Blackie is een cycloop Gericht afweervuur op gepland rijtje-van-vier in de Julianalaan STAD/REGIOleidse courant ZATERDAG 9 MEI 1981 PAGINA Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Plet Loogman met de blauwdruk van een onzalig plan opstallen die plaats moeten maken voor nog minder in de handen, achter hem de weinig fraaie Kaagse fraaie Van Lentse doordraverij. voor geven, want het plan is weer wèl in overeenstemming met het ontwerp-bestemmingsplan „Kaag". Brrrr, wat een narigheid; als het nu nog aardige bouw zou zijn, maar deze revolutiebouw tussen Kaagse geveltjes is verwrongen, smakeloze architectuur". Toen de brief binnenkwam bleef de klok bij de Loogmannen, in de bruine kamer van Het Witte Huis, van schrik stilstaan: de koekoek kwam de deur niet meer uit Slachtoffer van Toepassing art. 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en art. huppeldepup, lid 8, van de Woningwet. Alleen een vaalbruine, parelogige merel in de rondtuin trok zich er niets van aan. Piet Loogman, hoog man in gemakkelijk zittend vrijetijdskostuum, het korte haar glad boven de intelligente kop, filosofeert in zijn weldoortimmerd woonvertrek, en drinkt daarbij zwarte zoete koffie. Dat is dan het enige dat aan een Arabier doet denken. „Loogman hè: zo oud als ons eiland, zo oud is de naam Loogman. Wij hebben hier velen zien komen en velen zien gaan. U weet, dat ons dorp de Kaag rijk is aan schone pure architectuur, stammend uit het verleden. Het bezit eeuwenoude pittoreske huizen en hoeven, waaraan Kaag zijn charme ontleent. Achter u hangt een gravure ja, kijk maar even die laat zien hoe het dorp eruit zag toen het Haarlemmer Meer nog bevaren werd door vrachtzeilschepen. Van oorsprong ja, ja, ik weet N dat het niks met die huizen te maken heeft, maar wacht even oorspronkelijk komen wij uit Zuid- Duitsland: drie gebroeders Loogman. Als deserteurs, opgejaagd door de legers van Napoleon, vluchtten de Loogmannen naar Holland en nestelden zich in de Kaagse moerassen. Ik heb dat eerder verteld". En daar zitten de Loogmannen nog steeds, alleen de moerassen en de gejaagdheid zijn verdwenen. Piet vertelt verder en mijmert: „Van generatie tot generatie, de generatione ad generationem, hebben wij het dorp zien groeien. Oude sfeer en romantiek van boeren, vissers en kooplieden die aan de oevers afgemeerd lagen. Mijn ouders hebben hier de eerste watersporters zien komen, en na een bete tijds weer gaan, en ik herinner me nog heel goed het oude dorpsstraatje, waar wij speelden met de simpelste spulletjes. Niet dat we simpele Loogmannetjes waren, nee, zo was iedereen onder die omstandigheden. Nu heet het Julianalaan. Na de tweede wereldoorlog zijn hier grote vernielingen aangericht; door de bouw van gemeentewoningen verloor het dorp steeds meer charme, in een tijd dat ie ze nog voor de gek kon houden, de inwoners van Alkemade. Welnu, in 1975 raakte het hele dorp van slag toen hier een 16 meter hoge loods moest komen. Het dorp haalde bakzeil, want de werkgelegenheid stond voorop. In de bouwvergunning stond, dat het complex geheel beplant moest worden met hoog opgroeiende bomen. Nou, in een straal van 20 kilometer zie je die „kerncentrale" staan: er is nog steeds niets aan gedaan. Boven de ingang van een lagere school las ik: „Kennis is macht", maar, m'n beste: „geld is macht" op Kaageiland. Het is niks dat je welvaart hebt gehad, maar nu zit je met de rotzooi, en wie ruimt het op En nu zegt de directie van Van Lent: „als we dat allemaal van tevoren», geweten hadden, dan hadden we de werf verhuisd naar het Noordzeekanaal; geografisch gezien zitten wij óp de Kaag zeer ongelukkig". Dat is mooi gezeid, nietwaar Alles wat Van Lent maakt vindt Piet Loogman prachtig: „Die werf zit de eerste zeven jaar bomvol werk. Het bedrijf besteedt zelfs uit aan andere werven. Dat vind ik geweldig; ik bedoel die jaren bomvol werk. Als Kagenaar ben ik trots op zo'n jachtwerf met een wereldnaam. Het is zoals de spreuk, aan een spijker, zegt: Thans verdient het dorp elks achting, door nijv're vlijt en plichtsbetrachting. Maar ach, op vrijdag de dertiende april ongelukkiger kon het niet kreeg ik dit goddeloos bericht van de woningbouw, uit de schriftelijke mond van de gemeente Alkemade, en nu is het mijn heilige plichtsbetrachting om dat smakeloze plan van die vier bedrijfswoningen de grond in te boren Loogman verheft andermaal zijn stem, terwijl achter de gang de levensmiddelenwinkelbel almaar schelt vanwege de klandizie. „Ik heb dat doodvonnis van ons zakenleven, die brief dus, van de daken geschreeuwd, althans van het dak. En het hele dorp sprong voorwaar uit de schoenen van verontwaardiging: het laatste stukje echte Raag wordt kapot gemaakt. Eerst het entree van het dorp en nu de rest. U begrijpt wel, dat ik er ziek van ben wilt u eyen de suiker doorgeven, dank u en ik krijg 's morgens mijn zachtgekookt scharreleitje niet eens meer door m'n strot U begrijpt zeker ook wel, dat wij het niet langer meer pikken: de maat is vol Ik ben blij, dat we hier op het eiland een goede dorpsraad hebben, een frisse, uitgeslapen en uitgewaaide groep mensen. Ook de groep Progressief Alkemade heeft goed gereageerd om dat ingediende ondeugdelijke plan af te keuren". „Ik ben het type niet om te Erotesteren", zegt Loogman, ijna overtuigend: „ik zie het weieens op de teevee: hele groepen achter een spandoek en borden; maar nu begrijp ik het. Maar waarom moet dat nou toch We hadden toch best om de tafel kunnen gaan zitten met alle betrokkenen en een architect erbij en dan wat maken dat daar bij inpast hè Ik gun iedereen een goede boterham, ook de aannemer van Van Lent, maar dan wel aan de rest van het dorp denken". En oei-oei, daar heb je 'm weer: doctorandus P. Bol ten, straks honoris causa; met de manen in de wind. Loogman luidt hem alvast lovend uit: „De burgemeester gaat helaas binnenkort met pensioen. Prima kerel; hoort helemaal bij de charme van ons dorp. Als hij vertrekt, gaat Kaag eiland dertien dagen in de zware rouw en is het eiland voor niemand meer toegankelijk, want de pont ligt dan ook stil. Als de heer Bolten weg is, is de Kaag immers niks meer. Wat zou trouwens Marken zijn zonder Sijtje Boes Het bestemmingsplan van de Kaag wordt over vier weken openbaar gemaakt. Daar heeft het dorp dan zeven jaar op moeten wachten. Er is maar één man die zo'n plan kan maken en dat is Rien Poortvliet, die 'ns met de burgemeester had moeten kennismaken; dan was het binnen een maand klaar geweest". Loogman fietst nog een eindje mee op, richting pontepontepont. Links vooraan, scnreeuwend van lelijkheid, ligt, waar het eiland bijna ophoudt, nog zo'n Kager steen des aanstoots: een verveloze oude loods, een vergane Van Lent-schuur, als een onwaardige buurman van Tante Kee, wier nazaten binnen de rotisserie nog immer dagelijks culinaire hoogstandjes verrichten in de schaduw van zoveel afschuwelijks. „Ouwe loods, een aanfluiting voor Kaag eiland. Laat dat ding nou eindelijk eens afgebroken worden, in hemelsnaam. Nee, volgens mij heeft Van Lent Allah bereide hem een eeuwige tent veel te lang in de zon gezeten in Saoedie-Arabië, of heeft-ie een klap van een kameel gehad. Nou tabé dan maar; jullie komt er wel over hè De pont ligt pruttelend op het punt van vertrekken. De bemanning lijkt onaangedaan. Piet Loogman, kindskind van wellicht Badense deserteurs en niet op z'n achterhoofd gevallen, fietst terug, naar Het Witte Huis, en gaat er door de kleine heldere ruitjes, terwijl de bel blijft rinkelen, naar z'n aanpalend stukje groene grond zitten kijken: daar komt dan dat fantasieloze rijtje van vier te staan. Doctorandus P. kan zijn eerstvolgend bezoek ad limina nog maar beter even uitstellen. Een steen des aanstoots naast Tante Kee: de oude bladderende Lent-loods. die eindelijk nou maar eens moet ophannesen uit het Kaagse dorpsbeeld. Eén toto missen we node: die van de eenzame wandelaar drs. P.B., in de regen op zoek naar de Kaagse Identiteit. Aan te bieden bij zijn vertrek. middelgroot maar meer wat betreft het incasserings vermogen is éénogige Blac kie reusachtig te noemen. Dit hondebeest heeft in zijn vijf-jarige bestaan al enige zware beproevingen moeten doorstaan. Een hondeleven loopt niet altijd op rolletjes: ten eerste moesten hond en trouwe baas (en omgekeerd) tegen wil en dank van el kaar scheiden en ten tweede is het gezichtsvermogen van het dier voor de helft wegge vallen. Dat laatste springt echter niet in het oog. De storm in het leven van Blac kie is gaan liggen en mo menteel gaat het hem rede lijk voor de wind. Een eigen thuis kan het tij voor Blac kie echter volledig doen ke ren. De roetzwarte hond werd me dio maart in het asiel afgele verd. Daarmee vertoeft dit hondebeest langer dan elke andere viervoeter in het asiel. De oude baas van Blackie, een bejaarde, was gedwongen zijn makker naar het asiel te bren gen. Maar scheiden deed ook hier lijden. Zij vormden name lijk een onafscheidelijke (al thans op papier) twee-eenheid. De tand des tijds ging echter niet onopgemerkt voorbij: de baas besloot zijn woning aan de Condorhorst van de hand te doen en zijn intrek te nemen in een bejaardenhuis. Nu was Blackie al betrekkelijk goed weg gekomen door niet in een rondslingerende vergiftigde gehaktbal te happen waar schijnlijk is het dier te intelli gent om zich door de morbide gifstrooier van de Merenwijk te laten vellen maar als nog sloeg het noodlot toe. Hon den zijn namelijk niet welkom in bejaardenhuizen. Hoe moei lijk het de oude baas ook viel, een alternatief was niet voor handen... Omdat aan Blackie een nogal triest verhaal kleeft, werd hij in het asiel ingedeeld bij de ca tegorie der „zielige honden". Dat impliceert, dat het beest een kleine voorkeursbehande ling geniet. In zijn uit staal en beton opgebouwde kooi be vindt zich een heuse honde- mand, waarin Wil Tiele, be heerder van het asiel, een zacht dekentje heeft uitge spreid. Hoewel Blackie biina overliep van heimwee, is het nooit zover gekomen, dat de verzorgers het dekentje 's morgens klef en kwalijk rie kend aantroffen. Maar de VIP-behandeling van de ziele- poot, heeft nog een reden. Toen het dier werd gebracht, had zijn linkeroog de afmeting van een kleine tennisbal. Mid den in de kijker was een vlek waarneembaar. Behalve, dat de hond als door een beslagen raam de wereld in keek, had hij verder geen last van zijn grote oog. Edoch door inwen dige bloedinkjes en andere complicaties, werd Blackies kop er niet apetijtelijker door. Integendeel. Na diepgaand be- Wekeiijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschre ven honden zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende re denen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook vols lagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven die ren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur onder gaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10 tot 12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. raad werd besloten het oog te verwijderen. De operatie is ge slaagd. Wanneer het voor de operatie geschoren haar rond om het oog binnenkort weer is aangegroeid, is slechts de we tenschap, dat eer hond twee ogen behoort te hebben er de reden van, dat de kritische kij ker het gemis bemerkt. Aan de andere zijde van de hond wappert een wollige pluim staart. Het geheel van kop tot staart doet denken aan de Keeshond. Het zwart wordt gebiest door witte tenen dito bef. De oren lijken een ei gen leven te leiden: wat in he brein van de hond omgaal kan aan de oren afgele: worden. Het karakter van de levens wijze hond is voorbeeldig. Hi luistert goed, heeft niet de nei ging te pas en te onpas o| avontuur te gaan en is rustig maar bepaald niet sloom. Vee^n ruimte heeft Blackie niet no dig, hij is immers een flat ge wend. Het omgaan met kinde ren en andere honden lever geen problemen op. Heel som heeft hij echter de neiging on katten in razendsnelle vaart tr achtervolgen. Momentetl bindt hij zich aan het perso neel van het Leidse Dierena siel. Dat is feitelijk geen besti ontwikkeling, omdat de honi zo kort als mogelijk in he asiel logeert. Het mag duide lijk zijn, Blackie heeft behoef te aan een nieuwe baas, di zijn vetrouwen volledig ka genieten. Asta Een agrariër uit Noord wij heeft zich uiteindelijk over d herder Asta ontfermd. Behal ve de gegadigde uit Noordwij) bleken nog vele andere belangstelling voor Asta I hebben. Onder hem bevonde zich mensen met kinderen. E juist kinderen kan Asta ni( verdragen. Bij de agrariër lij) Asta echter een degelijk te hebben gevonden. bes»»"? thui »<«i. HALF KAAG-DORP EN PIET LOOGMAN STAAN OP DE ACHTERSTE BENEN Het halve dorp van Kaag eiland staat, midden in de branding, op z'n achterste benen. Dus ook Piet Loogman. Dat is zeker niet op de eerste plaats te wijten aan het plotseling vertrek van Gerrit Kreuger, de nu al bijna legendarisch aandoende geestelijk vader, voorman, tekstschrijver, geldmagnaat en postbode van zijn Partij tot Likwidatie van Nederland. Nee, eigenlijk zal men verkiesbare import-Gerrit niet eens zo erg missen, want hij was slechts een korte tijd en spaarzaam op het eiland aanwezig. Net zo ongeveer als burgemeester doctorandus P. Bolten van Alkemade, naar verluidt Maar nu ik het toch over PLN Kreuger (die ooit, zo hij me vorige maand heeft verteld „maar zeg daar niets over, want het is m'n derde geheim, pas te verklappen na m'n vertrek" droomde dat hij PNL Jasser Arafat was) heb, kan ik in één adem mededelen, dat Gerrit, die alle Nederlanders na de verkoop van ons land miljonair wil maken, nadat hij in de Kamer op drie zetels ligt, vorige week hals over kop het eiland voor goed verlaten heeft, omdat hij zijn hospita de huur niet meer kon betalen. Hij zou naar Haarlem gevlucht zijn om vandaaruit de tóestand in het Midden Oosten beter te kunnen overzien. De rust lijkt teruggekeerd en het slechte weer is gebleven op Kaag-eiland, waar de dorpelingen vanuit hun huizen op Koninginnedag door de verlaten dorpskern (het was zo koud en nat, dat iedere Kager, gezeten of niet gezeten, binnenbleef) een eenzame wandelaar zagen lopen: doctorandus P. van Alkemade, die zojuist de kinderoptocht had gemist. Maar verder gist het er, rond de Julianalaan; ongelogen, als ik Piet Loogman op zijn woord mag geloven. Het gaat om vier bedrijfswoningen, die de bij oliesjeiks en andere Moslemse haremridders hoog aangeschreven jachtbouwer Van Lent aan de Julianalaan wil laten bouwen. En nee, nee, nee, dat kan niet, nee; zou dorpeling Joop Doderer, alias prins Joop van het verlopen vorstendom, zeggen. Piet, van Piet, Jan en Nel Loogman in Het Witte Huis, is boos. Hij kreeg (met Jan en zus Nel), als enige van de 16 mede-betrokken omwonenden, een paar weken geleden van B en W van Alkemade een brief met de medeling, dat Van Lent op eigen grond aan de Julianalaan vier huizen voor personeel wil gaan bouwen. Of Jan, Piet en Nel daar bezwaar tegen hadden. „Nou vraag ik je: een bouwplan dat in strijd is met het geldende bestemmingsplan! Daaraan gaan B en W vergunning

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 4