SETH
GAAIKEMA:
„Als ik in oktober
mijn première geef,
doe ik in feite
opnieuw examen"
inmorgen
AKANTIE
:rankrijk
ava), Zwi
888.
van nr!de vol9ende kostelijke schotel met barmhartige spijs dis-
a" niet door de ober gepresenteerd wordt, is Gaaikema vol wel-
oordwij ende aandacht. „Ofschoon", bekent hij, „ik mezelf geen
tronoom durf te noemen. Want daar heb ik te weinig culi-
re bagage voor".
moet kunnen genieten. En als dat onmogelijk wordt gemaakt, is
dat voor mij een reden om het etablissement voortaan te mijden.
Restaurants waar honden welkom zijn, bekijk ik kritieklozer. Daar.
ben ik duidelijk menselijker. Als ze niet worden toegelaten ben ik
honds".
„Overigens durf ik me geen gastronoom te noemen. Want daar
heb ik te weinig culinaire bagage voor. Ik ben groot gebracht in
een milieu, waar draadjesvlees een culinair hoogtepunt vormde.
Als dat op tafel kwam, wist je, dat het feest was die dag. Dat was
voor mij het absolute genieten. En het voordeel van draadjes
vlees is, dat het tussen je tanden en kiezen gaat zitten, zodat je
er nog dagen daarna plezier van hebt. ik kan ook zielsgelukkig
zijn met een zakje frites. Ik vraag me wel af, waarom ze nooit Iets
hebben bedacht, waardoor er onder In zo'n puntzak ook mayo
naise zit. Want nou zit ik vaak met de helft van mijn patat, terwijf
ik de laatste druppel mayonaise verbruikt heb".
Tante Trien
„Mijn grootvader kocht altijd een prachtig stuk vlees, waar hij de
hele week van at. Dat werd door tante Trien gebraden en door.
haar persoonlijk gesneden met het mes, dat grootvader alleen
voor het vlees had gekocht".
„Ik ben er nooit achter kunnen komen, wat tante Trien met dat
vlees deed. Ik heb daarna nooit meer zoiets moois en sappigs
gezien. Nu ik het er over heb zie ik het weer haarscherp op de
schaal liggen. Een geweldige homp, prachtig rood en rondom In
zijn eigen sappen".
„Grootvader is zestig jaar organist geweest In de doopsgezinde
kerk van Noordhorn. Hij is zijn leven lang vrijdenker geweest, of
schoon toch vier dominees in successie alle moeite hebben ge
daan om de oude Gaaikema hun geloofsgemeenschap binnen te
loodsen. Maar opa capituleerde niet en wenste onder geen be
ding meer te doen dan orgel spelen. Dat vond hij een vorm van
geloven, waar hij nog net vrede mee kon hebben. De rest hoefde
niet voor hem. Hij wilde wél In de buurt van God zijn, maar geen
lid van God zijn".
„Later merk je pas, dat je veel te danken hebt aan zo'n man.
Grootvader was een heel muzische figuur, die niet alleen organist
was, maar daarnaast ook viool speelde in cafés. Die man heeft
de hele provincie Groningen tot zingen gebracht".
„Als je zo'n figuur hebt gekend en bewonderd, begrijp je niet,
wat Annie M. G. Schmidt bedoelde, toen ze schreef: „Lachen
mag van God". Als ik dat lees denk Ik: Wat moet die vrouw in
haar jeugd op een afschuwelijke manier door haar geloof onder
drukt zijn. Want lachten móét van God. Lachen is God".
Baaierd van vreugde
Met de smaak van zoete zaligheld nog in de mond weer eens
wat anders dan draadjesvlees verlaat hij vijf uur later zijn ka
mer In het Scheveningse Kurhaus om in de Rolls Club op het
Gevers Deljnootpleln als vleugeladjudant te fungeren van Pia
Beck, die In afwehting van haar eigen theater-café verderop, vast
luidruchtig preludeert op haar toekomstige successen.
Ook dét behoort tot zijn werkelijkheid, die hem blijft inspireren.
„De verhalen, die ik op het toneel vertel", zegt hij later op het
plein, „zijn authentiek. Die horen bij me en vormen mijn waar
heid. Ik kan alleen maar schrijven over dingen, die ik zelf beleefd
heb, die liggen verankerd in mijn eigen bestaan. Je stileert het
alleen, jé versiert het een beetje. Ofschoon dat steeds minder
wordt. Naarmate ik ouder word, ga ik simpeler schrijven. De tek
sten, die- ik nu maak staan dichter bij me dan wat ik vroeger
schreef".
„Ik krijg langzamerhand het gevoel, dat ik volwassen met mijn
vak bezig ben".
wEO THURING
Foto's: SIMON E. SMIT
vervolg van de dialoog te verkassen naar de andere kant van het
uitbundig bloelende Lange Voorhout, waar Lex Abblng de gasten
van zijn restaurant Saur discreet opwacht met de godenspijs,
waarop door hem patent is aangevraagd.
„Eten komt een mens voortdurend tegen in zijn leven", doceert
Gaaikema zodra hem op zijn aandringen een logeplaats is toege
wezen aan de ronde tafel bij het raam. Hij kijkt om zich heen en
vervolgt: „Als het dan ook nog gebeurt in een entourage als
deze, mag in stilte gehoopt worden, dat het vanzelf een feestje
wordt. Om die sfeer te kunnen creëren moet een gerant zorgvul
dig zijn huiswerk maken. Niets mag hij aan het toeval overlaten.
Ik let nooit speciaal op het servies en het bestek, maar als een
tafel niet mooi is gedekt, kun Je het feestje wel gevoeglijk verge
ten. En dat geldt ook voor het vaasje bloemen en de wijze waar
op het voedsel geserveerd wordt. Een leuk stel mensen aan het
tafeltje verderop Is trouwens ook mooi meegenomen".
„Eten Is een perfect middel om sfeer te creëren. Het is een van
de betere uitvindingen, die ooit gedaan zijn. Je zit tegenover el
kaar en daartussen gaapt dat prachtige witte of pastelkleurige
niemandsland waar van tijd tot tijd kostelijke spijs en drank In
opduiken. Ik heb eens met Rijk de Gooyer gegeten op een voor
treffelijk adres en pas bij de afrekening zag ik, dat we leder een
hele kreeft hadden opgegeten. We hadden zoveel afgepraat, dat
het ons niet was opgevallen".
Honds
„Restaurants waar honden wofden toegelaten hebben altijd een
streepje bij me voor. Ik vind, dat mijn Franse bulldog Billy mee
Zodra hem een logeplaats is toegewezsn aan da ronde tafel bij het raam in de oase van res
taurant Saur, zegt Gaikema: „Eten ia een perfect middel om afeer te creëren. Eten ia een van
de betere uitvindingen aller tijden".
„Daarom kun jé de omschrijving „try-out" niet letterlijk genoeg
nemen. In feite hadden er al lang try-out-theaters in Nederland
moeten zijn, waar je ongegeneerd met je publiek aan je teksten
sleutelt. Wordt er niet gelachen: pech gehad. Geen reactie: oké,
dan weet ik al genoeg. En tegen de tijd, dat ik In de officiële
schouwburgen kom, moet de voorstelling compleet zijn. Dan
moet je je niet meer behoeven af te vragen: Zou dét en dót num
mer het wel doen?".
„Het opmerkelijke is overigens, dat ik voor mijn try-outs al lang
niet meer de provincie in ga. Dat is achterhaald, want de provin
cie bestaat niet eens meer. Vergis je asjeblieft niet; juist daar
vindt de laatste jaren een enorm theatergebeuren plaats. In een
stad als Doetinchem zitten op één avond 2800 mensen op je te
wachten, die stuk voor stuk van de hoed en de rand weten. Hoe
komen ze eigenlijk aan die wijsheid, dat het cabaret dood is?
Man, het cabaret is nog nooit zo springlevend geweest als nu.
Op dit moment beleven we een hausse In theater".
Opnieuw examen
„Als ik in oktober mijn eerste echte voorstellingen geef, doe ik in
feite opnieuw examen. Zit ik voor de zoveelste keer voor mijn
doctoraal en moet ik maar afwachten, of ik zal slagen. En nie
mand vindt het op dat moment interessant, dat ik al twintig Jaar
bezig ben. Dat kan ik ook onmogeljk als excuus gebruiken voor
een eventueel falen. Als het doek opgaat Is de enige vraag, die
belangrijk Is voor hpt publiek: Meneer Gaaikema, wat ga je
doen? Laat maar eens zien, wat je gemaakt hebt".
„Het is een confrontatie, die keihard van. belde kanten gespeeld
wordt. Denk echt niet, dat het publiek In Nederland Je iets ca
deau geeft. Dat ze vertederd zullen denken: Hij heeft deze keer
een paar slappe teksten, maar het blijft een aardige, hartelijke
jongen".
„Vergeet het maar. In Frankrijk studeert Charles Aznavour zes
nieuwe liedjes in. En dan heeft hij een nieuwe show, waar hij
weer jaren mee vooruit kan. Als je In dit land één grap durft te
vertellen, die bekend is, wordt er gelijk geroepen: Dat Is een
ouwe show. Gaaikema herhaalt zichzelf. Die weet niks nieuws
meer te verzinnen".
Stemmige oase
Wat hij inderdaad herhaalt, is zijn dringend verzoek om voor het
in da hal van Hotel Des Indes in Den haag werkt Seth Gaaikema koortsachtig door aan
nieuwe programma, dat bij leven en welzijn in oktober zijn première zal beleven. „Ik barst
de onderwerpen", zegt hij, „hoe raak ik ze straks op het toneel kwijt?".
- HAAG Seconden, voordat het instant-excuus hem in de
van Hotel Des Indes in Den Haag bereikt heeft „Sorry
ÜD i, maar ze hielden me aan de praat. De oude kwaal, zullen we
ir denken. Heb je mijn telefoontje nog op tijd door gekre-
I heft goeroe Gaaikema zijn handen in een zegenend ge-
ren zegt met ongehoorde blijmoedigheid: „Geeft niks,hoor.
heb me geen moment verveeld in deze schandalig mooie
htkamer. Je zult in zd'n entourage op de fondsdokter moeten
hten. Dan geeft het toch zeker niet, of het aantal wachtenden
u nog twaalf bedraagt?",
gooit er eer9t nog een terdege ingevette glimlach tegenaan,
rens zich voorover te buigen naar het propvolle diplomaten-
ertje dat, met de deksel open, naast hem op een stoel staat.
heb je de indruk, dat hij als klein intermezzo een handels-
iger imiteert, die zijn klantenkring de zomeraanbieding pro-
rt aan te smeren. Dauwverse invallen en speelse gedachten,
hij zojuist op weg hierheen heeft gejongleerd: wie
a I^kt hem los?
ir kraP maanden vindt
pfficiële première plaats van
nieuwe programma, waar-
hij de titel gewoontege-
,icJjw op het laatste moment
verzinnen. „Tot nog toe
ik mijn programma's na-
lANKRÉ1 9e9even. d'e 'n feite ner"
s op sloegen", stelt hij tot
innig leedwezen vast. „Wat
!t je nou aan met „De fami-
Willekeur?". Onzin. Mo-
Pve'rv^ IS gedoe. De omschrijving
h bp? ow" slaat in mijn geval
iwens ook nergens op. Ik
'es,ÜU ak geen shows. De mensen,
naar mijn voorstelling ko-
moeten het creëren door
teksten heen blijven ruiken,
dat past niet bij een show.
i show is per definitie af",
ben een schrijver-perfor-
Zoiets als Noël Coward,
liefst zou ik elke avond de
sten brengen, die ik
morgens heb geschreven.
'ham, van producent naar
woninge»nsument".
lijks zeer
I4160 Ilige periode
ben nu een paar maanden
insief bezig met mijn nieuwe
gramma en voor mij is dat
zalige periode. De incuba-
jd, die dwarreling van
jgde, als je weer wat ge-
den hebt. Dat is voor mij
einde. Je loopt over het
ge Voorhout en vanzelf
een zinnetje bovendrij-
haus te luisteren
empte rokershoestje van
Noordzee tegen mijn raam.
minuten later stonden deze regels op papier (hij raadpleegt
gelinieerde blocnote en citeert uit eigen kersvers werk): „Al-
i is maar alleen. Dat is wat schraal. Maar komen jullie In
dsnaam niet allemaal".
plakt een vraag met betaald antwoord op zijn lippen: „Begrijp
Siou een beetje, hoe ik werk? Ik kijk nieuwsgierig rond In de
itschappij van 1981, ruik eraan en als het me bevalt, als de
i prikkelt, snuif ik het op. Als er daarna een tekst uitrolt,
rijf ik niet op theatereffecten. Daar wil ik op dat moment niet
gehinderd worden. Een losse schets is trouwens In de
este gevallen leuker dan een kant en klaar olieverfschilderij. In
laatste geval zit je tegen een voldongen feit aan te kijken. De
is af. Ingelijst. Maar als je onderweg bent kun je nog alle
ten uit. Dat is het spannende aan voorbereidingen".
i-Broadway
f 385.
175.
385.
505.
it publiek is ook aanwezig bij de wordingsgeschiedenis van
L programma. Ik nodig ze uit in de Koopermolen waar Henk
k vroeger speelde en in het Leidsepleintheater en dan lees
nijn teksten van het papier. Mijn instelling daarbij is: Hier
it alles kunnen; als het lukt is het mooi meegenomen",
zou het een Nederlandse versie van Off-Broadway kunnen
men. Je gaat erheen met de gedachte: Het kan vriezen of
'ariffen; kom maar op met je schrijfsels, Seth. En dat doe ik maar
graag, want mijn eigen nieuwsgierigheid is zeker zo groot
die van de mensen in de zaal".
Tijdens zijn retraite in Scheveningen vindt Gaaikema ook nog
tijd om in de Rolls Club van Fred Beugeling te fungeren als
vleugeladjudant van Pia Beck, die binnenkort in haar eigen
theater-café op het Gevers Deijnootplein haar muzikale bloe
metjes zal begieten.
den. Daar zit een onderwerp in,
Luxe artikel
„Er Is een tijd geweest, dat ca
baret een luxe artikel was. Dat
hoorde bij het goede leven als
een tweede auto en een vakan
tiehuls. Met zo'n sfeer van luie
gemakzucht kan een cabare
tier nauwelijks uit de voeten.
Dan gaat hij noodgedwongen
modieuze prietpraat verkopen.
Waarom denk je, is zo'n lied
als „de Olieman" van Louis
Davids een evergreen gewor
den? Omdat het geschreven is
in een grijze crisistijd. Daar
door kreeg het die tic mee, die
het boven alledaagse gebruik
sartikelen uittilde. In die tijd
zitten we nu weer. Moeite met
het vinden van onderwerpen?
Integendeel, zou ik willen zeg
gen. Ik barst van de onderwer
pen, verdrink er In en denk:
Hoe raak ik ze straks op het
toneel kwijt?".
„Ik vertel je echt niks nieuws,
als ik zeg, dat het niet goed
gaat met deze wereld. Kijk om
je heen en je ziet zelf, hoe erg
we er aan toe zijn. Niks is meer
-echt, niemand reageert meer
normaal, gewoon, menselijk.
We zitten met zijn allen In een
feak-maatschappij vol bla-bla.
Vol loze schijn, die bedriegt".
„Ik zat er gisteren In Scheve
ningen nog aan te denken. De
intellectuele benadering houdt
dns In een wurggreep. Alles
wordt herleid tot psychologie.
Psychologisch naaien we el
kaar een oor aan. Op dat mo
ment kwam het woord „pseu-
do" bovendrijven. En gelijk
ging er bij mij een lichtje bran-
dacht ik".