelt (nog altijd) een
13-jarige Vietnamese vluch
teling, Vinh Pham, die er uit
ziet alsof hij acht jaar oud is.
Zijn vioolspel trekt hele
drommen kenners. Er zijn
honderden anderen van ver
gelijkbare kwaliteit.
Daarna begonnen de „bus-
kers", zoals zij zichzelf noe
men, in de metrowagons te
werken. In korte tijd waren
de Amerikaanse groepen
vermaard: een tweetal blon
de baarddragers die fenome
naal waren in folk-music; de
zwarte blues-zangers op de
RER-lijn Auber-Saint Ger
main; Joseph Townsend in
Les Halles, doorgaans met
zijn Roemeense vriend Lat-
chezar Dimitrov (zij spelen
Bach, Handel, Albinoni, Vi
valdi); op de lijn Porte de
Clignancourt - Porte d'Or-
leans het duo (dat maar kort
bestaan heeft) van een be
jaarde éénbenige accordeo-
niste, die adembenemend
was, en een gitarist; het Ierse
trio op de lijn Porte de la
Chapelle - Mairie d'Issy; Alan
Kelly met zijn gitaar (Gers
hwin, Pjango Reinhardt); de
jonge minuscule fluitiste, van
wie beweerd wordt dat zij
een eerste prijs van het con
servatorium heeft behaald;
de intellectuele New Yorkse
klarinettist, die voornaam
zijn muziekstandaard opstelt
en een hele metrowagon tot
diep stilzwijgen en bewonde
ring brengt
Intussen is er wel de klad in
gekomen. Niet zozeer omdat
de kwaliteit afzakte, of
schoon niet ontkend kan
worden dat er drommen
Een van de vele muzikanten, die de Parijse metro van
muziek voorzien.
beunhazen verschenen, die
nauwelijks een instrument in
hun handen konden houden.
De relatief hoge kwaliteit is'
praktisch gebleven, maar het
aantal musici werd zo groot,
dat er „overlast" ontstond,
met name in de rijtuigen. In
de hallen en gangen is het
nauwelijks een probleem. En
nu wordt alles gedaan om de
muziek uit de wagons te we
ren. Ook natuurlijk omdat
veel reizigers erover klaag
den dat hun onophoudelijk
om geld gevraagd werd.
De musici hebben uiteraard
hun eigen tactiek ontwik
keld. „Je moet vanzelfspre
kend een lijn of een station
vinden, waar de mensen mu
ziek waarderen", zegt Peggy
Sherwood uit Gary (Indiana,
USA) zij zingt met gitaar-
begeleiding „en waar zij
wat geld kunnen missen. De
zogenaamde populaire wij
ken verwaarlozen we; mis
schien niet erg democratisch,
maar we kunnen er niets aan
verdienen. De „goede" sta
tions en lijnen zijn natuurlijk
érg in trek. En wat de trei
nen betreft die met het mo
dernere materiaal op lucht
banden en met lage geluids
hinder. Hier en daar lopen
nog oude wagons, die zoveel
lawaai maken, dat je muziek
en stem er niet boven uit ko
men".
„Wat de gang en hallen be
treft, doe je er goed aan op de
akoestiek te letten", (Sylvain
Bastiani uit Montauban,
hobo) „en voor mijn instru
ment zijn er maar enkele sta
tions waar deze bevredigend
is. Eigenlijk fantastisch dat
de collega's dat erkennen en
mij er een soort prioriteit la
ten".
Wat ze verdienen? „Oh nor
maal tussen 250 en 500 francs
per dag (de franc is een halve
gulden), soms zelfs meer.
Maar het heeft geen zin op
zondag te werken: je haalt
dan nog geen 50 francs op".
Welke muziek het rendabelst
is? „Klassiek over het alge
meen, maar dat is een soort
mode- en conjunctuurver
schijnsel, eigenlijk nog meer
een seizoensverschijnsel.
Klassiek gaat hét best in de
herfst en de winter; in het
voorjaar en de zomer lijken
de mensen lichtere muziek te
verkiezen. De Zuid-Ameri
kanen bijvoorbeeld doen, het
't best in het voorjaar, dan
halen ze drie tot vier keer zo
veel op als in de winter.
Maar er is natuurlijk geen
vaste regel, het is misschien
meereen indruk".
De muzikanten hebben zelf
een soort systeem uitgewerkt
om elkaar niet te verdringen.
In de metrogang en -hallen
(maar ook bovengronds voor
Beaubourg en het Forum des
Halles) krijgt ieder op druk
ke zomerdagen een half uur
en „het loopt als gesmeerd"
en er zijn praktisch nimmer
conflicten. Moeilijk wordt het
als het publiek erg geestdrif
tig wordt én om „encores"
roept. De meeste muzikanten
zijn buitenlanders, die geen
vaste woonplaats in Frank
rijk hebben en derhalve niet
belastingplichtig zijn. Het
merendeel zijn Anglo-Sak-
sers en Latijn-Amerikanen.
Sylvia Williams, een zwarte
schoonheid uit Zuid-Caroli-
na, die blues zingt, komt elk
jaar vier tot vijf maanden in
Parijs werken. „Sedert vier
jaren kom ik regelmatig,
soms twee keer per jaar,
hoofdzakelijk in de zomer.
De rest van de tijd studeer ik
muziekwetenschap en psy
chologie. Helaas ga ik hier
bijha uitsluitend met landge
noten om, zodat ik praktisch
geen Frans geleerd heb
Wie het gulst zijn? „Zonder
twijfel de mannen. Vrouwen
letten veel meer op de cen
ten. Mannen, vooral de jon
gere, zijn vaak erg gul, spe
ciaal natuurlijk als de muzi
kant een vrouw is!" Of van
de „busking" te leven is? Ze
ker, heel goed, hoewel het
door de grote toevloed aan
musici sedert een jaar of twee
-minder wordt. „De spoeling
wordt dun
Gilles Delarue uit Chicoutimi
(Canada): „Soms hebben wij
scrupules, omdat we de tradi
tionele Parijse straatmuzi
kanten verdringen; de pitto
reske oude kereltjes die bij
een draaiorgeltje zongen en
zo. Maar hun werk was door
gaans erbarmelijk. En boven
dien hadden zij een traditie
om op de binnenplaatsen van
de oude flatgebouwen te zin
gen. Waar men snel een
muntje uit het raam wierp
om ze maar kwijt te raken.
Ze hebben nooit erg veel ver
diend, maar ze waren dan
ook de ergste dilettanten.
Tenminste de meesten onder
hen. Overigens beginnen wij
buitenlanders sedert enige
tijd een soort vijandschap te
voelen als gevolg van de toe
nemende werkloosheid. De
Fransen krijgen de indruk
dat wij hun het brood uit de
mond stelen, en soms is dat
danig te merken. Maar echte
problemen heb ik nog niet
gehad. Misschien ook omdat
ik Frans-Canadees ben. Ze
hebben nog altijd een grote
sympathie voor de „broeders
en neven" uit Canada".
JAN DRUMMEN