Arbeidsonrust
in Oostblok
duurt voort
A.B.C. 1/
sportvis,
NOG 12DA(
Er wordt
sportvissers
mei. Hemelv
is het
maar tot 1
wel op de
en vergunnii
Natuurbeschè
dierenvrienden
ren en beroep
zullen de sp
weer met
volgen. Hij ka
goed doen. Vi
tijd is er kritie
staat de maat
van tegenwoo
van kritiek
voeren waartet^
ook Is „in" I
om zou een
ser, van wie
der land zo'n
joen rondlopi
ZZSZET iceerd
ten worden,
sportvh
ISS "erd
"eveo
gen en kuntF??*}?
mei oogklep, he'
daar omheen
Integendeel. -
kele lienlellei '„ff
geleden een
sportverenigii
gezelligheid'.
ertlg ia:
gang
ijd vooi
^afleveri
kind
.S.B'e
mee
genwoordig ii gjjj
iets als een bt
vereniging. De
sport wordt bt
Van buitenuit,
ook van bi e"
Wie de aan va nders
buitenaf zo go er9r°o'
gelijk wil part n na
moeten zorgei
zelf een ,.sch
weten" heeft.
nakc
enkele
oorlo
aar moi
el de
n. Tol
Taak
De organisatiL
ben daarin ee
maar belangt jn
cm
piting
ids
laat
dat a
L.
me i
uit e
eigenlijk wat
sportvisser
lijk als hij ji
eentje aan de
kant zit -
mand die hem
kan de gevan g vv<
vermorzelen e
gooien. Hij k er i nï
haak zo uit <|ij in
trekken. Hij
nylondraad latL
geren, zodat vt OHtW
in smoren of s ygn C
een verschrii
dood sterven
darmletsel. Er
lerlei gruwelijke
gen te bedenkt
achteloosheid v lij ©II
sportvisser. m
beurt er met tel"
plastic en noemrWII!
°pJ Jk Ze
Iedere be6_|
moet zich daarei
iets aantrekkian I
die kritiek. Wijt
dingen aan
lapt, is niet ival,,ce
sportvisser tt BSprek
men. Kritiek
hengelaar is
ook een pei^f de
er ze
visie
°P d
Brochure een
Onlangs ve jjj
van de NWS n9f™
landse Verenig L
Sportvissersfei J
ties) een öf?i
met als titel
voor het eei
vissen
staat direct al
van de eerste
na's: „We zijn
in de natuur,
zuinig op en be
len de vis versQiepsi
Ook vele andi
die te maken
met weidelijk
lopen er als
draad doorhed
komt er op n(
r las op
'IJK
t ee
de sportvisser
mogelijk één mi
met die natuur,
gels die de je
visser van jont
moet leren
het is goed dal
deren dat ook
- Sü:
Pak een ge
vis alleen aa
natte» hanrtan
natte handen,
We houden
ter schoon;
We ontzien
gels;
Liever geen
We öesc/f)6bO
geen planten,
en struiken;
Zet een erns
wonde vis niet naar
Dood onmi
elke vis die niel
teruggezet;
Verwijder
uiterst voorzit'
We betrt
oevers alleen
waar het is
staan.
eiger
„de
jezell
of bij
krachtsinspanning is vereist. Doorwerken bij
schijnwerperlicht. Nu met spoed maïs
zaaien".
En meteen daarop begon het weer te vriezen
en te sneeuwen. De juist uitgekomen bloe
sems van de vruchtbomen hingen flets aan de
takken. De boerenbevolking doet wat ze kan
en de stadsbevolking wacht gelaten af en
staat in de rij voor alles, waarvgor maar in de
rij gestaan kan worden.
Toch is het de Roemenen, in cijfers uitge
drukt, niet zo slecht gegaan. In vergelijking
met vóór de oorlog is de industriële produktie
met 48 procent toegenomen en het nationaal
inkomen met 14 procent. In de laatste tien
jaar is de handel met het buitenland verdrie
voudigd en de waarde van de agrarische pro
duktie 1,6 maal zo groot geworden. Het ge
middelde salaris in 1975 was 1595 lei per
maand, nu is het 2238 lei per maand. En er
zijn nog veel meer dingen verbeterd. Maar
wat nut het de man in de straat als hij wel een
tv kan kopen maar droog brood moet eten?
Of als hij in de supermarkt kan aankijken te
gen torenhoge bergen dure blikjes krab, ge
dwongen verkregen uit ruilhandel met China,
als hem in diezelfde su
permarkt aan de vlees
toonbank „nee" wordt
verkocht.
Zwarte markt
„Natuurlijk, we verdie
nen niet slecht, maar
de dingen die we wil
len kopen, kunnen we
niet kopen. En dan
heb ik het niet over
auto's en zo, waar we
soms jaren op moeten
wachten, nee, over
heel gewone dingen
als vlees en melk. We
begrijpen best dat we
als volk een inspan
ning moeten leveren
om een onafhankelijke
landspolitiek mogelijk
te maken, maar moet
dat dan zo? Nee, zeker
niet als er zoveel op de
zwarte markt ver
dwijnt. Daar ben ik ze
ker van. Polen heeft
ons in dat opzicht het
goede voorbeeld ge
geven. Zo moeten we
de zaken hier ook aan
pakken".
onze kant. Wees daar zeker van. Of er zal
gauw iets moeten gaan veranderen".
Gezamenlijke actie
Enkele weken later in Hongarije zegt Miklós
Molnar, wiens naam ik heb van Ion Serbanes-
cu, in een klein cafeetje aan de Karasz Ut in
Szeged, me ongeveer hetzelfde, maar dan
toegespitst op de Hongaarse situatie. „Het zal
zeker niet gemakkelijk worden om als arbei
ders de macht in. handen te nemjen, op een
zodanige wijze dat aan onze gerechtvaardigde
eisen kan worden voldaan. Zeker hier in Hon
garije niet. Daarvoor worden we veel te streng
in de gaten gehouden. In Polen begon de vic
torie. Zoals zij het hebben gedaan moeten wij
het ook doen en zullen we het ook doen. Ik
had liever gezien dat de Polen eerst contact
hadden gezocht met ons en de groepen in de
andere Oostbloklanden. Misschien had er dan
een gezamenlijke actie in gezeten, die Rus
land totaal in verwarring zou hebben ge
bracht. Dan nog wat westelijke hulp erbij en
we zouden zeker zijn geweest van een over
winning. Maar wat ik heb begrepen van mijn
Een lieflijk beeld uit Joegoslavië, waar wel degelijk van
openlijke arbeidsonrust sprake is. „De harde hand"
zorgt hier echter voor orde en rust
Aan het woord is Ion Serbanescu.^een „op- contacten met Polen, heeft de massale sta-
king hen eigenlijk min of meer zelf overrom
peld. Het ging te vlug. Ze konden het op het
laatst niet meer bijbenen en hadden er moeite
mee om hun eigen mensen in bedwang te
houden. Als dat niet was gelukt zou Rusland
meteen hebben ingegrepen en zou er een si
tuatie zijn ontstaan die wij maar al te goed
kennen uit 1956, een opstand die bloedig
wordt neergeslagen. Nogmaals, in Polen be
gon de victorie, die wij nog moeten zien te be
reiken. Maar gelukkig zijn we beter georgani
seerd dan men wel vermoedt. En als het erop
aan komt zal een zeer groot deel van de be
volking achter ons staan".
Voorbeeld
Uit enkele van deze gesprekjes is de situatie
in het Oostblok tamelijk duidelijk. Polen is het
goede voorbeeld voor de opstandige arbei-
standige" ingenieur, die in zijn streek tracht
ondergronds zijn mede-arbeiders te mobilise
ren. Hij is geen eenling. Wandelend, want er
gens gaan zitten discussiëren durft hij niet
goed aan, langs de grootste winkelstraat van
Craiova, de Calea Unirii, vertelt hij: „We heb
ben met onze kleine groep „andersdenken
den" hier contacten met alle fabriekssteden
in Roemenië. Overal zijn als het ware kleine
cellen van arbeiders, die het met hef huidige
bewind niet eens zijn. Als we de kans schoon
zien, zullen we ons met hand en tand gaan
verzetten tegen wat er nu in dit land met ons
gebeurt. Begrijp me goed, we zijn niet tegen
het socialistische regime op zich, we zijn te
gen de wijze waarop het over ons wordt uitge
stort, ten nadele van ons. Niemand zal ooit
van ons kunnen zeggen dat we slechte socia
listen zijn. Niemand zal ooit van ons kunnen
zeggen dat we niet alle bewondering hebben ders. Overal zijn ondergronds kleine groepen
voor de wijze waarop de regering erin ge- aan het werk, die, als de tijd daar is, zich door
slaagd is om ons door de jaren heen onafhan- stakingen gaan verzetten tegen de huidige le-
kelijk te houden in het Sovjetblok, maar we vensomstandigheden. Ze zijn er, ze zijn actief,
willen het beter hebben voor onszelf, onze ze zullen, als er niets verandert, operatief wor-
vrouwen en onze kinderen. En wat dat laatste den. Ze hebben het wel moeilijk. De controle
betreft, het is toch te gek dat we nauwelijks op doen en laten is streng. Opvallen is iets
kinderen durven hebben omdat we niet zeker dat je maar beter niet kunt doen, op straffe
weten of we ze wel goed genoeg kunnen voe- van zeer vervelende maatregelen. Vrijheid is
den. een zeer beperkt begrip, zeker daar. Een
We hebben contacten met andere groepen voorspelling is heel moeilijk te geven over wat
arbeiders in de Oostbloklanden, het meest er in de nabije of iets meer verwijderde toe-
nog met Hongarije. Zij allen zijn van mening komst zal gaan gebeuren. Voor Roemenië is
dat we het Poolse voorbeeld moeten gaan dat voor een groot gëdeelte afhankelijk van
de plaats die het zal kunnen blijven innemen
in het Oostblok. Zal het Roemenië nog lukken
zijn onafhankelijke politiek te blijven voeren?
Het Westen draagt in dit opzicht een grote
„Moeilijk te zeggen. Hier in Roemenië hebben verantwoording op zijn schouders. Voor de
we het nadeel van de grote afstanden, waar- andere Oostbloklanden ligt het anders. De
door alles heel moeilijk te organiseren is. welvaart is er misschien wat groter en daarom
Maar telkens als ik met werkers uit andere zullen de arbeiders ook anders reageren als
steden In contact kom, hoor ik dat de bereid- het tot opstand zou komen. Eén ding is heel
held er is om er desnoods morgen mee te be- belangrijk: dat er tussen de groepen in die
ginnen. Maar zijn we sterk genoeg Er zijn al landen contacten zijn, zodat er van een orga-
ontevredenen verwijderd, er zijn al plaatselijk nisatie op internationaal niveau kan worden
opstootjes neergeslagen. Staking in dit land is gesproken.
minder gemakkelijk dan in Polen. Bovendien Maar voorlopig lijkt die organisatie nog te
hebben wij niet die volkseenheid die de Polen zwak om werkelijk krachtdadig te kunnen op
wel hebben. Maar er komt e$n grote actie van treden.
volgen, zo gauw we sterk genoeg zijn".
Wanneer zal dat zijn?
„IN POLEN
BEGON DE VICTORIE"
gesproken over de bestaande situatie. In en
kele mijnwerkersplaatsjes kwam het tot relle
tjes. Niet massaal zoals in Polen, maar toch.
Het is in elk geval een bewijs dat de Roe
meense arbeider het niet langer meer pikt.
evenmin als zijn Poolse collega, om steeds
maar weer „nee" te horen bij de slager, de
melkboer, de kruidenier. En als er dan ineens
wel vlees en melk is moet hij om vijf uur zijn
bed uit om urenlang in de rij te gaan staan
om er zeker van te zijn nog iets te bemachti
gen. Zo gaat dat al jaren en jaren.
Lange haren
Roemenië heeft minstens zo'n streng gecon-
De westerse toerist in Roemenië merkt daar
weinig van. Zijn bedje aan de zonnige Zwarte-
Zeekust of in een van de vela kuuroorden is
gespreid, zijn kostje gekocht in harde valuta,
die het land broodnodig heeft om de van Rus
land onafhankelijke buitenlandse politiek te
kunnen blijven voortzetten. Want dat moet
ook gezegd worden, Roemenië heeft zich zeer
vrij en onafhankelijk opgesteld. Het zou ech
ter wel eens zo kunnen zijn dat dit Roemenië
nu dubbel gaat optreden. De energiecrisis
met als gevolg de stijgende olieprijzen is voor
Roemenië op het verkeerde moment geko
men. Net toen het allemaal een beetje ging lo
pen, net toen het er voor de bevolking alle
maal wat rooskleuriger ging uitzien, ging de
prijs van de olie stijgen.
Dat betekende voor Roemenië olie tegen nog
meer dure dollars kopen op de vrije markt of,
goedkoper, olie kopen van Rusland. En'dat
laatste is rampzalig voor de vrije politiek van
Roemenië. Het eerste is echter rampzalig voor
de bevolking zelf, want om het land aan dol
lars te helpen moet er geëxporteerd worden
naar het Westen. Vlees bijvoorbeeld waar de
bevolking zo'n grote behoefte aan heeft. Het
cirkeltje is weer rond. Een andere mogelijk
heid om aan dollars te komen is de toeris
tenindustrie. Maar omdat het in het Westen
ook niet meer allemaal botertje-tot-de-boom
is, zijn de verwachtingen in dat opzicht ook
niet meer zo hoog gespannen.
„Keizer"
President Ceausescu, hoe vast hij ook in het
zadel mag zitten de Roemenen noemen
hem niet voor niets spottend „keizer" heeft
het er moeilijk mee. Hij moet zijn volk rustig
houden, trachten zijn onafhankelijke koers vol
te blijven houden èn Russische olie zien te
krijgen tegen een lage prijs. Hij heeft zich uit
gesproken tegen de Poolse beweging, maar
in 1968 loofde hij de Praagse lente. Nog maar
enkele maanden geleden deed hij een openlij
ke schuldbelijdenis: het accent zou te veel ge
legd zijn op industrialisatie, daarom moest er
meer gewerkt worden aan de agrarische ont
wikkeling. En dan zit het hem weer niet mee.
De lente valt laat dit jaar. Het poot- en zaal-
goed gaat te laat de grond in. Elke dag weer
grote koppen in de kranten: „De grootste
Wat weet de Hongaarse jeugd van de opstandigheid in 1956? Ondergronds schijnt
het in Hongarije weer te rommelen
De bevolking van Roemenië staat in de rij
worden gestaan
(Van een speciale correspondent)
BOEKAREST De strijd om het dagelijks le
vensmiddelenpakket, brood, vlees, melk, de
strijd ook om betere arbeidsvoorwaarden en
verhoudingen, lijkt door de Poolse arbeiders
en boeren te zijn gewonnen. De regering lijkt
bakzeil te hebben gehaald. Wederom „lijkt".
Het mag waar zijn dat de stakingen niet mas
saal zijn neergeslagen en de vakbonden nu
vrijelijk hun eisen kunnen stellen, maar is de
houding van de Poolse regering en die van de
Russen er niet een van: reculer pour mieux
sauter, ofwel: een stukje teruggaan om een
aanloop te nemen om zo beter te kunnen
springen? Een beetje toegeven dus om straks
des te harder te kunnen terugslaan. De ar-
beidsrust is nog steeds niet helemaal terugge
keerd en wie met Poolse arbeiders spreekt
bespeurt de angst voor het opnieuw toeslaan
van het regime wel degelijk. De Polen hebben
echter één groot voordeel boven de andere
volkeren in het Oostblok, bijvoorbeeld de
Hongaren, de Roemenen of de Bulgaren. Ze
zijn etnografisch gezien één volk en ze zijn
massaal één in het geloof. Dat is van onschat
bare waarde als het gaat om het verkrijgen
van een strijdbare politieke eènheid.
Uit Bulgarije, het land dat zich van de Oost
bloklanden het meest verwant voelt aan Rus
land, worden nauwelijks of geen arbeidson-
lusten gemeld. Het is bekend dat er ten tijde
van de grootste troebelen in Polen een an
dersdenkende groep in het Bulgaarse vak
bondskader ontstond, geleid door Dobrev en
Ivanon. Er werd echter zeer snel een andere
„functie" voor hen gevonden en daarmee was
de beweging voorbij. Mogelijk dat die onder
gronds nog doorgaat maar het lijkt onwaar
schijnlijk dat ze ooit tot een spontane uitbar
sting zal komen. Daarvoor is de controle te
streng. Berichten over wat er daar gaande is
sijpelen nauWelijks door.
In Joegoslavië is wel degelijk van openlijke ar
beidsonrust sprake. Zou men echter menen
dat het daar, als de klachten van de arbeiders
rechtvaardig zijn, zou aflopen als het in Polen
afliep, omdat Joegoslavië sterker op het Wes
ten is gericht dan elk ander Oostblokland
is er ook in menig Westers land geen actie
gevoerd voor arbeiderszelfbestuur naar Joe-
goslavisch model? dan vergist men zich
deerlijk. Opstanden daar in de afgelopen tijd
zijn hard neergeslagen en naar de geruchten
willen zijn er vele doden bij gevallen.
Hongarije is tamelijk getrouw in de leer. Men
mort er over tekorten, maar de controle is zo
streng dat dat morren door de controle gauw
verstomt. De touwtjes worden telkens strak
aangehaald zo gauw er een subversief geluid
komt. De opstandigheid van '56 is schijnbaar
helerrlaal verdwenen, maar ondergronds rom
melt het weer, zoals verderop zal blijken.
In Tsjechoslowakije is men minder ontevre
den. Nu, dertien jaar na de Praagse lente
heeft men weer iets van de gemoedelijkheid
teruggevonden en van de gezelligheid die het
Tsjechische volk altijd zo heeft gekenmerkt.
Het gaat de Tsjechen minder slecht maar het
regime blijft even drukkend. Geruchten willen
echter dat in enkele industriesteden arbeiders
gepleit hebben voor verbetering van werkom
standigheden. Tot opstootjes is het niet geko
men.
voor alles, waarvoor maar in de rij kan
troleerd vakbondswezen als Hongarije eri Bul
garije. Al garandeert de grondwet dan vrijheid
van meningsuiting, vereniging, vergadering en
demonstratie en bovendien onschendbaar
heid van personen, in de praktijk komt die
vrijheid van meningsuiting er slechts op neer
dat er zo nu en dan een ingezonden brief in
een krant staat waarin wordt geklaagd dat de
straat langs een nieuw flatgebouw nog steeds
niet is geplaveid of dat er maar één herenkap
perszaak is in een nieuwe wijk waarin 30.000
mannen wonen. „Moeten hierom soms nu ook
de oudere mannen lange haren gaan dra
gen?", sluit de brief spottend.
Die vrijheid van vereniging en vergadering is
slechts in zoverre geldig als dat strookt met
de belangen van land en partij. Dat betekent
dat men rustig een geitenfokvéreniging mag
oprichten en urenlang onder het genot van
veel wijn mag beraadslagen welke activiteiten
er in dat vlak kunnen worden ondernomen,
maar dat men geen alternatieve vakbond kan
oprichten of daarvoor bij elkaar mag komen.
En wat die onschendbaarheid van het individu
betreft: men hoeft slechts bij Amnesty Inter
national te informeren waar de mensen zijn
gebleven die zich de laatste jaren „subver
sief" hebben gedragen en men weet al ge
noeg. De Roemeense bevolking weet dat ook,
de Roemeense arbeider zeker.
Nog maar kort geleden moest de politie
krachtig ingrijpen bij arbeidersopstootjes in
Sibiu. De arbeiders in de olie-industrie van
Ploiesti hebben duidelijk hun ongenoegen uit-