WK Spanje duurste voetbalspektakel aller tijden )e uitdaging is groot, le gevaren veel groter Trainer Wiljo Leermakers: „Samen stellen we een doel dat haalbaar is Galgenwaard in 1982 DE „ONMENSELIJKE TRAININGEN" BIJ TAFELTENNISVERENIGING TORENSTAD Xj 3ORT LEIDSECOURANT/'.^ ZATERDAG9MEI1981 PAGINA ADRID Spanje maakt zich op voor het ootste en duurste voetbalspektakel aller den. Het eindtoernooi van het twaalfde ireldkampioenschap 1982 (13 juni tot 11 li), kost de Spanjaarden meer dan een Jf miljard gulden. Alleen al de Spaanse levisie heeft een investering gepland van 0 miljoen gulden, waarvan het resultaat rfuurlijk ook na het wereldkampioen- Jap merkbaar is. In Madrid moet een tv* ren worden gebouwd van 191 meter hoog, t heel goed als symbool van het mam- jettoernooi zou kunnen gelden. Met voor it eerst 24 deelnemende landen, 52 wed- fden in veertien steden en zeventien sta dions en een totale duur van 29 dagen, over schrijdt het WK in Spanje alle grenzen. Af- Krien van de tv-kosten moet er voor de ver- uw en aanpassing van de stadions meer dan 140 miljoen gulden op tafel worden ge bracht Door de inflatie is het verschil tus sen de eerste schattingen en hetgeen naar het zich laat aanzien werkelijkheid zal wor den, zo'n 80 procent Ondanks deze alarmerende kostenstijging gelooft Raimundo Sapporta, de Spaanse chef van de orga nisatie, nog steeds aan een positieve uitkomst. Hij schat de uiteindelijke winst op honderd miljoen gulden. De Spanjaard rekent op een totaal van 190 mujoen gulden aan inkomsten. Dat was in 1978 in Argentinië 75 miljoen bij een positieve opbrengst van 50 miljoen. Bij veertien wedstrijden en acht deelnemers meer meent Sapporta, dat er alleen uit de kaartverkoop 60 miljoen gulden meer binnen zal komen. Hij gaat daarbij van de optimistische veronderstelling uit, dat het gemiddeld aantal be zoekers bij alle wedstrijden 55.000 zal zijn. De or ganisatie kan zeker rekenen op 90 miljoen gulden aan inkomsten uit tv-rechten en 36 miljoen aan reclame. De contracten daarvoor zijn allang on dertekend. Verdere inkomsten worden verwacht uit een WK-loterij. De eerste trekking daarvan bracht 14 miljoen in kassa. Verder is er een WK-opslag op de gewone voetbaltoto, waaruit men een op brengst van zo'n 72 miljoen gulden verwacht en zijn er de gebruikelijke WK-munten en postzegels. Toeristen De hele onderneming dient vooral om de Spaanse toeristenindustrie draaiend te houden. Daarbij gaat men ervan uit dat het aantal van negen mil joen toeristen van 1980 over twee jaar stellig zal worden overtroffen. Meer dan 7000 hotels met een capaciteit van meer dan een half miljoen bedden staan ter beschikking. Aanvullende accommodatie zal worden geschapen op schepen en in slaapwa gens van de internationale treinen. Het organisatiecomité van het wereldkampioen schap van de FIFA heeft deze week de WK-ste- den Barcelona en Madrid bezocht. In de vier sta dions van deze steden zullen alle wedstrijden van de tweede ronde worden gehouden. De afgevaar digden van de FIFA moeten zich nog akkoord verklaren met de toegangsprijzen. Voor de duur ste zitplaats zal circa 100 gulden worden gevraagd. De aanvangstijden (17.15 of 21.00 uur) zijn zo vast gesteld, dat daarbij de belangen van de tv gewaar borgd zijn. De openingswedstrijd en de grote en kleine finale beginnen om 20.00 uur. Waarschijn lijk zal op 9 januari 1982 de definitieve loting in de diverse groepen in Madrid worden verricht. Daar na zal de kaartverkoop pas goed van start gaan om de pretentie van Sapporto te verwezenlijken: „Mundial 1982 zal Spanje meer opleveren dan het gaat kosten". UTRECHT Vandalen maakten onlangs een vervroegd eind aan Galgenwaard, het voetbaldomein van FC Utrecht De huidige num mer twee van de eredivisie is nu even te gast bij Vitesse en bivak keert vervolgens een jaar op de nog aan te passen velden van het Vee marktcomplex in Utrecht Van deze plek, waar men geen koeien of var kens mag verwachten, keert FC Utrecht voor het seizoen 1982-1983 weer terug naar de oude grond, waarop dan inmiddels een schitte rende accommodatie zal zijn gebouwd. Alle begin is echter moeilijk en daar om hebben de bouwers de Utrechtse wethouder C. Pot gevraagd de eerste paal te heien. Dat geschiedt komende maandag om 16.00 uur. Het uiteindelij ke resultaat zijn vier volledig overdek te tribunes voor circa 20.000 toeschou wers. Van hen kunnen 12.000 plaats nemen in een gerieflijk kuipstoeltje. Totale bouwkosten 60.000.000 gulden. ZUTPHEN Torens tad fokt dc kinderen op in een soort concentratiekamp. Dat verwijt krijgt de Zutphense tafeltennisvereniging vaak te horen, van buitenstaan ders maar ook van andere verenigingen. Torens tad is niet populair in het land. Waar de vereniging komt, wor den de leden uitgejoeld. Onlangs, bij een toernooi in de Haagse sporthal Overbosch, was het weer raak. Het re gende verwijten over de „onmenselijke trainingen". De centrale figuur in de organisatie van Torens tad is trai ner Wiljo Leermakers. Hij zegt* „Velen zijn inderdaad vaak tegen ons. Als onze beste speelster, Mirjam Klop penburg, speelt is iedereen tegen haar. Dat is ook lo gisch. De mensen kiezen immers het liefst voor under dogs". De 15-jarige Mirjam Kloppenburg is in haar leef tijdsklasse de beste in Nederland. Bij de senioren is ze als elfde geplaatst In Europa behoort ze tot de beste zes tien speelsters in haar leeftijdsklasse. Voor de ploeg, die aan het wereldkampioenschap deelnam, werd ze gepasseerd. Trainer Wiljo Leermakers is daar niet ongelukkig mee. Hij heeft meer moeite met de gang van za ken bij het nationale team. Leermakers: „Theo Bakker, toen bondscoach van Miijam, maakte zijn broer Gerard attent op haar mogelijkheden. Gerard Bakker beloofde haar gouden bergen. Ze speelde in een open Frans en een open Tsjechisch kampioenschap. Bakker nodigde haar uit in Hazerswoude te komen trainen. Daar schaafde hij aan haar techniek. Ik was het daar niet mee eens en legde hem een aantal duidelijke vragen over Miijams techniek voor. Bakker wist daar geen zinnig antwoord op te geven". Miijam Kloppenburg zag aanvankelijk wel iets in de plannen van Gerard Bakker. Later kwam ze daarop terug. De indruk bestond, dat Bakker Miijam Kloppenburg in zijn eigen vere niging, Avanti, wilde opnemen. Leermakers: „Op een gege ven moment wilde Bakker zekerheid. Maar Mirjam besloot in Zutphen te blijven spelen. Sindsdien wordt ze ook niet meer gekozen voor de Nederlandse ploeg". Leermakers vindt dan ook dat de dubbelfunctie bondstrainer/clubtrainer een slechte zaak is. Met Jan tien Jansma (15), nummer twaalf op de nationale ranglijst, en Johanna Straalman (16) promoveerde Mirjam Kloppenburg naar de ereklasse, waarin nooit eerder een zo ieugdig team uitkwam. Maar ook anderszins is het een opval lende ploeg. De meisjes moeten flinke reizen maken om voor Torenstad te kunnen spelen. Jantien Jansma woont in het Drentse Roden (130 km. van Zutphen), Johanna Straalman in Zevenaar en Miijam Kloppenburg in Lichtenvoorde. Ze hebben het er graag voor over. Leermakers:„Ik verwacht dat we over een jaar of twee kampioen van Nederland zijn. Het eerste jaar zal ons drietal de geroutineerden nog niet kunnen verslaan, maar in het tweede jaar kunnen ze het wel klaren. Ik verwacht bovendien dat Miijam Kloppenburg en Jan tien Jansma dan zijn opgeschoven naar de top-vijf op de Neder landse plaatsingslijst. Dan kan de bondscoach bijna niet meer om de meisjes heen". Schooltoernooien Nieuwe leden betrekt de vereniging uit schooltoernooien. Daar haalt Leermakers die kinderen uit, die naar zijn me ning mogelijkheden hebben. De eerste maand geldt als proef periode. Dan is er ook een gesprek met de ouders, waarin wordt gewezen op de consequenties, o.m. zo'n vijftien uur in de week trainen en de niet geringe kosten. Het lidmaatschap kost vijftien gulden per maand. Alles bij elkaar kost het ta feltennissen al gauw vijfhonderd gulden per jaar. De ouders krijgen geen reiskostenvergoeding als ze de kinderen naar wedstrijden en toernooien brengen. Torenstad kent geen trainingsstop. In de vakanties organi seert de vereniging trainingskampen. De aanpak van Leermakers is voor 85 procent gebaseerd op praktijk. Leermakers: „Mijn visie is voor hooguit 15 procent gebaseerd op kennis, die ik op cursussen heb vergaard. De rest heb ik opgedaan door overal te kijken en met mensen te praten. Daar heb ik tien jaar over gedaan. In die jaren heb ik een visie opgebouwd. Ik ben vooral pedagogisch bezig. Pro beren een band op te bouwen. Maak de spelers bewust van hun mogelijkheden. Dat betekent niet dat ik de kinderen gouden bergen beloof. Samen stellen we een doel dat haal baar is". Studie De studie mag niet onder de zware trainingen lijden. Leer makers: „De kinderen moeten altijd hun rapporten laten zien. Als blijkt dat het op school niet zo goed gaat, moeten ze een trainingsavond verzuimen. Ik vind het belangrijk dat de kinderen na het tafelténnissen zonder moeite een plaats in de maatschappij kunnen veroveren. Om iets te bereiken moet je ambitie en een beetje aanleg hebben en heel leergie rig ziin. In de eerste maanden van het lidmaatschap selecte ren de kinderen zichzelf. Wie geen zin heeft in de zware training komt niet in de volgende groep. Na verloop van tijd stappen ze dan vanzelf op". Het blijft de vraag of het verantwoord is met zulke jonge kinderen op zo'n intensieve manier wedstrijdsport te bedrij ven. Trainer Leermakers geeft het antwoord: „Je moet wel heel goed weten waar ie mee bezig bent want je kunt natuur lijk ook een heleboel kapot maken bij die kinderen". Leermakers wekt zeer sterk de Indruk inderdaad te weten wat hij doet eft HAAG Steeds it wordt de uitdagen- sport van het zezeilen id. De meeste zee- se- tilers, die zich aan het Ite nat wagen, weten er- it ze van het grote wa- I kunnen verwachten. is echter ook een neiende groep plezier- I larders die het „een ter probeert". Waar dat toe kan leiden, is on langs gebleken toen een zeezeiltocht met de dood moest worden bekocht Uit de Jaarverslagen van de Koninklijke Noord en Zuid-Hollandse Red dingsmaatschappij, de KNZHRM, blijkt even eens dat niet eenieder de gevaren - onderkent Vaak moeten de boten uitrukken om onervare- nen of te roekelozen te redden als zij zich in een penibele toestand heb ben gemanoeuvreerd. De zee is en blijft gevaar lijk voor hen die er niet op thuis zijn. Behalve een goed schip vereist het varen op zee veel kennis van en ervaring met weer en wind, zeegang, scheepstuig en navigatie. Eén verkeerde ma noeuvre bij slecht weer kan tot een ramp leiden: vastlopen, kapseizen of zinken. Over de vraag welk scheeps- bouwmateriaal het meest ge schikt is, lopen de meningen uiteen. Sommige zeezeilers zweren bij houten schepen, an dere voelen zich alleen op hun gemak in een huid van staal, aluminium of kunststof. Met hout hebben we vele eeuwen ervaring. Deze schepen kun nen dan ook voldoende zee waardig worden gemaakt Een nadeel van hout is dat een „waterdichte indeling" moei lijk verwezenlijkt kan worden. Bovendien vergt hout veel on derhoud. Het sterkste mate riaal is staal. Een stalen schip, dat tijdens stormweer goed af gesloten kan worden, kan nau welijks vergaan. Het voordeel van kunststof is dat het materiaal sterk en licht- is en weinig onderhoud be hoeft Bij aanvaringen - denk ook aan drijfhout - en stran dingen is men evenwel vaak minder gelukkig uit Er ont staan dan snel grote gaten. Bo vendien is de ervaring met dit materiaal nog te gering om de sterkte te kunnen vergelijken met staal of aluminium. Een deskundige bemanning Is onontbeerlijk. Tuigage Vroeger was het de gewoonte om het grootzeil zo breed mo gelijk uit te voeren. In de praktijk betekende dat meestal een gaffeltuig. Bij torentuig moest men de extra vierkante meters immers in de hoogte zoeken. Gaffeltuig leverde echter nogal wat nadelen op. In zeegang is het gevaarlijk en lastig te bedienen. Als het zeil naar beneden valt, is de kans niet denkbeeldig dat iemand wordt geraakt. Veiligheid op zee is van onschatbare beteke nis: de dokter is altijd ver weg. Het neerhalen van een gaffel tuig in volle zee vereist boven dien heel wat behendigheid. Daarom zoekt men het tegen woordig - en zeker bij de snel le wedstrijd boten - in voor- of bijzeilen. Ook al omdat de mast niet on nodig lang moet zijn. Het een voudigste tuig is het sloeptuig, waarvoor maar weinig beman ning nodig is. Het bestaat al leen uit een grootzeil en een fok of een genua. Bij harde wind is het echter minder handig. Beter is het om dan een kottertuig te voeren, dat twee voordelen heeft, de fok en de kluiver. Veel zeilschepen zijn „single- handed", zodat alles vanuit de kuip kan worden bediend. Deze inrichting vormt een contrast met die van tweemas ters, die kitsschoener- of wish- bonegetuigd zijn. Deze schepen zijn uitgerust met een groot zeiloppervlak maar zijn door hun vele zeilen tevens kwets baarder en er moet meer be manning aan boord zijn. Een voordeel is dat met slecht weer kleine doeken gevoerd kunnen worden, zodat de mas ten gespaard blijven voor al te zware druk. Uitrusting Onder de uitrusting van een schip worden de navigatie-, veiligheids-, reddings- en com municatiemiddelen verstaan. Navigatiemiddelen zijn zeek aarten, kompas, zeemansgid sen, almanak, lichtenlijsten, barometer, echolood, log-, peil en plaatsbepalingsinstrumen- tren. Veiligheidsmiddelen zijn brandblussers, noodsignalen en medische uitrusting. Onder reddingsmiddelen worden ver staan gordels, boeien en boten (opblaasbare vlotten). Commu nicatiemiddelen: seinlamp en radio. Van dit alles kan en mag een zeezeiler geen onder deel overslaan, ook niet als hij voor een klein tochtje buiten gaats gaat Een storm kan im mers in een ommezien komen opzetten. De zeezeiler-navigator moet zich voortdurend bewust zijn van de gevaren die hij met zijn schip loopt. Aanvaringen en strandingen moeten worden voorkomen, de positie moet steeds kritisch worden beke ken. Als geen positiepeiling mogelijk is, moet de gids gede tailleerd worden bijgehouden om later „terugrekenen" mo gelijk te maken. Alles wat men om zich heen waarneemt kan bij plaatsbepaling een hulpmiddel zijn. Éen hoogte- 3"'n van een ster of de zon kan enige duidelijkheid ver schaffen als „bestek krijgen" moeilijk is. Men dient te letten op het aantal schepen in de buurt, op stroom, zeegang, ver zeilingen. Dit alles moet nauw keurig worden bekeken en op geschreven. Uitkijk Een goede zeeman met veel ervaring heeft vaak een intui- tief gevoel ontwikkeld voor gevaren die hem kunnen be dreigen. Het voeren van een goede uitkijk evenwel blijft onontbeerlijk. Veel solozeilers maken gebruik van de auto matische piloot als ze gaan sla pen. Maar ze zorgen er altijd voor dat ze gezien worden. Hoewel het wettelijk niet is toegestaan, ziin er zeilers die twee rode lichten in de mast voeren als teken van niet-ma- noeuvreerbaar. Ook als het schip niet van staal is, voer dan wel een radarreflector in de mast Eén aanvaring met een groot schip kan ruineus zijn en de kans dat een super tanker over een zeilscheepje heen vaart is niet denkbeeldig. Op de oceaan varen grote schepen volle kracht door. De navigators vertrouwen geheel op hun radarapparatuur. Wel iswaar wordt de machineka mer op „stand-by" gezet maar de stopweg van een tanker is nooit korter dan een half uur. Wanneer de zeezeiler geen ra dar aan boord heeft, is voor zichtig manoeuvreren ge wenst. Het is verstandig bij mist deze maatregelen te nemen: neem aan dek stilte in acht en luister of u gestamp van machines hoort en wijk niet uit, tenzij u weet dat een ander schip op ramkoers ligt Het zal duidelijk zijn dat niet elke zeiler ook een zeezeiler is. En wie dat niet is, dient op de plassen te blijven, geen risico te lopen en het woord bravou re onverwijld uit zijn woor denboek te schrappen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 11